EUR-Lex Access to European Union law

Back to EUR-Lex homepage

This document is an excerpt from the EUR-Lex website

Document 52023AP0364

P9_TA(2023)0364 — Oprichting van het platform voor strategische technologieën voor Europa (STEP) — Amendementen van het Europees Parlement aangenomen op 17 oktober 2023 op het voorstel voor een verordening van het Europees Parlement en de Raad tot oprichting van het platform voor strategische technologieën voor Europa (STEP) en tot wijziging van Richtlijn 2003/87/EG, Verordeningen (EU) 2021/1058, (EU) 2021/1056, (EU) 2021/1057, (EU) nr. 1303/2013, (EU) nr. 223/2014, (EU) 2021/1060, (EU) 2021/523, (EU) 2021/695, (EU) 2021/697 en (EU) 2021/241 (COM(2023)0335 – C9-0209/2023 – 2023/0199(COD)) (Gewone wetgevingsprocedure: eerste lezing)

PB C, C/2024/2663, 29.4.2024, ELI: http://data.europa.eu/eli/C/2024/2663/oj (BG, ES, CS, DA, DE, ET, EL, EN, FR, GA, HR, IT, LV, LT, HU, MT, NL, PL, PT, RO, SK, SL, FI, SV)

ELI: http://data.europa.eu/eli/C/2024/2663/oj

European flag

Publicatieblad
van de Europese Unie

NL

C-serie


C/2024/2663

29.4.2024

P9_TA(2023)0364

Oprichting van het platform voor strategische technologieën voor Europa (“STEP”)

Amendementen van het Europees Parlement aangenomen op 17 oktober 2023 op het voorstel voor een verordening van het Europees Parlement en de Raad tot oprichting van het platform voor strategische technologieën voor Europa (“STEP”) en tot wijziging van Richtlijn 2003/87/EG, Verordeningen (EU) 2021/1058, (EU) 2021/1056, (EU) 2021/1057, (EU) nr. 1303/2013, (EU) nr. 223/2014, (EU) 2021/1060, (EU) 2021/523, (EU) 2021/695, (EU) 2021/697 en (EU) 2021/241 (COM(2023)0335 – C9-0209/2023 – 2023/0199(COD))  (1)

(Gewone wetgevingsprocedure: eerste lezing)

(C/2024/2663)

Amendement 1

Voorstel voor een verordening

Titel

Door de Commissie voorgestelde tekst

Amendement

over het voorstel voor een verordening van het Europees Parlement en de Raad tot oprichting van het platform voor strategische technologieën voor Europa (“STEP”) en tot wijziging van Richtlijn 2003/87/EG, Verordeningen (EU) 2021/1058, (EU) 2021/1056, (EU) 2021/1057, (EU) nr. 1303/2013, (EU) nr. 223/2014, (EU) 2021/1060, (EU) 2021/523, (EU) 2021/695, (EU) 2021/697 en (EU) 2021/241

over het voorstel voor een verordening van het Europees Parlement en de Raad tot oprichting van het platform voor strategische technologieën voor Europa (“STEP”) en tot wijziging van Richtlijn 2003/87/EG, Verordeningen (EU) 2021/1058, (EU) 2021/1056, (EU) 2021/1057, (EU) 2021/1755, (EU) nr. 1303/2013, (EU) nr. 223/2014, (EU) 2021/1060, (EU) 2021/523, (EU) 2021/695, (EU) 2021/697 en (EU) 2021/241

Amendement 2

Voorstel voor een verordening

Overweging 2

Door de Commissie voorgestelde tekst

Amendement

(2)

De EU-industrie heeft haar ingebouwde veerkracht bewezen, maar wordt op de proef gesteld. De hoge inflatie, tekorten aan arbeidskrachten, verstoringen van de toeleveringsketens na COVID-19, stijgende rentevoeten en pieken in energiekosten en inputprijzen drukken op het concurrentievermogen van de EU-industrie. Dit gaat gepaard met hevige, maar niet altijd billijke mededinging op de gefragmenteerde wereldmarkt. De EU heeft al verscheidene initiatieven voorgesteld om haar industrie te ondersteunen, zoals het industrieel plan voor de Green Deal (40), de verordening kritieke grondstoffen (41), de verordening nettonulindustrie (42), het nieuwe tijdelijke crisis- en transitiekader voor staatssteun (43) en REPowerEU (44). Hoewel deze oplossingen snelle en gerichte steun bieden, heeft de EU een structureler antwoord nodig op de investeringsbehoeften van haar industrieën, om de cohesie en het gelijke speelveld in de eengemaakte markt te waarborgen en de strategische afhankelijkheden van de EU te verminderen.

(2)

De EU-industrie heeft haar ingebouwde veerkracht bewezen, maar haar concurrentievermogen moet ook in de toekomst worden gewaarborgd. De hoge inflatie, tekorten aan arbeidskrachten, verstoringen van de toeleveringsketens na COVID-19, de Russische aanvalsoorlog tegen Oekraïne, stijgende rentevoeten en pieken in energiekosten en inputprijzen drukken op het concurrentievermogen van de EU-industrie en hebben duidelijk gemaakt hoe belangrijk het is dat de Unie haar open strategische autonomie waarborgt en haar strategische afhankelijkheid van derde landen in verschillende sectoren vermindert. Dit gaat gepaard met hevige, maar niet altijd billijke mededinging op de gefragmenteerde wereldmarkt. De EU heeft al verscheidene initiatieven voorgesteld om haar industrie te ondersteunen, zoals het industrieel plan voor de Green Deal (40), de verordening kritieke grondstoffen (41), de verordening nettonulindustrie (42), het nieuwe tijdelijke crisis- en transitiekader voor staatssteun (43) en de herstel- en veerkrachtfaciliteit (43bis), zoals gewijzigd bij REPowerEU (44). Hoewel deze oplossingen snelle en gerichte steun bieden, heeft de EU een structureler antwoord nodig op de investeringsbehoeften van haar industrieën, om de cohesie, het creëren van hoogwaardige banen en het gelijke speelveld in de eengemaakte markt te waarborgen, de toegang tot financiering te vergemakkelijken en de strategische afhankelijkheden van de EU te verminderen. De aanpassing van nieuwe, verschillende staatssteunkaders heeft de potentiële toewijzing van aanzienlijke hoeveelheden staatssteun vergemakkelijkt. In ongunstigere omstandigheden kan deze situatie de doeltreffendheid van de interne markt ondermijnen.

Amendement 3

Voorstel voor een verordening

Overweging 2 bis (nieuw)

Door de Commissie voorgestelde tekst

Amendement

 

(2 bis)

De eengemaakte markt heeft aanzienlijke economische, sociale en politieke voordelen opgeleverd voor de hele Unie, met inbegrip van haar burgers en bedrijven. Hoewel deze voordelen algemeen worden erkend, is het absoluut noodzakelijk om te blijven zoeken naar manieren om het onbenutte maatschappelijke potentieel ervan verder te benutten. De mededeling van de Commissie van 16 maart 2023, getiteld “30 jaar eengemaakte markt”, bepaalt de strategische koers van de eengemaakte markt op lange termijn. De toekomstige eengemaakte markt moet aanpasbaar blijven in het licht van de veranderende geopolitieke dynamiek, technologische ontwikkelingen en de groene en digitale transitie, en tegelijkertijd de veerkracht van gezondheidsstelsels rekening houdend met de vergrijzende bevolking bevorderen en bijdragen tot het versterken van het concurrentievermogen en de productiviteit van de Unie op lange termijn.

