EUR-Lex Access to European Union law

Back to EUR-Lex homepage

This document is an excerpt from the EUR-Lex website

Document 62021CA0682

Zaak C-682/21, HSC Baltic e.a.: Arrest van het Hof (Vierde kamer) van 26 januari 2023 (verzoek om een prejudiciële beslissing ingediend door de Lietuvos Aukščiausiasis Teismas — Litouwen) — “HSC Baltic” UAB, “Mitnija” UAB, “Montuotojas” UAB / Vilniaus miesto savivaldybės administracija (Prejudiciële verwijzing – Overheidsopdrachten – Richtlijn 2014/24/EU – Artikel 57, lid 4, onder g) – Facultatieve uitsluitingsgrond in verband met tekortkomingen bij een eerdere opdracht – Opdracht gegund aan een combinatie van ondernemers – Beëindiging van deze opdracht – Automatische opneming van alle leden van de combinatie op een lijst van onbetrouwbare leveranciers – Evenredigheidsbeginsel – Richtlijn 89/665/EEG – Artikel 1, leden 1 en 3 – Recht op een doeltreffende voorziening in rechte)

PB C 94 van 13.3.2023, p. 8–9 (BG, ES, CS, DA, DE, ET, EL, EN, FR, GA, HR, IT, LV, LT, HU, MT, NL, PL, PT, RO, SK, SL, FI, SV)

13.3.2023   

NL

Publicatieblad van de Europese Unie

C 94/8


Arrest van het Hof (Vierde kamer) van 26 januari 2023 (verzoek om een prejudiciële beslissing ingediend door de Lietuvos Aukščiausiasis Teismas — Litouwen) — “HSC Baltic” UAB, “Mitnija” UAB, “Montuotojas” UAB / Vilniaus miesto savivaldybės administracija

(Zaak C-682/21 (1), HSC Baltic e.a.)

(Prejudiciële verwijzing - Overheidsopdrachten - Richtlijn 2014/24/EU - Artikel 57, lid 4, onder g) - Facultatieve uitsluitingsgrond in verband met tekortkomingen bij een eerdere opdracht - Opdracht gegund aan een combinatie van ondernemers - Beëindiging van deze opdracht - Automatische opneming van alle leden van de combinatie op een lijst van onbetrouwbare leveranciers - Evenredigheidsbeginsel - Richtlijn 89/665/EEG - Artikel 1, leden 1 en 3 - Recht op een doeltreffende voorziening in rechte)

(2023/C 94/08)

Procestaal: Litouws

Verwijzende rechter

Lietuvos Aukščiausiasis Teismas

Partijen in het hoofdgeding

Verzoekende partijen:“HSC Baltic” UAB, “Mitnija” UAB, “Montuotojas” UAB

Verwerende partij: Vilniaus miesto savivaldybės administracija

In tegenwoordigheid van: “Active Construction Management” UAB, in staat van faillissement, “Vilniaus vystymo kompanija” UAB

Dictum

1)

Artikel 18, lid 1, en artikel 57, lid 4, onder g), van richtlijn 2014/24/EU van het Europees Parlement en de Raad van 26 februari 2014 betreffende het plaatsen van overheidsopdrachten en tot intrekking van richtlijn 2004/18/EG

moeten aldus worden uitgelegd dat

zij zich verzetten tegen een nationale regelgeving of praktijk die inhoudt dat wanneer de aanbestedende dienst een aan een combinatie van ondernemers gegunde overheidsopdracht beëindigt wegens aanzienlijke of voortdurende tekortkomingen die tot niet-uitvoering van een wezenlijk voorschrift in het kader van deze opdracht hebben geleid, alle leden van deze combinatie automatisch op een lijst van onbetrouwbare leveranciers worden opgenomen waardoor zij, in beginsel, tijdelijk niet kunnen deelnemen aan nieuwe openbare aanbestedingsprocedures.

2)

Artikel 18, lid 1, en artikel 57, lid 4, onder g), van richtlijn 2014/24

moeten aldus worden uitgelegd dat

een ondernemer die lid is van een combinatie waaraan een overheidsopdracht is gegund, in geval van beëindiging van deze opdracht wegens niet-naleving van een wezenlijk voorschrift — teneinde te bewijzen dat het niet gerechtvaardigd is om hem op een lijst van onbetrouwbare leveranciers op te nemen — alle mogelijke gegevens mag aanvoeren, ook gegevens met betrekking tot derden zoals bijvoorbeeld de leidende partner van deze combinatie, die kunnen aantonen dat hij de tekortkomingen die tot de beëindiging van die opdracht hebben geleid niet heeft veroorzaakt en dat redelijkerwijs niet meer van hem kon worden geëist dan hij heeft gedaan om die tekortkomingen te verhelpen.

3)

Artikel 1, leden 1 en 3, van richtlijn 89/665/EEG van de Raad van 21 december 1989 houdende de coördinatie van de wettelijke en bestuursrechtelijke bepalingen betreffende de toepassing van de beroepsprocedures inzake het plaatsen van overheidsopdrachten voor leveringen en voor de uitvoering van werken, zoals gewijzigd bij richtlijn 2014/23/EU van het Europees Parlement en de Raad van 26 februari 2014,

moet aldus worden uitgelegd dat

een lidstaat die bij het vastleggen van de voorwaarden voor toepassing van de in artikel 57, lid 4, onder g), van richtlijn 2014/24 bedoelde facultatieve uitsluitingsgrond bepaalt dat de leden van een combinatie van ondernemers waaraan een overheidsopdracht is gegund, in geval van beëindiging van deze opdracht wegens niet-naleving van een wezenlijk voorschrift op een lijst van onbetrouwbare leveranciers worden opgenomen waardoor zij, in beginsel, tijdelijk niet mogen deelnemen aan nieuwe openbare aanbestedingsprocedures, het recht van deze ondernemers moet waarborgen om op doeltreffende wijze beroep in te stellen tegen hun opneming op deze lijst.


(1)  PB C 84 van 21.2.2022.


Top