Choose the experimental features you want to try

This document is an excerpt from the EUR-Lex website

Document 62012CA0275

    Zaak C-275/12: Arrest van het Hof (Derde kamer) van 24 oktober 2013 (verzoek om een prejudiciële beslissing ingediend door het Verwaltungsgericht Hannover — Duitsland) — Samantha Elrick/Bezirksregierung Köln (Burgerschap van de Unie — Artikelen 20 VWEU en 21 VWEU — Recht om vrij in lidstaten te reizen en te verblijven — Staatsburger van lidstaat — In andere lidstaat gevolgde opleiding — Studiefinanciering — Voorwaarden — Opleiding die minstens twee jaar duurt — Behalen van diploma dat toegang geeft tot beroep)

    PB C 367 van 14.12.2013, p. 16–16 (BG, ES, CS, DA, DE, ET, EL, EN, FR, HR, IT, LV, LT, HU, MT, NL, PL, PT, RO, SK, SL, FI, SV)

    14.12.2013   

    NL

    Publicatieblad van de Europese Unie

    C 367/16


    Arrest van het Hof (Derde kamer) van 24 oktober 2013 (verzoek om een prejudiciële beslissing ingediend door het Verwaltungsgericht Hannover — Duitsland) — Samantha Elrick/Bezirksregierung Köln

    (Zaak C-275/12) (1)

    (Burgerschap van de Unie - Artikelen 20 VWEU en 21 VWEU - Recht om vrij in lidstaten te reizen en te verblijven - Staatsburger van lidstaat - In andere lidstaat gevolgde opleiding - Studiefinanciering - Voorwaarden - Opleiding die minstens twee jaar duurt - Behalen van diploma dat toegang geeft tot beroep)

    2013/C 367/26

    Procestaal: Duits

    Verwijzende rechter

    Verwaltungsgericht Hannover

    Partijen in het hoofdgeding

    Verzoekende partij: Samantha Elrick

    Verwerende partij: Bezirksregierung Köln

    Voorwerp

    Verzoek om een prejudiciële beslissing — Verwaltungsgericht Hannover — Uitlegging van de artikelen 20 VWEU en 21 VWEU — Recht op studiefinanciering („BAföG”) — Regeling van een lidstaat op grond waarvan studiefinanciering voor een bepaalde éénjarige opleiding in het binnenland wordt toegekend, maar voor een vergelijkbare opleiding in een andere lidstaat wordt geweigerd

    Dictum

    De artikelen 20 VWEU en 21 VWEU moeten aldus worden uitgelegd dat zij zich verzetten tegen een regeling van een lidstaat, zoals die welke in het hoofdgeding aan de orde is, die voor de toekenning van studiefinanciering aan een eigen staatsburger die haar vaste woonplaats in die lidstaat heeft, voor het volgen van een opleiding in een andere lidstaat als voorwaarde stelt dat die opleiding, na een programma van ten minste twee jaar, leidt tot een diploma dat toegang geeft tot een beroep en dat gelijkwaardig is aan een diploma dat wordt afgegeven door een vakschool in de lidstaat die de studiefinanciering verstrekt, terwijl betrokkene, gelet op haar bijzondere situatie, studiefinanciering had kunnen krijgen indien zij ervoor had gekozen om in laatstgenoemde staat een opleiding te volgen die vergelijkbaar is met die welke zij in een andere lidstaat wenste te volgen en die minder dan twee jaar zou duren.


    (1)  PB C 250 van 18.8.2012.


    Top