Amendement 4

Voorstel voor een verordening

Overweging 3

Door de Commissie voorgestelde tekst

Amendement

(3)

De invoering en schaalvergroting in de Unie van geavanceerde en digitale technologieën, schone technologieën en biotechnologieën zal essentieel zijn om de kansen te grijpen en de doelstellingen van de groene en digitale transitie te verwezenlijken en zo het concurrentievermogen en de duurzaamheid van de Europese industrie te bevorderen. Daarom moet onmiddellijk actie worden ondernomen om de ontwikkeling of productie van dergelijke technologieën in de Unie te ondersteunen, hun waardeketens veilig te stellen en te versterken en zo de strategische afhankelijkheid van de Unie te verminderen, en de bestaande tekorten aan arbeidskrachten en vaardigheden in deze sectoren aan te pakken door middel van opleidingen en leer-werkstelsel en het creëren van aantrekkelijke, hoogwaardige banen die voor iedereen toegankelijk zijn.

(3)

De invoering en schaalvergroting van digitale technologieën, nettonultechnologieën, biotechnologieën en biowetenschappen zal essentieel zijn om de strategische afhankelijkheid van de Unie te verminderen, de kansen te grijpen en de doelstellingen van de groene en digitale transitie te verwezenlijken en zo de soevereiniteit en strategische autonomie van de Unie veilig te stellen en het concurrentievermogen en de duurzaamheid van de Europese industrie te bevorderen. Daarom moet onmiddellijk actie worden ondernomen om de ontwikkeling of productie van dergelijke technologieën in de Unie te ondersteunen, hun toeleveringsketens veilig te stellen en te versterken en zo de strategische afhankelijkheid van de Unie te verminderen, en de bestaande tekorten aan arbeidskrachten en vaardigheden in de betrokken sectoren aan te pakken door middel van een leven lang leren, opleidingen en leer-werkstelsels en het creëren van aantrekkelijke, hoogwaardige banen die voor iedereen toegankelijk zijn.

Amendement 5

Voorstel voor een verordening

Overweging 4

Door de Commissie voorgestelde tekst

Amendement

(4)

Er is behoefte aan ondersteuning van kritieke technologieën op de volgende gebieden: diepgaande en digitale technologieën, schone technologieën en biotechnologieën (met inbegrip van de respectieve kritieke waardeketens voor grondstoffen), in het bijzonder projecten, bedrijven en sectoren met een kritieke rol voor het concurrentievermogen en de veerkracht van de EU en haar waardeketens. Zo moeten diepe technologieën en digitale technologieën micro-elektronica, high-performance computing, kwantumtechnologieën (d.w.z. computer-, communicatie- en detectietechnologieën), cloudcomputing, edgecomputing en kunstmatige intelligentie, cyberbeveiligingstechnologieën, robotica, 5G en geavanceerde connectiviteit en virtuele realiteiten omvatten, met inbegrip van acties in verband met diepe en digitale technologieën voor de ontwikkeling van defensietoepassingen en toepassingen in de lucht- en ruimtevaart. Schone technologieën moeten onder andere hernieuwbare energie omvatten; elektriciteit en warmteopslag; warmtepompen; elektriciteitsnet; hernieuwbare brandstoffen van niet-biologische oorsprong; duurzame alternatieve brandstoffen; elektrolyse-installaties en brandstofcellen; koolstofafvang, -gebruik en -opslag; energie-efficiëntie; waterstof en de bijbehorende infrastructuur; slimme energieoplossingen; technologieën die van vitaal belang zijn voor duurzaamheid, zoals waterzuivering en ontzilting; geavanceerde materialen zoals nanomaterialen, composieten en toekomstige schone bouwmaterialen, en technologieën voor de duurzame winning en verwerking van kritieke grondstoffen. Biotechnologie omvat technologieën zoals biomoleculen en hun toepassingen, farmaceutica en medische technologieën die van vitaal belang zijn voor de bescherming van de gezondheid, gewasbiotechnologie en industriële biotechnologie, zoals voor afvalverwerking en bioproductie. De Commissie kan richtsnoeren uitvaardigen om het toepassingsgebied van de technologieën op deze drie gebieden die overeenkomstig deze verordening als kritiek worden beschouwd, nader te omschrijven, teneinde een gemeenschappelijke interpretatie te bevorderen van de projecten, bedrijven en sectoren die in het kader van de respectieve programma’s worden gesteund, in het licht van de gemeenschappelijke strategische doelstelling. Bovendien moeten technologieën op een van deze drie gebieden die onderwerp zijn van een belangrijk project van gemeenschappelijk Europees belang (IPCEI) dat door de Commissie is goedgekeurd overeenkomstig artikel 107, lid 3, punt b), VWEU, als kritiek worden beschouwd en moeten individuele projecten binnen het toepassingsgebied van een dergelijk IPCEI in aanmerking komen voor financiering, overeenkomstig de respectieve regels van het programma, voor zover het vastgestelde financieringstekort en de subsidiabele kosten nog niet volledig zijn gedekt.

(4)

Er is behoefte aan ondersteuning van kritieke technologieën op de volgende gebieden: digitale technologieën, nettonultechnologieën en biotechnologieën en biowetenschappen met inbegrip van geneesmiddelen op de EU-lijst van kritieke geneesmiddelen, die is opgesteld overeenkomstig artikel 6 van Verordening (EU) 2022/123 van het Europees Parlement en de Raad (44a)en hun bestanddelen, en de respectieve toeleveringsketens van die technologieën, in het bijzonder in projecten, bedrijven en sectoren met een kritieke rol voor het concurrentievermogen en de veerkracht van de EU. Met het oog op juridische duidelijkheid en samenhang moet de definitie van digitale technologieën in overeenstemming worden gebracht met de definitie in Besluit (EU) 2022/2481 van het Europees Parlement en de Raad (44b) en is de definitie van nettonultechnologieën afgestemd op de definitie in Verordening (EU) .../... [verordening nettonulindustrie]. Bij gebreke aan een definitie van biotechnologieën in het recht van de Unie moet de OESO-definitie in deze verordening worden overgenomen. De biowetenschappen moeten de toepassing omvatten van wetenschappelijke kennis op gebieden als biologie, zoölogie, plantkunde, ecologie, fysiologie, biochemie, microbiologie, farmacologie, agronomie en geneeskunde. Kritieke geneesmiddelen, met inbegrip van werkzame farmaceutische bestanddelen, zoals vermeld in de EU-lijst van kritieke geneesmiddelen, moeten ook worden opgenomen. De open strategische autonomie en het concurrentievermogen van de Unie kunnen niet worden verbeterd zonder de toeleveringsketens in de technologiesectoren die onder deze verordening vallen, te versterken. Financiële steun aan projecten in de hele toeleveringsketen voor de vervaardiging van kritieke technologieën draagt bijgevolg ook bij aan de STEP-doelstellingen. Technologieën moeten als kritiek worden beschouwd indien zij zorgen voor de invoering van een innovatief, geavanceerd element met een aanzienlijk economisch potentieel op de eengemaakte markt of bijdragen aan het verminderen of voorkomen van de afhankelijkheid van de Unie. De Commissie moet uiterlijk twee maanden na de inwerkingtreding van deze verordening een gedelegeerde handeling vaststellen om het toepassingsgebied van de technologieën in deze drie sectoren die overeenkomstig deze verordening als kritiek worden beschouwd, nader te omschrijven, teneinde een gemeenschappelijke interpretatie te bevorderen van de projecten, bedrijven en sectoren die in het kader van de respectieve programma’s worden gesteund, in het licht van de gemeenschappelijke strategische doelstelling om kritieke afhankelijkheid te verminderen. Voor de definitie van strategische afhankelijkheid moet de Commissie voortbouwen op de beoordelingen die de afgelopen jaren zijn uitgevoerd. Voor de definitie van strategische afhankelijkheden moet de Commissie voortbouwen op de beoordelingen die de afgelopen jaren zijn uitgevoerd (44c). De Commissie moet de gedelegeerde handeling herzien in het licht van de bevindingen van haar overeenkomstig deze verordening opgesteld tussentijds evaluatieverslag en deze aanpassen aan de op dat moment heersende marktomstandigheden. Aangezien de verordening nettonulindustrie zorgt voor een alomvattend inzicht in de Europese industrieën die noodzakelijk worden geacht om de klimaatdoelstellingen voor 2050 te halen, moeten strategische projecten zoals bepaald in Verordening (EU) .../... [verordening nettonulindustrie] die voldoen aan de criteria op het gebied van veerkracht of concurrentievermogen van de verordening nettonulindustrie, in de geest van de kritieke aspecten van alle technologieprojecten in het kader van deze verordening, worden geacht de STEP-doelstellingen te verwezenlijken. Hetzelfde moet gelden voor strategische projecten zoals bepaald in Verordening (EU) .... [verordening kritieke grondstoffen].

