Choose the experimental features you want to try

This document is an excerpt from the EUR-Lex website

Document 52017DC0063

    MEDEDELING VAN DE COMMISSIE AAN HET EUROPEES PARLEMENT, DE RAAD, HET EUROPEES ECONOMISCH EN SOCIAAL COMITÉ EN HET COMITÉ VAN DE REGIO'S EU-evaluatie van de tenuitvoerlegging van het milieubeleid: Gemeenschappelijke uitdagingen en hoe inspanningen te bundelen om betere resultaten te realiseren

    COM/2017/063 final

    Brussel, 3.2.2017

    COM(2017) 63 final

    MEDEDELING VAN DE COMMISSIE AAN HET EUROPEES PARLEMENT, DE RAAD, HET EUROPEES ECONOMISCH EN SOCIAAL COMITÉ EN HET COMITÉ VAN DE REGIO'S

    EU-evaluatie van de tenuitvoerlegging van het milieubeleid: Gemeenschappelijke uitdagingen en hoe inspanningen te bundelen om betere resultaten te realiseren

    {SWD(2017) 33 - 60 final}


    1.Resultaten zijn noodzakelijk

    Meer dan 75 % van de Europese burgers vindt dat de milieuwetgeving van de EU noodzakelijk is om het milieu in hun land te beschermen en bijna 80 % is het ermee eens dat de EU-instellingen moeten kunnen controleren of de milieuwetgeving in hun land goed wordt toegepast 1 .

    Het milieubeleid en de milieuwetgeving van de EU leveren onmiskenbare voordelen op: zij zorgen voor de bescherming, het behoud en de verbetering van het milieu voor de huidige en toekomstige generaties, en voor het behoud van de kwaliteit van leven van de EU-burgers. Een gebrekkige tenuitvoerlegging leidt tot hoge maatschappelijke, economische en milieukosten en het zorgt voor ongelijke voorwaarden voor ondernemingen. Het belang van de correcte tenuitvoerlegging van het milieuacquis van de EU blijkt ook uit het zevende milieuactieprogramma 2 .

    Hier zijn een aantal voorbeelden van wat kan worden bereikt als EU-milieuvoorschriften volledig ten uitvoer zouden worden gelegd:

    -    indien het afvalstoffenbeleid van de EU tegen 2020 volledig zou worden nageleefd, zouden 400 000 extra banen kunnen worden geschapen en zou de jaarlijkse omzet van de bedrijfstakken van het afvalbeheer en de recycling met 42 miljard EUR kunnen worden verhoogd 3 ;

    -    indien de bestaande waterwetgeving van de EU volledig ten uitvoer zou worden gelegd en alle waterlichamen de status "goed" zouden bereiken, zouden de gecombineerde jaarlijkse voordelen daarvan ten minste 2,8 miljard EUR bedragen 4 ;

    -    het Natura 2000-netwerk levert een geschatte winst op van 200300  miljard EUR per jaar in de EU en de volledige tenuitvoerlegging van Natura 2000 zou 174 000 extra banen scheppen 5 .

    In mei 2016 heeft de Commissie de evaluatie van de tenuitvoerlegging van het milieubeleid (EIR) gelanceerd, een tweejarige cyclus van analyse en dialoog ter verbetering van de tenuitvoerlegging van het bestaande Europese milieubeleid en de bestaande Europese milieuwetgeving 6 . De EIR vormt een aanvulling op de lopende uitvoeringsinspanningen, zoals het toezicht op de naleving en inbreukprocedures. De EIR biedt een samenhangend kader om gemeenschappelijke uitvoeringsproblemen aan te pakken en zal bijdragen tot de verwezenlijking van de doelstellingen voor duurzame ontwikkeling.

    Deze mededeling gaat vergezeld van een bijlage en 28 EIR-landenrapporten. Hierin worden op basis van het verschil tussen de juridische verplichtingen en de beleidsafspraken van de EU, en de realiteit in de praktijk, de belangrijkste uitdagingen en kansen met betrekking tot de tenuitvoerlegging van de milieuwetgeving voor elke lidstaat beschreven 7 . De feitelijke informatie in de rapporten werd met de lidstaten geverifieerd.

    In deze mededeling worden ook uitdagingen vastgesteld die verschillende lidstaten gemeenschappelijk hebben en de mededeling bevat voorlopige bevindingen betreffende de onderliggende oorzaken van hiaten in de tenuitvoerlegging. Het aanpakken van deze problemen zal helpen de belemmeringen voor de tenuitvoerlegging weg te nemen, gerichter te investeren, het aantal juridische procedures tegen de lidstaten te verminderen, groene banen te scheppen en vooral bij te dragen tot een betere levenskwaliteit.

    Het aanpakken van structurele uitdagingen vereist een totaalaanpak in alle sectoren, niet enkel bij de beleidsmakers, door middel van technische samenwerking maar ook politieke betrokkenheid. De EIR biedt een nieuwe kans om meer aandacht te besteden aan de resterende hiaten in de tenuitvoerlegging van de milieuwetgeving bij alle belangrijke nationale en lokale actoren alsook bij de Raad, het Europees Parlement, het Comité van de Regio's en het Europees Economisch en Sociaal Comité.

    2.De staat van de tenuitvoerlegging: gemeenschappelijke uitdagingen, gemeenschappelijke kansen en punten die zeer goed zijn verlopen

    Uit de landenrapporten 8 blijkt dat de voornaamste uitdagingen en de meest dringende hiaten in de tenuitvoerlegging in de lidstaten te vinden zijn op het gebied van het afvalbeheer, natuur en biodiversiteit, luchtkwaliteit, geluidshinder en waterkwaliteit en -beheer.

    Circulaire economie en afvalbeheer

    Afvalbeheer kan niet los worden gezien van de overgang naar een circulaire economie, hetgeen niet alleen een milieudoelstelling is, maar ook invloed heeft op de manier waarop wij produceren, werken, kopen en leven. De Commissie is bezig met de tenuitvoerlegging van het actieplan voor de circulaire economie van 2015 9 en heeft er bij het Europees Parlement en de Raad op aangedrongen de voorstellen tot herziening van de afvalwetgeving tijdig goed te keuren. Alle lidstaten hebben op dit gebied een begin gemaakt, maar een aantal lidstaten zijn koplopers en hebben nationale of regionale plannen voor een circulaire economie aangenomen (bv. Nederland, België) of hebben deze geïntegreerd in andere beleidsterreinen (bv. Duitsland, Frankrijk). Ongeveer twintig lidstaten hebben regelingen aangenomen om de goederen en diensten die zij kopen (via openbare aanbestedingen) duurzamer te maken. Dergelijke maatregelen zijn essentieel voor een echt "kringloopsysteem" en gaan verder dan afvalbeheer, omdat zij de gehele levenscyclus van een product bestrijken.

    Krachtens de EU-"afvalhiërarchie" wordt prioriteit gegeven aan preventie, gevolgd door (voorbereiding voor) hergebruik, recycling, nuttige toepassing en, als de minst gewenste optie, verwijdering (waaronder storten en verbranding zonder energieterugwinning). De meest relevante indicatoren ter beoordeling van de naleving van de EU-voorschriften inzake afval zijn de verplichte doelstellingen inzake storten en recycling, alsmede de aanwezigheid van geactualiseerde plannen voor afvalpreventie en -beheer.

    Deze eerste uitgave van de EIR-landenrapporten is gericht op het beheer van gemeentelijk afval waarvoor in de EU-wetgeving streefcijfers inzake recycling voor 2020 zijn vastgesteld. Het beheer van gemeentelijk afval is cruciaal voor onze gezondheid en ons welzijn, maar het heeft in veel lidstaten voor problemen gezorgd.

    Beleidsbevindingen:

    Afvalpreventie blijft een belangrijke uitdaging in alle lidstaten, ook in lidstaten met hoge recyclingpercentages. In acht lidstaten wordt ten minste tweemaal zoveel huishoudelijk afval per inwoner geproduceerd als in een lidstaat met de laagste afvalproductie. Het loskoppelen van afvalproductie en economische groei is een belangrijk doel binnen de bredere context van de agenda voor de circulaire economie.

    Volgens de meest recente gegevens van Eurostat hebben zes lidstaten reeds de recyclingdoelstelling van 50 % voor gemeentelijk afval behaald, terwijl negen landen hun inspanningen aanmerkelijk moeten opvoeren om deze doelstelling tegen 2020 te bereiken. De Commissie is van plan om de mate waarin de doelstellingen van 2020 worden nageleefd op te volgen in een waarschuwingsrapport in 2018. Zes lidstaten zijn er niet in geslaagd om het storten van biologisch afbreekbaar gemeentelijk afval te beperken (50 % tegen 2009).

    Het opstellen van nationale afvalbeheerplannen en afvalpreventieprogramma's is verplicht gesteld door de kaderrichtlijn afvalstoffen. Het is ook een voorwaarde voor financiering in het kader van het cohesiebeleid in 20142020. In de meeste lidstaten zijn afvalpreventieprogramma's opgezet, maar in twee lidstaten is dit niet gebeurd. In een lidstaat is geen nationaal plan voor afvalbeheer opgezet en in vijf lidstaten ontbreken tenminste een aantal regionale plannen.

    In ongeveer de helft van de lidstaten moet de doeltreffendheid van gescheiden afvalinzameling worden vergroot, hetgeen een voorwaarde is om zowel de hoeveelheid recycling te vergroten als de kwaliteit ervan te verbeteren. Een andere kwestie is de gebrekkige prijsstelling voor de verwerking van restafval (mechanische en biologische behandeling, storten en verbranding) waardoor geen afdoende stimulansen worden geleverd om afval naar een hoger niveau in de afvalhiërarchie te tillen. Dit gaat gepaard met het beperkte gebruik van andere marktconforme instrumenten, zoals uitgebreide producentenverantwoordelijkheid of gedifferentieerde afvaltarieven. Een beter gebruik van de regels inzake overheidsopdrachten kan leiden tot kosten-efficiëntere oplossingen.

    In vijf lidstaten zijn een gebrek aan coördinatie tussen de verschillende administratieve niveaus en een gefragmenteerde milieugovernance genoemd als oorzaak van ontoereikende tenuitvoerlegging. Er zijn echter andere bestuurskwesties (gebrek aan rechtshandhaving, gebrek aan capaciteit voor het beheer van grote investeringsprojecten, onbetrouwbare gegevens, of onvoldoende controle en toezicht) die lijken bij te dragen tot de hiaten in de tenuitvoerlegging van de afvalwetgeving.

