Choose the experimental features you want to try

This document is an excerpt from the EUR-Lex website

Document C2004/106/84

    Zaak C-159/04: Verzoek van het Dioikitiko Protodikeio Ioanninon van 26 november 2003 om een prejudiciële beslissing in het geding tussen Carfour Marinopoulos AE en 1) Elliniko Dimosio en 2) Nomarchiaki aftodioikisi Ioanninon

    PB C 106 van 30.4.2004, p. 48–48 (ES, DA, DE, EL, EN, FR, IT, NL, PT, FI, SV)

    30.4.2004   

    NL

    Publicatieblad van de Europese Unie

    C 106/48


    Verzoek van het Dioikitiko Protodikeio Ioanninon van 26 november 2003 om een prejudiciële beslissing in het geding tussen Carfour Marinopoulos AE en 1) Elliniko Dimosio en 2) Nomarchiaki aftodioikisi Ioanninon

    (Zaak C-159/04)

    (2004/C 106/84)

    Bij beschikking van 26 november 2003 (ingekomen ter griffie van het Hof van Justitie op 29 maart 2004) heeft het Dioikitiko Protodikeio Ioanninon in het geding tussen Carfour Marinopoulos AE en 1) Elliniko Dimosio en 2) Nomarchiaki aftodioikisi Ioanninon, het Hof van Justitie van de Europese Gemeenschappen verzocht om een prejudiciële beslissing over de navolgende vragen:

    a)

    Vormt het vereiste van de in de motivering bedoelde voorafgaande vergunning voor de verkoop van „bake-off” producten een maatregel van gelijke werking als een kwantitatieve beperking in de zin van artikel 28 EG?

    b)

    Indien het zou worden beschouwd als een kwantitatieve maatregel, beoogt het vereiste van de voorafgaande vergunning voor het bakken van brood dan enkel een kwalitatief doel – en is het dus enkel een kwalitatieve differentiëring naar gelang van de kenmerken van het verkochte brood (geur, smaak, kleur en uitzicht van de korst) alsook de voedingswaarde ervan (arrest van het Hof van Justitie van de Europese Gemeenschappen van 5 november 2002, C-325/00, Commissie/Duitsland) – of beoogt het de bescherming van de consument en de volksgezondheid tegen een eventuele wijziging van de kwaliteit (Symvoulio tis Epikrateias 3852/2002).

    c)

    Gegeven zijnde dat de voormelde beperking zonder onderscheid voor binnenlandse en communautaire producten van het type „bake-off” geldt, bestaat er een band met het gemeenschapsrecht en kan die beperking de vrije handel in genoemde producten tussen de lidstaten als dan niet rechtstreeks, daadwerkelijk of potentieel belemmeren?


    Top