 

Amendement 6

Voorstel voor een verordening

Overweging 5

Door de Commissie voorgestelde tekst

Amendement

(5)

Versterking van de productiecapaciteit van sleuteltechnologieën in de Unie is niet mogelijk zonder een groot aantal geschoolde arbeidskrachten. De tekorten aan arbeidskrachten en vaardigheden zijn echter toegenomen in alle sectoren, ook in de sectoren die als cruciaal worden beschouwd voor de groene en digitale transitie, en brengen de opkomst van belangrijke technologieën in gevaar, ook in de context van demografische veranderingen. Daarom moet de activering van meer mensen op de arbeidsmarkt die relevant is voor strategische sectoren worden gestimuleerd, met name door het creëren van banen en leer-werktrajecten voor jonge, kansarme personen, in het bijzonder jongeren die geen baan hebben en geen onderwijs of opleiding volgen. Dergelijke steun zal een aanvulling vormen op een aantal andere acties om te voldoen aan de behoeften aan vaardigheden die voortvloeien uit de transitie, zoals uiteengezet in de EU-agenda voor vaardigheden (45).

(5)

Versterking van de productiecapaciteit van technologieën in de Unie in de betrokken sectoren die in het kader van deze verordening zijn vastgesteld, is niet mogelijk zonder een groot aantal geschoolde arbeidskrachten. De tekorten aan arbeidskrachten en vaardigheden, die zijn toegenomen in alle sectoren, ook in de sectoren die als cruciaal worden beschouwd voor de groene en digitale transitie, zullen in het licht van de demografische veranderingen naar verwachting echter toenemen en de opkomst van technologieën in gevaar brengen in de betrokken sectoren die in het kader van deze verordening zijn vastgesteld. Daarom moet de activering van meer mensen op de arbeidsmarkt die relevant is voor de betrokken sectoren worden gestimuleerd, met name door investeringen in leren en een leven lang leren, het verbeteren van relevante vaardigheden, en het creëren van hoogwaardige banen en leer-werktrajecten voor jonge, kansarme personen die geen baan hebben en geen onderwijs of opleiding volgen. Dergelijke steun zal een aanvulling vormen op een aantal andere acties om te voldoen aan de behoeften aan vaardigheden die voortvloeien uit de transitie, zoals uiteengezet in de EU-agenda voor vaardigheden (45). Deze maatregelen zullen een belangrijke rol spelen in het bevorderen van een cultuur van om- en bijscholing, het stimuleren van het concurrentievermogen van EU-ondernemingen, met name van kleine en middelgrote ondernemingen, en het creëren van hoogwaardige banen om het volledige potentieel van de groene en de digitale transitie op een vanuit sociaal oogpunt eerlijke, inclusieve en rechtvaardige wijze te benutten.

Amendement 7

Voorstel voor een verordening

Overweging 6

Door de Commissie voorgestelde tekst

Amendement

(6)

De omvang van de investeringen die nodig zijn voor de transitie vereist een volledige mobilisering van de financiering die beschikbaar is in het kader van bestaande EU-programma’s en -fondsen, met inbegrip van die welke een begrotingsgarantie bieden voor financierings- en investeringsverrichtingen en de uitvoering van financieringsinstrumenten en gecombineerde verrichtingen. Dergelijke financiering moet flexibeler worden ingezet, zodat tijdig en gericht steun kan worden verleend aan kritieke technologieën in strategische sectoren. Daarom moet een platform voor strategische technologieën voor Europa (“STEP”) een structureel antwoord bieden op de investeringsbehoeften van de Unie door de bestaande EU-fondsen beter te kanaliseren naar kritieke investeringen ter ondersteuning van de ontwikkeling of vervaardiging van kritieke technologieën, met behoud van gelijke voorwaarden op de eengemaakte markt, waarbij de cohesie behouden blijft en gestreefd wordt naar een geografisch evenwichtige verdeling van de in het kader van STEP gefinancierde projecten overeenkomstig de respectieve programmadoelstellingen.

(6)

De komende jaren zullen er aanzienlijke investeringen nodig zijn om de open strategische autonomie van de Unie op alomvattende wijze te versterken, haar concurrentievermogen op de wereldmarkt te handhaven en de groene en digitale transitie te verwezenlijken. Bestaande EU-programma’s en -fondsen, waaronder die welke een begrotingsgarantie bieden voor financierings- en investeringsverrichtingen en de uitvoering van financieringsinstrumenten en gecombineerde verrichtingen, moeten bijdragen tot de verwezenlijking van die doelstellingen. De middelen van de Unie moeten niet alleen volledig worden gemobiliseerd, maar ook flexibeler worden ingezet, zodat tijdig en gericht steun kan worden verleend aan technologieën in de betrokken sectoren en er meer geld beschikbaar is voor Uniebrede en grensoverschrijdende projecten. Daarom moet een platform voor strategische technologieën voor Europa (“STEP”) helpen de bestaande fondsen van de Unie beter te kanaliseren naar kritieke investeringen ter ondersteuning van de ontwikkeling of vervaardiging van technologieën in de betrokken sectoren, met behoud van gelijke voorwaarden op de eengemaakte markt, waarbij de cohesie behouden blijft en gestreefd wordt naar een geografisch evenwichtige verdeling van de in het kader van STEP gefinancierde projecten overeenkomstig de respectieve programmadoelstellingen. Hoewel het platform voor elke lidstaat openstaat, moet in het kader van STEP extra nadruk gelegd worden op nettonulindustrievalleien zoals gedefinieerd in Verordening (EU) .../... [verordening nettonulindustrie], op projecten in gebieden die zijn opgenomen in de territoriale plannen voor een rechtvaardige transitie zoals bedoeld in artikel 11 van Verordening (EU) 2021/1056, en op minder ontwikkelde en overgangsregio’s, alsook meer ontwikkelde regio’s in lidstaten waarvan het gemiddelde bbp per hoofd van de bevolking lager is dan het EU-gemiddelde van de EU-27, gemeten in koopkrachtstandaarden (KKS) en berekend op basis van de cijfers van de Unie voor de periode 2015-2017.

