This document is an excerpt from the EUR-Lex website
Fight against fraud to the EU’s financial interests by means of criminal law
Strafrechtelijke bestrijding van fraude die de financiële belangen van de EU schaadt
Strafrechtelijke bestrijding van fraude die de financiële belangen van de EU schaadt
Toepassingsgebied
De richtlijn heeft betrekking op:
De richtlijn bevat gemeenschappelijke regels inzake sancties en verjaringstermijnen met betrekking tot de strafbare feiten waarop de onderhavige richtlijn betrekking heeft.
Definities
Elk van de volgende strafbare feiten is op EU-niveau gedefinieerd:
De richtlijn geeft een definitie van “overheidsfunctionarissen” — EU- en nationale functionarissen (ook in lidstaten) — en deze definitie is relevant voor de definitie van witwassen van geld, corruptie en wederrechtelijke toe-eigening.
De strafbare feiten zoals in de richtlijn omschreven, vallen onder de verantwoordelijkheid van het Europees Openbaar Ministerie, een onafhankelijk EU-orgaan dat bevoegd is om deze strafbare feiten te onderzoeken, te vervolgen en aan de bevoegde nationale rechtbanken voor te leggen.
Gemeenschappelijke aanpak
In alle lidstaten (met uitzondering van Denemarken en het Verenigd Koninkrijk*):
Sancties
De richtlijn voorziet in minimale “doeltreffende, evenredige en afschrikkende” strafrechtelijke sancties.
Deze bestaan onder meer uit een sanctie van minimaal vier jaar gevangenisstraf:
Indien met het strafbaar feit een schade van minder dan 10 000 EUR is gemoeid, kunnen lidstaten in andere dan strafrechtelijke sancties voorzien.
Met betrekking tot rechtspersonen bevat de richtlijn naast geldboetes verschillende andere soorten sancties (al dan niet strafrechtelijk).
Het plegen van bovengenoemde feiten in het verband van een criminele organisatie als omschreven in Kaderbesluit 2008/841/JBZ (zie samenvatting) levert een verzwarende omstandigheid op (het feit wordt als ernstiger beschouwd).
Deze sancties vormen geen belemmering voor:
De richtlijn heeft ook betrekking op:
Samenwerking tussen lidstaten en instellingen, organen en instanties van de EU
De richtlijn moest op 6 juli 2019 in nationale wetgeving zijn omgezet.
Artikel 325 van het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie verplicht de EU en de lidstaten ertoe fraude en andere onwettige activiteiten waardoor de financiële belangen van de EU worden geschaad, te bestrijden met afschrikkende maatregelen.
Meer dan 90 % van de EU-begroting wordt op nationaal niveau beheerd. Schade aan de EU-begroting als gevolg van misdaad en andere onwettige activiteiten bedraagt honderden miljoenen euro’s per jaar en vormt een ernstig probleem. In 2011 heeft de Europese Commissie een mededeling goedgekeurd met voorstellen om de financiële belangen van de EU beter te beschermen (zie IP/11/644).
Zie voor meer informatie:
Richtlijn (EU) 2017/1371 van het Europees Parlement en de Raad van 5 juli 2017 betreffende de strafrechtelijke bestrijding van fraude die de financiële belangen van de Unie schaadt (PB L 198 van 28.7.2017, blz. 29-41)
Verslag van de Commissie aan het Europees Parlement en de Raad over de uitvoering van Richtlijn (EU) 2017/1371 van het Europees Parlement en de Raad van 5 juli 2017 betreffende de strafrechtelijke bestrijding van fraude die de financiële belangen van de Unie schaadt (COM(2021) 536 final)
Geconsolideerde versie van het Verdrag betreffende de Europese Unie en het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie (PB C 202 van 7.6.2016, blz. 1-388)
Verordening (EU) 2017/1939 van de Raad van 12 oktober 2017 betreffende nauwere samenwerking bij de instelling van het Europees Openbaar Ministerie (“EOM”) (PB L 283 van 31.10.2017, blz. 1-71)
Achtereenvolgende wijzigingen aan Richtlijn (EU) 2017/1939 van de Raad werden in de basistekst opgenomen. Deze geconsolideerde versie is enkel van documentaire waarde.
Richtlijn (EU) 2015/849 van het Europees Parlement en de Raad van 20 mei 2015 inzake de voorkoming van het gebruik van het financiële stelsel voor het witwassen van geld of terrorismefinanciering, tot wijziging van Verordening (EU) nr. 648/2012 van het Europees Parlement en de Raad en tot intrekking van Richtlijn 2005/60/EG van het Europees Parlement en de Raad en Richtlijn 2006/70/EG van de Commissie (PB L 141 van 5.6.2015, blz. 73-117)
Zie de geconsolideerde versie.
Richtlijn 2014/42/EU van het Europees Parlement en de Raad van 3 april 2014 betreffende de bevriezing en confiscatie van hulpmiddelen en opbrengsten van misdrijven in de Europese Unie (PB L 127 van 29.4.2014, blz. 39-50)
Zie de geconsolideerde versie.
Mededeling van de Commissie aan het Europees Parlement, de Raad, het Europees Economisch en Sociaal Comité en het Comité van de regio’s — Bescherming van de financiële belangen van de Europese Unie, via het strafrecht en door administratieve onderzoeken: Een geïntegreerd beleid om het geld van de belastingbetaler veilig te stellen (COM(2011) 293 final van 26.5.2011)
Kaderbesluit 2008/841/JBZ van de Raad van 24 oktober 2008 ter bestrijding van georganiseerde criminaliteit (PB L 300 van 11.11.2008, blz. 42-45)
Richtlijn 2006/112/EG van de Raad van 28 november 2006 betreffende het gemeenschappelijke stelsel van belasting over de toegevoegde waarde (PB L 347 van 11.12.2006, blz. 1-118)
Zie de geconsolideerde versie.
Verordening (EG, Euratom) nr. 2988/95 van de Raad van 18 december 1995 betreffende de bescherming van de financiële belangen van de Europese Gemeenschappen (PB L 312 van 23.12.1995, blz. 1-4)
Zie de geconsolideerde versie.
Overeenkomst opgesteld op grond van artikel K.3 van het Verdrag betreffende de Europese Unie, aangaande de bescherming van de financiële belangen van de Europese Gemeenschappen (PB C 316 van 27.11.1995, blz. 49-57)
Laatste bijwerking 14.02.2022