This document is an excerpt from the EUR-Lex website
Document 62018TN0337
Case T-337/18: Action brought on 1st of June 2018 — Laboratoire Pareva v Commission
Zaak T-337/18: Beroep ingesteld op 1 juni 2018 — Laboratoire Pareva/Commissie
Zaak T-337/18: Beroep ingesteld op 1 juni 2018 — Laboratoire Pareva/Commissie
PB C 285 van 13.8.2018, p. 36–37
(BG, ES, CS, DA, DE, ET, EL, EN, FR, HR, IT, LV, LT, HU, MT, NL, PL, PT, RO, SK, SL, FI, SV)
Zaak T-337/18: Beroep ingesteld op 1 juni 2018 — Laboratoire Pareva/Commissie
Beroep ingesteld op 1 juni 2018 — Laboratoire Pareva/Commissie
(Zaak T-337/18)
2018/C 285/52Procestaal: EngelsPartijen
Verzoekende partij: Laboratoire Pareva (Saint Martin de Crau, Frankrijk) (vertegenwoordigers: K. Van Maldegem en S. Englebert, advocaten)
Verwerende partij: Europese Commissie
Conclusies
— |
het beroep ontvankelijk en gegrond verklaren; |
— |
uitvoeringsbesluit (EU) 2018/619 ( 1 ) van de Europese Commissie van 20 april 2018 tot niet-goedkeuring van PHMB (1415; 4.7) als bestaande werkzame stof voor gebruik in biociden van de productsoorten 1, 5 en 6 overeenkomstig verordening nr. 528/2012 ( 2 ) (hierna: „bestreden besluit”) nietig verklaren; |
— |
verweerster verwijzen in de kosten van deze procedure. |
Middelen en voornaamste argumenten
Ter ondersteuning van haar beroep voert verzoekster drie middelen aan.
Verzoekster voert aan dat het bestreden besluit door verweerster werd vastgesteld in strijd met het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie (hierna: „VWEU”), het afgeleide Unierecht en de Unierechtelijke beginselen. Daarom vordert verzoekster nietigverklaring van het bestreden besluit op basis van de volgende drie gronden:
1. |
Het eerste middel is ontleend aan wezenlijke procedurefouten:
|
2. |
Het tweede middel is gebaseerd op kennelijke beoordelingsfouten:
|
3. |
Het derde middel berust op schending van fundamentele Unierechtelijke beginselen en van de rechten van de verdediging:
|
( 1 ) Uitvoeringsbesluit (EU) 2018/619 van de Commissie van 20 april 2018 tot niet-goedkeuring van PHMB (1415; 4.7) als bestaande werkzame stof voor gebruik in biociden van de productsoorten 1, 5 en 6 (PB 2018, L 102, blz. 21).
( 2 ) Verordening (EU) nr. 528/2012 van het Europees Parlement en de Raad van 22 mei 2012 betreffende het op de markt aanbieden en het gebruik van biociden (PB 2012, L 167, blz. 1).
( 3 ) Gedelegeerde verordening (EU) nr. 1062/2014 van de Commissie van 4 augustus 2014 over het in verordening (EU) nr. 528/2012 van het Europees Parlement en de Raad bedoelde werkprogramma voor het systematische onderzoek van alle bestaande werkzame stoffen van biociden (PB 2014, L 294, blz. 1).