EUR-Lex Access to European Union law

Back to EUR-Lex homepage

This document is an excerpt from the EUR-Lex website

Document 32023R1529

Verordening (EU) 2023/1529 van de Raad van 20 juli 2023 betreffende beperkende maatregelen in het licht van de militaire steun van Iran aan de Russische aanvalsoorlog tegen Oekraïne

OJ L 186, 25.7.2023, p. 1–15 (BG, ES, CS, DA, DE, ET, EL, EN, FR, GA, HR, IT, LV, LT, HU, MT, NL, PL, PT, RO, SK, SL, FI, SV)

Legal status of the document In force: This act has been changed. Current consolidated version: 11/12/2023

ELI: http://data.europa.eu/eli/reg/2023/1529/oj

25.7.2023   

NL

Publicatieblad van de Europese Unie

L 186/1


VERORDENING (EU) 2023/1529 VAN DE RAAD

van 20 juli 2023

betreffende beperkende maatregelen in het licht van de militaire steun van Iran aan de Russische aanvalsoorlog tegen Oekraïne

DE RAAD VAN DE EUROPESE UNIE,

Gezien het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie, en met name artikel 215,

Gezien Besluit (GBVB) 2023/1532 van de Raad van 20 juli 2023 betreffende beperkende maatregelen in het licht van de militaire steun van Iran aan de Russische aanvalsoorlog tegen Oekraïne (1),

Gezien het gezamenlijke voorstel van de hoge vertegenwoordiger van de Unie voor buitenlandse zaken en veiligheidsbeleid en de Europese Commissie,

Overwegende hetgeen volgt:

(1)

De Raad heeft op 31 juli 2014 Besluit 2014/512/GBVB (2) vastgesteld.

(2)

Besluit 2014/512/GBVB verbiedt de verkoop, levering, overdracht of uitvoer van goederen en technologie voor tweeërlei gebruik aan personen, entiteiten of lichamen in Rusland of voor gebruik in Rusland. Dit verbod is ten uitvoer gelegd bij Verordening (EU) nr. 833/2014 van de Raad (3) en de betreffende goederen en technologie zijn opgenomen in bijlage I bij Verordening (EU) 2021/821 van het Europees Parlement en de Raad (4).

(3)

Bij Besluit 2014/512/GBVB is ook een verbod ingesteld om goederen en technologie die zouden kunnen bijdragen tot de militaire en technologische versterking van Rusland of tot de ontwikkeling van zijn defensie- en veiligheidssector, ongeacht of deze van oorsprong uit de Unie zijn, direct of indirect te verkopen, te leveren, over te dragen aan of uit te voeren naar natuurlijke personen, rechtspersonen, entiteiten of lichamen in Rusland of voor gebruik in Rusland. Dit verbod is ten uitvoer gelegd bij Verordening (EU) nr. 833/2014 en de betreffende goederen en technologie zijn opgenomen in bijlage VII bij die Verordening.

(4)

Bij Besluit 2014/512/GBVB is ook een verbod ingesteld om goederen die in het bijzonder zouden kunnen bijdragen tot de versterking van de industriële capaciteit van Rusland, direct of indirect te verkopen, te leveren en over te dragen aan of uit te voeren naar natuurlijke personen, rechtspersonen, entiteiten of lichamen in Rusland, of voor gebruik in Rusland. Dit verbod is ten uitvoer gelegd bij Verordening (EU) nr. 833/2014 en de betreffende goederen en technologie zijn opgenomen in bijlage XXIII bij die Verordening.

(5)

De Raad heeft op 17 maart 2014 Besluit 2014/145/GBVB vastgesteld (5).

(6)

Ter ondersteuning van zijn aanvalsoorlog tegen Oekraïne, die de soevereiniteit, onafhankelijkheid en territoriale integriteit van Oekraïne schendt, gebruikt Rusland door Iran geproduceerde onbemande luchtvaartuigen (Unmanned Aerial Vehicles — UAV’s), onder meer tegen burgers en civiele infrastructuur. Het door de Iraanse overheid gesteunde programma voor de ontwikkeling en productie van UAV’s draagt derhalve bij tot schendingen van het Handvest van de Verenigde Naties en van de fundamentele beginselen van het internationaal recht. Dat programma wordt beheerd door het ministerie van Defensie en Logistiek van de Strijdkrachten van Iran en de Islamitische Revolutionaire Garde, die beide onder de sanctieregeling van de Europese Unie vallen, en omvat de aankoop, ontwikkeling, productie en overdracht van UAV’s naar Rusland. Het steunt op zowel staats- als particuliere ondernemingen en profiteert van binnenlandse onderzoekscapaciteiten.

(7)

Op 20 oktober 2022 heeft de Raad Besluit (GBVB) 2022/1986 (6) vastgesteld, waarin drie Iraanse personen en één Iraanse entiteit zijn toegevoegd aan de lijst van personen, entiteiten en lichamen die onderworpen zijn aan beperkende maatregelen uit hoofde van Besluit 2014/145/GBVB en Verordening (EU) nr. 269/2014 van de Raad (7), gezien hun rol bij de ontwikkeling en levering van onbemande luchtvaartuigen UAV’s die door Rusland in zijn aanvalsoorlog tegen Oekraïne worden gebruikt. Op 12 december 2022 heeft de Raad Besluit (GBVB) 2022/2432 (8) vastgesteld, waarin nogmaals vier Iraanse personen en vier Iraanse entiteiten aan die lijst zijn toegevoegd en op 25 februari 2023 heeft de Raad Besluit (GBVB) 2023/432 (9) vastgesteld, waarin nog vier andere Iraanse personen aan die lijst zijn toegevoegd.

