Choose the experimental features you want to try

This document is an excerpt from the EUR-Lex website

Document 62015TN0618

    Zaak T-618/15: Beroep ingesteld op 31 juli 2015 — Voigt/Parlement

    PB C 106 van 21.3.2016, p. 35–36 (BG, ES, CS, DA, DE, ET, EL, EN, FR, HR, IT, LV, LT, HU, MT, NL, PL, PT, RO, SK, SL, FI, SV)

    21.3.2016   

    NL

    Publicatieblad van de Europese Unie

    C 106/35


    Beroep ingesteld op 31 juli 2015 — Voigt/Parlement

    (Zaak T-618/15)

    (2016/C 106/41)

    Procestaal: Duits

    Partijen

    Verzoekende partij: Udo Voigt (Brussel, België) (vertegenwoordiger: P. Richter, advocaat)

    Verwerende partij: Europees Parlement

    Conclusies

    nietigverklaring van de weigering van de voorzitter van het Europees Parlement om ruimten van het Europees Parlement ter beschikking te stellen voor de op 16 juni 2015 geplande persconferentie van verzoeker;

    nietigverklaring van de beslissing van de voorzitter van het Europees Parlement van 16 juni 2015 om de Russische deelnemers aan de conferentie de toegang te ontzeggen;

    verweerder verwijzen in de kosten van de procedure.

    Middelen en voornaamste argumenten

    Ter ondersteuning van zijn beroep voert verzoeker twee middelen aan.

    1.

    Schending van de Verdragen

    Verzoeker betoogt dat de afwijzing van het verzoek om de ruimten te gebruiken en de beslissing om de Russische deelnemers de toegang te ontzeggen, in strijd zijn met de Verdragen of de uitvoeringsbepalingen daarvan.

    Verzoeker heeft volgens de regels van het Bureau van het Europees Parlement voor de organisatie van fractievergaderingen van 4 juli 2005 recht op terbeschikkingstelling van de gevraagde ruimten. Van uitzonderlijke weigeringsgronden is geen sprake, aangezien de ruimten op het bewuste ogenblik niet bezet waren en de geplande persconferentie geen gevaar voor de veiligheid of de goede werking van het Parlement vormde. Verzoekers recht om informatie te verstrekken over zijn parlementaire werkzaamheden, is dientengevolge geschonden.

    De beslissing om de Russische genodigden de toegang te ontzeggen, is in strijd met het verbod op discriminatie op grond van etnische afkomst en nationaliteit (artikel 21, lid 1, van het Handvest van de grondrechten van de Europese Unie).

    2.

    Misbruik van bevoegdheid

    Verzoeker betoogt dat de handelingen van de voorzitter van het Europees Parlement kennelijk willekeurig zijn en diametraal indruisen tegen het in het primaire recht neergelegde verbod van discriminatie.


    Top