    Goede praktijken:

    Slovenië vormt een goed voorbeeld van hoe het afvalbeheer in een relatief kort tijdsbestek kan worden verbeterd. Ljubljana is beoordeeld als de Europese hoofdstad met de beste dekking en doeltreffendheid op het gebied van gescheiden inzameling. Binnen een periode van tien jaar en met steun van EU-financiering daalde in de Sloveense hoofdstad de hoeveelheid afval die op stortplaatsen terechtkomt met 59 % en het gemeentelijk afval met 15 % 10 .

    De grote hervorming van de afvalsector in Ierland, met de sluiting van illegale stortplaatsen en de financiering van omvangrijke saneringen en herstelwerken, biedt een nuttig voorbeeld. De hervormingen die zijn uitgevoerd in nauwe samenwerking met de Commissie, hebben geleid tot een systeem dat een hoge mate van naleving van de EU-afvalwetgeving waarborgt.

    Natuur en biodiversiteit

    Biodiversiteit is de buitengewone variatie aan ecosystemen, habitats en soorten die ons omringt. Het schenkt ons voedsel, zuiver water en schone lucht, beschutting en medicijnen, verzacht natuurrampen, plagen en ziekten en draagt bij tot het reguleren van het klimaat. Biodiversiteit is derhalve ons natuurlijk kapitaal: ze levert ecosysteemdiensten die de grondslag vormen van onze economie. De EU-biodiversiteitsstrategie 11 beoogt het verlies van biodiversiteit en ecosysteemdiensten stop te zetten en deze tegen 2020 voor zover mogelijk te herstellen.

    De habitat- en vogelrichtlijn stelt dat de lidstaten locaties aanduiden als deel van het Natura 2000-netwerk teneinde de habitats en soorten van communautair belang te beschermen. Dit netwerk is een essentieel instrument om de doelstelling van een "gunstige staat van instandhouding" te behalen. Na een grondige geschiktheidscontrole 12 heeft de Commissie in december 2016 geconcludeerd dat de richtlijnen geschikt zijn voor het beoogde doel, maar dat de volledige verwezenlijking van de doelstellingen zal afhangen van een substantiële verbetering van de tenuitvoerlegging ervan. Deze conclusie stemt ook overeen met de beleidsbevindingen hieronder.

    Voor terrestrische ecosystemen zijn niet-duurzame landbouwpraktijken, de wijziging in de natuurlijke omstandigheden en vervuiling de meest gemelde belastende factoren en bedreigingen voor de biodiversiteit. Voor de mariene biodiversiteit zijn niet-duurzame visserijpraktijken en het oogsten van aquatische hulpbronnen, de wijziging in de natuurlijke omstandigheden, de klimaatverandering en de verzuring van de oceaan, de verontreiniging door chemicaliën, kunststoffen en geluidshinder de belastende factoren.

    Beleidsbevindingen:

    De beoordeling van de 28 EIR-landenrapporten komt overeen met de bevindingen van het "State of Nature "-verslag voor 2015 van het Europees Milieuagentschap 13 , dat wil zeggen dat de algemene status van beschermde soorten en habitats niet aanzienlijk is verbeterd in vergelijking met de afgelopen zes jaar. In de EU blijkt uit meer dan driekwart van de habitatbeoordelingen een ongunstige instandhoudingsstatus en een aanzienlijk deel van de habitats gaat nog steeds achteruit. Wat niet-vogelsoorten betreft, blijkt uit 60 % van de habitatbeoordelingen op EU-niveau een ongunstige status. De status van 15 % van alle in het wild voorkomende vogelsoorten is bijna bedreigd, dalend of verarmd en nog eens 17 % wordt bedreigd.

    Hoewel er op verschillende gebieden vooruitgang is geboekt en er lokale succesverhalen zijn, zijn er aanzienlijke hiaten in de tenuitvoerlegging, de financiering en de beleidsintegratie. Als de inspanningen in het huidige tempo voortgaan, blijft het verlies van biodiversiteit zich in de EU voortzetten met mogelijk ernstige gevolgen voor de capaciteit van de natuurlijke ecosystemen om in de toekomst te voorzien in de menselijke behoeften.

    Slechts zeven lidstaten 14 hebben de aanwijzing van "gebieden van communautair belang" in het kader van de habitatrichtlijn (bijna) afgerond. 17 lidstaten hebben de meeste gebieden op het land aangewezen, maar er zijn tekortkomingen in de mariene component van hun netwerk. Bij de overige vier lidstaten zijn er tekortkomingen zowel op het land als op zee.

    Systemische problemen die leiden tot een slechte tenuitvoerlegging van de natuurrichtlijnen, zijn het ontbreken van beheerplannen voor Natura 2000-gebieden of het beheer ervan. De landenrapporten tonen aan dat drie lidstaten moeilijkheden ondervinden bij de toepassing van adequate beoordelingsprocedures om na te gaan wat de effecten zijn van nieuwe plannen en projecten in Natura 2000-gebieden.

    Bovendien is een gebrek aan kennis over soorten, habitats en gebieden één van de belangrijkste hinderpalen voor een doeltreffende tenuitvoerlegging in de meeste de lidstaten, inclusief ten aanzien van mariene ecosystemen.

    Andere kwesties zijn een gebrek aan financiële middelen, een gebrek aan personele middelen en de geringe inzet en betrokkenheid van de plaatselijke gemeenschappen en belanghebbenden, zoals landeigenaars en -gebruikers.

    Goede praktijken

    Frankrijk heeft voor het beheer van zijn Natura 2000-netwerk een doeltreffende participatieve benadering ontwikkeld en heeft daarmee ook enkele honderden banen geschapen. Het Franse "Trame verte et bleue" 15 biedt een planningsinstrument dat door de regionale en lokale niveaus wordt gebruikt voor het opzetten van coherente ecologische netwerken.

    Dankzij de uitgebreide herstelmaatregelen die sinds 2003 in Natura 2000-gebieden zijn uitgevoerd in het kader van zes gecoördineerde LIFE-projecten voor meerdere duizenden hectaren veenmoerassen en draslanden in de Belgische Ardennen 16 , hebben de Belgische autoriteiten in 2013 een aanzienlijke positieve ontwikkeling kunnen melden in de staat van instandhouding van een dozijn verschillende habitattypes en in deze ecosystemen levende soorten die beschermd zijn door de EU-habitatrichtlijn 17 .

    Estland heeft een van de meest complete, geïntegreerde planningskaders opgezet voor de financiering van Natura 2000-gebieden uit verschillende EU-fondsen. Estland heeft een uitgebreid prioritair actiekader gepresenteerd 18 , met inbegrip van prioriteiten op het gebied van instandhouding, de nodige maatregelen om een verbetering te bewerkstelligen van de instandhoudingsstatus van beschermde habitats en soorten, en daarmee verband houdende financieringsbehoeften, samen met een grondige analyse van de financieringsmogelijkheden.

    Nederland vervult een leidersrol op het gebied van de boekhouding van natuurlijk kapitaal. Het heeft een groot programma inzake natuurlijk kapitaal 19 waaruit blijkt hoe de concepten van het natuurlijke kapitaal en ecosysteemdiensten kunnen worden geïntegreerd in de besluitvorming op andere terreinen, zoals landbouw, overstromingsbescherming en internationale handel. Nederland heeft ook ecosystemenrekeningen op lokaal niveau getest. Ngo's, ondernemingen en overheidsorganisaties zijn overeengekomen om samen te werken aan de beoordeling van natuurlijk en sociaal kapitaal.

    Luchtkwaliteit en geluidshinder

    De EU heeft een wetgevingscorpus 20 betreffende de luchtkwaliteit aangenomen en regelmatig bijgewerkt met het oog op de bescherming van zowel het milieu als de menselijke gezondheid door middel van bindende normen en doelstellingen voor een aantal luchtverontreinigende stoffen 21 . Als gevolg daarvan wordt geactualiseerde informatie over de luchtkwaliteit ter beschikking gesteld van het publiek en wordt overmatige luchtvervuiling aangepakt door luchtkwaliteitsplannen op te stellen waarin concrete maatregelen zijn opgenomen. Bovendien voorziet de richtlijn nationale emissieplafonds in emissiereducties op nationaal niveau, zodat burgers niet te lijden hebben onder slechte luchtkwaliteit als gevolg van de uitstoot van naburige lidstaten.

    Gezien de schadelijke effecten van luchtverontreiniging op de volksgezondheid (uit ramingen van de gezondheidseffecten als gevolg van blootstelling aan luchtverontreiniging blijkt dat in de EU28 concentraties van NO2, O3 en PM2,5 in 2013 verantwoordelijk waren voor respectievelijk 68 000, 16 000 en 436 000 voortijdige sterfgevallen) 22 , blijft de Commissie bezorgd over het algemene tempo waarin in de lidstaten de bij EU-wetgeving bepaalde grenswaarden worden bereikt.

    Beleidsbevindingen:

    De luchtkwaliteit in de EU is ten aanzien van verschillende verontreinigende stoffen de afgelopen decennia verbeterd, maar er moet meer worden gedaan ten aanzien van PM10 en NO2. In vijf lidstaten wordt de grenswaarde niet overschreden en de luchtkwaliteit is er over het algemeen goed, op enkele uitzonderingen na. Maar tegen 16 lidstaten worden gerechtelijke stappen ondernomen wegens overschrijding van de grenswaarde voor PM10 en tegen 12 lidstaten wegens overschrijding van de grenswaarde voor NO2 alsmede voor het gebrek aan doeltreffende maatregelen op nationaal niveau.

    De verontreiniging door PM10 kan afkomstig zijn van verschillende bronnen (bv. huisverwarming, industriële emissie, landbouw, verkeer). Om de PM-emissies van huishoudelijke verwarming te beperken, moeten in 18 lidstaten maatregelen worden genomen om de verbranding van vaste brandstoffen aan te pakken. Deze praktijk is al verboden in sommige steden die te kampen hebben met hoge niveaus van luchtverontreiniging. Industriële bronnen moet worden aangepakt door middel van vergunningen die verder gaan dan de toepassing van de beste beschikbare technieken. Bovendien blijft de verbranding van agrarisch afval in sommige gebieden leiden tot deeltjesverontreiniging en dit moet worden aangepakt.

    Maatregelen ter verwezenlijking van de NO2-norm moeten met name gericht zijn op dieselvoertuigen, bv. door de invoering van geleidelijk strengere lage-emissiezones in binnensteden of door de uitfasering van de preferentiële fiscale behandeling. Vervoersvraagstukken in het algemeen moeten worden aangepakt door de tenuitvoerlegging van strategische plannen voor stedelijke mobiliteit.

