Choose the experimental features you want to try

This document is an excerpt from the EUR-Lex website

Document 62014CA0121

    Zaak C-121/14: Arrest van het Hof (Tweede kamer) van 12 november 2015 — Verenigd Koninkrijk van Groot-Brittannië en Noord-Ierland/Europees Parlement, Raad van de Europese Unie (Beroep tot nietigverklaring — Verordening (EU) nr. 1316/2013 tot vaststelling van de financieringsfaciliteit voor Europese verbindingen — Projecten van gemeenschappelijk belang die betrekking hebben op het grondgebied van een lidstaat — Goedkeuring van die lidstaat — Verlenging van een corridor voor goederenvervoer per spoor — Rechtsgrondslag — Artikelen 171 VWEU en 172, tweede alinea, VWEU)

    PB C 16 van 18.1.2016, p. 7–8 (BG, ES, CS, DA, DE, ET, EL, EN, FR, HR, IT, LV, LT, HU, MT, NL, PL, PT, RO, SK, SL, FI, SV)

    18.1.2016   

    NL

    Publicatieblad van de Europese Unie

    C 16/7


    Arrest van het Hof (Tweede kamer) van 12 november 2015 — Verenigd Koninkrijk van Groot-Brittannië en Noord-Ierland/Europees Parlement, Raad van de Europese Unie

    (Zaak C-121/14) (1)

    ((Beroep tot nietigverklaring - Verordening (EU) nr. 1316/2013 tot vaststelling van de financieringsfaciliteit voor Europese verbindingen - Projecten van gemeenschappelijk belang die betrekking hebben op het grondgebied van een lidstaat - Goedkeuring van die lidstaat - Verlenging van een corridor voor goederenvervoer per spoor - Rechtsgrondslag - Artikelen 171 VWEU en 172, tweede alinea, VWEU))

    (2016/C 016/07)

    Procestaal: Engels

    Partijen

    Verzoekende partij: Verenigd Koninkrijk van Groot-Brittannië en Noord-Ierland (vertegenwoordigers: M. Holt en L. Christie, gemachtigden, bijgestaan door D.J. Rhee, barrister)

    Verwerende partijen: Europees Parlement (vertegenwoordigers: A. Troupiotis en M. Sammut, gemachtigden), Raad van de Europese Unie (vertegenwoordigers: Z. Kupčová en E. Chatziioakeimidou, gemachtigden)

    Interveniërende partij aan de zijde van verweerders: Europese Commissie (vertegenwoordigers: J. Samnadda en J. Hottiaux, gemachtigden)

    Dictum

    1)

    Het beroep wordt verworpen.

    2)

    Het Verenigd Koninkrijk van Groot-Brittannië en Noord-Ierland wordt verwezen in zijn eigen kosten alsmede in die van het Europees Parlement en van de Raad van de Europese Unie.

    3)

    De Europese Commissie draagt haar eigen kosten.


    (1)  PB C 135 van 5.5.2014.


    Top