(8)

Op 20 juli 2023 heeft de Raad Besluit (GBVB) 2023/1532 betreffende beperkende maatregelen in het licht van de militaire steun van Iran aan de Russische aanvalsoorlog tegen Oekraïne vastgesteld. Bij dat Besluit wordt een verbod ingesteld op de uitvoer naar Iran van onderdelen die bij de vervaardiging van UAV’s worden gebruikt. Het verbiedt voorts intellectuele-eigendomsrechten of fabrieksgeheimen op enige andere wijze te verkopen, in licentie te geven of over te dragen, alsmede rechten te verlenen op toegang tot of hergebruik van materiaal of informatie die door middel van intellectuele-eigendomsrechten wordt beschermd of die fabrieksgeheimen vormt in verband met de goederen en technologie waarvan de verkoop, levering, overdracht of uitvoer aan een persoon, entiteit of lichaam in Iran of voor gebruik in Iran verboden is. Het besluit voorziet ook in de bevriezing van tegoeden en economische middelen en een verbod om tegoeden en economische middelen ter beschikking te stellen van natuurlijke personen en rechtspersonen, entiteiten of lichamen die verantwoordelijk zijn voor het ondersteunen van of betrokken zijn bij het Iraanse programma voor onbemande luchtvaartuigen en de personen, entiteiten en lichamen die aan die beperkende maatregelen onderworpen zijn, zijn opgenomen in de bijlage daarbij.

(9)

Deze maatregelen vallen onder het toepassingsgebied van het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie en derhalve is, om ervoor te zorgen dat zij in alle lidstaten op eenvormige wijze worden toegepast, regelgeving op het niveau van de Unie noodzakelijk voor de tenuitvoerlegging van deze maatregelen.

(10)

De bevoegdheid om de lijst in bijlage III bij deze verordening vast te stellen en te wijzigen moet worden uitgeoefend door de Raad om ervoor te zorgen dat er samenhang bestaat met het proces voor het vaststellen, wijzigen en herzien van de bijlage bij Besluit (GBVB) 2023/1532.

(11)

De procedure voor de wijziging van de lijst in bijlage III bij deze verordening moet een verplichting inhouden om de aangewezen natuurlijke personen, rechtspersonen, entiteiten of lichamen in kennis te stellen van de redenen waarom zij op de lijst zijn geplaatst, zodat zij opmerkingen kunnen indienen.

(12)

Met het oog op de tenuitvoerlegging van deze verordening en om een zo groot mogelijke rechtszekerheid binnen de Unie te waarborgen, moeten de namen en andere relevante gegevens over de natuurlijke personen, rechtspersonen, entiteiten en lichamen waarvan de tegoeden en economische middelen overeenkomstig deze verordening dienen te worden bevroren, openbaar worden gemaakt. De verwerking van de persoonsgegevens moet gebeuren overeenkomstig Verordening (EU) 2016/679 (10) en Verordening (EU) 2018/1725 (11) van het Europees Parlement en de Raad.

(13)

De lidstaten en de Commissie moeten elkaar in kennis stellen van de maatregelen die op grond van deze verordening worden genomen, alsook van andere relevante informatie waarover zij in verband met deze verordening beschikken.

(14)

De lidstaten moeten regels vaststellen voor sancties in geval van overtreding van de bepalingen van deze verordening, en ervoor zorgen dat die sancties daadwerkelijk worden toegepast. Zulke sancties moeten doeltreffend, evenredig en afschrikkend zijn,

HEEFT DE VOLGENDE VERORDENING VASTGESTELD:

Artikel 1

Voor de toepassing van deze verordening wordt verstaan onder:

a)

“tussenhandeldiensten”:

i)

het onderhandelen over of regelen van transacties met het oog op de verwerving, verkoop of levering van goederen en technologie, of van financiële en technische diensten, ook van een derde land aan een ander derde land, of

ii)

het verkopen of aankopen van goederen en technologie, of van financiële en technische diensten, ook als zij zich in derde landen bevinden, met het oog op de overbrenging ervan naar een ander derde land;

b)

“vordering”: elke vóór, op of na de datum van inwerkingtreding van deze verordening ingediende eis, ook wanneer deze de vorm van een rechtsvordering heeft, die voortvloeit uit of verband houdt met de uitvoering van een contract of transactie, met name:

i)

een vordering tot nakoming van een verplichting die voortvloeit uit of verband houdt met een contract of transactie;

ii)

een vordering tot verlenging of uitbetaling van financiële garanties of contragaranties, ongeacht de vorm;

iii)

een vordering tot schadeloosstelling in verband met een contract of een transactie;

iv)

een reconventionele vordering;

v)

een vordering, ook via een exequatur, waarmee wordt beoogd erkenning of uitvoering van een rechterlijke of arbitrale uitspraak of van een gelijkwaardige beslissing te verkrijgen, ongeacht de plaats van uitspraak;

c)

“contract of transactie”: elke verrichting, ongeacht de vorm en het recht dat erop van toepassing is, die een of meer contracten of soortgelijke verplichtingen tussen al dan niet dezelfde partijen omvat; in dat verband worden onder “contract” tevens begrepen alle — ook de uit juridisch oogpunt op zichzelf staande — obligaties, garanties of contragaranties, met name financiële garanties of contragaranties en kredieten, alsmede alle uit een dergelijke transactie voortkomende of daarmee verband houdende bepalingen;

d)

“bevoegde autoriteiten”: de op de websites van bijlage I vermelde bevoegde autoriteiten van de lidstaten;

e)

“economische middelen”: activa van enigerlei aard, materieel of immaterieel, roerend of onroerend, die geen tegoeden zijn, maar kunnen worden gebruikt om tegoeden, goederen of diensten te verkrijgen;

f)

“financiering of financiële bijstand”: elke actie, ongeacht het gekozen middel, waarbij een persoon, entiteit of lichaam, met of zonder voorwaarden, eigen vermogen of eigen economische middelen uitbetaalt of toezegt, met inbegrip van, maar niet beperkt tot subsidies, leningen, garanties, borgstellingen, obligaties, kredietbrieven, leverancierskredieten, koperskredieten, in- of uitvoervoorschotten en alle soorten verzekeringen en herverzekeringen, met inbegrip van exportkredietverzekeringen; de betaling en de voorwaarden voor betaling van de overeengekomen prijs voor een goed of een dienst in overeenstemming met de normale handelspraktijk, vormen geen financiering of financiële bijstand;

g)

“bevriezing van economische middelen”: voorkomen dat economische middelen worden gebruikt om op enigerlei wijze tegoeden, goederen of diensten te verkrijgen, inclusief, maar niet daartoe beperkt, door die te verkopen, te verhuren of te verhypothekeren;

h)