    Na luchtvervuiling door ultrafijne deeltjes is geluidshinder de grootste milieugerelateerde oorzaak van ziekte 23 . In het EU-acquis worden diverse vereisten vastgesteld, waaronder het in kaart brengen van de blootstelling aan geluidshinder en het opstellen van actieplannen om oorzaken van geluidshinder aan te pakken. Voor de lopende vijfjarige verslagcyclus ontbreekt meer dan 30 % van de vereiste geluidsbelastingkaarten en ongeveer 60 % van de actieplannen.

    Goede praktijken:

    In veel Europese steden zijn lage-emissiezones ingevoerd die het verkeer van bepaalde categorieën voertuigen beperken afhankelijk van hun respectieve emissie. In veel gevallen is dit een succes gebleken 24 : uit het "Luchtkwaliteitsplan voor Berlijn 20112017" bleek bijvoorbeeld dat door de toepassing van een lage-emissiezone in 2008 de emissies door vervoer aanzienlijk waren verminderd en als gevolg daarvan zijn in 2010 tien overschrijdingsdagen van de PM10-daggrenswaarde vermeden. Uit de ramingen bleek ook dat NO2-verontreiniging dat jaar met ongeveer 5 % was verminderd en verontreiniging door verkeersgerelateerde roetdeeltjes langs wegen met meer dan de helft 25 .

    Waterkwaliteit en -beheer

    De belangrijkste doelstelling van het waterbeleid en de waterwetgeving van de EU 26 is te zorgen voor voldoende water van goede kwaliteit voor het publiek, economische activiteiten en de natuur door het aanpakken van verontreinigingsbronnen (bv. afkomstig van landbouw, stedelijke gebieden en industriële activiteiten), fysische en hydrologische veranderingen van waterlichamen en het beheer van risico's van overstromingen.

    Het acquis vereist dat lidstaten stroomgebiedbeheerplannen (SGBP's) vaststellen als een essentieel instrument om op een coherente wijze de bescherming, verbetering en het duurzame gebruik van de wateromgeving in de EU te realiseren. Meer specifieke verplichtingen zijn onder meer: de inzameling en behandeling van afvalwater alvorens het wordt geloosd; de vaststelling van plannen om de waterkwaliteit te beschermen door te voorkomen dat nitraten afkomstig uit agrarische bronnen de grond- en oppervlaktewateren verontreinigen; de vaststelling van overstromingsrisicobeheerplannen; de vaststelling van mariene strategieën om tegen 2020 een goede milieutoestand van de mariene wateren in Europa tot stand te brengen.

    De meest voorkomende belastende factoren voor de waterkwaliteit zijn verontreiniging uit agrarische en industriële activiteiten, gevolgd door slechte regulering van de waterstroom en morfologische veranderingen, zwak rivierbeheer en het illegaal of overmatig onttrekken van water.

    Beleidsbevindingen:

    In een derde van de lidstaten bevindt meer dan 50 % van alle natuurlijke oppervlaktewaterlichamen zich een goede of zeer goede ecologische toestand. In vijf lidstaten bevindt minder dan 20 % van de waterlichamen zich in een goede ecologische toestand. Grondwaterlichamen in 13 lidstaten bevinden zich in een goede kwantitatieve toestand. In tien lidstaten bevindt 7090 % van alle grondwaterlichamen zich in een goede kwantitatieve toestand en in vijf landen ligt het cijfer tussen 2070 %.

    Alle SGBP's van de eerste generatie hebben enkele of aanzienlijke gebreken, voornamelijk met betrekking tot toezicht en methoden voor de beoordeling en indeling van de toestand van waterlichamen. Door alle lidstaten wordt gebruik gemaakt van vrijstellingen die verlenging van termijnen toestaan. Vele lidstaten geven hun goedkeuring, niet altijd met een degelijke onderbouwing, aan nieuwe projecten die nadelig zijn voor het bereiken van een goede toestand van deze waterlichamen. De Commissie heeft aanbevelingen gedaan aan de lidstaten om in de tweede SGBP's deze tekortkomingen te verhelpen en deze hiaten op te vullen. Deze zijn in actieplannen opgenomen om aan de voorwaarden te voldoen om voor investeringen in waterinfrastructuur van de Europese structuur- en investeringsfondsen (ESIF) in aanmerking te komen.

    In vijf lidstaten is nog geen enkel SGBP van de tweede generatie vastgesteld, wat vóór eind 2015 had moeten gebeuren, en in drie lidstaten is de vaststelling nog niet afgerond 27 .

    Onderliggende oorzaken zijn onder meer ondoeltreffende controlemaatregelen, een gebrek aan coördinatie tussen waterbeherende instanties op verschillende regionale of lokale niveaus, een gebrek aan samenwerking tussen organen voor water- en natuurgovernance, maar ook met instanties die bevoegd zijn voor andere sectoren, en de gebrekkige toegang tot gegevens. Een andere gemeenschappelijke uitdaging in de watersector betreft een tekortschietend waterprijsstellingsbeleid.

    Hoewel de tenuitvoerlegging van de nitratenrichtlijn tot een aantal verbeteringen heeft geleid, blijven de nitraatconcentraties en de eutrofiëring een ernstig probleem in bijna alle lidstaten. De eutrofiëring van de Oostzee, die hoofdzakelijk te wijten is aan intensieve landbouwpraktijken, is bijzonder problematisch.

    Wat de kwaliteit van het drinkwater betreft, hebben vrijwel alle lidstaten zeer hoge nalevingspercentages. Slechts in drie lidstaten zijn er lokale kwaliteitsproblemen en in bepaalde gebieden ontbreekt de toereikende infrastructuur.

    Op het gebied van zwemwater voldoet 96 % van alle locaties aan de minimale kwaliteitseisen die zijn opgenomen in de EU-zwemwaterrichtlijn (dat wil zeggen dat de "kwaliteit toereikend" is). Veel lidstaten behalen strengere kwaliteitsnormen: in acht lidstaten was meer dan 90 % van alle zwemwateren in 2015 van uitstekende kwaliteit. In elf lidstaten ligt het percentage van badplaatsen met uitstekende kwaliteit hoger dan het EU-gemiddelde van 84,4 %.

    Zes landen hebben uitstekende nalevingspercentages op het gebied van inzameling en behandeling van stedelijk afvalwater, maar de meeste lidstaten ondervinden moeilijkheden bij de volledige tenuitvoerlegging en tot nu toe zijn tegen 13 lidstaten door de EU gerechtelijke stappen ondernomen. Voor het opvullen van de hiaten in de tenuitvoerlegging via de uitbouw van de noodzakelijke infrastructuur zijn goede bestuursstructuren, goede planning en coördinatie nodig om financiering vast te leggen (er zijn aanzienlijke EU-fondsen ter beschikking gesteld).

    Eind november 2016 hebben slechts 18 lidstaten verslag uitgebracht over hun overstromingsrisicobeheerplannen voor 2015, terwijl dit uiterlijk in 2015 moest gebeuren.

    Alle lidstaten met mariene wateren hebben nog hiaten in de tenuitvoerlegging van de kaderrichtlijn mariene strategie, te beginnen met de definitie van een goede milieutoestand. De bewakingsprogramma's van de meeste lidstaten zullen vóór 2018 of zelfs 2020 niet volledig operationeel zijn, waardoor onvoldoende informatie beschikbaar zal zijn voor de volgende beoordeling van hun mariene wateren in 2018. Tegen maart 2016 moesten de lidstaten maatregelenprogramma's vaststellen met de kernacties die ervoor zorgen dat hun mariene wateren een goede milieutoestand bereiken. Maar tien lidstaten hebben dit nog niet gedaan.

    Goede praktijken:

    Goede praktijken zijn onder meer te vinden in Cyprus met betrekking tot controles met behulp van satellietfoto's en controles ter plaatse in het kader van het handhavingsprogramma betreffende het onttrekken van water voor agrarische doeleinden 28 . Dit wordt beschouwd als een model voor mogelijke toekomstige handhavingswerkzaamheden.

    Finland is bezig met de tenuitvoerlegging van een grootschalig geïntegreerd LIFE-demonstratieproject (FRESHABIT) 29 , waarbij verschillende sectoren betrokken zijn om nieuwe methoden en indicatoren te ontwikkelen voor de beoordeling van de instandhoudingsstatus van zoetwaterhabitats en de verbetering van de ecologische toestand, het beheer en het duurzame gebruik van Natura 2000-gebieden met zoet water. Het project zal de capaciteitsopbouw bevorderen, onder meer door het opzetten van samenwerkingsstructuren, en ook nieuwe modelkaders ontwikkelen om het behalen van langdurige resultaten te vergemakkelijken.

    Beleidsondersteunende instrumenten

    Marktconforme instrumenten en investeringen

    Fiscale maatregelen, zoals milieubelasting en de uitfasering van milieuonvriendelijke subsidies, vormen een doeltreffend en efficiënt middel om milieudoelstellingen te bereiken. Hoewel het aan iedere lidstaat is om een belastingstelsel op te stellen, heeft de Commissie de mogelijkheden onderzocht van een milieubelasting per land in de context van het Europees semester.

    Een goed gebruik van de EU-fondsen is ook belangrijk om de milieudoelstellingen te bereiken en de integratie van milieueisen in andere beleidsterreinen te bevorderen. Uit de analyse in de landenrapporten zal verder blijken hoe de juiste omstandigheden kunnen worden gecreëerd ten behoeve van een passende financiering en hoe externe milieueffecten kunnen worden aangepakt door middel van groene overheidsopdrachten en andere EU-marktconforme instrumenten en investeringsmogelijkheden.

    Beleidsbevindingen:

    Uit de landenrapporten blijkt dat de inkomsten uit milieubelasting ten opzichte van de totale inkomsten varieert tussen 10,61 % en 4,57 %, met een Europees gemiddelde van 6,35 %. Lidstaten moeten alle mogelijkheden van milieubelasting onderzoeken (met inbegrip van belasting op het storten van afval, wateronttrekking en brandstofverbruik) teneinde ecologische, economische en sociale voordelen (banen) te verkrijgen.

    Specifieke milieuonvriendelijke subsidies, zoals preferentiële fiscale behandeling voor bepaalde brandstoffen en fiscale voordelen voor particulier gebruik van bedrijfswagens, die de vooruitgang bij de aanpak van verkeerscongestie en luchtverontreiniging belemmeren, zijn in veel landen nog steeds van toepassing en moeten worden uitgefaseerd.

