This document is an excerpt from the EUR-Lex website
Document 62018TA0389
Case T-389/18: Judgment of the General Court of 20 June 2019 — Nonnemacher v EUIPO — Ingram (WKU) (EU trade mark — Invalidity proceedings — EU word mark WKU — Earlier EU word marks WKA — Relative ground for refusal — Likelihood of confusion — Article 8(1)(b) and Article 60(1)(a) of Regulation (EU) 2017/1001 — No limitation in consequence of acquiescence — Article 61(1) of Regulation 2017/1001)
Zaak T-389/18: Arrest van het Gerecht van 20 juni 2019 — Nonnemacher/EUIPO — Ingram (WKU) („Uniemerk — Nietigheidsprocedure — Uniewoordmerk WKU — Oudere Uniewoordmerken WKA — Relatieve weigeringsgrond — Verwarringsgevaar — Artikel 8, lid 1, onder b), en artikel 60, lid 1, onder a), van verordening (EU) 2017/1001 — Geen rechtsverwerking wegens gedogen — Artikel 61, lid 1, van verordening 2017/1001”)
Zaak T-389/18: Arrest van het Gerecht van 20 juni 2019 — Nonnemacher/EUIPO — Ingram (WKU) („Uniemerk — Nietigheidsprocedure — Uniewoordmerk WKU — Oudere Uniewoordmerken WKA — Relatieve weigeringsgrond — Verwarringsgevaar — Artikel 8, lid 1, onder b), en artikel 60, lid 1, onder a), van verordening (EU) 2017/1001 — Geen rechtsverwerking wegens gedogen — Artikel 61, lid 1, van verordening 2017/1001”)
PB C 305 van 9.9.2019, p. 51–52
(BG, ES, CS, DA, DE, ET, EL, EN, FR, HR, IT, LV, LT, HU, MT, NL, PL, PT, RO, SK, SL, FI, SV)
9.9.2019 |
NL |
Publicatieblad van de Europese Unie |
C 305/51 |
Arrest van het Gerecht van 20 juni 2019 — Nonnemacher/EUIPO — Ingram (WKU)
(Zaak T-389/18) (1)
(„Uniemerk - Nietigheidsprocedure - Uniewoordmerk WKU - Oudere Uniewoordmerken WKA - Relatieve weigeringsgrond - Verwarringsgevaar - Artikel 8, lid 1, onder b), en artikel 60, lid 1, onder a), van verordening (EU) 2017/1001 - Geen rechtsverwerking wegens gedogen - Artikel 61, lid 1, van verordening 2017/1001”)
(2019/C 305/61)
Procestaal: Duits
Partijen
Verzoekende partij: Klaus Nonnemacher (Karlsruhe, Duitsland) (vertegenwoordiger: C. Zierhut, advocaat)
Verwerende partij: Bureau voor intellectuele eigendom van de Europese Unie (vertegenwoordiger D. Walicka, gemachtigde)
Andere partij in de procedure voor de kamer van beroep van het EUIPO, interveniërend voor het Gerecht: Paul Ingram (Birmingham, Verenigd Koninkrijk) (vertegenwoordiger: A. Haberl, advocaat)
Voorwerp
Beroep tegen de beslissing van de eerste kamer van beroep van het EUIPO van 17 april 2018 (zaak R 399/2017-1) inzake een nietigheidsprocedure tussen P. Ingram en K. Nonnemacher
Dictum
1) |
Het beroep wordt verworpen. |
2) |
Klaus Nonnemacher wordt verwezen in de kosten. |