EUR-Lex Access to European Union law

Back to EUR-Lex homepage

This document is an excerpt from the EUR-Lex website

Document 62007CA0014

Zaak C-14/07: Arrest van het Hof (Derde kamer) van 8 mei 2008 (verzoek om een prejudiciële beslissing ingediend door het Bundesgerichtshof — Duitsland) — Ingenieurbüro Michael Weiss und Partner GbR/Industrie- und Handelskammer Berlin (Justitiële samenwerking in burgerlijke zaken — Verordening (EG) nr. 1348/2000 — Betekening en kennisgeving van gerechtelijke en buitengerechtelijke stukken — Niet-vertaalde bijlagen bij akte — Gevolgen)

PB C 158 van 21.6.2008, p. 5–6 (BG, ES, CS, DA, DE, ET, EL, EN, FR, IT, LV, LT, HU, MT, NL, PL, PT, RO, SK, SL, FI, SV)

21.6.2008   

NL

Publicatieblad van de Europese Unie

C 158/5


Arrest van het Hof (Derde kamer) van 8 mei 2008 (verzoek om een prejudiciële beslissing ingediend door het Bundesgerichtshof — Duitsland) — Ingenieurbüro Michael Weiss und Partner GbR/Industrie- und Handelskammer Berlin

(Zaak C-14/07) (1)

(Justitiële samenwerking in burgerlijke zaken - Verordening (EG) nr. 1348/2000 - Betekening en kennisgeving van gerechtelijke en buitengerechtelijke stukken - Niet-vertaalde bijlagen bij akte - Gevolgen)

(2008/C 158/07)

Procestaal: Duits

Verwijzende rechter

Bundesgerichtshof

Partijen in het hoofdgeding

Verzoekende partij: Ingenieurbüro Michael Weiss und Partner GbR

Verwerende partij: Industrie- und Handelskammer Berlin

In tegenwoordigheid van: Nicholas Grimshaw & Partners Ltd

Voorwerp

Verzoek om een prejudiciële beslissing — Bundesgerichtshof — Uitlegging van artikel 8, lid 1, van verordening (EG) nr. 1348/2000 van de Raad van 29 mei 2000 inzake de betekening en de kennisgeving in de lidstaten van gerechtelijke en buitengerechtelijke stukken in burgerlijke of in handelszaken (PB L 160, blz. 37) — Weigering tot inontvangstneming van een verzoekschrift dat in een andere lidstaat is betekend en in de taal van deze aangezochte lidstaat is opgesteld, op grond dat de bijlagen bij het verzoekschrift slechts in de taal van de lidstaat van herkomst beschikbaar zijn, zijnde de taal die de partijen in een door hen gesloten overeenkomst hebben aangeduid als de correspondentietaal

Dictum

1)

Artikel 8, lid 1, van verordening (EG) nr. 1348/2000 van de Raad van 29 mei 2000 inzake de betekening en de kennisgeving in de lidstaten van gerechtelijke en buitengerechtelijke stukken in burgerlijke of in handelszaken, dient aldus te worden uitgelegd dat degene voor wie een ter kennis te brengen of te betekenen gedinginleidend stuk bestemd is, niet mag weigeren dit stuk in ontvangst te nemen voor zover dit hem in staat stelt, in het kader van een gerechtelijke procedure in de lidstaat van verzending zijn rechten geldend te maken, wanneer bij dit stuk bijlagen met bewijsstukken zijn gevoegd die niet zijn gesteld in de taal van de aangezochte lidstaat of in een taal van de lidstaat van verzending die de geadresseerde begrijpt, maar die enkel een bewijsfunctie hebben en niet onontbeerlijk zijn om het voorwerp en de grond van de vordering te begrijpen.

Het staat aan de nationale rechter om na te gaan of het gedinginleidende stuk voldoende informatie bevat om de verweerder in staat te stellen zijn rechten geldend te maken dan wel of de verzender alsnog de vertaling van een onmisbare bijlage dient te verstrekken.

2)

Artikel 8, lid 1, sub b, van verordening nr. 1348/2000 dient aldus te worden uitgelegd dat het feit dat degene aan wie een stuk wordt betekend of ter kennis gebracht, in het kader van zijn beroepsactiviteit met de verzoeker contractueel is overeengekomen dat in de taal van de lidstaat van verzending zal worden gecorrespondeerd, geen vermoeden oplevert dat hij deze taal kent, maar een aanwijzing vormt die de rechter in aanmerking kan nemen wanneer hij nagaat of de geadresseerde de taal van de lidstaat van verzending begrijpt.

3)

Artikel 8, lid 1, van verordening nr. 1348/2000 dient aldus te worden uitgelegd dat degene aan wie een gedinginleidend stuk wordt betekend of ter kennis gebracht, in geen geval met een beroep op deze bepaling kan weigeren om de bijlagen bij een stuk die niet zijn gesteld in de taal van de aangezochte lidstaat of in een taal van de lidstaat van verzending die hij begrijpt, in ontvangst te nemen, wanneer hij in het kader van zijn beroepsactiviteit contractueel is overeengekomen dat zal worden gecorrespondeerd in de taal van de lidstaat van verzending en de verzonden bijlagen deze correspondentie betreffen en tevens in de overeengekomen taal zijn gesteld.


(1)  PB C 56 van 10.3.2007.


Top