    Binnen de ESI-fondsen worden in de periode 201420 in twaalf lidstaten de meeste middelen toegewezen aan het beleidsgebied "milieubescherming en hulpbronnenefficiëntie", maar de beschikbare EU-financieringsmogelijkheden voor milieudoelstellingen moeten door de lidstaten onverwijld worden benut.

    Goede praktijken:

    Sinds de jaren negentig hebben verschillende lidstaten milieubelastingcommissies opgericht waarin het debat over de mogelijkheden voor fiscale verschuiving op gang wordt gebracht. Dit is een eerste belangrijke stap waarmee de mogelijkheden voor dergelijke hervormingen binnen de nationale context worden onderzocht. Een recent voorbeeld is Portugal, waar enkele aanbevelingen van de Commissie inzake groene belastinghervorming door het Parlement zijn aangenomen.

    Spanje, Italië, Griekenland en Polen hebben netwerken opgezet van beheerautoriteiten voor cohesiebeleid teneinde milieuaspecten beter te integreren in het gebruik van de EU-financiering.

    Doeltreffend bestuur en de capaciteit voor de tenuitvoerlegging van regels

    Voor een doeltreffend bestuur van EU-milieuwetgeving en -beleid zijn een passend institutioneel kader, beleidssamenhang en -coördinatie, de toepassing van juridische en andere instrumenten, samenwerking met niet-gouvernementele actoren, voldoende kennis en vaardigheden, en tenslotte, maar daarom niet minder belangrijk, strategische plannen vereist.

    Beleidssamenhang omvat de ratificatie van internationale milieuovereenkomsten die door de Unie zijn gesloten teneinde grensoverschrijdende en mondiale uitdagingen aan te pakken. Vertraagde ratificatie door verschillende lidstaten vormt een gevaar voor de tenuitvoerlegging van de milieuwetgeving, de onderhandelingspositie van de Unie bij verwante onderwerpen, en haar geloofwaardigheid bij het bepleiten van actie door derde landen.

    Het waarborgen van de naleving van beleid dat is afgeleid van de EU-milieuregelgeving door marktdeelnemers, nutsbedrijven en particulieren is afhankelijk van de doeltreffendheid van tal van overheidsinstanties, met inbegrip van milieu-inspectiediensten, politie, douane, het openbaar ministerie en rekenkamers, waarvan er verschillende hun kennis en praktijken uitwisselen in pan-Europese netwerken van beroepsbeoefenaars 30 . Goede praktijken zijn opgeschoven naar een op risico's gebaseerde aanpak waarin de beste mix van toezicht, bevordering en handhaving is gericht op de grootste nalevingsproblemen. Verder cohesiebeleid biedt een groot aantal instrumenten voor capaciteitsopbouw, met inbegrip van het "PEER 2 PEER"-instrument voor uitwisseling van expertise tussen overheidsinstanties 31 .

    De milieuwetgeving van de EU verleent aan burgers tal van inhoudelijke en procedurele rechten die door de nationale rechtelijke instanties moeten worden nageleefd op grond van de toegang tot de rechter inzake milieuaangelegenheden. De goede werking van de nationale rechtsstelsels is cruciaal om de doelstellingen van de EU-wetgeving, ook op het gebied van milieu, te behalen 32 .

    Elektronische gegevensuitwisseling tussen overheidsinstanties krachtens de Inspire-richtlijn 33 kan de lidstaten helpen om op een efficiëntere wijze verslag uit te brengen over het milieu en kan complexe uitvoeringstaken, zoals overstromingspreventie, die afhankelijk is van een goed gebruik van topografische, hydrologische, meteorologische en andere informatie, vergemakkelijken.

    Beleidsbevindingen:

    In veel lidstaten zijn strategieën aanwezig voor duurzame ontwikkeling, ook op regionaal niveau, maar in sommige gevallen niet deze zijn geactualiseerd. Uitgebreide nationale of regionale milieubeleidsplannen zijn minder algemeen.

    In de meeste lidstaten zijn coördinatiemechanismen vastgesteld voor een meer doeltreffende samenwerking tussen de verschillende bestuursniveaus. In een aantal lidstaten is een ondoeltreffende handhaving en versnippering van de verantwoordelijkheid voor het milieu op regionaal niveau vastgesteld, en een onjuiste omzetting van EUwetgeving op regionaal niveau blijft een punt van zorg in verschillende lidstaten. In veel lidstaten worden regelgevingseffectbeoordelingen uitgevoerd, terwijl in andere lidstaten de milieueffectbeoordelingsprocedures waarbij het meer dan één EU-richtlijn betreft, zijn gestroomlijnd 34 .

    De deelname aan de bestaande netwerken van beroepsbeoefenaars blijft ongelijk. Informatie over hoe de lidstaten de naleving van milieuwetgeving verzekeren, is onvolledig, met name voor diffuse waterverontreiniging, stedelijke luchtverontreiniging, bedreigde habitats en soorten, en het gebrek aan of niet-conforme afvalwaterbehandelingsinstallaties en opvangsystemen. Er zijn zowel op nationaal als op EU-niveau meer gegevens nodig om ervoor te zorgen dat de regels worden nageleefd.

    Wat de toegang tot de rechter in milieuaangelegenheden betreft, zijn er in sommige lidstaten zijn nog steeds belemmeringen die zowel betrekking hebben op de buitensporige kosten van rechtsgedingen als op restrictieve bepalingen over wie een rechtsgeding kan aanspannen.

    In de meeste lidstaten is er op het gebied van data-uitwisseling minder vooruitgang geboekt als door de Inspire-richtlijn werd beoogd en de lidstaten moeten hun inspanningen opvoeren als zij het potentieel van de richtlijn volledig willen benutten.

    Goede praktijken:

    Het "Environmental Protection Agency" in Ierland heeft een vergunningen-, toezicht- en beoordelingssysteem (LEMA) ontwikkeld waarmee ambtenaren de gegevens die zij van de houders van industriële vergunningen en via inspecties hebben verkregen elektronisch kunnen beheren, analyseren, delen en gebruiken, bijvoorbeeld voor het plannen van toekomstige werkzaamheden 35 . Het agentschap coördineert ook een netwerk voor nationale naleving en handhaving 36 dat is opgezet om er in meer dan dertig gemeenten voor te zorgen dat het waarborgen van de naleving in grote mate op elkaar is afgestemd.

    Een op risico's gebaseerde methodiek voor het plannen van inspecties en andere activiteiten voor het waarborgen van de naleving die door de deelstaat Noordrijn-Westfalen (Duitsland) is ontwikkeld, is dankzij Impel, het netwerk van de Europese Unie voor de tenuitvoerlegging en handhaving van het milieurecht, in verschillende lidstaten overgenomen.

    Het Vlaamse Gewest in België 37 en het Spaanse bureau voor milieucriminaliteit 38 brengen jaarlijks verslagen en analysen uit van milieu-inspecties en vervolgingen, teneinde het publiek hierover in te lichten en om statistieken op te stellen aan de hand waarvan het waarborgen van de naleving wordt beoordeeld.

    De milieuwebsite van Schotland 39 en de Nederlandse nationale PDOK (Publieke Dienstverlening Op de Kaart) 40 voor infrastructuur voor ruimtelijke gegevens illustreren heel goed hoe ruimtelijke gegevens overeenkomstig de Inspire-richtlijn gratis ter beschikking kunnen worden gesteld van het publiek.

    3.Gemeenschappelijke onderliggende oorzaken: Eerste bevindingen

    Voor het opvullen van de hiaten in de tenuitvoerlegging van de milieuwetgeving is er meer nodig dan onderzoek naar de naleving van Europees beleid en wetgeving. De EIR biedt de nationale autoriteiten en de Commissie een nieuwe kans om de onderliggende oorzaken van een slechte tenuitvoerlegging nader te onderzoeken. Uit de landenrapporten blijkt dat in verschillende lidstaten dezelfde onderliggende oorzaken te vinden zijn 41 .

    Deze eerste verslagronde van de EIR bevat slechts een voorlopige beoordeling van deze onderliggende oorzaken. Om landenspecifieke oplossingen te kunnen voorstellen, is uitvoeriger bewijsmateriaal nodig. Ter verbetering van de kennis in de volgende EIR-verslagen heeft de Commissie feedback van de lidstaten nodig, met name via de nationale dialogen die volgen op de publicatie van de landenrapporten.

    Beleidsbevindingen inzake de belangrijkste vastgestelde gemeenschappelijke onderliggende oorzaken:

    Ondoeltreffende coördinatie tussen lokale, regionale en nationale autoriteiten: Dit kan een belemmering vormen voor de tenuitvoerlegging in de lidstaten. De verantwoordelijkheden voor de controle van de waterkwaliteit liggen vaak bij verschillende instanties, zonder dat er voldoende coördinatie is.

    Gebrek aan administratieve capaciteit en ontoereikende financiering: In sommige landen vormt een gebrek aan financiële en personele middelen een belemmering voor de tenuitvoerlegging, omdat dit verhindert dat de autoriteiten investeringsprojecten voorbereiden en uitvoeren. Ook wanneer financiering beschikbaar is, hebben lokale overheden soms te kampen met een gebrek aan personele middelen en/of knowhow om openbare aanbestedingen te organiseren en de kwaliteit van de dienstverlening te controleren. Op het gebied van natuurbescherming heeft het gebrek aan capaciteit er bijvoorbeeld toe geleid dat de tenuitvoerlegging en de controle van de nodig beheer- en instandhoudingsmaatregelen onmogelijk waren.

    Gebrek aan kennis en gegevens: Een gebrek aan (toegang tot) gegevens en onbetrouwbare gegevens leiden in veel lidstaten tot uitvoeringsproblemen. Een gebrek aan kennis en gegevens over soorten en habitats belemmert bijvoorbeeld de doeltreffende bescherming ervan.

    Ontoereikende mechanismen voor het waarborgen van de naleving: Uit de analyse blijkt dat er vaak bezorgdheid is over nalevingstoezicht en handhaving, onder meer via doeltreffende en evenredige sancties.

    Gebrek aan integratie en beleidssamenhang: Uit de analyse blijkt dat een gebrek aan integratie van milieuaspecten in andere beleidsterreinen een onderliggende oorzaak vormt voor een gebrekkige tenuitvoerlegging, zoals hierboven is geïllustreerd aan de hand van het verband tussen lucht en mobiliteit.

