This document is an excerpt from the EUR-Lex website
Document 62011TN0132
Case T-132/11: Action brought on 7 March 2011 — Kessé v Council
Zaak T-132/11: Beroep ingesteld op 7 maart 2011 — Kessé/Raad
Zaak T-132/11: Beroep ingesteld op 7 maart 2011 — Kessé/Raad
PB C 130 van 30.4.2011, p. 21–21
(BG, ES, CS, DA, DE, ET, EL, EN, FR, IT, LV, LT, HU, MT, NL, PL, PT, RO, SK, SL, FI, SV)
30.4.2011 |
NL |
Publicatieblad van de Europese Unie |
C 130/21 |
Beroep ingesteld op 7 maart 2011 — Kessé/Raad
(Zaak T-132/11)
2011/C 130/40
Procestaal: Frans
Partijen
Verzoekende partij: Feh Lambert Kessé (Abidjan, Ivoorkust) (vertegenwoordiger: G. Collard, advocaat)
Verwerende partij: Raad van de Europese Unie
Conclusies
Verzoeker concludeert dat het het Gerecht behage:
— |
vast te stellen dat, wat verzoeker Feh Lambert Kessé betreft, verordening (EU) nr. 25/2011 van de Raad van 14 januari 2011 en besluit 2011/18/GBVB van de Raad van 14 januari 2011, op 15 januari 2011 gepubliceerd in het Publicatieblad van de Europese Unie, niet feitelijk zijn gegrond, |
— |
bijgevolg,
|
Middelen en voornaamste argumenten
De middelen en voornaamste argumenten van de verzoekende partij komen in wezen overeen met die welke zijn aangevoerd in zaak T-130/11, Gossio/Raad.