This document is an excerpt from the EUR-Lex website
Document C2004/314/30
Judgment of the Court of First Instance of 21 October 2004 in Case T-36/99: Lenzing AG v Commission of the European Communities (State aid — Action for annulment — Admissibility — Act of individual concern to the applicant — Article 87(1) EC — Agreements on the rescheduling and repayment of debts — Private creditor test)
Arrest van het Gerecht van Eerste Aanleg van 21 oktober 2004 in zaak T-36/99, Lenzing AG tegen Commissie van de Europese Gemeenschappen (Steunmaatregelen — Beroep tot nietigverklaring — Ontvankelijkheid — Handeling die verzoeker individueel raakt — Artikel 87, lid 1, EG — Overeenkomsten tot herschikking en aflossing van schulden — Criterium van particuliere schuldeiser)
Arrest van het Gerecht van Eerste Aanleg van 21 oktober 2004 in zaak T-36/99, Lenzing AG tegen Commissie van de Europese Gemeenschappen (Steunmaatregelen — Beroep tot nietigverklaring — Ontvankelijkheid — Handeling die verzoeker individueel raakt — Artikel 87, lid 1, EG — Overeenkomsten tot herschikking en aflossing van schulden — Criterium van particuliere schuldeiser)
PB C 314 van 18.12.2004, p. 12–12
(ES, CS, DA, DE, ET, EL, EN, FR, IT, LV, LT, HU, NL, PL, PT, SK, SL, FI, SV)
|
18.12.2004 |
NL |
Publicatieblad van de Europese Unie |
C 314/12 |
ARREST VAN HET GERECHT VAN EERSTE AANLEG
van 21 oktober 2004
in zaak T-36/99, Lenzing AG tegen Commissie van de Europese Gemeenschappen (1)
(Steunmaatregelen - Beroep tot nietigverklaring - Ontvankelijkheid - Handeling die verzoeker individueel raakt - Artikel 87, lid 1, EG - Overeenkomsten tot herschikking en aflossing van schulden - Criterium van particuliere schuldeiser)
(2004/C 314/30)
Procestaal: Duits
In zaak T-36/99, Lenzing AG, gevestigd te Lenzing (Oostenrijk), aanvankelijk vertegenwoordigd door H.-J. Niemeyer, vervolgens door I. Brinker en U. Soltész, advocaten, tegen Commissie van de Europese Gemeenschappen (gemachtigden: V. Kreuschitz en D. Triantafyllou, bijgestaan door M. Núñez-Müller, advocaat, domicilie gekozen hebbende te Luxemburg), ondersteund door Koninkrijk Spanje (gemachtigde: N. Díaz Abad, domicilie gekozen hebbende te Luxemburg), betreffende een beroep strekkende tot gedeeltelijke nietigverklaring van beschikking 1999/395/EG van de Commissie van 28 oktober 1998 betreffende staatssteun die door Spanje aan Sniace SA, gevestigd te Torrelavega, Cantabrië, is verleend (PB 1999, L 149, blz. 40), zoals gewijzigd bij beschikking 2001/43/EG van de Commissie van 20 september 2000 (PB 2001, L 11, blz. 46), heeft het Gerecht (Vijfde kamer — uitgebreid), samengesteld als volgt: R. García-Valdecasas, kamerpresident, P. Lindh, J. D. Cooke, H. Legal en M. E. Martins Ribeiro, rechters; griffier: D. Christensen, administrateur, op 21 oktober 2004 een arrest gewezen waarvan het dictum luidt als volgt:
|
1) |
Artikel 1, lid 1, van beschikking 1999/395/EG van de Commissie van 28 oktober 1998 betreffende staatssteun die door Spanje aan Sniace SA, gevestigd te Torrelavega, Cantabrië, is verleend, zoals gewijzigd bij beschikking 2001/43/EG van de Commissie van 20 september 2000, wordt nietigverklaard. |
|
2) |
De Commissie zal haar eigen kosten en die van verzoekster dragen. |
|
3) |
Het Koninkrijk Spanje zal zijn eigen kosten dragen. |