    4.De weg die voor ons ligt

    De landenrapporten, deze mededeling en de richtsnoeren in de bijlage, moeten voor de lidstaten de basis vormen om in samenwerking met lokale en regionale overheden en belanghebbenden, evenals met andere lidstaten gemeenschappelijke uitvoeringsproblemen aan te pakken.

    De lidstaten zijn verantwoordelijk voor het opvullen van de hiaten in de tenuitvoerlegging en de Commissie zal de hiervoor geleverde inspanningen ondersteunen en begeleiden. In de tabel in de bijlage staan alle acties vermeld die de Commissie in de landenrapporten aan de lidstaten heeft voorgesteld ter verbetering van de tenuitvoerlegging van het Europese milieubeleid en de Europese milieuwetgeving. In de landenrapporten zijn deze suggesties in hun bredere context geplaatst en waar nodig toegelicht.

    De Commissie zal doorgaan met de lopende inspanningen ter verbetering van de tenuitvoerlegging door middel van gerichte uitvoeringsmaatregelen op EU-niveau en ter medefinanciering van milieu-investeringen met gebruikmaking van de EU-fondsen. In 2017 zal de Commissie richtsnoeren geven voor het bevorderen, bewaken en waarborgen van de naleving van de milieuwetgeving. Om het nemen van gerechtelijke stappen voor burgers en milieu-ngo's eenvoudiger te maken, zal een interpretatieve mededeling inzake toegang tot de rechter in nationale rechtbanken voor milieuaangelegenheden bijdragen tot een grotere doeltreffendheid van de beroepsmogelijkheden in geval van niet-uitvoering.

    De Commissie zal ook samen met de lidstaten en het Europees Milieuagentschap onderzoeken hoe de kennis over het beleid kan worden vergroot en beter kan worden gericht op de specifieke eisen van het milieuacquis van de EU. Met het oog daarop zal de geschiktheidscontrole van de milieubewaking en -rapportage bijdragen tot de ontwikkeling van een doeltreffender en efficiënter monitoring- en rapportagesysteem. Bovendien zal de Commissie maatregelen nemen om ervoor te zorgen dat onderzoeks- en innovatiebeleid de ontwikkeling van nieuwe instrumenten en ondernemingsmodellen, met inbegrip van indicatoren en manieren om de doeltreffendheid te controleren, ondersteunt.

    Uit de landenrapporten is gebleken dat inefficiëntie van overheidsdiensten een belangrijke onderliggende oorzaak is van een gebrekkige tenuitvoerlegging, hetgeen bijzondere aandacht verdient. Dit is in het kader van het Europees semester onderzocht en het is een investeringsprioriteit van de ESI-fondsen. Bovendien heeft de Commissie in 2015 een instrumentarium voor beroepsbeoefenaars gepubliceerd 42 . De Commissie is voornemens om samen met de lidstaten de kennis te vergroten over de kwaliteit en het bestuur van overheidsdiensten wanneer dit een onderliggende oorzaak is van de zwakke tenuitvoerlegging van de milieuwetgeving.

    Naast deze initiatieven en onverminderd haar handhavingsbevoegdheden krachtens de EU-Verdragen, stelt de Commissie voor om de inspanningen van de lidstaten te verlichten via een nieuw specifiek kader:

    Beleidsvoorstellen:

    1.Het opzetten van een gestructureerde uitvoeringsdialoog met elke lidstaat: Het doel is om na te denken over het aanpakken van de structurele problemen en de behoeften van de respectieve lidstaten. De dialogen moeten gericht zijn op het realiseren van concrete actieplannen. Transparantie en brede participatie van de belanghebbenden uit verschillende sectoren en verschillende bestuurlijke niveaus zijn essentieel.

    2.Rechtstreeks op maat gesneden ondersteuning bieden voor deskundigen van de lidstaten door hun vakgenoten in andere lidstaten: Uitwisseling onder gelijken is een belangrijk instrument om het wederzijds leren te bevorderen en de kennis te vergroten en om te zorgen dat beproefde oplossingen worden doorgegeven aan anderen. De Commissie voert hiertoe in het kader van de EIR een instrument in voor de lidstaten.

    3.Het bespreken in de Raad van gemeenschappelijke structurele kwesties met het oog op een verbeterde tenuitvoerlegging van de EU-milieuregelgeving: De belangrijkste bevindingen en richtsnoeren van de EIR moeten het onderwerp zijn van strategisch overleg, zowel op nationaal als op EU-niveau, met het oog op een verbeterde tenuitvoerlegging van EU-milieuregels en een snellere realisatie van de doelstellingen ervan. De lidstaten moeten in de Raad standpunten kunnen uitwisselen over gemeenschappelijke uitdagingen, met name wanneer deze grensoverschrijdende effecten hebben. Hiermee verband houdende vraagstukken moeten met het oog op het vaststellen van de beste oplossingen die tegemoet komen aan de rechtmatige belangen van alle betrokken sectoren, overeenkomstig de verschuiving van sectorale benaderingen ten aanzien van totaaloplossingen en naar aanleiding van de doelstellingen voor duurzame ontwikkeling, als één geheel worden behandeld 43 . Uitvoeringsproblemen die voortvloeien uit een gebrek aan duidelijkheid, samenhang en consistentie in Europees beleid en wetgeving kunnen in deze context eveneens worden aangepakt. Belanghebbenden, zoals ngo's, ondernemingen en instellingen voor onderzoek alsmede het Europees Parlement, moeten, waar passend, hierbij betrokken worden.

    Na de dialogen met de landen in 2017 zal de Commissie de eerste EIR-cyclus beoordelen, rekening houdend met de opmerkingen van de lidstaten en andere actoren. Vervolgens zal zij in de volgende cycli rekening houden met de lessen die hieruit zijn getrokken.

    (1)  Europese Commissie (2014): Speciaal nummer van Eurobarometer 416, blz. 26.
    (2) PB L 354/171.
    (3)  Europese Commissie, 2011. Implementing EU legislation for Green Growth.
    (4)  Onderzoeksdienst van het Europees Parlement, 2015. Waterwetgeving: verslag over de kosten van het niet-bestaan van Europa.
    (5) The Economic benefits of the Natura 2000 Network Europese Commissie, 2013. .
    (6) COM(2016) 316 final  .
    (7)  Klimaatverandering, industriële emissies en chemische stoffen maken geen deel uit van deze eerste ronde van de EIR.
    (8) De EIR is voornamelijk gebaseerd op gegevens uit de laatste verslagen die door de nationale overheden zijn verstrekt. Deze laatste kunnen over meer recente gegevens beschikken. Waar mogelijk is dit in de verslagen weergegeven.
    (9) COM(2015) 614 final.
    (10) Studie uitgevoerd door BiPRO, "Assessment of separate collection schemes in the 28 capitals of the EU", November 2015.
    (11) COM(2011) 244 definitief  .
    (12) SWD(2016) 472 final.
    (13) http://www.eea.europa.eu/publications/state-of-nature-in-the-eu   
    (14) http://ec.europa.eu/environment/nature/info/pubs/docs/nat2000newsl/nat40_en.pdf   
    (15) http://www.trameverteetbleue.fr/  
    (16) http://biodiversite.wallonie.be/fr/meta-projet-life-de-restauration-des-tourbieres-de-haute-ardenne.html?IDC=5778  
    (17) http://biodiversite.wallonie.be/fr/resultats-du-rapportage-article-17-au-titre-de-la-directive-92-43-cee-pour-la-periode-2007-2012.html?IDD=4237&IDC=5803  
    (18) Prioritaire actiekaders van Natura 2000 zijn belangrijke planningsinstrumenten om Natura 2000-financiering beter in het gebruik van relevante Europese financiële instrumenten te integreren.
    (19) http://www.atlasnatuurlijkkapitaal.nl/home  
    (20) Luchtkwaliteitsnormen http://ec.europa.eu/environment/air/quality/standards.htm Europese Commissie, 2016. ,
    (21) Tot de belangrijkste primaire verontreinigende stoffen als gevolg van menselijke activiteiten behoren PM10, een mengsel van fijne (vaste en vloeibare) aërosoldeeltjes van verschillende grootten afkomstig van vele antropogene bronnen, zoals verbranding, chemische samenstellingen, en NOx, dat vrijkomt tijdens de verbranding van brandstof, bv. in industriële installaties en in het wegvervoer. NOx is een groep van gassen waartoe onder meer stikstofmonoxide (NO) en stikstofdioxide (NO2) behoren.
    (22) "Air quality in Europe 2016 report" EMA, 2016. .
    (23) Noise in Europe 2014 EMA, citaat WHO blz. 6.
    (24) Het volledige potentieel van de lage-emissiezones kan alleen worden verwezenlijkt als zij gericht zijn op de belangrijkste verontreinigingsbronnen, voorzien in verkeersbeperkende maatregelen voor alle voertuigen, behalve deze met een lage emissie, en worden geactualiseerd om in overeenstemming te zijn met de veranderende emissienormen.
    (25) Luftreinhalteplan 2011 bis 2017 für Berlin   / Air Quality Plan for Berlin 2011-2017
    (26) zwemwaterrichtlijn (2006/7/EG) richtlijn behandeling stedelijk afvalwater (91/271/EEG) drinkwaterrichtlijn (98/83/EG) kaderrichtlijn water (2000/60/EG) nitratenrichtlijn (91/676/EEG) hoogwaterrichtlijn (2007/60/EG) Dit omvat de , de , De , de , de en de .
    (27) In de EIR-landenrapporten wordt de vooruitgang die is geboekt in de nieuwe SGBP's, die momenteel nog worden beoordeeld, niet weerspiegeld.
    (28) "Comparative study of pressures and measures in the major River Basin Management Plans"  , 2012
    (29) http://ec.europa.eu/environment/life/project/Projects/index.cfm?fuseaction=search.dspPage&n_proj_id=5437  
    (30) Netwerk van de Europese Unie voor de tenuitvoerlegging en handhaving van het milieurecht (IMPEL); Europees netwerk van openbare aanklagers voor het milieu; het netwerk van politieagenten die zijn gespecialiseerde in de bestrijding van milieucriminaliteit, het Europese forum van milieurechters en het Europees netwerk van milieu- en beheerinstanties.
    (31) http://ec.europa.eu/regional_policy/p2p  
    (32) https://ec.europa.eu/info/sites/info/files/european-semester_thematic-factsheet_effective-justice-systems_en.pdf De doeltreffendheid van de nationale rechtsstelsels komt aan bod in het EU-scorebord voor justitie en het Europees semester (). 
    (33) Richtlijn 2007/2/EG.
    (34) Stroomlijning is verplicht op grond van de MEB en de habitatrichtlijn; wat de MEB en andere milieueffectbeoordelingen betreft, moedigt de Commissie de lidstaten aan om voor een vereenvoudiging van de procedures gebruik te maken van de beschikbare opties. Zie de richtsnoeren van de Commissie (PB C 273 van 27.7.2016).
    (35) http://www.epa.ie/pubs/reports/enforcement/  
    (36)  Network for Ireland's Environmental Compliance and Enforcement ("NIECE").
    (37) http://www.vhrm.be  
    (38) https://www.fiscal.es/fiscal/publico/ciudadano/fiscal_especialista/medio_ambiente/documentos_normativa/  
    (39) http://www.environment.scotland.gov.uk/  
    (40) https://www.pdok.nl/nl/over-pdok  
    (41) http://impel.eu/wp-content/uploads/2015/07/Implementation-Challenge-Report-23-March-2015.pdf  De vastgestelde uitdagingen komen overeen met de bevindingen inzake structurele bestuursproblemen die in de context van het Europees semester, in de evaluaties van milieuprestaties (Environmental Performance Reviews) van de OESO en in een recente IMPEL-enquête zijn vastgesteld:
    (42) http://ec.europa.eu/social/main.jsp?catId=738&langId=en&pubId=7757   
    (43) SWD(2016) 390 final "Nexusbenadering" zoals bedoeld in de mededeling van de Commissie, "Next steps for a sustainable European future European action for sustainability", .
    Top

