Choose the experimental features you want to try

This document is an excerpt from the EUR-Lex website

Document 62020TN0745

    Zaak T-745/20: Beroep ingesteld op 21 december 2020 — Symphony Environmental Technologies en Symphony Environmental / Parlement e.a.

    PB C 53 van 15.2.2021, p. 54–55 (BG, ES, CS, DA, DE, ET, EL, EN, FR, HR, IT, LV, LT, HU, MT, NL, PL, PT, RO, SK, SL, FI, SV)

    15.2.2021   

    NL

    Publicatieblad van de Europese Unie

    C 53/54


    Beroep ingesteld op 21 december 2020 — Symphony Environmental Technologies en Symphony Environmental / Parlement e.a.

    (Zaak T-745/20)

    (2021/C 53/70)

    Procestaal: Engels

    Partijen

    Verzoekende partijen: Symphony Environmental Technologies plc (Borehamwood, Verenigd Koninkrijk), Symphony Environmental Ltd (Borehamwood) (vertegenwoordigers: G. Harvey, P. Selley, Solicitors, J. Holmes, QC en J. Williams, Barrister)

    Verwerende partijen: Europees Parlement, Raad van de Europese Unie, Europese Commissie

    Conclusies

    vaststellen dat verwerende partijen niet-contractueel aansprakelijk zijn op grond van artikel 340, tweede alinea, VWEU en/of artikel 41, lid 3, van het Handvest van de grondrechten van de Europese Unie, wat betreft de vaststelling van artikel 5 en overweging 15 (voor zover zij van toepassing zijn op oxo-degradeerbare kunststoffen) van richtlijn (EU) 2019/904 van het Europees Parlement en de Raad van 5 juni 2019 betreffende de vermindering van de effecten van bepaalde kunststofproducten op het milieu (1);

    bijgevolg, verwerende partijen gelasten om verzoekende partijen te vergoeden voor de geleden schade, daaronder begrepen alle extra schade die zij lijden in de loop van de procedure en/of alle redelijkerwijs voorzienbare schade, vermeerderd met rente ten belope van een bedrag dat en tegen een rentevoet die in de loop van deze procedure moeten worden bepaald;

    subsidiair, partijen gelasten om binnen een redelijke termijn na de datum van het arrest cijfers over te leggen met betrekking tot het bedrag van de schadevergoeding die bij overeenkomst tussen partijen is vastgelegd of, bij gebreke van overeenkomst, partijen gelasten om binnen dezelfde termijn hun opmerkingen met cijfers in te dienen;

    hoe dan ook, verwerende partijen gelasten om de kosten te betalen die verzoekende partijen in verband met deze procedure hebben moeten maken.

    Middelen en voornaamste argumenten

    Ter ondersteuning van hun beroep voeren verzoekende partijen drie middelen aan.

    1.

    Eerste middel: door hun handelwijze in verband met de voorbereiding en vaststelling van het in artikel 5 neergelegde verbod zijn verwerende partijen onrechtmatig opgetreden en zijn zij tekortgeschoten in hun niet-contractuele verplichtingen jegens verzoekende partijen, hetgeen dient te worden vergoed op grond van artikel 340 VWEU en/of artikel 41 van het Handvest. Bij de uitvaardiging van het in artikel 5 neergelegde verbod zijn volgens verzoekende partijen procedurele fouten gemaakt, is het evenredigheidsbeginsel onrechtmatig geschonden en/of is er sprake van kennelijke beoordelingsfouten.

    2.

    Tweede middel: wegens de onrechtmatige (collectieve of individuele) handelwijze van verwerende partijen hebben verzoekende partijen schade geleden en/of zullen zij waarschijnlijk schade lijden, waaronder (a) derving van winst; (b) reputatieschade; en/of (c) verlies van ondernemingswaarde.

    3.

    Derde middel: er bestaat een voldoende causaal verband tussen de onrechtmatige (collectieve of individuele) handelwijze van verwerende partijen en de schade die verzoekende partijen hebben geleden en/of waarschijnlijk zullen lijden.


    (1)  PB 2019, L 155, blz. 1.


    Top