This document is an excerpt from the EUR-Lex website
Document 61989TJ0114
Judgment of the Court of First Instance (First Chamber) of 13 December 1990. # Vereniging van Nederlandse Ziekenfondsen and others v Commission of the European Communities. # Competition - Omni-partijen akkoord - Admissibility - Nature of contested act. # Case T-114/89.
Arrest van het Gerecht van eerste aanleg (Eerste kamer) van 13 december 1990.
Vereniging van Nederlandse Ziekenfondsen e.a. tegen Commissie van de Europese Gemeenschappen.
Mededinging - Omni-partijen akkoord - Ontvankelijkheid - Aard van handelingen waartegen wordt opgekomen.
Zaak T-114/89.
Arrest van het Gerecht van eerste aanleg (Eerste kamer) van 13 december 1990.
Vereniging van Nederlandse Ziekenfondsen e.a. tegen Commissie van de Europese Gemeenschappen.
Mededinging - Omni-partijen akkoord - Ontvankelijkheid - Aard van handelingen waartegen wordt opgekomen.
Zaak T-114/89.
Jurisprudentie 1990 II-00827
ECLI identifier: ECLI:EU:T:1990:83
ARREST VAN HET GERECHT VAN EERSTE AANLEG (EERSTE KAMER) VAN 13 DECEMBER 1990. - VERENIGING VAN NEDERLANDSE ZIEKENFONDSEN EN KONTAKTORGAAN LANDELIJKE ORGANISATIES VAN ZIEKTEKOSTENVERZEKERAARS EN KONTAKTCOMMISSIE PUBLIEKRECHTELIJKE ZIEKTEKOSTENREGELINGEN VOOR AMBTENAREN TEGEN COMMISSIE VAN DE EUROPESE GEMEENSCHAPPEN. - MEDEDINGING - OMNI-PARTIJEN AKKOORD - ONTVANKELIJKHEID - AARD VAN HANDELING WAARTEGEN WORDT OPGEKOMEN. - ZAAK T-114/89.
Jurisprudentie 1990 bladzijde II-00827
Pub.RJ bladzijde Pub somm
++++
Beroep tot nietigverklaring - Voor beroep vatbare handelingen - Brief van lid van Commissie aan Lid-Staat, waarin mening wordt geuit omtrent verenigbaarheid van overeenkomst tussen ondernemingen met verdragsregels inzake mededinging - Brief zonder bindende rechtsgevolgen - Daarvan uitgesloten - Inaanmerkingneming door Lid-Staat waarvoor brief bestemd is, voor vaststelling van nationale maatregelen - Irrelevant
( EEG-Verdrag, artikelen 5, 85 en 173; verordening nr . 17 van de Raad )
Een brief van een lid van de Commissie aan de overheid van een Lid-Staat, die geen bindende rechtsgevolgen in het leven roept zoals die welke voortvloeien uit een ontheffingsbeschikking of een beschikking waarbij voorlopige maatregelen worden gelast, doch waarin door de diensten van de Commissie enkel een eerste oordeel wordt gegeven over de verenigbaarheid van een overeenkomst tussen ondernemingen met artikel 85 EEG-Verdrag en slechts wijzigingen in deze overeenkomst worden gesuggereerd, terwijl overigens een uitdrukkelijk voorbehoud is gemaakt met betrekking tot de procedurele rechten van de partijen bij de overeenkomst en van degene die een klacht tegen de overeenkomst heeft ingediend, kan niet als een handeling worden beschouwd, die vatbaar is voor beroep tot nietigverklaring in de zin van artikel 173 EEG-Verdrag .
Het feit dat de nationale overheid tot wie de brief is gericht, naar aanleiding van deze brief nationale maatregelen heeft vastgesteld, wijzigt niet het rechtskarakter ervan . Voor het optreden van een nationale overheid ten aanzien van een onder artikel 85 EEG-Verdrag vallende overeenkomst tussen ondernemingen verleent namelijk noch dit artikel, noch verordening nr . 17 of artikel 5 EEG-Verdrag de Commissie de bevoegdheid, een bindende beschikking tot een Lid-Staat te richten .
( De motivering van dit arrest verschilt niet wezenlijk van die van het arrest van dezelfde dag : 13 december 1990, zaak T-113/89, Nefarma e.a . / Commissie, Jurispr . 1990, blz . II-797 ).
in zaak T-114/89,
Vereniging van Nederlandse Ziekenfondsen, gevestigd te Zeist ( Nederland ),
Kontaktorgaan Landelijke Organisaties van Ziektekostenverzekeraars, gevestigd te Houten ( Nederland ),
en
Kontaktcommissie Publiekrechtelijke Ziektekostenregelingen voor Ambtenaren, gevestigd te Nieuwegein ( Nederland ),
vertegenwoordigd door H . P . Utermark, advocaat te 's-Gravenhage, en F . O . W . Vogelaar, advocaat te Amsterdam, domicilie gekozen hebbende te Luxemburg ten kantore van J . Loesch, advocaat aldaar, 8, rue Zithe,
verzoeksters,
tegen
Commissie van de Europese Gemeenschappen, vertegenwoordigd door B . J . Drijber, lid van haar juridische dienst, als gemachtigde, domicilie gekozen hebbende te Luxemburg bij G . Kremlis, lid van haar juridische dienst, Centre Wagner, Kirchberg,
verweerster,
ondersteund door
Koninkrijk der Nederlanden, vertegenwoordigd door J . W . de Zwaan, assistent juridisch adviseur bij het Ministerie van Buitenlandse Zaken, domicilie gekozen hebbende te Luxemburg ter ambassade van het Koninkrijk der Nederlanden, 5, rue C . M . Spoo,
interveniënt,
betreffende een beroep tot nietigverklaring van de beschikking, dan wel de meerdere beschikkingen, die volgens verzoeksters zijn vervat in verschillende brieven van een lid van de Commissie en van een directeur van het Directoraat-generaal Concurrentie .
HET GERECHT VAN EERSTE AANLEG ( Eerste Kamer ),
samengesteld als volgt : J . L . Cruz Vilaça, president, H . Kirschner, R . Schintgen, R . García-Valdecasas en K . Lenaerts, rechters,
( rechtsoverwegingen niet opgenomen )
rechtdoende :
1 ) Verklaart het beroep niet-ontvankelijk .
2 ) Verwijst verzoeksters hoofdelijk in de kosten, met uitzondering van de kosten van interveniënt, die zijn eigen kosten zal dragen .