This document is an excerpt from the EUR-Lex website
Document 62019CN0534
Case C-534/19: Request for a preliminary ruling from the Tribunal Superior de Justicia de Castilla-La Mancha (Spain) lodged on 11 July 2019 — SR v Subdelegación del Gobierno en Ciudad Real
Zaak C-534/19: Verzoek om een prejudiciële beslissing ingediend door de Tribunal Superior de Justicia de Castilla-La Mancha (Spanje) op 11 juli 2019 – SR/Subdelegación del Gobierno en Ciudad Real
Zaak C-534/19: Verzoek om een prejudiciële beslissing ingediend door de Tribunal Superior de Justicia de Castilla-La Mancha (Spanje) op 11 juli 2019 – SR/Subdelegación del Gobierno en Ciudad Real
PB C 372 van 4.11.2019, p. 12–13
(BG, ES, CS, DA, DE, ET, EL, EN, FR, HR, IT, LV, LT, HU, MT, NL, PL, PT, RO, SK, SL, FI, SV)
4.11.2019 |
NL |
Publicatieblad van de Europese Unie |
C 372/12 |
Verzoek om een prejudiciële beslissing ingediend door de Tribunal Superior de Justicia de Castilla-La Mancha (Spanje) op 11 juli 2019 – SR/Subdelegación del Gobierno en Ciudad Real
(Zaak C-534/19)
(2019/C 372/12)
Procestaal: Spaans
Verwijzende rechter
Tribunal Superior de Justicia de Castilla-La Mancha
Partijen in het hoofdgeding
Eisende partij in hoger beroep: SR
Gedaagde partij in hoger beroep: Subdelegación del Gobierno en Ciudad Real
Prejudiciële vraag
Is een uitlegging als vervat in de arresten van de Spaanse Tribunal Supremo nr. 191/2019 van 19 februari 2019, cassatieberoep 5607/2017 (ECLI:ES:TS:2019:580), en nr. 257/2019 van 27 februari 2019, cassatieberoep 5809/2017 (ECLI:ES:TS:2019:663), volgens welke middels een aan richtlijn 2001/40/EG (1) gegeven uitlegging kan worden geconcludeerd dat een derdelander met een vergunning tot langdurig verblijf die een strafbaar feit heeft gepleegd waarvoor een vrijheidsstraf van ten minste één jaar geldt „automatisch” kan en moet worden verwijderd, dus zonder dat zijn persoonlijke, gezins-, sociale of professionele omstandigheden in aanmerking worden genomen, verenigbaar met artikel 12 van richtlijn 2003/109/EG van de Raad van 25 november 2003 betreffende de status van langdurig ingezeten onderdanen van derde landen (2) en met onder meer de arresten van het Hof van Justitie van de Europese Unie van 7 december 2017 (zaak C-636/16 (3)) en 8 december 2011 (zaak C-371/08 (4))?
(1) Richtlijn van de Raad van 28 mei 2001 betreffende de onderlinge erkenning van besluiten inzake de verwijdering van onderdanen van derde landen (PB 2001, L 149, blz. 34).
(3) Arrest van 7 december 2017, López Pastuzano (C-636/16, EU:C:2017:949).
(4) Arrest van 8 december 2011, Ziebell (C-371/08, EU:C:2011:809).