“tegoeden”: financiële activa en voordelen van enigerlei aard, met inbegrip van, maar niet beperkt tot:

i)

contanten, cheques, geldvorderingen, wissels, postwissels en andere betaalmiddelen;

ii)

deposito’s bij financiële instellingen of andere entiteiten, saldi op rekeningen, schulden en schuldbewijzen;

iii)

in het openbaar en onderhands verhandelde waardepapieren en schuldbewijzen, inclusief aandelen, certificaten van waardepapieren, obligaties, promesses, warrants, schuldbekentenissen en derivatencontracten;

iv)

rente, dividenden of andere inkomsten uit of waarde voortkomende uit of gegenereerd door activa;

v)

krediet, recht op compensatie, garanties, uitvoeringsgaranties of andere financiële verplichtingen;

vi)

kredietbrieven, cognossementen, koopbrieven;

vii)

bewijsstukken van belangen in fondsen of financiële middelen;

i)

“bevriezing van tegoeden”: voorkomen van het op enigerlei wijze muteren, overmaken, corrigeren of gebruiken van, toegang verschaffen tot of omgaan met tegoeden met als gevolg wijzigingen van hun omvang, bedrag, locatie, eigenaar, bezit, onderscheidende kenmerken of bestemming of verdere wijzigingen waardoor het gebruik van bedoelde tegoeden, inclusief het beheer van een beleggingsportefeuille, mogelijk zou worden gemaakt;

j)

“technische bijstand”: elke technische ondersteuning in verband met reparaties, ontwikkeling, vervaardiging, assemblage, beproeving, onderhoud of enige andere technische dienst; zij kan de vorm aannemen van bijvoorbeeld instructies, advies, opleiding, overdracht van praktische kennis of vaardigheden of adviesdiensten, en omvat ook mondelinge vormen van bijstand;

k)

“grondgebied van de Unie”: het grondgebied van alle lidstaten waarop het Verdrag van toepassing is, onder de in het Verdrag bepaalde voorwaarden, met inbegrip van hun luchtruim.

Artikel 2

1.   Het is verboden om de in bijlage II vermelde goederen en technologie die zouden kunnen bijdragen tot de capaciteit van Iran om onbemande luchtvaartuigen (“UAV’s”) te vervaardigen, ongeacht of deze van oorsprong uit de Unie zijn, direct of indirect te verkopen, te leveren, over te dragen aan of uit te voeren naar natuurlijke personen, rechtspersonen, entiteiten of lichamen in Iran of voor gebruik in Iran.

De doorvoer over het grondgebied van Iran van uit de Unie uitgevoerde goederen en technologie als bedoeld in de eerste alinea is verboden.

2.   Het is verboden:

a)

direct of indirect aan natuurlijke personen, rechtspersonen, entiteiten of lichamen in Iran of voor gebruik in Iran technische bijstand, tussenhandeldiensten of andere diensten te verlenen die verband houden met de in lid 1 bedoelde goederen en technologie en met de levering, de vervaardiging, het onderhoud en het gebruik van die goederen en technologie;

b)

direct of indirect aan natuurlijke personen, rechtspersonen, entiteiten of lichamen in Iran of voor gebruik in Iran financiering of financiële bijstand in verband met de in lid 1 bedoelde goederen en technologie, te verlenen voor de verkoop, levering, overbrenging of uitvoer van deze goederen en technologie, of voor de verlening van daarmee verband houdende technische bijstand, tussenhandeldiensten of andere diensten.

c)

intellectuele-eigendomsrechten of fabrieksgeheimen op enige andere wijze te verkopen, in licentie te geven of over te dragen, alsmede rechten te verlenen op toegang tot of hergebruik van materiaal of informatie die door middel van intellectuele-eigendomsrechten wordt beschermd of die fabrieksgeheimen vormt in verband met de in lid 1 bedoelde goederen en technologie, en op het leveren, vervaardigen, onderhouden en gebruiken van die goederen en technologie, direct of indirect, aan natuurlijke personen, rechtspersonen, entiteiten of lichamen in Iran of voor gebruik in Iran.

3.   In afwijking van de leden 1 en 2 van dit artikel, en onverminderd, in voorkomend geval, het vergunningsvereiste krachtens Verordening (EU) 2021/821, kunnen bevoegde autoriteiten vergunning verlenen voor de verkoop, levering, overbrenging of uitvoer van de in lid 1 bedoelde goederen en technologie of de verlening van daarmee verband houdende technische of financiële bijstand, voor niet-militair gebruik of voor een niet-militaire eindgebruiker, nadat zij hebben geconstateerd dat die goederen of technologie of de daarmee verband houdende technische of financiële bijstand noodzakelijk zijn voor:

a)

medische of farmaceutische doeleinden, of

b)

humanitaire doeleinden, noodsituaties op gezondheidsgebied, de dringende preventie of beperking van de gevolgen van een gebeurtenis die ernstige en aanzienlijke gevolgen voor de gezondheid en veiligheid van de mens of voor het milieu zou kunnen hebben, of de respons op natuurrampen.

4.   Bevoegde autoriteiten kunnen een door hen overeenkomstig lid 3 verleende vergunning nietig verklaren, opschorten, wijzigen of intrekken indien zij van oordeel zijn dat die nietigverklaring, schorsing, wijziging of intrekking noodzakelijk is voor de doeltreffende uitvoering van deze verordening.

5.   Vergunningen die krachtens Verordening (EU) 2021/821 vereist zijn voor de uitvoer van goederen en technologie als bedoeld in lid 1, worden door de betrokken bevoegde autoriteiten afzonderlijk verleend overeenkomstig de voorschriften en procedures van Verordening (EU) 2021/821. Dergelijke vergunningen zijn in de gehele Unie geldig.

6.   Voor communicatie betreffende uit hoofde van Verordening (EU) 2021/821 verleende vergunningen wordt de toepasselijke procedure gevolgd via de in artikel 23, lid 6, van die verordening bedoelde relevante kanalen (het systeem voor goederen voor tweeërlei gebruik).

7.   De verbodsbepalingen van de leden 1 en 2 van dit artikel zijn tot en met 27 oktober 2023 niet van toepassing op verplichtingen die voortvloeien uit contracten die vóór 26 juli 2023 zijn gesloten, of uit aanvullende contracten die nodig zijn voor de uitvoering van een dergelijk contract.

