Choose the experimental features you want to try

This document is an excerpt from the EUR-Lex website

Document 62011CN0349

    Zaak C-349/11: Verzoek om een prejudiciële beslissing ingediend door de Rechtbank van eerste aanleg te Luik (België) op 4 juli 2011 — Arbeidsauditeur/Bvba Yangwei

    PB C 282 van 24.9.2011, p. 5–6 (BG, ES, CS, DA, DE, ET, EL, EN, FR, IT, LV, LT, HU, MT, NL, PL, PT, RO, SK, SL, FI, SV)

    24.9.2011   

    NL

    Publicatieblad van de Europese Unie

    C 282/5


    Verzoek om een prejudiciële beslissing ingediend door de Rechtbank van eerste aanleg te Luik (België) op 4 juli 2011 — Arbeidsauditeur/Bvba Yangwei

    (Zaak C-349/11)

    2011/C 282/10

    Procestaal: Frans

    Verwijzende rechter

    Rechtbank van eerste aanleg te Luik

    Partijen in het hoofdgeding

    Verzoekende partij: Arbeidsauditeur

    Verwerende partij: Bvba Yangwei

    Prejudiciële vraag

    Moet clausule 5, lid 1, sub a, van de door de Unice, het CEEP en het EVV gesloten kaderovereenkomst inzake deeltijdarbeid, in bijlage bij richtlijn 97/81/EG van de Raad van 15 december 1997 betreffende de door de Unice, het CEEP en het EVV gesloten raamovereenkomst inzake deeltijdarbeid (1), aldus worden uitgelegd dat zij zich verzet tegen een nationale regeling als:

    de verplichting om op de plaats waar het arbeidsreglement kan worden geraadpleegd een afschrift van de arbeidsovereenkomst voor deeltijdarbeid of van een uittreksel ervan te bewaren, met de werkroosters, de identiteit en de handtekening van beide partijen (artikel 157 van de programmawet),

    de verplichting dat op elk tijdstip moet kunnen worden vastgesteld wanneer de cyclus begint (artikel 158 van de programmawet),

    wat variabele werkroosters betreft, de verplichting voor de werkgever om deze ten minste vijf werkdagen vooraf ter kennis te brengen van de werknemer door middel van aanplakking van een bericht; bovendien moet voor het begin van de arbeidsdag een bericht worden aangeplakt met het werkrooster voor iedere deeltijdse werknemer afzonderlijk; dat bericht moet bovendien gedurende een jaar worden bewaard (artikel 159 van de programmawet),

    de verplichting voor de werkgever die deeltijdse werknemers tewerkstelt om over een document te beschikken waarin alle afwijkingen op de werkroosters bedoeld in de artikelen 157 tot en met 159 moeten worden opgetekend (artikel 160 van de programmawet) en dat volgens bepaalde in artikel 161 van de programmawet neergelegde modaliteiten moet worden gehouden?


    (1)  PB 1998, L 14, blz. 9.


    Top