Amendement 8

Voorstel voor een verordening

Overweging 7

Door de Commissie voorgestelde tekst

Amendement

(7)

Het STEP moet middelen aanwijzen die moeten worden geïmplementeerd binnen de bestaande programma’s en fondsen van de Unie, InvestEU, Horizon Europa, het Europees Defensiefonds en het Innovatiefonds. Dit moet gepaard gaan met een extra financiering van 10 miljard EUR. Hiervan moet 5 miljard EUR worden gebruikt om het dotatiebedrag van het Innovatiefonds (46) te verhogen en 3 miljard EUR om het totale bedrag van de EU-garantie die beschikbaar is voor het EU-compartiment in het kader van de InvestEU-verordening te verhogen tot 7,5 miljard EUR (47), rekening houdend met het relevante voorzieningspercentage. Er moet 0,5 miljard EUR beschikbaar worden gesteld om de financiële middelen in het kader van de Horizon Europa-verordening (48) te verhogen, die dienovereenkomstig moet worden gewijzigd; en 1,5 miljard EUR aan het Europees Defensiefonds (49).

(7)

Het STEP moet de beschikbare middelen aanwijzen binnen bestaande programma’s en fondsen van de Unie, namelijk InvestEU, Horizon Europa, EU4Health, Digitaal Europa, het Europees Fonds voor regionale ontwikkeling (EFRO), het Cohesiefonds, het Fonds voor een rechtvaardige transitie (JTF), het Europees Sociaal Fonds Plus (ESF+), de herstel- en veerkrachtfaciliteit (RRF), het Europees Defensiefonds en het Innovatiefonds, voor projecten die bijdragen aan de STEP-doelstellingen. Dit moet gepaard gaan met een extra financiering van de Unie van 13 miljard EUR. Hiervan moet 5 miljard EUR worden gebruikt om het dotatiebedrag van het Innovatiefonds (46) te verhogen en 4,2 miljard EUR om het totale bedrag van de EU-garantie die beschikbaar is voor het EU-compartiment in het kader van de InvestEU-verordening (47) te verhogen tot 10,5 miljard EUR, rekening houdend met het relevante voorzieningspercentage. Er moet 1,3 miljard EUR beschikbaar worden gesteld om de financiële middelen in het kader van de Horizon Europa-verordening (48) te verhogen, die dienovereenkomstig moet worden gewijzigd; en 2,5 miljard EUR aan het Europees Defensiefonds (49).

Amendement 9

Voorstel voor een verordening

Overweging 8

Door de Commissie voorgestelde tekst

Amendement

(8)

Er moet een soevereiniteitszegel worden toegekend aan projecten die bijdragen aan de STEP-doelstellingen, op voorwaarde dat het project is beoordeeld en voldoet aan de minimale kwaliteitseisen, met name de subsidiabiliteits-, uitsluitings- en toekenningscriteria, die zijn opgenomen in een oproep tot het indienen van voorstellen in het kader van Horizon Europa, het programma Digitaal Europa (50), het EU4Health-programma (51), het Europees Defensiefonds of het Innovatiefonds, en ongeacht of het project financiering uit hoofde van die instrumenten heeft ontvangen. Deze minimale kwaliteitseisen zullen worden vastgesteld met het oog op het identificeren van projecten van hoge kwaliteit. Dit zegel moet worden gebruikt als kwaliteitslabel om projecten te helpen publieke en private investeringen aan te trekken door de bijdrage aan de STEP-doelstellingen te certificeren. Bovendien zal het zegel een betere toegang tot EU-financiering bevorderen, met name door cumulatieve of gecombineerde financiering uit verschillende EU-instrumenten te vergemakkelijken.

(8)

Er moet een soevereiniteitszegel worden toegekend aan projecten die bijdragen aan de STEP-doelstellingen, waarbij rekening wordt gehouden met de bijdrage van die projecten aan het versterken en structureren van lokale industriële netwerken en hun bijdrage aan de werkgelegenheid, op voorwaarde dat het project is beoordeeld en voldoet aan de minimale kwaliteitseisen, met name de subsidiabiliteits-, uitsluitings- en toekenningscriteria, die zijn opgenomen in een oproep tot het indienen van voorstellen in het kader van Horizon Europa, het programma Digitaal Europa (50), het EU4Health-programma (51), het Europees Defensiefonds, het Innovatiefonds of de fondsen voor cohesiebeleid, en ongeacht of het project financiering uit hoofde van die instrumenten heeft ontvangen. Deze minimale kwaliteitseisen zullen worden vastgesteld met het oog op het identificeren van projecten van hoge kwaliteit. Strategische projecten zoals bepaald in Verordening (EU) .../... [verordening nettonulindustrie] die voldoen aan de criteria op het gebied van veerkracht of concurrentievermogen van de verordening nettonulindustrie, worden geacht bij te dragen aan de doelstellingen van deze verordening, door de strategische afhankelijkheid te verminderen of te voorkomen of door te zorgen voor de invoering van een innovatief, geavanceerd element op de eengemaakte markt. Bijgevolg moeten deze strategische projecten in het kader van Verordening (EU) .../... [verordening nettonulindustrie] een soevereiniteitszegel krijgen. Aangezien alle strategische projecten in het kader van Verordening (EU) .../... [verordening kritieke grondstoffen] gericht zijn op het verwezenlijken van de doelstellingen van dit platform, moeten deze ook een soevereiniteitszegel krijgen. Om projecten te bevorderen die uiteindelijk zullen bijdragen tot het verminderen van de Europese strategische afhankelijkheid van derde landen, mag het zegel alleen worden toegekend aan projecten die worden beheerd door in de Unie gevestigde juridische entiteiten of door een derde land dat bij het programma betrokken is als geassocieerd land. In dezelfde geest mag het zegel, indien het project door meerdere juridische entiteiten wordt beheerd, alleen aan het project worden toegekend op voorwaarde dat minstens één onafhankelijke juridische entiteit gevestigd is in een lidstaat en minstens twee andere onafhankelijke juridische entiteiten gevestigd zijn in verschillende lidstaten of geassocieerde landen. Dit zegel moet worden gebruikt als kwaliteitslabel om projecten te helpen publieke en private investeringen aan te trekken door de bijdrage aan de STEP-doelstellingen te certificeren. Bovendien zal het zegel een betere toegang tot EU-financiering bevorderen, met name door cumulatieve of gecombineerde financiering uit verschillende EU-instrumenten te vergemakkelijken. De lidstaten moeten ook worden aangespoord om bij de toekenning van financiële steun uit hun eigen programma’s rekening te houden met het soevereiniteitszegel.

