This document is an excerpt from the EUR-Lex website
Document 62015CN0229
Case C-229/15: Request for a preliminary ruling from the Naczelny Sąd Administracyjny (Poland) lodged on 19 May 2015 — Minister Finansów v Jan Mateusiak
Zaak C-229/15: Verzoek om een prejudiciële beslissing ingediend door de Naczelny Sąd Administracyjny (Polen) op 19 mei 2015 — Minister Finansów/Jan Mateusiak
Zaak C-229/15: Verzoek om een prejudiciële beslissing ingediend door de Naczelny Sąd Administracyjny (Polen) op 19 mei 2015 — Minister Finansów/Jan Mateusiak
PB C 294 van 7.9.2015, p. 17–18
(BG, ES, CS, DA, DE, ET, EL, EN, FR, HR, IT, LV, LT, HU, MT, NL, PL, PT, RO, SK, SL, FI, SV)
7.9.2015 |
NL |
Publicatieblad van de Europese Unie |
C 294/17 |
Verzoek om een prejudiciële beslissing ingediend door de Naczelny Sąd Administracyjny (Polen) op 19 mei 2015 — Minister Finansów/Jan Mateusiak
(Zaak C-229/15)
(2015/C 294/23)
Procestaal: Pools
Verwijzende rechter
Naczelny Sąd Administracyjny
Partijen in het hoofdgeding
Verzoekende partij: Minister Finansów
Verwerende partij: Jan Mateusiak
Prejudiciële vraag
Moet artikel 18, aanhef en onder c), van richtlijn 2006/112/EG van de Raad van 28 november 2006 betreffende het gemeenschappelijke stelsel van belasting over de toegevoegde waarde (1) aldus worden uitgelegd dat vaste activa van de belastingplichtige, voor de verwerving waarvan hij voorbelasting heeft afgetrokken, op het moment van beëindiging van zijn activiteit na het verstrijken van de herzieningsperiode als bedoeld in artikel 187 van de richtlijn niet worden belast en niet worden opgenomen in de liquidatie-inventaris, als de bij wet vastgelegde periode voor de herziening van de voorbelasting voor de verwerving, die zich richt naar de verwachte gebruiksduur van deze activa in de economische activiteit van de belastingplichtige, is verstreken, of aldus dat deze vaste activa, ongeacht de herzieningsperiode op het moment van beëindiging van de economische activiteit van de belastingplichtige wel aan belasting worden onderworpen?