Choose the experimental features you want to try

This document is an excerpt from the EUR-Lex website

Document 62008CA0440

    Zaak C-440/08: Arrest van het Hof (Eerste kamer) van 18 maart 2010 (verzoek om een prejudiciële beslissing ingediend door de Hoge Raad der Nederlanden) — F. Gielen/Staatssecretaris van Financiën (Directe belastingen — Artikel 43 EG — Buitenlandse belastingplichtige — Ondernemer — Recht op zelfstandigenaftrek — Urencriterium — Discriminatie tussen binnenlandse en buitenlandse belastingplichtigen — Keuze voor behandeling als binnenlandse belastingplichtige)

    PB C 134 van 22.5.2010, p. 6–6 (BG, ES, CS, DA, DE, ET, EL, EN, FR, IT, LV, LT, HU, MT, NL, PL, PT, RO, SK, SL, FI, SV)

    22.5.2010   

    NL

    Publicatieblad van de Europese Unie

    C 134/6


    Arrest van het Hof (Eerste kamer) van 18 maart 2010 (verzoek om een prejudiciële beslissing ingediend door de Hoge Raad der Nederlanden) — F. Gielen/Staatssecretaris van Financiën

    (Zaak C-440/08) (1)

    (Directe belastingen - Artikel 43 EG - Buitenlandse belastingplichtige - Ondernemer - Recht op zelfstandigenaftrek - Urencriterium - Discriminatie tussen binnenlandse en buitenlandse belastingplichtigen - Keuze voor behandeling als binnenlandse belastingplichtige)

    2010/C 134/09

    Procestaal: Nederlands

    Verwijzende rechter

    Hoge Raad der Nederlanden

    Partijen in het hoofdgeding

    Verzoekende partij: F. Gielen

    Verwerende partij: Staatssecretaris van Financiën

    Voorwerp

    Verzoek om een prejudiciële beslissing — Hoge Raad der Nederlanden — Uitlegging van artikel 43 EG — Nationale wettelijke regeling volgens welke zelfstandige ondernemers een vast bedrag van hun winst mogen aftrekken mits zij ten minste 1 225 uren per kalenderjaar aan ondernemingsactiviteiten hebben besteed — Niet-inaanmerkingneming, enkel in geval van de niet-ingezeten belastingplichtige, van de uren die aan werkzaamheden voor een in een andere lidstaat gevestigde onderneming zijn besteed

    Dictum

    Artikel 49 VWEU verzet zich tegen een nationale regeling die, waar het gaat om de toekenning van een fiscaal voordeel als de in het hoofdgeding aan de orde zijnde zelfstandigenaftrek, discriminerende gevolgen heeft voor buitenlandse belastingplichtigen, zelfs indien deze belastingplichtigen met betrekking tot dat voordeel kunnen kiezen voor toepassing van de regeling voor binnenlandse belastingplichtigen.


    (1)  PB C 327 van 20.12.2008.


    Top