Amendement 10

Voorstel voor een verordening

Overweging 9

Door de Commissie voorgestelde tekst

Amendement

(9)

Daartoe moet gebruik kunnen worden gemaakt van beoordelingen die in het kader van andere programma’s van de Unie zijn uitgevoerd overeenkomstig de artikelen 126 en 127 van Verordening (EU, Euratom) 2018/1046 (52), om de administratieve lasten voor begunstigden van middelen van de Unie te verminderen en investeringen in prioritaire technologieën aan te moedigen. Op voorwaarde dat ze voldoen aan de bepalingen van de SRF-verordening (53), moeten lidstaten overwegen om acties waaraan het soevereiniteitszegel is toegekend mee te nemen bij het opstellen van hun herstel- en veerkrachtplannen en bij het voorstellen van hun herstel- en veerkrachtplannen en bij het beslissen over investeringsprojecten die gefinancierd worden uit hun aandeel in het Moderniseringsfonds. De Commissie moet in het kader van de procedure van artikel 19 van de EIB-statuten en van de in artikel 23 van de InvestEU-verordening vastgestelde beleidscontrole ook rekening houden met het soevereiniteitszegel. Bovendien moeten de uitvoerende partners worden verplicht om projecten waaraan het soevereiniteitszegel is toegekend te onderzoeken op hun geografische werkterrein en activiteiten overeenkomstig artikel 26, lid 5, van die verordening. Autoriteiten die belast zijn met programma’s die onder STEP vallen, moeten ook worden aangemoedigd steun te overwegen voor strategische projecten die zijn vastgesteld in overeenstemming met de verordeningen nettonulindustrie en kritieke grondstoffen die binnen het toepassingsgebied van artikel 2 van de verordening vallen en waarvoor regels inzake cumulatieve financiering van toepassing kunnen zijn.

(9)

Daartoe moet gebruik kunnen worden gemaakt van beoordelingen die in het kader van andere programma’s van de Unie zijn uitgevoerd overeenkomstig de artikelen 126 en 127 van Verordening (EU, Euratom) 2018/1046 (52), om de administratieve lasten voor begunstigden van middelen van de Unie te verminderen en investeringen in prioritaire technologieën aan te moedigen. Op voorwaarde dat ze voldoen aan de bepalingen van de RRF-verordening (53), moeten lidstaten overwegen om projecten waaraan het soevereiniteitszegel is toegekend mee te nemen bij het herzien van hun herstel- en veerkrachtplannen en bij het beslissen over investeringsprojecten die gefinancierd worden uit hun aandeel in het Moderniseringsfonds. De Commissie moet in het kader van de procedure van artikel 19 van de EIB-statuten en van de in artikel 23 van de InvestEU-verordening vastgestelde beleidscontrole ook rekening houden met het soevereiniteitszegel. Bovendien moeten de uitvoerende partners worden verplicht om projecten waaraan het soevereiniteitszegel is toegekend te onderzoeken indien die binnen hun geografische reikwijdte en activiteitenbereik vallen, overeenkomstig artikel 26, lid 5, van die verordening. Autoriteiten die belast zijn met programma’s die onder STEP vallen, moeten overwegen steun te bieden aan strategische projecten die zijn vastgesteld in overeenstemming met Verordening (EU) .../... [verordening nettonulindustrie] en Verordening (EU) .../... [verordening kritieke grondstoffen] die binnen het toepassingsgebied van artikel 2 van deze verordening vallen en waarvoor regels inzake cumulatieve financiering van toepassing kunnen zijn.

Amendement 11

Voorstel voor een verordening

Overweging 9 bis (nieuw)

Door de Commissie voorgestelde tekst

Amendement

 

(9 bis)

Om open strategische autonomie te waarborgen en O&I-resultaten op het gebied van kritieke technologieën op de markt beter te benutten, moet de Unie een leidende rol op zich nemen op het vlak van normalisatie, zoals uiteengezet in de mededeling van de Commissie van 2 februari 2022 getiteld “Een EU-strategie voor normalisatie – Mondiale normalisatie ter ondersteuning van een veerkrachtige, groene en digitale eengemaakte markt in de EU”. In alle Unieprogramma’s die financiering bieden in het kader van STEP moet daarom de voorkeur worden gegeven aan projectvoorstellen die gericht zijn op normalisatie. Bovendien is het absoluut noodzakelijk dat er bij de uitvoering van STEP-projecten rekening wordt gehouden met normalisatie om de toepassing van een bepaalde technologie op de eengemaakte markt te versnellen en op te schalen. Indien internationale normen op de Europese belangen worden afgestemd, kan dit bovendien zorgen voor technologisch leiderschap en een gelijk speelveld wereldwijd. De Commissie en de lidstaten moeten specifieke inspanningen leveren om STEP-projecten actief te helpen bijdragen aan de ontwikkeling van normen en nationale, Europese en, in voorkomend geval, internationale normalisatie.

Amendement 12

Voorstel voor een verordening

Overweging 9 ter (nieuw)

Door de Commissie voorgestelde tekst

Amendement

 

(9 ter)

Aangezien vertrouwen cruciaal is voor investeringen, moet een governancestructuur worden opgezet zodat STEP op een doeltreffende, efficiënte, eerlijke en transparante wijze wordt uitgevoerd. Daartoe moet de Commissie een STEP-comité oprichten dat bestaat uit deskundigen met betrekking tot enerzijds de verschillende technologieën die onder deze verordening vallen, en anderzijds de programma’s en fondsen van de Unie waaruit het platform financieel wordt ondersteund. Het STEP-comité moet worden belast met de toekenning en bevordering van het soevereiniteitszegel en het beheer van het soevereiniteitsportaal en met de coördinatie tussen de verschillende netwerken en belanghebbenden die relevant zijn voor het verwezenlijken van de doelstellingen van het platform. Aangezien de technologieën die onder deze verordening vallen voortdurend evolueren, moet een industriële adviesgroep inzake strategische technologieën worden opgericht om de Commissie bij te staan met advies over de nieuwste technologische ontwikkelingen en uitdagingen in de betrokken sectoren. Deze groep moet bestaan uit vertegenwoordigers van de industriële sectoren van de Unie die onder deze verordening vallen. Binnen de industriële adviesgroep moet rekening worden gehouden met het geografische evenwicht.

Amendement 13

Voorstel voor een verordening

Overweging 10

Door de Commissie voorgestelde tekst

Amendement

(10)

De Commissie moet een nieuwe openbaar toegankelijke website (het “soevereiniteitsportaal”) opzetten om informatie te verstrekken over de beschikbare steun aan bedrijven en projectontwikkelaars die middelen voor STEP-investeringen zoeken. Daartoe moet het op een toegankelijke en gebruiksvriendelijke manier de financieringsmogelijkheden voor STEP-investeringen in het kader van de EU-begroting weergeven. Dit moet informatie bevatten over rechtstreeks beheerde programma’s zoals Horizon Europa, het programma Digitaal Europa, het EU4Health-programma en het Innovatiefonds, maar ook over andere programma's zoals InvestEU, de SRF en fondsen voor cohesiebeleid. Bovendien moet het soevereiniteitsportaal helpen om de zichtbaarheid van STEP-investeringen voor investeerders te vergroten door de projecten op te sommen waaraan een soevereiniteitszegel is toegekend. Het portaal moet ook een lijst bevatten van de nationale bevoegde autoriteiten die optreden als contactpunten voor de uitvoering van het STEP op nationaal niveau.