    Brussel, 3.2.2017

    COM(2017) 63 final

    BIJLAGE

    RICHTSNOEREN VOOR DE LIDSTATEN: VOORGESTELDE MAATREGELEN VOOR EEN BETERE TENUITVOERLEGGING VAN DE MILIEUWETGEVING

    bij

    MEDEDELING VAN DE COMMISSIE AAN HET EUROPEES PARLEMENT, DE RAAD, HET EUROPEES ECONOMISCH EN SOCIAAL COMITÉ EN HET COMITÉ VAN DE REGIO'S

    EU-evaluatie van de tenuitvoerlegging van het milieubeleid: Gemeenschappelijke uitdagingen en hoe inspanningen te bundelen om betere resultaten te realiseren

    {SWD(2017) 33 - 60 final}


    RICHTSNOEREN VOOR DE LIDSTATEN:

    VOORGESTELDE MAATREGELEN VOOR EEN BETERE TENUITVOERLEGGING VAN DE MILIEUWETGEVING 1

    Voorgestelde maatregelen

    Lidsta(a)t(en)

    Ontwikkelen van een circulaire economie en verhogen van de hulpbronnenefficiëntie

    Versterken van het beleidskader voor het versnellen van de invoering van de circulaire economie door alle economische sectoren, waardoor lokale ondernemingen verder worden ondersteund en investeringen in de openbare onderzoeks- en opleidingssystemen worden opgevoerd, met name met betrekking tot water- en energiebesparingen, afvalvermindering, recycling van materialen, ecologisch ontwerp en de introductie van markten voor secundaire grondstoffen.

    BE, BG, CZ, DE, HR, HU, IT, RO, SE, SK

    Betere controles uitvoeren van het beleid inzake circulaire economie om de doeltreffendheid ervan te beoordelen en het beleid te kunnen herzien.

    PT, SI

    Bevorderen van de ontwikkeling en uitwisseling van goede praktijken tussen alle overheidsentiteiten, met name op lokaal niveau, betreffende de circulaire economie en ecoinnovatie.

    BE, CY, EL, ES

    Stimuleren van de academische wereld en scholen teneinde de circulaire economie te promoten. Consumenten en het mkb bewust maken van de voordelen van een circulaire economie.

    IT, PL, SK

    Beginselen van de circulaire economie vaststellen; verhogen van het niveau van recycling en van het gebruik van ecologisch ontwerp in de mkb-sector, met name door verdere investeringen in onderwijs en opleiding. Stimuleren van maatregelen op het gebied van hulpbronnenefficiëntie (bv. besparing van energie en water).

    BE, EL, ES, HU, IT, RO, SK

    Stimuleren van investeringen in groene producten en diensten. Vergemakkelijken van groene beleggingen en de toegang tot financiering. Bevorderen van O&O-financiering in het mkb.

    CZ, ES, HU, MT, RO, SE, SK

    Afvalbeheer

    Een nieuw beleid invoeren, met inbegrip van economische instrumenten ("uitgebreide producentenverantwoordelijkheid", "gedifferentieerde afvaltarieven") voor de verdere tenuitvoerlegging van de afvalhiërarchie, dat wil zeggen het bevorderen van preventie, en het economisch aantrekkelijker maken van hergebruik en recycling. Uitbannen van "meeliftgedrag" en zorgen voor financiële levensvatbaarheid van afvalverwerkingsbedrijven.

    AT, BG, CY, DE, DK, EE, EL, ES, FI, FR, HR, HU, IE, IT, LU, LV, MT, NL, PL, PT, RO, SE, SI, SK, UK

    Afstappen van de verbranding van herbruikbaar en recycleerbaar afval door de geleidelijke uitfasering van subsidies voor verbranding of door de invoering van heffingen voor verbranding.

    AT, BE, CZ, DE, DK, EE, FI, IE, LU, PL, PT, SE

    Invoeren en/of geleidelijk verhogen van stortbelastingen om het storten van recycleerbaar en nuttig toepasbaar afval uit te faseren. Harmoniseren van regionale stortbelastingen. Het niveau van de stortheffingen herzien. Gebruikmaken van de opbrengsten van de economische instrumenten ter ondersteuning van de gescheiden inzameling en de voor alternatieve opties vereiste infrastructuur.

    CY, CZ, EL, ES, HR, HU, IT, LT, LV, MT, PL, RO, SI, SK, UK

    Aandacht besteden aan de tenuitvoerlegging van de verplichting tot gescheiden inzameling om de recyclingpercentages te verhogen en prioriteit geven aan de gescheiden inzameling van bioafval om de composteringspercentages te verhogen. Openen van vestigingen voor de inzameling van specifieke afvalstoffen (zogenaamde "selectieve inzamelpunten voor afval") in elke gemeente.

    BG, CY, CZ, EE, EL, ES, FR, HR, IE, IT, LT, PL, PT, RO, SK

    Aanvullen en actualiseren van (het) afvalbeheerplan(en) en/of (het) afvalpreventieprogramma('s) teneinde het gehele gebied te dekken.

    BE, DE, EL, ES, FR, RO

    Hoge prioriteit gegeven aan de afronding van de werkzaamheden inzake illegale stortplaatsen.

    BG, CY, EL, RO

    Het bouwen van te veel infrastructuur voor het behandelen van restafval vermijden.

    BG, CY, CZ, EL, ES, HR, HU, IT, LT, LV, MT, PL, RO, SK

    Zorgen dat de afvalstoffenstatistieken aan de richtlijnen van Eurostat voldoen. Verbeteren van de samenhang van de gegevens over afvalbeheer uit verschillende bronnen (ook wat betreft de grote kloof tussen geproduceerd en verwerkt afval).

    CZ, SI

    Intensiveren van de samenwerking tussen de regio's teneinde de afvalbehandelingscapaciteit efficiënter te gebruiken en de nationale doelstellingen voor recycling te behalen.

    ES, IT

    Versterken en vergroten van handhavingscapaciteit.

    MT, PL, RO

    Natuur en biodiversiteit en raming van het natuurlijk kapitaal

    Voltooien van de procedure voor de aanwijzing van gebieden, met inbegrip van het mariene gedeelte, en het invoeren van duidelijk gedefinieerde instandhoudingsdoelstellingen en noodzakelijke instandhoudingsmaatregelen voor de gebieden, en het beschikbaar stellen van voldoende middelen voor de tenuitvoerlegging ervan teneinde soorten en habitats van communautair belang te behouden/herstellen in een gunstige staat van instandhouding in hun natuurlijk verspreidingsgebied. Voltooien en actualiseren van prioritaire actiekaders. Vergroten van de kennis en verbeteren van de beschikbaarheid van gegevens teneinde passende instandhoudingsmaatregelen beter te kunnen uitvoeren.

    AT, BE, BG, CY, CZ, DE, DK, EE, EL, ES, FI, FR, HR, HU, IE, IT, LT, LU, LV, MT, NL, PL, PT, RO, SE, SI, SK, UK

    Zorgen dat Natura 2000-beheerplannen met administratieve capaciteit en financiële middelen doeltreffend worden uitgevoerd. Capaciteitsopbouw van bevoegde autoriteiten (beheerinstanties op centraal en regionaal niveau en op het niveau van de afzonderlijke gebieden) voor het uitvoeren van beheerplannen, het vergroten van de kennis over Natura 2000 en de stimulansen voor investeringen ter bevordering van de voordelen ervan, en het aanpakken van illegale activiteiten die een negatieve invloed hebben op de fauna en flora via een betere handhaving, zowel binnen als buiten de Natura 2000-gebieden.

    BG, EE, EL, IT, PL, RO, SI, SK

    Het ontwikkelen en bevorderen van slimme en gestroomlijnde implementatiewijzen, met name wat betreft vergunningsprocedures voor gebieden en soorten, om de nodige kennis en beschikbaarheid van gegevens te waarborgen, en het versterken van de dialoog met belanghebbenden.

    AT, BG, CY, CZ, DE, EE, ES, HU, IT, LT, MT, PL, PT

    Verder ondersteunen van het in kaart brengen en beoordelen van ecosystemen en hun diensten, de beoordeling en de ontwikkeling van een boekhouding voor natuurlijk kapitaal.

    AT, BE, BG, CY, CZ, DE, DK, EE, EL, ES, FI, FR, HR, HU, IE, IT, LT, LV, MT, NL, PL, PT, RO, SE, SI, SK

    Het versterken van de bestuurlijke capaciteit ter verbetering van adequate beoordelingsprocedures en ter voorkoming van de achteruitgang van Natura 2000-gebieden als gevolg van schadelijke ontwikkelingen.

    CY, EL, IT

    Zorgen voor adequate handhaving van het jachtverbod op beschermde vogelsoorten.

    CY, FR, MT

    Versterken van de integratie van biodiversiteitskwesties in andere beleidsterreinen (met name in de landbouw, maar ook in de bosbouw, de visserij, stadsplanning, planning van infrastructuur en toerisme) en het bevorderen van de communicatie tussen de actoren.