Artikel 3

1.   Alle tegoeden en economische middelen die toebehoren aan, eigendom zijn, in het bezit zijn of onder zeggenschap staan van de in bijlage III vermelde natuurlijke personen of rechtspersonen, entiteiten of lichamen die verantwoordelijk zijn voor, steun verlenen aan of betrokken zijn bij het Iraanse programma voor UAV’s, en van de ook in bijlage III vermelde natuurlijke personen en rechtspersonen, entiteiten en lichamen die met hen banden hebben, worden bevroren.

2.   Aan of ten behoeve van de in bijlage III vermelde natuurlijke personen, rechtspersonen, entiteiten of lichamen worden geen tegoeden of economische middelen direct of indirect ter beschikking gesteld.

Artikel 3 bis

In afwijking van artikel 3 kunnen bevoegde autoriteiten, onder door hen passend geachte voorwaarden, toestemming verlenen voor de vrijgave of beschikbaarstelling van bepaalde bevroren tegoeden of economische middelen, nadat zij hebben vastgesteld dat de betrokken tegoeden of economische middelen:

a)

noodzakelijk zijn voor het dekken van uitgaven voor de basisbehoeften van de in bijlage III genoemde natuurlijke personen, en de gezinsleden die van deze natuurlijke personen afhankelijk zijn, zoals betalingen voor levensmiddelen, huur of hypotheeklasten, geneesmiddelen of medische behandelingen, belastingen, verzekeringspremies en nutsvoorzieningen;

b)

uitsluitend bestemd zijn voor het betalen van redelijke honoraria en het vergoeden van andere kosten van juridische diensten;

c)

uitsluitend bestemd zijn voor de betaling van honoraria of kosten voor het routinematig aanhouden of beheren van bevroren tegoeden of economische middelen,

d)

noodzakelijk zijn voor de betaling van buitengewone lasten, mits de bevoegde autoriteit de bevoegde autoriteiten van de andere lidstaten en de Commissie ten minste twee weken vóór zij de toestemming verleent, in kennis stelt van de redenen waarom zij meent dat specifieke toestemming moet worden verleend, of

e)

gestort worden op of betaald worden van een rekening die toebehoort aan een diplomatieke missie of consulaire post of een internationale organisatie die bescherming geniet op grond van het internationaal recht, voor zover die betalingen bestemd zijn voor de officiële doelen van de diplomatieke missie of consulaire post of de internationale organisatie.

Artikel 3 ter

In afwijking van artikel 3 kunnen bevoegde autoriteiten de vrijgave van bepaalde bevroren geldmiddelen of economische middelen of de beschikbaarstelling van bepaalde bevroren tegoeden of economische middelen toestaan, mits aan de volgende voorwaarden is voldaan:

a)

de tegoeden of economische middelen zijn het voorwerp van een scheidsrechterlijke beslissing die is gegeven vóór de datum waarop de natuurlijke persoon of rechtspersoon, de entiteit of het lichaam bedoeld in artikel 3, lid 1, op de lijst in bijlage III is geplaatst, dan wel van een vóór of na die datum in de Unie gegeven rechterlijke of administratieve beslissing of in de betrokken lidstaat uitvoerbare rechterlijke beslissing;

b)

de tegoeden of economische middelen worden uitsluitend gebruikt om te voldoen aan vorderingen die door een dergelijke beslissing zijn gewaarborgd of geldig zijn verklaard, binnen de grenzen gesteld door de toepasselijke wet- en regelgeving betreffende de rechten van titularissen van dergelijke vorderingen;

c)

het besluit komt niet ten goede aan een op de lijst in bijlage III opgenomen natuurlijke persoon, rechtspersoon, entiteit of lichaam, alsmede

d)

de erkenning van het besluit of vonnis is niet in strijd met de openbare orde van de betrokken lidstaat.

Artikel 3 quater

In afwijking van artikel 3 en mits een betaling verschuldigd is door in bijlage III vermelde natuurlijke personen, rechtspersonen, entiteiten of lichamen op grond van een contract of overeenkomst dat of die door hen is gesloten of een verplichting die voor hen is ontstaan vóór de datum waarop zij in bijlage III werden opgenomen, kunnen bevoegde autoriteiten, op door hen passend geachte voorwaarden, toestemming verlenen voor de vrijgave van bepaalde bevroren tegoeden of economische middelen, indien de bevoegde autoriteit heeft vastgesteld dat:

a)

de tegoeden of economische middelen worden gebruikt voor een betaling door een op de lijst in bijlage III opgenomen natuurlijke persoon of rechtspersoon, entiteit of lichaam; alsmede

b)

de betaling niet in strijd is met artikel 3, lid 2.

Artikel 3 quinquies

1.   Artikel 3, lid 2, vormt geen belemmering voor de creditering van bevroren rekeningen door financiële instellingen of kredietinstellingen die tegoeden ontvangen die door derden naar de rekening van op de lijst vermelde natuurlijke personen, rechtspersonen, entiteiten of lichamen zijn overgemaakt, mits de bijgeboekte bedragen eveneens bevroren worden. De financiële instelling of kredietinstelling brengt de relevante bevoegde autoriteit onverwijld op de hoogte van dergelijke verrichtingen.

2.   Artikel 3, lid 1, is niet van toepassing op het overmaken op bevroren rekeningen van rente of andere inkomsten op die rekeningen, betalingen die verschuldigd zijn overeenkomstig contracten, overeenkomsten of verplichtingen die zijn gesloten of ontstaan vóór de datum waarop de in artikel 3 voorziene maatregelen op deze rekeningen van toepassing werden, of betalingen die verschuldigd zijn uit hoofde van gerechtelijke, administratieve of arbitrale beslissingen die in de Unie zijn gegeven of in de betrokken lidstaat voor tenuitvoerlegging vatbaar zijn, mits die rente, andere inkomsten en betalingen onderworpen blijven aan de maatregelen van dat artikel.

