Choose the experimental features you want to try

This document is an excerpt from the EUR-Lex website

Document 62018CN0135

Zaak C-135/18: Verzoek om een prejudiciële beslissing ingediend door het Bundesgerichtshof (Duitsland) op 20 februari 2018 — Logistik XXL GmbH / CMR Transport & Logistik

PB C 190 van 4.6.2018, p. 6–7 (BG, ES, CS, DA, DE, ET, EL, EN, FR, HR, IT, LV, LT, HU, MT, NL, PL, PT, RO, SK, SL, FI, SV)

4.6.2018   

NL

Publicatieblad van de Europese Unie

C 190/6


Verzoek om een prejudiciële beslissing ingediend door het Bundesgerichtshof (Duitsland) op 20 februari 2018 — Logistik XXL GmbH / CMR Transport & Logistik

(Zaak C-135/18)

(2018/C 190/08)

Procestaal: Duits

Verwijzende rechter

Bundesgerichtshof

Partijen in het hoofdgeding

Verzoekende partij: Logistik XXL GmbH

Verwerende partij: CMR Transport & Logistik

Prejudiciële vragen

1)

Moet in het geval van een vonnis waarbij de verweerder zonder beperkingen en voorwaarden tot een prestatie is veroordeeld en waartegen in de lidstaat van herkomst een gewoon rechtsmiddel werd ingesteld of waarbij de termijn voor een dergelijk rechtsmiddel nog niet is verstreken, het bevel van het gerecht van herkomst dat het vonnis alleen tegen zekerheidstelling uitvoerbaar bij voorraad is, worden aangemerkt als een voorwaarde in de zin van punt 4.4. van het formulier in bijlage I bij verordening (EU) nr. 1215/2012 van het Europees Parlement en de Raad van 12 december 2012 betreffende de rechterlijke bevoegdheid, de erkenning en de tenuitvoerlegging van beslissingen in burgerlijke en handelszaken (1)?

2)

Indien de eerste vraag bevestigend wordt beantwoord, geldt dit dan ook wanneer in de lidstaat van herkomst een bewarende maatregel mogelijk is op grond van het uitvoerbaar bij voorraad verklaarde vonnis, zonder dat de zekerheid wordt gesteld?

3)

Indien de tweede vraag bevestigend wordt beantwoord:

a)

Hoe dient het gerecht van herkomst in het geval van een beslissing die een afdwingbare verplichting bevat en waartegen in de lidstaat van herkomst een gewoon rechtsmiddel werd ingesteld of waarbij de termijn voor een dergelijk rechtsmiddel nog niet is verstreken, om te gaan met het formulier in bijlage I bij verordening (EU) nr. 1215/2012 van het Europees Parlement en de Raad van 12 december 2012 betreffende de rechterlijke bevoegdheid, de erkenning en de tenuitvoerlegging van beslissingen in burgerlijke en handelszaken, wanneer de beslissing in de lidstaat van herkomst op grond van de rechterlijke uitspraak of een wettelijke regeling pas na een zekerheidstelling ten uitvoer mag worden gelegd?

b)

Moet het gerecht van herkomst in dit geval het certificaat afgeven door middel van het formulier in bijlage I bij verordening (EU) nr. 1215/2012 van het Europees Parlement en de Raad van 12 december 2012 betreffende de rechterlijke bevoegdheid, de erkenning en de tenuitvoerlegging van beslissingen in burgerlijke en handelszaken, zonder de in de punten 4.4.1. tot en met 4.4.4. bedoelde informatie te verstrekken?

c)

Is het gerecht van herkomst in dit geval bevoegd om voor de afgifte van het certificaat het formulier in bijlage I bij verordening (EU) nr. 1215/2012 van het Europees Parlement en de Raad van 12 december 2012 betreffende de rechterlijke bevoegdheid, de erkenning en de tenuitvoerlegging van beslissingen in burgerlijke en handelszaken aldus te gebruiken dat — bijvoorbeeld in punt 4.4.1. of 4.4.3. van het formulier — aanvullende informatie over de vereiste zekerheidstelling wordt opgenomen en de tekst van de wettelijke regeling als bijlage bij het formulier wordt gevoegd?

4)

Indien de tweede vraag ontkennend wordt beantwoord:

a)

Hoe dient het gerecht van herkomst om te gaan met het formulier in bijlage I bij verordening (EU) nr. 1215/2012 van het Europees Parlement en de Raad van 12 december 2012 betreffende de rechterlijke bevoegdheid, de erkenning en de tenuitvoerlegging van beslissingen in burgerlijke en handelszaken, wanneer de bewarende maatregel in de lidstaat van herkomst op grond van een wettelijke regeling pas na het verstrijken van een bepaalde termijn is toegestaan?

b)

Is het gerecht van herkomst in dit geval bevoegd om voor de afgifte van het certificaat het formulier in bijlage I bij verordening (EU) nr. 1215/2012 van het Europees Parlement en de Raad van 12 december 2012 betreffende de rechterlijke bevoegdheid, de erkenning en de tenuitvoerlegging van beslissingen in burgerlijke en handelszaken aldus te gebruiken dat — bijvoorbeeld in punt 4.4.1. of 4.4.3. van het formulier — aanvullende informatie over deze termijn wordt opgenomen en de tekst van de wettelijke regeling als bijlage bij het formulier wordt gevoegd?


(1)  PB 2012, L 351, blz. 1


Top