(10)

De Commissie moet een nieuwe openbaar toegankelijke website (het “soevereiniteitsportaal”) opzetten om informatie te verstrekken over de beschikbare steun voor projecten die bijdragen aan de STEP-doelstellingen. Om tegemoet te komen aan de behoeften van bedrijven en projectontwikkelaars die middelen voor STEP-projecten zoeken in het kader van financieringsprogramma's van de Unie, moet het soevereiniteitsportaal op een toegankelijke en gebruiksvriendelijke manier de financieringsmogelijkheden voor STEP-investeringen in het kader van de EU-begroting weergeven. Dit moet informatie bevatten over de rechtstreeks beheerde programma’s van de Unie zoals Horizon Europa, het programma Digitaal Europa, het EU4Health-programma, het Europees Defensiefonds en het Innovatiefonds, maar ook over andere financieringsbronnen van de Unie, d.w.z. InvestEU, de herstel- en veerkrachtfaciliteit en fondsen voor cohesiebeleid. Om het nut van het soevereiniteitsportaal voor projectontwikkelaars te vergroten, moet het portaal over een snelle simulator beschikken die ondersteuning biedt bij het zoeken naar een Unieprogramma of -fonds waarvoor een individueel project eventueel in aanmerking komt, evenwel zonder dat vertrouwelijke bedrijfsinformatie openbaar wordt gemaakt en zonder dat hier wettelijke verplichtingen uit voortvloeien. Bovendien moet het soevereiniteitsportaal helpen om de zichtbaarheid van STEP-investeringen voor investeerders te vergroten door de projecten op te sommen waaraan een soevereiniteitszegel is toegekend. De publicatie van informatie met betrekking tot projecten op het gebied van veiligheid en defensie moet per geval worden beoordeeld en beperkt blijven tot projecten waarbij de projectontwikkelaar of de Commissie publicatie noodzakelijk acht. Er moet voldoende zorg worden besteed aan de vertrouwelijkheid en beveiliging van informatie over defensieaangelegenheden. Het portaal moet ook een lijst bevatten van de nationale bevoegde autoriteiten die optreden als contactpunten voor de uitvoering van het STEP op nationaal niveau. De Commissie moet ervoor zorgen dat het portaal complementair is aan soortgelijke platforms, waaronder het platform van de verordening nettonulindustrie, en moet bureaucratie en administratieve lasten vermijden.

Amendement 14

Voorstel voor een verordening

Overweging 10 bis (nieuw)

Door de Commissie voorgestelde tekst

Amendement

 

(10 bis)

Om de vorderingen op het gebied van de beleidsdoelstellingen van de Unie te volgen, moet de Commissie toezicht houden op de verwezenlijking van de doelstellingen van het platform. Het toezicht moet gericht zijn op en in verhouding staan tot de activiteiten die in het kader van het platform worden uitgevoerd, om overregulering en administratieve rompslomp, met name voor de begunstigden van financiering, te voorkomen. Om ervoor te zorgen dat er verantwoording wordt afgelegd aan de Unieburgers, moet de Commissie jaarlijks aan het Europees Parlement en de Raad verslag uitbrengen over de voortgang bij de verwezenlijking van de doelstellingen van het platform bij elk programma en elk fonds, over de totale STEP-uitgaven die in het kader van de respectieve programma’s en fondsen worden gedaan, en over de STEP-prestaties op basis van de prestatie-indicatoren waarin die programma’s voorzien. Voorts moet er informatie worden verstrekt over de kwalitatieve en kwantitatieve bijdrage van het platform aan grensoverschrijdende projecten en aan projecten van de afzonderlijke lidstaten.

Amendement 15

Voorstel voor een verordening

Overweging 11

Door de Commissie voorgestelde tekst

Amendement

(11)

Hoewel het STEP afhankelijk is van de herprogrammering en versterking van bestaande programma’s ter ondersteuning van strategische investeringen, is het ook een belangrijk element voor het testen van de haalbaarheid en voorbereiding van nieuwe interventies als een stap in de richting van een Europees soevereiniteitsfonds. De evaluatie in 2025 zal de relevantie van de ondernomen acties beoordelen en als basis dienen voor de beoordeling van de behoefte aan een opschaling van de steun naar strategische sectoren.

(11)

Hoewel het STEP afhankelijk is van de herprogrammering en versterking van bestaande programma’s ter ondersteuning van strategische investeringen en ter vermindering van de afhankelijkheid van de Unie, is het ook een belangrijk element voor het testen van de haalbaarheid en voorbereiding van nieuwe interventies door te voorzien in het nodige structurele antwoord op de investeringsbehoeften van de Unie. Het kan voornamelijk worden beschouwd als een stap in de richting van de oprichting van een Europees soevereiniteitsfonds dat zou kunnen bijdragen aan de vormgeving en versterking van een Europees industriebeleid door in het meerjarig financieel kader na 2027 meer financiering vrij te maken voor de Europese industrie. Bij de tussentijdse evaluatie in 2025 zal de relevantie van de ondernomen acties worden beoordeeld en een update worden gegeven van de stand van zaken met betrekking tot de afhankelijkheid van de Unie en de meest strategische sectoren om haar autonomie op alomvattende wijze te versterken. In haar tussentijdse evaluatie moet de Commissie ook beoordelen of een uitbreiding van het soevereiniteitsportaal haalbaar is met als doel alle bestaande openbaar beschikbare websites te combineren en de informatie over programma’s en fondsen van de Unie onder direct, gedeeld en indirect beheer op één enkel portaal ter beschikking te stellen. Op basis van deze evaluatie moet worden nagegaan of er meer steun nodig is voor strategische sectoren in het meerjarig financieel kader na 2027, zodat de vastgestelde uitdagingen beter kunnen worden aangepakt en de beleidsdoelstellingen van de Unie op dit gebied kunnen worden verwezenlijkt.

Amendement 16

Voorstel voor een verordening

Overweging 12

Door de Commissie voorgestelde tekst

Amendement

(12)

Richtlijn 2003/87/EG (54) moet worden gewijzigd om voor de periode 2024-2027 aanvullende financiering met financiële middelen van 5 miljard EUR mogelijk te maken. Het Innovatiefonds ondersteunt investeringen in innovatieve koolstofarme technologieën, een gebied dat onder het STEP moet vallen. Een grotere omvang van het innovatiefonds moet het daarom mogelijk maken financiering te verstrekken die beantwoordt aan de doelstelling om de ontwikkeling of de vervaardiging in de Unie van kritieke schone technologieën te ondersteunen. In overeenstemming met de doelstellingen om cohesie te waarborgen en de interne markt te bevorderen en om de groene overgang en de ontwikkeling van schone technologieën in de hele Unie te ondersteunen, moeten de aanvullende financiële middelen beschikbaar worden gesteld door middel van oproepen tot het indienen van voorstellen die openstaan voor entiteiten uit lidstaten met een gemiddeld bbp per hoofd van de bevolking dat lager is dan het EU-gemiddelde van de EU-27, gemeten in koopkrachtstandaarden (KKS) en berekend op basis van cijfers van de Unie voor de periode 2015-2017.