Artikel 3 sexies

1.   Artikel 3, lid 2, geldt niet voor tegoeden of economische middelen die beschikbaar worden gesteld door organisaties en agentschappen die op basis van een pijleranalyse door de Unie worden beoordeeld en waarmee de Unie een kaderovereenkomst inzake financieel partnerschap heeft ondertekend op basis waarvan die organisaties en agentschappen optreden als humanitaire partners van de Unie, op voorwaarde dat die tegoeden of economische middelen noodzakelijk zijn voor uitsluitend humanitaire doeleinden in Iran.

2.   In gevallen die niet onder lid 1 van dit artikel vallen en in afwijking van artikel 3 kunnen de bevoegde autoriteiten, onder de algemene of specifieke voorwaarden die zij passend achten, specifieke of algemene toestemmingen verlenen om bepaalde bevroren tegoeden of economische middelen vrij te geven of om bepaalde tegoeden of economische middelen beschikbaar te stellen, op voorwaarde dat die tegoeden of economische middelen noodzakelijk zijn voor uitsluitend humanitaire doeleinden in Iran.

3.   Indien de bevoegde autoriteit binnen vijf werkdagen na ontvangst van een verzoek om toestemming uit hoofde van lid 2, geen negatief besluit heeft genomen, geen verzoek om informatie heeft ingediend of niet heeft laten weten dat ze meer tijd nodig heeft, wordt de vergunning geacht te zijn verleend.

4.   De betrokken lidstaat stelt de andere lidstaten en de Commissie binnen twee weken na het verlenen van de toestemming in kennis van elke uit hoofde van de leden 2 en 3 verleende toestemming.

Artikel 4

1.   Natuurlijke personen die verantwoordelijk zijn voor, steun verlenen aan of betrokken zijn bij het Iraanse programma voor UAV’s en de met hen geassocieerde natuurlijke personen, als genoemd in bijlage III, wordt het binnenkomen in of de doorreis over het grondgebied van een EU-lidstaat ontzegd.

2.   Lid 1 verplicht een lidstaat niet om eigen onderdanen de toegang tot zijn grondgebied te weigeren.

Artikel 5

1.   Natuurlijke personen, rechtspersonen, entiteiten en lichamen:

a)

verstrekken alle informatie die de naleving van deze verordening vergemakkelijkt, zoals informatie in verband met rekeningen en de bedragen die overeenkomstig artikel 3, lid 1, zijn bevroren, onverwijld aan de bevoegde autoriteit van de lidstaat waar zij gevestigd of gelokaliseerd zijn, en doen deze informatie, direct of via de lidstaat, toekomen aan de Commissie, en

b)

werken samen met de bevoegde autoriteit bij de verificatie van de in punt a) bedoelde informatie.

2.   De in lid 1 bedoelde verplichting geldt met inachtneming van de nationale regels betreffende de vertrouwelijkheid van informatie die in het bezit is van gerechtelijke autoriteiten, en met inachtneming van de in artikel 7 van het Handvest van de grondrechten van de Europese Unie gewaarborgde vertrouwelijkheid van de communicatie tussen advocaten en hun cliënten.

3.   Alle rechtstreeks door de Commissie ontvangen aanvullende informatie wordt ter beschikking gesteld van de lidstaten.

4.   Overeenkomstig dit artikel verstrekte en ontvangen informatie wordt uitsluitend gebruikt voor de doeleinden waarvoor de informatie is verstrekt of ontvangen.

Artikel 6

1.   De Commissie en de lidstaten stellen elkaar in kennis van de maatregelen die uit hoofde van deze verordening worden genomen en verstrekken elkaar alle relevante informatie waarover zij beschikken in verband met deze verordening, in het bijzonder informatie met betrekking tot:

a)

de uit hoofde van artikel 3 bevroren tegoeden en de toestemmingen die krachtens de artikelen 2, 3 bis, 3 ter en 3 quater zijn verleend, en

b)

inbreuken op de bepalingen van deze verordening, handhavingsproblemen en uitspraken van nationale rechtbanken.

2.   De lidstaten stellen elkaar en de Commissie onmiddellijk in kennis van alle andere relevante informatie waarover zij beschikken, en die van invloed kan zijn op de doeltreffende uitvoering van deze verordening.

Artikel 7

1.   Indien de Raad besluit een natuurlijke persoon, rechtspersoon, entiteit of lichaam te onderwerpen aan de in artikel 3 bedoelde maatregelen, wijzigt hij bijlage III dienovereenkomstig.

2.   De Raad stelt de betrokken natuurlijke persoon, rechtspersoon, entiteit of het betrokken lichaam in kennis van een besluit op grond van lid 1 en van de motivering voor opname in de lijst, hetzij rechtstreeks, indien het adres bekend is, hetzij door de bekendmaking van een kennisgeving, zodat die natuurlijke persoon, rechtspersoon, entiteit of dat lichaam daarover opmerkingen kan indienen.

3.   Indien er opmerkingen worden ingediend of substantieel nieuw bewijsmateriaal wordt overgelegd, toetst de Raad het betreffende besluit en brengt hij de betrokken natuurlijke persoon, rechtspersoon, entiteit of het betrokken lichaam daarvan op de hoogte.

4.   De lijst in bijlage III wordt regelmatig, en ten minste om de 12 maanden, geëvalueerd.

5.   De Commissie is bevoegd om bijlage I te wijzigen op basis van door de lidstaten verstrekte informatie.

Artikel 8

1.   In bijlage III staan de redenen voor het op de lijst plaatsen van de natuurlijke of rechtspersonen, entiteiten en lichamen.

2.   Bijlage III bevat de informatie, indien deze beschikbaar is, die nodig is om de betrokken natuurlijke personen of rechtspersonen, entiteiten of lichamen te identificeren. Met betrekking tot natuurlijke personen kan die informatie bestaan uit: namen en aliassen, geboortedatum en geboorteplaats, nationaliteit, paspoort- en identiteitskaartnummers, geslacht, adres indien bekend, en functie of beroep. Met betrekking tot rechtspersonen, entiteiten of lichamen kan dergelijke informatie bestaan uit: namen, plaats en datum van registerinschrijving, registratienummer, en plaats van vestiging.

