Choose the experimental features you want to try

This document is an excerpt from the EUR-Lex website

Document 62010TN0178

Zaak T-178/10: Beroep ingesteld op 21 april 2010 — Spanje/Commissie

PB C 161 van 19.6.2010, p. 52–52 (BG, ES, CS, DA, DE, ET, EL, EN, FR, IT, LV, LT, HU, MT, NL, PL, PT, RO, SK, SL, FI, SV)

19.6.2010   

NL

Publicatieblad van de Europese Unie

C 161/52


Beroep ingesteld op 21 april 2010 — Spanje/Commissie

(Zaak T-178/10)

(2010/C 161/82)

Procestaal: Spaans

Partijen

Verzoekende partij: Koninkrijk Spanje (vertegenwoordiger: N. Díaz Abad)

Verwerende partij: Europese Commissie

Conclusies

nietig verklaren van de beschikking van de Europese Commissie van 22 februari 2010 waarbij opschorting van de betaling is gelast voor tussentijdse verzoeken om betaling die Spanje heeft ingediend tussen 17 november en 30 december 2009 en, subsidiair, gedeeltelijke nietigverklaring van deze beschikking wat de volgende tussentijdse verzoeken om betaling betreft:

2007ES161PO008 Andalusië

94 370 752,75 EUR

2007ES161PO008 Andalusië

479 712 483,22 EUR

2007ES162PO001 Cantabrië

4 697 332,79 EUR

2007ES162PO006 Catalonië

15 392 569,98 EUR

2007ES162PO008 Aragon

12 451 358,48 EUR;

de Europese Commissie te veroordelen tot betaling van vertragingsrente, daar de betaling voor tussentijdse verzoeken ten onrechte is opgeschort;

de verwerende partij in de kosten verwijzen.

Middelen en voornaamste argumenten

Het onderhavige beroep is gericht tegen de beschikking van verweerster om voor bepaalde betalingsverzoeken die Spanje heeft ingediend tussen 17 november en 30 december 2009, de betaling op te schorten. Deze onderbreking betreft twintig tussentijdse verzoeken om betaling voor een totaalbedrag van 1 890 708 859,51 EUR.

Tot staving van zijn verzoek voert verzoeker de volgende middelen aan:

Schending van artikel 91, lid 1, sub a, van verordening 1083/2006 (1), voor zover de Commissie, zonder verslag van een nationaal of communautair onderzoeksbureau waaruit significante tekortkomingen in de werking van de beheers- en controlesystemen blijken en zonder dat zulke tekortkomingen bestonden, in de bestreden beschikking voor bepaalde door Spanje ingediende tussentijdse betalingsverzoeken de betaling heeft opgeschort.

Schending van de door de Commissie goedgekeurde controlestrategieën, doordat de Commissie voor deze tussentijdse betalingsverzoeken de betaling heeft opgeschort omdat zij meende dat het ontbreken van systeemaudits tot een aanzienlijke vertraging bij de uitvoering van de strategieën leidde, terwijl het Koninkrijk Spanje volgens deze strategieën de systeemaudits mocht indienen tot 30 juni 2010.

Schending van het rechtszekerheidsbeginsel, aangezien volgens de bestreden beschikking het Koninkrijk Spanje de systeemaudits had moeten vervroegen ten opzichte van het met de Commissie zelf overeengekomen tijdschema, waardoor dit vereiste voor de Spaanse autoriteiten niet voorzienbaar was.

Schending van het beginsel van bescherming van het gewettigd vertrouwen, aangezien de nationale autoriteiten voor de audits hebben gehandeld in overeenstemming met door de Commissie in de strategieën goedgekeurde tijdschema’s, die zijn toegepast zonder dat de Commissie op enig moment te kennen heeft gegeven dat dit een tekortkoming in het beheers- en controlesysteem opleverde.

Schending van het evenredigheidsbeginsel, aangezien de maatregel van de Commissie disproportioneel is en indruist tegen een doeltreffend financieel beheer, en daar andere, minder belastende rechtsinstrumenten openstaan ter verwezenlijking van hetzelfde doel.

Subsidiair vordert verzoeker gedeeltelijke nietigverklaring van de bestreden beschikking wegens schending van artikel 87, lid 2, van verordening 1083/2006, aangezien voor de onderhavige betalingsverzoeken de betaling niet heeft plaatsgevonden binnen twee maanden na de indiening van het verzoek.

Tot slot vordert het Koninkrijk Spanje vertragingsrente op grond van artikel 87, lid 2, van verordening 1083/2006, artikel 83 van verordening 1605/2002 (2) en artikel 106, lid 5, van verordening 2342/2002 van de Commissie (3).


(1)  Verordening (EG) nr. 1083/2006 van de Raad van 11 juli 2006 houdende algemene bepalingen inzake het Europees Fonds voor Regionale Ontwikkeling, het Europees Sociaal Fonds en het Cohesiefonds en tot intrekking van verordening (EG) nr. 1260/1999 (PB L 210, blz. 25).

(2)  Verordening (EG, Euratom) nr. 1605/2002 van de Raad van 25 juni 2002 houdende het Financieel Reglement van toepassing op de algemene begroting van de Europese Gemeenschappen (PB L 25, blz. 43).

(3)  Verordening (EG, Euratom) nr. 2342/2002 van de Commissie van 23 december 2002 tot vaststelling van uitvoeringsvoorschriften van verordening (EG, Euratom) nr. 1605/2002 van de Raad houdende het Financieel Reglement van toepassing op de algemene begroting van de Europese Gemeenschappen (PB 357, blz. 1).


Top