Choose the experimental features you want to try

This document is an excerpt from the EUR-Lex website

Document 62021CN0651

    Zaak C-651/21: Verzoek om een prejudiciële beslissing ingediend door de Sofiyski rayonen sad (Bulgarije) op 25 oktober 2021 — Strafzaak tegen M. Ya. M.

    PB C 37 van 24.1.2022, p. 15–15 (BG, ES, CS, DA, DE, ET, EL, EN, FR, HR, IT, LV, LT, HU, MT, NL, PL, PT, RO, SK, SL, FI, SV)

    24.1.2022   

    NL

    Publicatieblad van de Europese Unie

    C 37/15


    Verzoek om een prejudiciële beslissing ingediend door de Sofiyski rayonen sad (Bulgarije) op 25 oktober 2021 — Strafzaak tegen M. Ya. M.

    (Zaak C-651/21)

    (2022/C 37/20)

    Procestaal: Bulgaars

    Verwijzende rechter

    Sofiyski rayonen sad

    Partijen in de strafzaak

    M. Ya. M.

    Prejudiciële vragen

    1.

    Moet artikel 13 van verordening (EU) nr. 650/2012 (1) [omissis], gelezen in samenhang met het beginsel van rechtszekerheid, aldus worden uitgelegd dat het eraan in de weg staat dat nadat een erfgenaam bij het gerecht van de staat waarin hij zijn gewone verblijfplaats heeft, de aanvaarding of verwerping van de nalatenschap van een erflater die ten tijde van zijn overlijden zijn gewone verblijfplaats in een andere lidstaat van de Europese Unie had, reeds heeft laten inschrijven, in die andere lidstaat van de Europese Unie ook wordt verzocht om inschrijving van die verwerping of aanvaarding?

    2.

    Indien het antwoord op de eerste vraag luidt dat inschrijving is toegestaan: moeten artikel 13 van verordening (EU) nr. 650/2012 [omissis], gelezen in samenhang met de beginselen van rechtszekerheid en de effectieve handhaving van het Unierecht alsmede de verplichting van de lidstaten om samen te werken overeenkomstig artikel 4, lid 3, VEU, aldus worden uitgelegd dat een verzoek tot inschrijving van de door een erfgenaam in de staat van zijn gewone verblijfplaats afgelegde verklaring van verwerping van de nalatenschap van een gemeenschappelijke erflater, dat is ingediend door een andere erfgenaam die verblijft in de staat waar de erflater ten tijde van zijn overlijden zijn gewone woonplaats had, is toegestaan, ook al voorziet het procesrecht van de laatstgenoemde staat niet in de mogelijkheid om de verwerping van de nalatenschap in naam van een derde in te schrijven?


    (1)  Verordening (EU) nr. 650/2012 van het Europees Parlement en de Raad van 4 juli 2012 betreffende de bevoegdheid, het toepasselijke recht, de erkenning en de tenuitvoerlegging van beslissingen en de aanvaarding en de tenuitvoerlegging van authentieke akten op het gebied van erfopvolging, alsmede betreffende de instelling van een Europese erfrechtverklaring (PB 2012, L 201, blz. 107).


    Top