Artikel 9

1.   De lidstaten stellen regels vast betreffende de sancties die van toepassing zijn op inbreuken op de bepalingen van deze verordening en nemen alle noodzakelijke maatregelen om ervoor te zorgen dat de regels worden toegepast. De vastgestelde sancties moeten doeltreffend, evenredig en afschrikkend zijn.

2.   De lidstaten stellen de Commissie na de inwerkingtreding van deze verordening onverwijld in kennis van de vaststelling van de in lid 1 bedoelde regels, en stellen haar vervolgens in kennis van alle wijzigingen ervan.

Artikel 10

1.   Bevriezing van tegoeden en economische middelen of weigering om tegoeden of economische middelen beschikbaar te stellen, indien die maatregel plaatsvindt in goed vertrouwen en in overeenstemming is met deze verordening, geeft geen aanleiding tot enigerlei aansprakelijkheid van de natuurlijke personen, rechtspersonen, entiteiten of lichamen die die maatregel uitvoeren, of van bestuurders of werknemers daarvan, tenzij het bewijs wordt geleverd dat de tegoeden en economische middelen uit nalatigheid zijn bevroren of ingehouden.

2.   Het optreden van natuurlijke personen, rechtspersonen, entiteiten of lichamen geeft geen aanleiding tot aansprakelijkheid van die natuurlijke personen, rechtspersonen, entiteiten of lichamen, indien zij niet wisten en niet redelijkerwijs konden vermoeden dat hun optreden een inbreuk zou vormen op de maatregelen waarin deze verordening voorziet.

Artikel 11

1.   Vorderingen in verband met contracten of andere transacties aan de uitvoering waarvan, direct of indirect, geheel of gedeeltelijk, afbreuk is gedaan door de maatregelen die uit hoofde van onderhavige verordening zijn ingesteld, met inbegrip van vorderingen tot schadeloosstelling of soortgelijke vorderingen, zoals een vordering tot schuldvergelijking of een garantievordering, met name een vordering tot verlenging of uitbetaling van een obligatie of van een garantie of contragarantie, of een financiële garantie of contragarantie, ongeacht de vorm hiervan, worden niet toegewezen indien deze vorderingen worden ingesteld door:

a)

in de lijst in bijlage III vermelde natuurlijke of rechtspersonen, entiteiten of lichamen;

b)

elke andere Iraanse persoon, Iraanse entiteit of Iraans lichaam;

c)

natuurlijke personen, rechtspersonen, entiteiten of lichamen die handelen voor rekening van of namens een van de in punt a) en punt b) bedoelde natuurlijke personen, rechtspersonen, entiteiten of lichamen.

2.   In procedures waartoe een vordering aanleiding geeft, wordt het bewijs dat de vordering niet op grond van lid 1 hoort te worden afgewezen, geleverd door de eisende natuurlijke persoon, rechtspersoon of entiteit of het eisende lichaam.

3.   Dit artikel geldt onverminderd het recht van de in lid 1 bedoelde natuurlijke personen, rechtspersonen, entiteiten en lichamen op toetsing door de rechter van de rechtmatigheid van de niet-nakoming van contractuele verplichtingen in overeenstemming met onderhavige verordening.

Artikel 12

1.   Het is verboden bewust of opzettelijk deel te nemen aan activiteiten die tot doel of tot gevolg hebben dat de verbodsbepalingen van deze verordening worden omzeild.

2.   In de lijst van bijlage III opgenomen natuurlijke personen, rechtspersonen, entiteiten of lichamen:

a)

melden binnen zes weken na de datum van opname op de lijst in bijlage III tegoeden of economische middelen die onder de jurisdictie van een lidstaat vallen en toebehoren aan, eigendom zijn, in het bezit zijn of onder zeggenschap staan van hen, aan de bevoegde autoriteiten van de lidstaat waar deze tegoeden of economische middelen zich bevinden, en

b)

werken met de betrokken bevoegde autoriteiten samen bij de verificatie van deze informatie.

3.   Niet-naleving van lid 2 wordt beschouwd als deelname, als bedoeld in lid 1, aan activiteiten die tot doel of gevolg hebben dat de in artikel 3 bedoelde maatregelen worden omzeild.

4.   De betrokken lidstaat verstrekt de overeenkomstig lid 2, punt a), gemelde informatie binnen twee weken aan de Commissie.

5.   Overeenkomstig dit artikel verstrekte en ontvangen informatie wordt uitsluitend gebruikt voor de doeleinden waarvoor de informatie is verstrekt of ontvangen.

6.   De verwerking van persoonsgegevens op grond van dit artikel geschiedt overeenkomstig deze verordening en Verordeningen (EU) 2016/679 en (EU) 2018/1725 en slechts voor zover dit nodig is voor de toepassing van deze verordening.

Artikel 13

1.   De Raad, de Commissie en de hoge vertegenwoordiger van de Unie voor buitenlandse zaken en veiligheidsbeleid (de “hoge vertegenwoordiger”) verwerken voor de uitoefening van hun taken uit hoofde van deze verordening persoonsgegevens. Deze taken omvatten het volgende:

a)

wat betreft de Raad, het opstellen en wijzigen van bijlage III;

b)

wat betreft de hoge vertegenwoordiger, het opstellen van wijzigingen van bijlage III;

c)

wat betreft de Commissie:

i)

het toevoegen van de inhoud van bijlage III aan de elektronische geconsolideerde lijst van personen, groepen en entiteiten waarop financiële sancties van de Europese Unie van toepassing zijn, en aan de interactieve sanctiekaart, die beide openbaar worden gemaakt;

ii)

het verwerken van informatie over de gevolgen van de maatregelen van deze verordening, zoals de waarde van bevroren tegoeden, alsook informatie over door de bevoegde autoriteiten verleende toestemming.

2.   De Raad, de Commissie en de hoge vertegenwoordiger mogen in voorkomend geval relevante gegevens verwerken die betrekking hebben op strafbare feiten die zijn gepleegd door natuurlijke personen op de lijst, op strafrechtelijke veroordelingen van die personen of veiligheidsmaatregelen betreffende die personen, doch uitsluitend voor zover deze verwerking noodzakelijk is voor het opstellen van bijlage III.

