This document is an excerpt from the EUR-Lex website
Document 62009TN0463
Case T-463/09: Action brought on 20 November 2009 — Herm. Sprenger v OHIM — Kieffer Sattlerwarenfabrik (form of a stirrup)
Zaak T-463/09: Beroep ingesteld op 20 november 2009 — Herm. Sprenger/BHIM — Kieffer Sattlerwarenfabrik (vorm van stijgbeugel)
Zaak T-463/09: Beroep ingesteld op 20 november 2009 — Herm. Sprenger/BHIM — Kieffer Sattlerwarenfabrik (vorm van stijgbeugel)
PB C 11 van 16.1.2010, p. 37–38
(BG, ES, CS, DA, DE, ET, EL, EN, FR, IT, LV, LT, HU, MT, NL, PL, PT, RO, SK, SL, FI, SV)
16.1.2010 |
NL |
Publicatieblad van de Europese Unie |
C 11/37 |
Beroep ingesteld op 20 november 2009 — Herm. Sprenger/BHIM — Kieffer Sattlerwarenfabrik (vorm van stijgbeugel)
(Zaak T-463/09)
2010/C 11/69
Taal van het verzoekschrift: Duits
Partijen
Verzoekende partij: Herm. Sprenger GmbH & Co. KG (Iserlohn, Duitsland) (vertegenwoordiger: V. Schiller, advocaat)
Verwerende partij: Bureau voor harmonisatie binnen de interne markt (merken, tekeningen en modellen)
Andere partij in de procedure voor de kamer van beroep: Georg Kieffer Sattlerwarenfabrik GmbH (München, Duitsland)
Conclusies
— |
vernietiging van de beslissing van de vierde kamer van beroep van het Bureau voor harmonisatie binnen de interne markt (merken, tekeningen en modellen) van 4 september 2009 in zaak R 1614/2008-4; |
— |
afwijzing van de door Georg Kieffer Sattlerwarenfabrik GmbH ingediende vordering tot nietigverklaring van gemeenschapsmerk nr. 1 599 620 van verzoekster; |
— |
verwijzing van het BHIM in de kosten van de procedure. |
Middelen en voornaamste argumenten
Ingeschreven gemeenschapsmerk waarvan nietigverklaring is gevorderd: driedimensionaal gemeenschapsmerk nr. 1 599 620 voor waren van klasse 6
Houder van het gemeenschapsmerk: verzoekende partij
Partij die nietigverklaring van het gemeenschapsmerk vordert: Georg Kieffer Sattlerwarenfabrik GmbH
Beslissing van de nietigheidsafdeling: afwijzing van de vordering tot nietigverklaring
Beslissing van de kamer van beroep: vernietiging van de beslissing van de nietigheidsafdeling en nietigverklaring van het betrokken gemeenschapsmerk
Aangevoerde middelen:
— |
schending van artikel 52, lid 1, sub a, juncto artikel 7, lid 1, van verordening (EG) nr. 207/2009 (1) doordat ten onrechte is geoordeeld dat het betrokken merk inherent onderscheidingsvermogen mist; |
— |
schending van artikel 52, lid 1, sub a, en van artikel 52, lid 2, juncto artikel 7, lid 3, van verordening nr. 207/2009 doordat ten onrechte is beslist dat het betrokken merk geen onderscheidend vermogen door gebruik heeft verkregen; |
— |
schending van artikel 76, lid 1, eerste volzin, van verordening nr. 207/2009 doordat de relevante feiten niet naar behoren zijn onderzocht; |
— |
schending van artikel 83 van verordening nr. 207/2009 wat het beginsel van hoor en wederhoor betreft; |
— |
schending van artikel 77, lid 1, van verordening nr. 207/2009 doordat de kamer van beroep verzoeksters subsidiaire vordering tot mondelinge behandeling had moeten toewijzen; |
— |
schending van het EG-Verdrag wat het beginsel van een eerlijk proces betreft. |
(1) Verordening (EG) nr. 207/2009 van de Raad van 26 februari 2009 inzake het gemeenschapsmerk (PB L 78, blz. 1).