This document is an excerpt from the EUR-Lex website
Document 62008CN0550
Case C-550/08: Reference for a preliminary ruling from the Finanzgericht München (Germany) lodged on 11 December 2008 — British American Tobacco (Germany) GmbH v Hauptzollamt Schweinfurt
Zaak C-550/08: Verzoek om een prejudiciële beslissing ingediend door het Finanzgericht München (Duitsland) op 11 december 2008 — British American Tobacco (Germany) GmbH/Hauptzollamt Schweinfurt
Zaak C-550/08: Verzoek om een prejudiciële beslissing ingediend door het Finanzgericht München (Duitsland) op 11 december 2008 — British American Tobacco (Germany) GmbH/Hauptzollamt Schweinfurt
PB C 69 van 21.3.2009, p. 19–19
(BG, ES, CS, DA, DE, ET, EL, EN, FR, IT, LV, LT, HU, MT, NL, PL, PT, RO, SK, SL, FI, SV)
21.3.2009 |
NL |
Publicatieblad van de Europese Unie |
C 69/19 |
Verzoek om een prejudiciële beslissing ingediend door het Finanzgericht München (Duitsland) op 11 december 2008 — British American Tobacco (Germany) GmbH/Hauptzollamt Schweinfurt
(Zaak C-550/08)
(2009/C 69/34)
Procestaal: Duits
Verwijzende rechter
Finanzgericht München
Partijen in het hoofdgeding
Verzoekende partij: British American Tobacco (Germany) GmbH
Verwerende partij: Hauptzollamt Schweinfurt
Prejudiciële vragen
1) |
Moet artikel 5, lid 2, eerste alinea, eerste streepje, van richtlijn 92/12/EEG van de Raad van 25 februari 1992 betreffende de algemene regeling voor accijnsproducten, het voorhanden hebben en het verkeer daarvan en de controles daarop (1), aldus worden uitgelegd dat niet-communautaire accijnsproducten die onder de regeling actieve veredeling zijn geplaatst in de zin van artikel 84, lid 1 sub a, van verordening (EEG) nr. 2913/92 (douanewetboek), ook worden geacht zich onder schorsing van accijns te bevinden wanneer zij pas na de invoer van niet-accijnsplichtige goederen in het kader van de regeling actieve veredeling uit deze goederen zijn vervaardigd, zodat volgens de vijftiende overweging van de considerans van richtlijn 92/12/EEG bij het vervoer ervan geen geleidedocument in de zin van artikel 18, lid 1, van richtlijn 92/12/EEG dient te worden gebruikt? |
2) |
In geval van ontkennend antwoord op de eerste vraag: Moet artikel 15, lid 4, van richtlijn 92/12/EEG aldus worden uitgelegd dat het bewijs dat de geadresseerde de accijnsproducten heeft overgenomen, ook met andere middelen kan worden geleverd dan met het in artikel 18 van richtlijn 92/12/EEG genoemde geleidedocument? |
(1) PB L 76, blz. 1.