EUR-Lex Access to European Union law

Back to EUR-Lex homepage

This document is an excerpt from the EUR-Lex website

Document 62010CA0567

Zaak C-567/10: Arrest van het Hof (Vierde kamer) van 22 maart 2012 (verzoek om een prejudiciële beslissing ingediend door het Grondwettelijk Hof — België) — Inter-Environnement Bruxelles ASBL, Pétitions-Patrimoine ASBL, Atelier de Recherche et d'Action Urbaines ASBL/Regering van het Brussels Hoofdstedelijk Gewest (Richtlijn 2001/42/EG — Beoordeling van gevolgen voor milieu van bepaalde plannen en programma’s — Begrip „door wettelijke of bestuursrechtelijke bepalingen voorgeschreven” plannen en programma’s — Toepasselijkheid van deze richtlijn op procedure voor volledige of gedeeltelijke intrekking van bestemmingsplan)

PB C 133 van 5.5.2012, p. 8–8 (BG, ES, CS, DA, DE, ET, EL, EN, FR, IT, LV, LT, HU, MT, NL, PL, PT, RO, SK, SL, FI, SV)

5.5.2012   

NL

Publicatieblad van de Europese Unie

C 133/8


Arrest van het Hof (Vierde kamer) van 22 maart 2012 (verzoek om een prejudiciële beslissing ingediend door het Grondwettelijk Hof — België) — Inter-Environnement Bruxelles ASBL, Pétitions-Patrimoine ASBL, Atelier de Recherche et d'Action Urbaines ASBL/Regering van het Brussels Hoofdstedelijk Gewest

(Zaak C-567/10) (1)

(Richtlijn 2001/42/EG - Beoordeling van gevolgen voor milieu van bepaalde plannen en programma’s - Begrip „door wettelijke of bestuursrechtelijke bepalingen voorgeschreven” plannen en programma’s - Toepasselijkheid van deze richtlijn op procedure voor volledige of gedeeltelijke intrekking van bestemmingsplan)

2012/C 133/12

Procestaal: Frans

Verwijzende rechter

Grondwettelijk Hof

Partijen in het hoofdgeding

Verzoekende partijen: Inter-Environnement Bruxelles ASBL, Pétitions-Patrimoine ASBL, Atelier de Recherche et d'Action Urbaines ASBL

Verwerende partij: Regering van het Brussels Hoofdstedelijk Gewest

Voorwerp

Verzoek om een prejudiciële beslissing — Grondwettelijk Hof — Uitlegging van artikel 2, sub a, van richtlijn 2001/42/EG van het Europees Parlement en de Raad van 27 juni 2001 betreffende de beoordeling van de gevolgen voor het milieu van bepaalde plannen en programma’s (PB L 197, blz. 30) — Toepasselijkheid van de richtlijn op een procedure voor de volledige of gedeeltelijke intrekking van een bestemmingsplan — Uitlegging van het begrip „voorgeschreven plannen en programma’s” — Uitsluiting van plannen waarvan de aanneming niet verplicht is

Dictum

1)

Het begrip plannen en programma’s „die door wettelijke of bestuursrechtelijke bepalingen zijn voorgeschreven” in artikel 2, sub a, van richtlijn 2001/42/EG van het Europees Parlement en de Raad van 27 juni 2001 betreffende de beoordeling van de gevolgen voor het milieu van bepaalde plannen en programma’s, moet aldus worden uitgelegd, dat het ook ziet op bijzondere bestemmingsplannen zoals het in de betrokken nationale wettelijke regeling in het hoofdgeding bedoelde plan.

2)

Artikel 2, sub a, van richtlijn 2001/42 moet aldus worden uitgelegd, dat een procedure tot volledige of gedeeltelijke intrekking van een bestemmingsplan zoals dit waarvan sprake is in de artikelen 58 tot en met 63 van het Brussels wetboek van ruimtelijke ordening, zoals gewijzigd bij ordonnantie van 14 mei 2009, in beginsel binnen de werkingssfeer van deze richtlijn valt, zodat de bij deze richtlijn met betrekking tot milieubeoordelingen vastgestelde bepalingen op deze procedure moeten worden toegepast.


(1)  PB C 63 van 26.02.2011.


Top