EUR-Lex Access to European Union law
This document is an excerpt from the EUR-Lex website
Document 62009CN0406
Case C-406/09: Reference for a preliminary ruling from the Hoge Raad der Nederlanden lodged on 21 October 2009 — Realchemie Nederland BV v Bayer CropScience AG
Zaak C-406/09: Verzoek om een prejudiciële beslissing, ingediend door de Hoge Raad der Nederlanden op 21 oktober 2009 — Realchemie Nederland BV tegen Bayer CropScience AG
Zaak C-406/09: Verzoek om een prejudiciële beslissing, ingediend door de Hoge Raad der Nederlanden op 21 oktober 2009 — Realchemie Nederland BV tegen Bayer CropScience AG
PB C 312 van 19.12.2009, p. 25–26
(BG, ES, CS, DA, DE, ET, EL, EN, FR, IT, LV, LT, HU, MT, NL, PL, PT, RO, SK, SL, FI, SV)
19.12.2009 |
NL |
Publicatieblad van de Europese Unie |
C 312/25 |
Verzoek om een prejudiciële beslissing, ingediend door de Hoge Raad der Nederlanden op 21 oktober 2009 — Realchemie Nederland BV tegen Bayer CropScience AG
(Zaak C-406/09)
2009/C 312/41
Procestaal: Nederlands
Verwijzende rechter
Hoge Raad der Nederlanden
Partijen in het hoofdgeding
Verzoekster: Realchemie Nederland BV
Verweerster: Bayer CropScience AG
Prejudiciële vragen
1) |
Moet het begrip „burgerlijke en handelszaken” in artikel 1 EEX-Verordening (1) aldus worden uitgelegd dat deze verordening ook van toepassing is op de erkenning en tenuitvoerlegging van een beslissing die een veroordeling tot betaling van „Ordnungsgeld” op grond van § 890 Zivilprozessordnung (ZPO) inhoudt? |
2) |
Moet artikel 14 van de Handhavingsrichtlijn aldus worden uitgelegd dat zij ook van toepassing is op een exequaturprocedure met betrekking tot
|
(1) Verordening (EG) nr. 44/2001 van de Raad van 22 december 2000 betreffende de rechterlijke bevoegdheid, de erkenning en de tenuitvoerlegging van beslissingen in burgerlijke en handelszaken (PB 2001, L 12, blz. 1).