    DE, DK, FR, PT, SI

    Optimaliseren van de bijdrage van het Natura 2000-netwerk en de nationale natuurnetwerken tot het bereiken van een goede staat van instandhouding en het verminderen van habitatversnippering, atmosferische depositie van stikstof, verdroging en verzuring.

    NL

    Voorkomen van verdere habitatversnippering en het nemen van maatregelen om ecologische verbindingen te herstellen.

    LU

    Zorgen dat de programma's voor plattelandsontwikkeling en de tenuitvoerlegging van vergroening de biodiversiteitsmaatregelen bevorderen en bijdragen tot de verwezenlijking van een gunstige staat van instandhouding van habitats en soorten, in het bijzonder ten aanzien van de handhaving van landbouw met een hoge natuurwaarde.

    LU, NL, RO

    Benutten van waardevol natuurlijk kapitaal om banen en inkomsten te creëren. In deze context duurzaam toerisme verder ontwikkelen.

    EL, ES

    Verder ondersteunen van de lopende werkzaamheden in verband met een duurzaam partnerschap voor de bescherming van de biodiversiteit, duurzame ontwikkeling en maatregelen ten behoeve van de aanpassing aan en de beperking van de klimaatverandering in de ultraperifere gebieden en de landen en gebieden overzee.

    FR, UK

    Het bevorderen van stimulansen voor bos- en landbouwers om bos- en graslandhabitats beter te beschermen. Zorgen voor een duurzaam bosbeheer en bevorderen van een efficiënt gebruik van biomassa.

    LV, SK

    Bescherming van het mariene milieu 2

    Verder werken aan de verbetering van de definities van "goede milieutoestand" (met name voor descriptoren biodiversiteit), onder meer via regionale samenwerking door gebruik te maken van de werkzaamheden van de desbetreffende regionale zeeverdragen.

    BE, CY, DE, DK, EE, EL, ES, FI, FR, HR, IE, IT, LT, LV, MT, NL, PT, RO, SE, SI, UK

    Identificeren en aanpakken van leemten in de kennis die ten grondslag ligt aan de goede milieutoestand.

    BE, BG, CY, DE, DK, EE, FI, FR, IE, LT, LV, MT, NL, PT, RO, SI

    Verder ontwikkelen van de methoden om de effecten van de belangrijkste belastende factoren te beoordelen (en te kwantificeren) met het oog op betere en meer overtuigende beoordelingsresultaten in de verslaglegging van 2018.

    BE, BG, CY, DE, EE, EL, HR, IE, IT, LV, LT, MT, NL, RO, SE, UK

    Verder integreren van bewakingsprogramma's die voortvloeien uit andere EUwetgeving en verder uitvoeren van gezamenlijke bewakingsprogramma's die op (sub)regionaal niveau zijn ontwikkeld (Helcom, Ospar, het Verdrag van Barcelona, de Zwarte-Zeecommissie). Verbeteren van de vergelijkbaarheid en de samenhang van bewakingsmethoden binnen de mariene regio('s) van het land.

    BE, BG, CY, DE, DK, EE, ES, FI, FR, HR, IE, IT, LT, LV, NL, PT, RO, SE, SI, UK

    Dringend het nationale maatregelenprogramma voltooien, er verslag over uitbrengen en ten uitvoer leggen.

    BG, CY, DK, EE, EL, HR, LT, MT, SI, RO

    Zorgen dat het bewakingsprogramma van de lidstaten onverwijld ten uitvoer wordt gelegd, en geschikt is om de vooruitgang naar een goede milieutoestand te bewaken.

    BE, BG, CY, DE, DK, EE, ES, FI, FR, HR, IT, IE, LT, LV, MT, NL, PT, RO, SE, SI, UK

    Luchtkwaliteit

    Handhaven van de neerwaartse trend van emissies van luchtverontreinigende stoffen teneinde volledig te voldoen aan de thans geldende "nationale emissieplafonds" én "grenswaarden van de luchtkwaliteit". Verminderen van de negatieve effecten van luchtverontreiniging op de gezondheid, het milieu en de economie.

    AT, BE, DE, DK, ES, FI, FR, LU, NL

    Handhaven van de neerwaartse trend van emissies van luchtverontreinigende stoffen teneinde volledig te voldoen aan de "grenswaarden van de luchtkwaliteit". Verminderen van de negatieve effecten van luchtverontreiniging op de gezondheid, het milieu en de economie.

    BG, CZ, EL, HR, HU, IT, LT, PL, PT, RO, SE, SI, SK, UK

    Handhaven van de neerwaartse trend van emissies van luchtverontreinigende stoffen – en verminderen van de negatieve effecten van luchtverontreiniging op de gezondheid, het milieu en de economie, onder meer via de ontwikkeling van een alomvattende strategie en een actieplan voor het aanpakken van verkeerscongestie.

    CY, EE, MT

    Verminderen van ammoniakemissies (NH3) teneinde te voldoen aan de thans geldende nationale emissieplafonds, bijvoorbeeld door invoering of uitbreiding van het gebruik van emissiearme landbouwtechnieken.

    AT, DE, DK, ES, FI, NL

    Terugdringen van NMVOS-emissies teneinde te voldoen aan de thans geldende nationale emissieplafonds en, in voorkomend geval, de ozonconcentraties terug te dringen.

    DE, DK, IE, LU

    Verminderen van stikstofoxide-emissies (NOx) om te voldoen aan de thans geldende nationale emissieplafonds en/of om stikstofdioxide-emissies (NO2) te verminderen (en, in voorkomend geval, ozonconcentraties), onder meer door vermindering van vervoersgerelateerde emissies – met name in stedelijke gebieden.

    AT, BE, CZ, DE, DK, EL, ES, FI, FR, HU, IE, IT, LU, NL, PL, PT, RO, SE, SK, UK

    Verminderen van PM10-emissies en -concentraties (en in voorkomend geval benzo(a)pyreenemissies en -concentraties), onder meer door een vermindering van de emissies ten gevolge van de opwekking van energie en warmte met behulp van vaste brandstoffen, en ten gevolge van het vervoer en de landbouw.

    AT, BE, BG, CZ, DE, EL, ES, FR, HR, HU, IT, LT, LV, PL, RO, SE, SI, SK

    Geluidshinder

    Opstellen van ontbrekende geluidsactieplannen.

    BE, CY, CZ, DE, EL, ES, FR, HR, IT, LV, PL, PT, RO, SE, SI, SK

    Opstellen van ontbrekende geluidsbelastingkaarten.

    BE, EL, ES, FR, IT, LV, PT, RO, SK

    Waterkwaliteit en -beheer

    Verbeteren van het waterbeleid in lijn met de interventielogica van de kaderrichtlijn water in de tweede cyclus van de stroomgebiedbeheerplannen (SGBP's), dat wil zeggen een nauwkeuriger beoordeling bieden van belastende factoren om de bewaking van de toestand van waterlichamen te verbeteren en "maatregelenprogramma's" ontwerpen die gericht zijn op de belangrijkste vastgestelde belastende factoren, met name hydromorfologische belasting en vervuiling veroorzaakt door landbouw, industrie en stedelijk afvalwater. De maatregelenprogramma's en de bewakingsprogramma's moeten voldoende worden gefinancierd.

    AT, BE, BG, CY, CZ, DE, DK, EE, EL, ES, FI, FR, HR, HU, IE, IT, LT, LU, LV, MT, NL, PL, PT, RO, SE, SI, SK, UK

    Zorgen dat de verleende vrijstellingen voldoen aan alle voorschriften van de kaderrichtlijn water en worden ondersteund door bewijsmateriaal, met name betreffende de beoordeling van voor het milieu aanmerkelijk gunstigere middelen. Inspanningen blijven leveren om het aantal vrijstellingen te verminderen.

    AT, BE, MT, NL, PL

    Invoeren en/of uitrollen van een waterprijsstellingsbeleid dat een breed scala van waterdiensten dekt en dat is gebaseerd op een bemetering die tarieven met doorberekening van milieu- en bronkosten zou omvatten en die prikkels zou scheppen voor een efficiënter gebruik van water. Vrijstellingen van waterheffingen moeten opnieuw worden overwogen. Het is eveneens wenselijk om een nationale regelgever of een toezichtsorgaan op te zetten om te zorgen voor samenhang en de passende terugwinning van kosten via de tarieven.

    BG, CY, CZ, ES, HU, IE, IT, SK

    Zorgen dat de waterverontreiniging door landbouw afdoende wordt aangepakt, zowel op grond van de nitratenrichtlijn als de kaderrichtlijn water. Doeltreffende basismaatregelen en aanvullende maatregelen nemen om deze verontreiniging aan te pakken. Bewaken van de ontwikkeling van door de landbouw uitgeoefende milieudruk en de waterkwaliteit, waarbij de verkregen informatie kan worden gebruikt als input voor de aanwijzing van kwetsbare zones en de herziening van "nitraatactieprogramma's". In voorkomend geval rekening houden met gebieden met intensieve landbouw en hoge nitraatgehalten, een verhoging van de door de landbouw uitgeoefende milieudruk en bijzonder kwetsbare wateren, zoals de Oostzee.

    BE, BG, CY, CZ, DE, DK, EE, EL, ES, FI, FR, IE, IT, LT, LV, MT, NL, PL, PT, RO, SE, SI, UK

    Verbeteren van controle op wateronttrekking, zowel uit oppervlaktewater als grondwater. Bevorderen van waterefficiëntie en duurzame waterretentie, met inbegrip van op natuurlijke processen gebaseerde waterretentiemaatregelen in het maatregelenprogramma en zorgen voor een adequate financiering. Wat Cyprus betreft, mag water gewonnen door ontzilting niet voor agrarische doeleinden worden gebruikt.

    CY, ES

    Watervergunningen herzien, zodat deze stroken met de milieudoelstellingen en zorgen dat nieuwe projecten die kunnen leiden tot een achteruitgang van de toestand adequaat worden beoordeeld overeenkomstig artikel 4, lid 7, van de kaderrichtlijn water. In deze beoordelingen moet rekening worden gehouden met alternatieve opties en adequate risicobeperkende maatregelen. Het vergunningenbeleid voor het handhaven of onderhouden van waterkrachtcentrales moet worden herzien en geactualiseerd.

