This document is an excerpt from the EUR-Lex website
Document 62013CN0500
Case C-500/13: Request for a preliminary ruling from the Naczelny Sąd Administracyjny (Poland) lodged on 16 September 2013 — Gmina Międzyzdroje v Minister Finansów
Zaak C-500/13: Verzoek om een prejudiciële beslissing ingediend door de Naczelny Sąd Administracyjny (Polen) op 16 september 2013 — Gmina Międzyzdroje przeciwko/Minister Finansów
Zaak C-500/13: Verzoek om een prejudiciële beslissing ingediend door de Naczelny Sąd Administracyjny (Polen) op 16 september 2013 — Gmina Międzyzdroje przeciwko/Minister Finansów
PB C 367 van 14.12.2013, p. 23–23
(BG, ES, CS, DA, DE, ET, EL, EN, FR, HR, IT, LV, LT, HU, MT, NL, PL, PT, RO, SK, SL, FI, SV)
14.12.2013 |
NL |
Publicatieblad van de Europese Unie |
C 367/23 |
Verzoek om een prejudiciële beslissing ingediend door de Naczelny Sąd Administracyjny (Polen) op 16 september 2013 — Gmina Międzyzdroje przeciwko/Minister Finansów
(Zaak C-500/13)
2013/C 367/39
Procestaal: Pools
Verwijzende rechter
Naczelny Sąd Administracyjny
Partijen in het hoofdgeding
Verzoekende partij: Gmina Międzyzdroje
Verwerende partij: Minister Finansów
Prejudiciële vraag
Verzetten de artikelen 167, 187 en 189 van richtlijn 2006/112/EG (1) van de Raad van 28 november 2006 betreffende het gemeenschappelijke stelsel van belasting over de toegevoegde waarde, en het neutraliteitsbeginsel zich tegen bepalingen van nationaal recht als de leden 7 en 7a van artikel 91 van de wet inzake de belasting op goederen en diensten (ustawa o podatku od towarów i usług) van 11 maart 2004 (Dz. U. 2011, nr. 177, volgnr. 1054, zoals gewijzigd), volgens welke bij een wijziging van de bestemming van een investeringsgoed ten gevolge waarvan het niet langer wordt gebruikt voor handelingen waarvoor geen recht op aftrek bestaat, maar voor handelingen waarvoor dat recht wél bestaat, de herziening van de voorbelasting niet in één keer kan worden verricht, maar moet worden gespreid over vijf opeenvolgende jaren, en voor onroerende goederen over tien jaar te rekenen vanaf het jaar waarin het investeringsgoed voor gebruik is vrijgegeven?
(1) PB L 347 blz 1.