3.   Voor de toepassing van deze verordening gelden de Raad, de Commissie en de hoge vertegenwoordiger als “verwerkingsverantwoordelijke” in de zin van artikel 3, punt 8, van Verordening (EU) 2018/1725, teneinde te verzekeren dat de betrokken natuurlijke personen hun rechten uit hoofde van Verordening (EU) 2018/1725 kunnen uitoefenen.

Artikel 14

1.   De lidstaten wijzen de in deze verordening bedoelde bevoegde autoriteiten aan en vermelden deze op de in bijlage I vermelde websites. De lidstaten stellen de Commissie in kennis van elke adreswijziging van de websites zoals vermeld in bijlage I.

2.   De lidstaten stellen de Commissie na de inwerkingtreding van deze verordening onverwijld in kennis van de aanwijzing van hun bevoegde autoriteiten en hoe contact met hen kan worden opgenomen, en stellen haar vervolgens in kennis van alle wijzigingen van die aanwijzing.

3.   Voor meldingen en mededelingen aan, en andere vormen van communicatie met de Commissie die in deze verordening worden voorgeschreven, moet gebruik worden gemaakt van het adres en de andere contactgegevens die zijn vermeld in bijlage I.

Artikel 15

Overeenkomstig deze verordening door de Commissie verstrekte of ontvangen informatie mag door de Commissie uitsluitend worden gebruikt voor de doeleinden waarvoor de informatie is verstrekt of ontvangen.

Artikel 16

Deze verordening is van toepassing:

a)

op het grondgebied van de Unie, met inbegrip van haar luchtruim;

b)

aan boord van vlieg- of vaartuigen die onder de rechtsbevoegdheid van een lidstaat vallen;

c)

op alle zich op of buiten het grondgebied van de Unie bevindende natuurlijke personen die onderdaan van een lidstaat zijn;

d)

op alle uit hoofde van het recht van een lidstaat erkende of opgerichte rechtspersonen, entiteiten en lichamen, binnen of buiten het grondgebied van de Unie;

e)

op alle rechtspersonen, entiteiten en lichamen ten aanzien van alle geheel of gedeeltelijk binnen de Unie verrichte zakelijke transacties.

Artikel 17

Deze verordening treedt in werking op de dag na die van de bekendmaking ervan in het Publicatieblad van de Europese Unie.

Deze verordening is verbindend in al haar onderdelen en is rechtstreeks toepasselijk in elke lidstaat.

Gedaan te Brussel, 20 juli 2023.

Voor de Raad

De voorzitter

J. BORRELL FONTELLES


(1)  Zie bladzijde 20 van dit Publicatieblad.

(2)  Besluit 2014/512/GBVB van de Raad van 31 juli 2014 betreffende beperkende maatregelen naar aanleiding van acties van Rusland die de situatie in Oekraïne destabiliseren (PB L 229 van 31.7.2014, blz. 13).

(3)  Verordening (EU) nr. 833/2014 van de Raad van 31 juli 2014 betreffende beperkende maatregelen naar aanleiding van de acties van Rusland die de situatie in Oekraïne destabiliseren (PB L 229 van 31.7.2014, blz. 1).

(4)  Verordening (EU) 2021/821 van het Europees Parlement en de Raad van 20 mei 2021 tot instelling van een Unieregeling voor controle op de uitvoer, de tussenhandel, de technische bijstand, de doorvoer en de overbrenging van producten voor tweeërlei gebruik (PB L 206 van 11.6.2021, blz. 1).

(5)  Besluit 2014/145/GBVB van de Raad van 17 maart 2014 betreffende beperkende maatregelen met betrekking tot acties die de territoriale integriteit, soevereiniteit en onafhankelijkheid van Oekraïne ondermijnen of bedreigen (PB L 78 van 17.3.2014, blz. 16).

(6)  Besluit (GBVB) 2022/1986 van de Raad van 20 oktober 2022 tot wijziging van Besluit 2014/145/GBVB betreffende beperkende maatregelen met betrekking tot acties die de territoriale integriteit, soevereiniteit en onafhankelijkheid van Oekraïne ondermijnen of bedreigen (PB L 272 I van 20.10.2022, blz. 5).

(7)  Verordening (EU) nr. 269/2014 van de Raad van 17 maart 2014 betreffende beperkende maatregelen met betrekking tot acties die de territoriale integriteit, soevereiniteit en onafhankelijkheid van Oekraïne ondermijnen of bedreigen (PB L 78 van 17.3.2014, blz. 6).

(8)  Besluit (GBVB) 2022/2432 van de Raad van 12 december 2022 tot wijziging van Besluit 2014/145/GBVB betreffende beperkende maatregelen met betrekking tot acties die de territoriale integriteit, soevereiniteit en onafhankelijkheid van Oekraïne ondermijnen of bedreigen (PB L 318 I van 12.12.2022, blz. 32).

(9)  Besluit (GBVB) 2023/432 van de Raad van 25 februari 2023 tot wijziging van Besluit 2014/145/GBVB betreffende beperkende maatregelen met betrekking tot acties die de territoriale integriteit, soevereiniteit en onafhankelijkheid van Oekraïne ondermijnen of bedreigen (PB L 59 I van 25.2.2023, blz. 437).

(10)  Verordening (EU) 2016/679 van het Europees Parlement en de Raad van 27 april 2016 betreffende de bescherming van natuurlijke personen in verband met de verwerking van persoonsgegevens en betreffende het vrije verkeer van die gegevens en tot intrekking van Richtlijn 95/46/EG (algemene verordening gegevensbescherming) (PB L 119 van 4.5.2016, blz. 1).

(11)  Verordening (EU) 2018/1725 van het Europees Parlement en de Raad van 23 oktober 2018 betreffende de bescherming van natuurlijke personen in verband met de verwerking van persoonsgegevens door de instellingen, organen en instanties van de Unie en betreffende het vrije verkeer van die gegevens, en tot intrekking van Verordening (EG) nr. 45/2001 en Besluit nr. 1247/2002/EG (PB L 295 van 21.11.2018, blz. 39).