    BG, CY, CZ, EL, ES, HU, IT, LT, LU, PL, PT, SE, SK

    Volledig tenuitvoerleggen van de richtlijn inzake de behandeling van stedelijk afvalwater in alle agglomeraties. Aanleggen van de infrastructuur teneinde te voldoen aan de drinkwaterrichtlijn en de richtlijn inzake de behandeling van stedelijk afvalwater. Verbeteren van het in de richtlijn inzake de behandeling van stedelijk afvalwater bedoelde nationale rapportagesysteem. Prioriteit blijven geven aan de investeringen voor zuiveringsinstallaties voor stedelijk afvalwater, onder meer via een efficiënt gebruik van de fondsen voor het cohesiebeleid, indien aan de voorwaarden wordt voldaan.

    BE, BG, CY, EL, ES, HR, HU, IE, IT, PL, PT, RO, SI

    Maatregelen tot rationalisering van structuren en diensten op het gebied van water- en afvalwaterbeheer kunnen eveneens worden overwogen, samen met stimulerende maatregelen voor het verhogen van het niveau van fysieke verbindingen met de netwerken.

    LV

    Alle overstromingsrisico- en overstromingsgevaarkaarten aannemen. Bij de tenuitvoerlegging van projecten ter bescherming tegen overstromingen moet aandacht worden besteed aan op de natuur gebaseerde waterretentiemaatregelen. In de brede zin combineren van overstromingsbeheer met waterretentie, waarbij wordt gekeken naar de ernstige problemen in verband met waterschaarste.

    BG, HU, IT, MT

    Verbeteren van de coördinatie bij de tenuitvoerlegging van water-, mariene- en natuurbeleid, alsmede de coördinatie tussen waterbeherende instanties.

    BE, IT, PT

    Internationale overeenkomsten

    Grotere inspanningen leveren om partij te zijn bij relevante multilaterale milieuakkoorden door de resterende akkoorden te ondertekenen en te ratificeren.

    EL, IE, IT, MT

    Doeltreffend bestuur binnen de centrale, regionale en lokale overheden en coördinatie en integratie

    Vereenvoudigen van de administratieve procedures en verbeteren van de samenwerking tussen overheden (op nationaal, regionaal en lokaal niveau) die betrokken zijn bij de toepassing van het milieubeleid.

    EL

    Versterken van de bestuurlijke capaciteit op het ministerie van Milieu- en Natuurbescherming, omdat dit het gebruik van EUfinanciering positief beïnvloedt en de aanpassing aan het milieubeleid en de milieuwetgeving van de EU bespoedigt.

    HR

    Aanpakken van de fragmentatie op regionaal en lokaal niveau door het ontwikkelen van betere coördinatiemechanismen voor het milieu.

    ES, HU, IT

    Zorgen dat het advies betreffende de milieueffectbeoordeling van bepaalde openbare en particuliere projecten, zoals bedoeld in artikel 6 van de MEB-richtlijn als gewijzigd, wordt verstrekt door een functioneel onafhankelijke autoriteit.

    FR

    Zorgen voor betere samenwerking en transparantie bij alle overheidsdiensten en versterken van publieke inspraak bij besluitvorming inzake milieuaangelegenheden.

    HU

    Meer gebruikmaken van effectbeoordelingen van ontwerp-wetgeving, met name wanneer hierin aandacht wordt besteed aan milieueffecten.

    HU

    Vaststellen van een duidelijke en transparante procedure voor de verlening van vergunningen voor activiteiten en voorzieningen die gevolgen hebben voor het milieu.

    HU

    Verbeteren van de tijdige verslaglegging krachtens de EUmilieuwetgeving en zorgen voor voldoende personeelscapaciteit voor dit doel in het bijzonder, en meer in het algemeen voor een doeltreffender tenuitvoerlegging en handhaving van het milieubeleid.

    MT

    Zorgen dat de onlangs opgerichte autoriteit inzake milieu en hulpbronnen grote verantwoordelijkheden heeft. Er moeten duidelijke en transparante procedures zijn voor de verlening van vergunningen voor voorzieningen en activiteiten die gevolgen hebben voor het milieu.

    MT

    Gebruikmaken van EUfondsen om de noodzakelijke capaciteiten en knowhow op te bouwen op alle bestuursniveaus van de administratie die betrokken zijn bij de tenuitvoerlegging en de handhaving.

    PL

    Versterken van het bestuur van EUmilieuwetgeving en -milieubeleid, met name op het gebied van natuurbehoud en waterbeheer (bv. aanpassen van de structuur en de taken van de waterschappen, teneinde een betere tenuitvoerlegging te realiseren van de taken die verband houden met de tenuitvoerlegging van de kaderrichtlijn water en hen betrekken bij de vergunningsprocedure).

    PL

    Verbeteren van de handhaving in geval van niet-naleving van risicobeperkende en compenserende maatregelen die in milieubesluiten en bouwvergunningen zijn opgelegd aan projectontwikkelaars.

    PL

    De ervaring die is opgedaan bij het definiëren en uitvoeren van de compenserende en mitigatiemaatregelen met betrekking tot de damprojecten, moet worden uitgebreid naar andere infrastructuur die wellicht aanzienlijke gevolgen voor het Natura 2000-netwerk heeft. De commissies die toezicht op deze projecten houden, moeten zo breed mogelijk worden samengesteld en er moeten representatieve ngo's in worden opgenomen.

    PT

    Doeltreffend uitvoeren en gebruikmaken van de nieuwe initiatieven ter verbetering van de efficiëntie, doeltreffendheid en coördinatie van de overheidssector ten aanzien van het milieu, namelijk het verbeteren van de uitwisseling van informatie en documentatie tussen overheidsorganen die verantwoordelijk zijn voor inspectie en bewaking op het gebied van landbouw, zee en milieu, door middel van een operationeel platform.

    PT

    Versnellen van de tenuitvoerlegging van de strategie ter versterking van het openbaar bestuur, waarbij aan het milieu de nodige aandacht moet worden geschonken.

    RO

    Verbeteren van de bestuurlijke capaciteit en de coördinatie van de instanties die betrokken zijn bij de tenuitvoerlegging, met name met betrekking tot water- en afvalbeheer, alsmede de kwaliteit van de effectbeoordelingen.

    RO

    Zorgen dat de Europese milieuwetgeving in acht wordt genomen naar aanleiding van de hervorming van het nationale vergunningensysteem met het oog op het wegnemen van onnodige administratieve lasten en het stroomlijnen van procedures.

    SI

    Verbeteren van de toepassing van de MEB en de strategische milieueffectbeoordeling als belangrijke instrumenten om te komen tot een integratie van milieuoverwegingen.

    CZ, SK

    Waarborgen van de naleving

    Meer transparantie over hoe de waarborging van de naleving wordt georganiseerd en functioneert en hoe belangrijke risico's worden aangepakt.

    AT, BE, BG, CZ, DE, DK, EE, EL, ES, FI, FR, HR, HU, IE, IT, LT, LU, LV, MT, NL, PL, PT, RO, SE, SI, SK, UK

    Aanmoedigen van een grotere participatie van bevoegde autoriteiten in netwerken inzake naleving van de milieuwetgeving.

    AT, BG, CY, CZ, DK, EE, EL, FI, HR, HU, LU, LV, PT, RO, SE, SI, SK

    Opvoeren van de inspanningen voor de tenuitvoerlegging van de richtlijn betreffende milieuaansprakelijkheid (ELD) met proactieve initiatieven, zoals het opzetten van een nationaal register over ELDincidenten en/of het opstellen van nationale richtlijnen.

    AT, BE, BG, CY, CZ, DE, EE, EL, FI, FR, HR, HU, IT, LT, LU, LV, MT, PL, RO, SE, SI, SK

    Verdere maatregelen ondernemen voor een doeltreffend systeem dat financiële zekerheid biedt inzake milieuaansprakelijkheid.

    BE, CY, DK, EE, FI, FR, HR, HU, IE, IT, LT, LU, LV, MT, NL, PL, RO, SE, SI, UK

    Inspraak van het publiek en toegang tot de rechter

    De noodzakelijke maatregelen nemen om te zorgen dat ngo's op het gebied van milieubescherming in rechte bezwaar kunnen aantekenen tegen handelingen of nalatigheden van een overheidsinstantie in verband met alle sectorale milieuwetten van de EU, in volledige overeenstemming met het EUrecht alsmede het Verdrag betreffende de toegang tot informatie, inspraak bij de besluitvorming en toegang tot de rechter inzake milieuaangelegenheden (Verdrag van Aarhus).

    AT, BE, BG, CZ, DE, HU, IT, PL, SE, SI, SK

    Evalueren van de kosten van juridische procedures waarbij de EUmilieuwetgeving een rol speelt, en inspanningen blijven leveren om ervoor te zorgen dat deze niet onbetaalbaar hoog zijn.

    CY, DK, EE, ES, FR, IE, LU, MT, RO, UK

    Toegang tot informatie, kennis en bewijsmateriaal

    Kritisch evalueren van de doeltreffendheid van het gegevensbeleid van het land en het beleid wijzigen, rekening houdend met "beste praktijken".

    AT, BE, BG, CY, CZ, EE, EL, HR, HU, IT, LT, MT, PT, RO, SI, SK

    Identificeren en documenteren van alle verzamelingen van ruimtelijke gegevens die nodig zijn voor de tenuitvoerlegging van de milieuwetgeving, en de gegevens en documentatie via de digitale diensten, zoals voorzien in de Inspire-richtlijn, ten minste "als zodanig" toegankelijk maken voor andere overheden en het publiek.

    AT, BE, BG, CY, CZ, DE, DK, EE, EL, ES, FI, FR, HR, HU, IE, IT, LT, LU, LV, MT, NL, PL, PT, RO, SE, SI, SK, UK

    (1) Deze bijlage geeft een overzicht van de voorgestelde maatregelen in de 28 EIR-landenrapporten. Hierbij moet worden opgemerkt dat de Commissie heeft besloten zich in deze eerste ronde van EIR-beoordelingen te concentreren op een beperkt aantal maatregelen die in elke lidstaat prioriteit moeten krijgen. Bovendien heeft de Commissie in het licht van de beschikbare informatie besloten om in deze eerste EIR-ronde geen voorstellen tot maatregelen te formuleren op het gebied van groene infrastructuur, bodembescherming, duurzaamheid van steden, groene belastingen en uitfasering van milieuonvriendelijke subsidies, groene overheidsopdrachten en investeringen, maar in de verslagen zijn deze werkterreinen wel onderzocht.
    (2) De Commissie heeft geen richtsnoer opgesteld voor Polen vanwege diens late verslaglegging krachtens de kaderrichtlijn mariene strategie.
    Top