This document is an excerpt from the EUR-Lex website
Document 62008TN0110
Case T-110/08: Action brought on 28 February 2008 — Freixenet v OHIM (Shape of a frosted matt black bottle)
Zaak T-110/08: Beroep ingesteld op 28 februari 2008 — Freixenet/BHIM (Vorm van zwarte gematteerde fles)
Zaak T-110/08: Beroep ingesteld op 28 februari 2008 — Freixenet/BHIM (Vorm van zwarte gematteerde fles)
PB C 116 van 9.5.2008, p. 25–25
(BG, ES, CS, DA, DE, ET, EL, EN, FR, IT, LV, LT, HU, MT, NL, PL, PT, RO, SK, SL, FI, SV)
9.5.2008 |
NL |
Publicatieblad van de Europese Unie |
C 116/25 |
Beroep ingesteld op 28 februari 2008 — Freixenet/BHIM (Vorm van zwarte gematteerde fles)
(Zaak T-110/08)
(2008/C 116/46)
Taal van het verzoekschrift: Frans
Partijen
Verzoekende partij: Freixenet SA (Sant Sadurní d'Anoia, Spanje) (vertegenwoordigers: F. de Visscher, E. Cornu en D. Moreau, advocaten)
Verwerende partij: Bureau voor harmonisatie binnen de interne markt (merken, tekeningen en modellen)
Conclusies
— |
primair, de beslissing van de eerste kamer van beroep van het Bureau voor harmonisatie binnen de interne markt van 20 november 2007 te vernietigen en, zoals deze kamer van beroep had moeten doen, te beslissen dat gemeenschapsmerkaanvraag nr. 32 540 voldoet aan de voorwaarden voor publicatie overeenkomstig artikel 40 van verordening nr. 40/94; |
— |
subsidiair, de beslissing van de eerste kamer van beroep van het Bureau voor harmonisatie binnen de interne markt van 20 november 2007 te vernietigen; |
— |
in elk geval, het Bureau voor harmonisatie binnen de interne markt te verwijzen in de kosten. |
Middelen en voornaamste argumenten
Betrokken gemeenschapsmerk: driedimensionaal merk in de vorm van een zwarte gematteerde fles voor waren van klasse 33 (aanvraagnr. 32 540)
Beslissing van de onderzoeker: afwijzing van de aanvraag
Beslissing van de kamer van beroep: verwerping van het beroep; de beslissing werd vastgesteld na het arrest van het Gerecht van eerste aanleg in zaak T-188/04, Freixenet/BHIM (Vorm van zwarte gematteerde fles)
Aangevoerde middelen: schending van de artikelen 7, leden 1 en 3, en 73 van verordening nr. 40/94, alsmede schending van de motiveringsplicht, aangezien:
— |
de kamer van beroep verzoekster niet heeft gehoord in haar opmerkingen over de feitelijk verschillende beoordeling die de kamer van beroep heeft verricht; |
— |
de kamer van beroep niet heeft gepreciseerd op welke stukken haar beslissing is gebaseerd; |
— |
de aanbiedingsvorm van de betrokken fles origineel is en zich onderscheidt van de op 1 april 1996 bestaande gebruikelijke aanbiedingsvormen; en |
— |
in elk geval het betrokken merk in de Gemeenschap onderscheidend vermogen heeft verkregen door het gebruik ervan. |