Choose the experimental features you want to try

This document is an excerpt from the EUR-Lex website

Document 62021CN0655

    Zaak C-655/21: Verzoek om een prejudiciële beslissing ingediend door de Rayonen sad Nesebar (Bulgarije) op 27 oktober 2021 — Strafzaak tegen G. ST. T.

    PB C 37 van 24.1.2022, p. 16–17 (BG, ES, CS, DA, DE, ET, EL, EN, FR, HR, IT, LV, LT, HU, MT, NL, PL, PT, RO, SK, SL, FI, SV)

    24.1.2022   

    NL

    Publicatieblad van de Europese Unie

    C 37/16


    Verzoek om een prejudiciële beslissing ingediend door de Rayonen sad Nesebar (Bulgarije) op 27 oktober 2021 — Strafzaak tegen G. ST. T.

    (Zaak C-655/21)

    (2022/C 37/22)

    Procestaal: Bulgaars

    Verwijzende rechter

    Rayonen sad Nesebar

    Partij in de strafzaak

    G. ST. T.

    Prejudiciële vragen

    1)

    Zijn een wettelijke regeling en rechtspraak volgens welke de door de rechthebbende geleden schade een bestanddeel vormt van de strafbare feiten van artikel 172b, leden 1 en 2, NK, verenigbaar met de bepalingen van richtlijn 2004/48/EG (1) van het Europees Parlement en de Raad van 29 april 2004 die betrekking hebben op schade die is veroorzaakt door de onrechtmatige uitoefening van intellectuele-eigendomsrechten?

    2)

    Indien de eerste vraag bevestigend wordt beantwoord: is het door de rechtspraak in de Republiek Bulgarije ingevoerde automatische vermoeden voor de vaststelling van de omvang van de schade — die op grond van dit vermoeden gelijk wordt gesteld aan de waarde van de te koop aangeboden goederen, berekend op basis van de detailhandelsprijzen van rechtmatig vervaardigde goederen — verenigbaar met de bepalingen van richtlijn 2004/48/EG van het Europees Parlement en de Raad van 29 april 2004?

    3)

    Is een wettelijke regeling waarin geen onderscheid wordt gemaakt tussen een bestuursrechtelijke overtreding (artikel 127, lid 1, van de thans geldende ZMGO en artikel 81, lid 1, van de in 2016 geldende ZMGO), het strafbare feit van artikel 172b, lid 1, NK en — indien de eerste vraag ontkennend wordt beantwoord — het strafbare feit van artikel 172b, lid 2, NK, verenigbaar met het in artikel 49 van het Handvest neergelegde strafrechtelijke legaliteitsbeginsel?

    4)

    Zijn de in artikel 172b, lid 2, NK neergelegde straffen (een vrijheidsstraf van vijf tot acht jaar en een geldboete van vijfduizend tot achtduizend (BGN) verenigbaar met het in artikel 49, lid 3, van het Handvest neergelegde beginsel (volgens hetwelk de zwaarte van de straf niet onevenredig mag zijn aan het strafbare feit)?


    (1)  Richtlijn 2004/48/EG van het Europees Parlement en de Raad van 29 april 2004 betreffende de handhaving van intellectuele-eigendomsrechten (PB 2004, L 157, blz. 45).


    Top