(12)

Richtlijn 2003/87/EG (54) moet worden gewijzigd om voor de periode 2024-2027 aanvullende financiering met financiële middelen van 5 miljard EUR uit de algemene begroting van de Europese Unie mogelijk te maken. Het Innovatiefonds ondersteunt investeringen in innovatieve koolstofarme technologieën, een gebied dat onder het STEP moet vallen. Een grotere omvang van het Innovatiefonds moet het daarom mogelijk maken financiering te verstrekken die beantwoordt aan de doelstelling om de ontwikkeling of de vervaardiging in de Unie van nettonultechnologieën te ondersteunen. In overeenstemming met de doelstellingen om economische, sociale en territoriale cohesie te waarborgen en de interne markt te bevorderen en om de groene overgang en de ontwikkeling van nettonultechnologieën in de hele Unie te ondersteunen, moeten de aanvullende financiële middelen beschikbaar worden gesteld door middel van oproepen tot het indienen van voorstellen voor strategische projecten zoals bepaald in Verordening (EU) .../... [verordening nettonulindustrie], op voorwaarde dat deze voldoen aan de criteria op het gebied van veerkracht of concurrentievermogen in de selectieprocedure van strategische voorstellen. Tot 31 december 2025 moeten de financiële middelen in gelijke delen beschikbaar zijn voor entiteiten uit lidstaten met een gemiddeld bbp per hoofd van de bevolking dat lager is dan het EU-gemiddelde van de EU-27, gemeten in koopkrachtstandaarden (KKS) en berekend op basis van cijfers van de Unie voor de periode 2015-2017 en voor entiteiten uit alle lidstaten. Overeenkomstig de meest recente herziening van de ETS-richtlijn moet tijdens die oproepen tot het indienen van voorstellen continu technische bijstand worden geboden aan lidstaten met een lage participatiegraad.

Amendement 17

Voorstel voor een verordening

Overweging 13

Door de Commissie voorgestelde tekst

Amendement

(13)

Om de steunmogelijkheden voor investeringen ter versterking van de industriële ontwikkeling en van de waardeketens in strategische sectoren uit te breiden, moet de reikwijdte van de steun uit het EFRO worden uitgebreid door nieuwe specifieke doelstellingen in het kader van het EFRO te bieden, onverminderd de regels inzake de subsidiabiliteit van uitgaven en klimaatuitgaven overeenkomstig Verordening (EU) 2021/1060 (55) en Verordening (EU) 2021/1058 (56). In strategische sectoren moet het ook mogelijk zijn steun te verlenen aan productieve investeringen in andere ondernemingen dan kleine en middelgrote ondernemingen die een aanzienlijke bijdrage kunnen leveren aan de ontwikkeling van minder ontwikkelde en overgangsregio’s, alsook in meer ontwikkelde regio’s van lidstaten met een bbp per hoofd van de bevolking dat onder het EU-gemiddelde ligt. Beheersautoriteiten worden aangemoedigd om de samenwerking tussen grote ondernemingen en lokale kleine en middelgrote ondernemingen, toeleveringsketens, innovatie en technologie-ecosystemen te bevorderen. Dit zou het mogelijk maken de algehele capaciteit van Europa te versterken om zijn positie in die sectoren te versterken door alle lidstaten toegang te verlenen tot dergelijke investeringen, waardoor het risico van toenemende ongelijkheid wordt tegengegaan.

(13)

Om de steunmogelijkheden voor investeringen ter versterking van de industriële ontwikkeling en van de waardeketens in strategische sectoren uit te breiden, moet de reikwijdte van de steun uit het EFRO worden uitgebreid door nieuwe specifieke doelstellingen in het kader van het EFRO te bieden, onverminderd de regels inzake de subsidiabiliteit van uitgaven en klimaatuitgaven overeenkomstig Verordening (EU) 2021/1060 (55) en Verordening (EU) 2021/1058 (56). In strategische sectoren moet het ook mogelijk zijn steun te verlenen aan productieve investeringen in ondernemingen – met de nadruk op kleine en middelgrote ondernemingen en midcapondernemingen – die een aanzienlijke bijdrage kunnen leveren aan de ontwikkeling van minder ontwikkelde en overgangsregio’s, alsook in meer ontwikkelde regio’s van lidstaten met een bbp per hoofd van de bevolking dat onder het EU-gemiddelde ligt. Beheersautoriteiten worden aangemoedigd om de samenwerking tussen grote ondernemingen en lokale kleine en middelgrote ondernemingen, toeleveringsketens, innovatie en technologie-ecosystemen te bevorderen. Dit zou het mogelijk maken de algehele capaciteit van Europa te versterken om zijn positie in die sectoren te versterken door alle lidstaten toegang te verlenen tot dergelijke investeringen, waardoor het risico van toenemende ongelijkheid wordt tegengegaan. Overeenkomstig Verordening (EU) 2021/1058 moeten de geprogrammeerde middelen voor deze nieuwe specifieke doelstellingen worden beperkt tot maximaal 20 % van de oorspronkelijke toewijzing in het kader van het EFRO.

Amendement 18

Voorstel voor een verordening

Overweging 14

Door de Commissie voorgestelde tekst

Amendement

(14)

Het toepassingsgebied van de in Verordening (EU) 2021/1056 (57), vastgestelde steun van het JTF moet ook worden uitgebreid naar investeringen in schone technologieën die bijdragen tot de doelstellingen van het STEP door grote ondernemingen, op voorwaarde dat deze verenigbaar zijn met de verwachte bijdrage aan de transitie naar klimaatneutraliteit zoals uiteengezet in de territoriale plannen voor een rechtvaardige transitie. De steun voor dergelijke investeringen mag geen herziening van het territoriale plan voor een rechtvaardige transitie vereisen wanneer die herziening uitsluitend verband houdt met de kloofanalyse die de investering rechtvaardigt vanuit het oogpunt van het scheppen van banen.

(14)

Het toepassingsgebied van de in Verordening (EU) 2021/1056 (57) vastgestelde steun van het JTF moet ook worden uitgebreid naar investeringen in nettonultechnologieën en maatregelen om iets te doen aan de tekorten aan arbeidskrachten en vaardigheden ter ondersteuning van deze investeringen, die bijdragen tot de doelstellingen van het STEP door ondernemingen – met de nadruk op kleine en middelgrote ondernemingen en midcapondernemingen – op voorwaarde dat deze verenigbaar zijn met de verwachte bijdrage aan de transitie naar klimaatneutraliteit zoals uiteengezet in de territoriale plannen voor een rechtvaardige transitie. In het kader van de steun voor andere ondernemingen dan kleine en middelgrote ondernemingen moet ook aandacht worden besteed aan investeringen om leer-werktrajecten en banen te creëren of te voorzien in onderwijs of opleidingen voor nieuwe vaardigheden. De steun voor dergelijke investeringen mag geen herziening van het territoriale plan voor een rechtvaardige transitie vereisen.

Amendement 19

Voorstel voor een verordening

Overweging 14 bis (nieuw)

Door de Commissie voorgestelde tekst

Amendement

 

(14 bis)

De lidstaten moeten de mogelijkheid hebben om hun voorlopige toewijzing van de middelen van de reserve voor aanpassing aan de Brexit (BAR) geheel of gedeeltelijk over te dragen naar het EFRO of ESF+, op voorwaarde dat zij productieve investeringen ondersteunen die een aanzienlijke bijdrage kunnen leveren aan de ontwikkeling van minder ontwikkelde en overgangsregio’s, alsook in meer ontwikkelde regio’s van lidstaten met een bbp per hoofd van de bevolking dat onder het EU-gemiddelde ligt, met inbegrip van de regio’s en lokale gemeenschappen die het zwaarst getroffen zijn door de terugtrekking van het Verenigd Koninkrijk uit de Unie. De investeringen die bijdragen aan de STEP-doelstellingen die uit het EFRO, ESF+ en de BAR moeten worden gefinancierd, kunnen gericht zijn op vergelijkbare doelen en een vergelijkbare inhoud hebben, aangezien beide uiteindelijk tot doel hebben de algehele capaciteit van Europa te vergroten om zijn positie in bepaalde sectoren te versterken door de lidstaten toegang te verlenen tot dergelijke investeringen, en zo het risico van toenemende ongelijkheden tegen te gaan en de negatieve gevolgen voor de economische, sociale en territoriale cohesie te beperken.

