This document is an excerpt from the EUR-Lex website
Document 62009FN0099
Case F-99/09: Action brought on 8 December 2009 — Papathanasiou v OHIM
Zaak F-99/09: Beroep ingesteld op 8 december 2009 — Papathanasiou/BHIM
Zaak F-99/09: Beroep ingesteld op 8 december 2009 — Papathanasiou/BHIM
PB C 134 van 22.5.2010, p. 52–53
(BG, ES, CS, DA, DE, ET, EL, EN, FR, IT, LV, LT, HU, MT, NL, PL, PT, RO, SK, SL, FI, SV)
22.5.2010 |
NL |
Publicatieblad van de Europese Unie |
C 134/52 |
Beroep ingesteld op 8 december 2009 — Papathanasiou/BHIM
(Zaak F-99/09)
2010/C 134/88
Procestaal: Duits
Partijen
Verzoekster: Elisavet Papathanasiou (Alicante, Spanje) (vertegenwoordiger: H. Tettenborn, advocaat)
Verwerende partij: Bureau voor harmonisatie binnen de interne markt (merken, tekeningen en modellen)
Voorwerp en beschrijving van het geding
Enerzijds, nietigverklaring van de in verzoeksters overeenkomst opgenomen clausule dat de arbeidsovereenkomst automatisch wordt beëindigd indien verzoekster niet slaagt voor een extern voor het BHIM georganiseerd vergelijkend onderzoek; anderzijds, vaststelling dat de vergelijkende onderzoeken BHIM/AD/01/07, BHIM/AD/02/07, BHIM/AST/01/07 en BHIM/AST/02/02 geen gevolgen hebben voor verzoeksters arbeidsovereenkomst. Voorts verzoek om schadevergoeding
Conclusies van de verzoekende partij
— |
het schrijven van het BHIM van 12 maart 2009 alsmede de daarin vervatte besluiten van het BHIM om verzoeksters arbeidsverhouding met inachtneming van een opzegtermijn van 8 maanden vanaf 16 maart 2009 te beëindigen nietig verklaren en vaststellen dat de arbeidsverhouding tussen verzoekster en het BHIM nog steeds bestaat. Voor zover het Gerecht dit noodzakelijk acht, het door verzoekster als niet-zelfstandig aangemerkte schrijven van het BHIM van 3 augustus 2009 (opschorting van de termijn met 3 maanden) en van 9 oktober 2009 (afwijzing van de klacht) nietig verklaren; |
— |
de ontbindende clausule in artikel 5 van verzoeksters arbeidsovereenkomst met het BHIM nietig verklaren, subsidiair,
|
— |
het BHIM veroordelen tot betaling aan verzoekster van een passende vergoeding, waarvan het Gerecht de hoogte zal bepalen, voor de materiële en immateriële schade die verzoekster heeft geleden door de in punt 1 genoemde verklaringen. |
— |
Voor het geval dat verzoeksters daadwerkelijke werkzaamheid op het tijdstip van de beslissing van het Gerecht en/of de betaling van de door het BHIM aan verzoekster verschuldigde bezoldiging ondanks het voortbestaan van een arbeidsverhouding door de onrechtmatige gedraging van het BHIM reeds werd beëindigd:
|
— |
het BHIM verwijzen in de kosten van de procedure. |