BIJLAGE I

Websites voor informatie over bevoegde autoriteiten en adres voor kennisgevingen aan de Commissie

BELGIË

https://diplomatie.belgium.be/en/policy/policy_areas/peace_and_security/sanctions

BULGARIJE

https://www.mfa.bg/en/EU-sanctions

TSJECHIË

www.financnianalytickyurad.cz/mezinarodni-sankce.html

DENEMARKEN

http://um.dk/da/Udenrigspolitik/folkeretten/sanktioner/

DUITSLAND

https://www.bmwi.de/Redaktion/DE/Artikel/Aussenwirtschaft/embargos-aussenwirtschaftsrecht.html

ESTLAND

https://vm.ee/sanktsioonid-ekspordi-ja-relvastuskontroll/rahvusvahelised-sanktsioonid

IERLAND

https://www.dfa.ie/our-role-policies/ireland-in-the-eu/eu-restrictive-measures/

GRIEKENLAND

http://www.mfa.gr/en/foreign-policy/global-issues/international-sanctions.html

SPANJE

https://www.exteriores.gob.es/es/PoliticaExterior/Paginas/SancionesInternacionales.aspx

FRANKRIJK

http://www.diplomatie.gouv.fr/fr/autorites-sanctions/

KROATIË

https://mvep.gov.hr/vanjska-politika/medjunarodne-mjere-ogranicavanja/22955

ITALIË

https://www.esteri.it/it/politica-estera-e-cooperazione-allo-sviluppo/politica_europea/misure_deroghe/

CΥΡRUS

https://mfa.gov.cy/themes/

LETLAND

http://www.mfa.gov.lv/en/security/4539

LITOUWEN

http://www.urm.lt/sanctions

LUXEMBURG

https://maee.gouvernement.lu/fr/directions-du-ministere/affaires-europeennes/organisations-economiques-int/mesures-restrictives.html

HONGARIJE

https://kormany.hu/kulgazdasagi-es-kulugyminiszterium/ensz-eu-szankcios-tajekoztato

MALTA

https://foreignandeu.gov.mt/en/Government/SMB/Pages/SMB-Home.aspx

NEDERLAND

https://www.rijksoverheid.nl/onderwerpen/internationale-sancties

OOSTENRIJK

https://www.bmeia.gv.at/themen/aussenpolitik/europa/eu-sanktionen-nationale-behoerden/

POLEN

https://www.gov.pl/web/dyplomacja/sankcje-miedzynarodowe

https://www.gov.pl/web/diplomacy/international-sanctions

PORTUGAL

https://portaldiplomatico.mne.gov.pt/politica-externa/medidas-restritivas

ROEMENIË

http://www.mae.ro/node/1548

SLOVENIË

http://www.mzz.gov.si/si/omejevalni_ukrepi

SLOWAKIJE

https://www.mzv.sk/europske_zalezitosti/europske_politiky-sankcie_eu

FINLAND

https://um.fi/pakotteet

ZWEDEN

https://www.regeringen.se/sanktioner

Adres voor kennisgevingen aan de Europese Commissie:

Europese Commissie

Directoraat-generaal Financiële Stabiliteit, Financiële Diensten en Kapitaalmarktenunie (DG FISMA)

Jozef II-straat 54

B-1049 Brussel, België

E-mail: relex-sanctions@ec.europa.eu


BIJLAGE II

Lijst van de in artikel 2 bedoelde goederen

Categorie 1 — Onbemande luchtvaartuigen

Omschrijving

GN-code

Onbemande luchtvaartuigen, andere dan die ontworpen voor het vervoer van passagiers

8806.91

8806.92

8806.93

8806.94

8806.99

Categorie 2 — Voortstuwings- en navigatieonderdelen

Omschrijving

GN-code

Gasturbinemotoren (schroefturbine-, turbinestraal- en turbofanmotoren) voor luchtvaartuigen en speciaal ontworpen onderdelen daarvan

ex ex 8411.11

ex ex 8411.12

ex ex 8411.21

ex ex 8411.22

ex ex 8411.91

Zuigermotoren met vonkontsteking, wankelmotoren daaronder begrepen, voor luchtvaartuigen

8407.10

Delen waarvan kan worden onderkend dat zij uitsluitend of hoofdzakelijk bestemd zijn voor zuigermotoren, voor luchtvaartuigen

8409.10

Zuigermotoren met zelfontsteking, voor luchtvaartuigen

ex ex 8408.90

Traagheidsnavigatiesystemen, traagheidsmeeteenheden (IMU), versnellingsmeters of gyroscopen

9014.20

Radars voor onbemande luchtvaartuigen en speciaal ontworpen onderdelen daarvan

ex ex 8526.10

ex ex 8529.90

Toestellen voor radionavigatie voor luchtvaartuigen en speciaal ontworpen onderdelen daarvan

ex ex 8526.91

ex ex 8529.90

Vluchtregelmodule voor onbemand luchtvaartuig (UAV)

ex ex 8807.30

Afstandsbediening voor onbemande luchtvaartuigen (UAV’s)

ex ex 8807.30

Categorie 3 — Elektronische onderdelen en apparaten

Omschrijving

GN-code

Geïntegreerde schakelingen, als hieronder: door de gebruiker te programmeren gate array (Field Programable Gate Array — FPGA), microbesturing, microprocessor, signaalprocessor, signaalanalysator

ex ex 8542.31

ex ex 8542.39

“MMIC”-versterker

ex ex 8542.33

“RF”-filter of elektromagnetische-interferentiefilter (EMI), geschikt voor luchtvaartuigen

ex ex 8548.00

Nachtzichtcamera

8525.83

Camera (zichtbaar of thermisch), speciaal ontworpen voor onbemande luchtvaartuigen

ex ex 8525.89

Camera voor luchtfotografie

ex ex 9006.30

Thermische sensor voor UAV-camera’s

ex ex 8529.90

ex ex 9013.80

ex ex 9025.80

ex ex 9026.90

ex ex 9027.50

Categorie 4 — Andere items

Apparatuur voor “satellietnavigatiesystemen”, met inbegrip van antennes die geschikt zijn voor de ontvangst van GNSS-signalen

Laserrangefinder in de lucht

LIDAR-systemen

Technologie die is ontworpen of specifiek is aangepast voor het testen, ontwikkelen of produceren van bovengenoemde apparatuur.


BIJLAGE III

Lijst van in artikel 3 bedoelde natuurlijke en rechtspersonen, entiteiten en lichamen

[…]


Top