Amendement 20

Voorstel voor een verordening

Overweging 14 ter (nieuw)

Door de Commissie voorgestelde tekst

Amendement

 

(14 ter)

De lidstaten moeten ook de mogelijkheid hebben om hun voorlopige toewijzing van de middelen van de BAR geheel of gedeeltelijk over te dragen naar het JTF, op voorwaarde dat deze middelen dienen ter ondersteuning van acties die in overeenstemming zijn met goedgekeurde territoriale plannen voor een rechtvaardige transitie, ook in de regio’s voor een rechtvaardige transitie die — direct of indirect — het meest te lijden hebben onder de terugtrekking van het Verenigd Koninkrijk uit de Unie. Zowel het JTF als de BAR kan bijdragen tot de STEP-doelstellingen aangezien beide uiteindelijk tot doel hebben regionale economische diversificatie toe te staan en de algehele capaciteit van Europa te vergroten om zijn positie in bepaalde sectoren te versterken door de lidstaten toegang te verlenen tot investeringen en zo het risico van toenemende ongelijkheden tegen te gaan en de negatieve gevolgen voor de economische, sociale en territoriale cohesie te beperken.

Amendement 21

Voorstel voor een verordening

Overweging 16

Door de Commissie voorgestelde tekst

Amendement

(16)

Om de investeringen te helpen versnellen en onmiddellijke liquiditeit te verschaffen voor investeringen ter ondersteuning van de STEP-doelstellingen in het kader van het EFRO, het ESF+ (59) en het JTF, moet een extra bedrag aan uitzonderlijke voorfinanciering worden verstrekt in de vorm van een eenmalige betaling met betrekking tot de prioriteiten die zijn toegewezen aan investeringen ter ondersteuning van de STEP-doelstellingen. De aanvullende voorfinanciering moet van toepassing zijn op de volledige JTF-toewijzing, gezien de noodzaak om de uitvoering ervan te versnellen en de sterke banden van het JTF om de lidstaten te ondersteunen bij de verwezenlijking van de STEP-doelstellingen. De regels voor deze bedragen aan uitzonderlijke voorfinanciering moeten in overeenstemming zijn met de regels voor voorfinanciering van Verordening (EU) 2021/1060. Om het gebruik van dergelijke investeringen verder aan te moedigen en een snellere uitvoering ervan te garanderen, moet bovendien de mogelijkheid worden geboden voor een verhoogd EU-financieringspercentage van 100 % voor de STEP-prioriteiten. Bij de implementatie van de nieuwe STEP-doelstellingen worden beheersautoriteiten aangemoedigd om bepaalde sociale criteria toe te passen of positieve sociale resultaten te bevorderen, zoals het creëren van leer-werktrajecten en banen voor kansarme jongeren, in het bijzonder jongeren die geen werk hebben en geen onderwijs of opleiding volgen, het toepassen van de sociale gunningscriteria in de richtlijnen inzake overheidsopdrachten wanneer een project wordt uitgevoerd door een onder openbare aanbestedingen vallende instantie, en het betalen van de toepasselijke lonen zoals via collectieve onderhandelingen tot stand gekomen.

(16)

Om de investeringen te helpen versnellen en onmiddellijke liquiditeit te verschaffen voor investeringen ter ondersteuning van de STEP-doelstellingen in het kader van het EFRO, het ESF+ (59) en het JTF, moet een extra bedrag aan uitzonderlijke voorfinanciering worden verstrekt in de vorm van een eenmalige betaling met betrekking tot de prioriteiten die zijn toegewezen aan investeringen ter ondersteuning van de STEP-doelstellingen. De aanvullende voorfinanciering moet van toepassing zijn op de volledige JTF-toewijzing, gezien de noodzaak om de uitvoering ervan te versnellen en de sterke banden van het JTF om de lidstaten te ondersteunen bij de verwezenlijking van de STEP-doelstellingen. De regels voor deze bedragen aan uitzonderlijke voorfinanciering moeten in overeenstemming zijn met de regels voor voorfinanciering van Verordening (EU) 2021/1060. Om het gebruik van dergelijke investeringen verder aan te moedigen en een snellere uitvoering ervan te garanderen, moet bovendien de mogelijkheid worden geboden voor een verhoogd EU-financieringspercentage van maximaal 100 % voor de STEP-prioriteiten. Bij de implementatie van de nieuwe STEP-doelstellingen worden beheersautoriteiten aangemoedigd om bepaalde sociale criteria toe te passen en positieve sociale resultaten te bevorderen, zoals het creëren van leer-werktrajecten en kwaliteitsbanen voor kansarme jongeren, in het bijzonder jongeren die geen werk hebben en geen onderwijs of opleiding volgen, het toepassen van de sociale gunningscriteria in de richtlijnen inzake overheidsopdrachten wanneer een project wordt uitgevoerd door een onder openbare aanbestedingen vallende instantie, en het betalen van de toepasselijke lonen zoals via collectieve onderhandelingen tot stand gekomen.

Amendement 22

Voorstel voor een verordening

Overweging 18

Door de Commissie voorgestelde tekst

Amendement

(18)

Het regelgevingskader voor de uitvoering van de programma’s 2014-2020 is de afgelopen jaren aangepast om de lidstaten en regio’s extra flexibiliteit te bieden wat betreft de uitvoeringsregels en meer liquiditeit om de gevolgen van de COVID-19-pandemie en de oorlog of agressie tegen Oekraïne aan te pakken. Deze maatregelen, die aan het einde van de programmeringsperiode zijn ingevoerd, vereisen voldoende tijd en administratieve middelen om volledig te kunnen worden benut en uitgevoerd; ook in een tijd waarin de lidstaten de middelen zullen richten op de herziening van de operationele programma’s 2021-2027 in verband met de STEP-doelstellingen. Om de administratieve last voor de programma-autoriteiten te verlichten en mogelijk verlies van middelen bij de afsluiting om louter administratieve redenen te voorkomen, moeten de termijnen voor de administratieve afsluiting van de programma’s voor de periode 2014-2020 in Verordening (EU) nr. 1303/2013 (61) en Verordening (EU) nr. 223/2014 (62) worden verlengd. Meer in het bijzonder moet de termijn voor de indiening van die aanvraag voor de eindbetaling met 12 maanden worden verlengd. Bovendien moet de termijn voor de indiening van de afsluitingsdocumenten met 12 maanden worden verlengd. In het kader van deze wijziging moet worden verduidelijkt dat de distributie van voedsel en materiaal dat voor het einde van de subsidiabiliteitsperiode (eind 2023) is aangekocht, na die datum mag worden voortgezet. Om een deugdelijke uitvoering van de EU-begroting en de inachtneming van de betalingsmaxima te waarborgen, moeten de in 2025 te verrichten betalingen worden beperkt tot 1 % van de financiële kredieten uit de middelen van het meerjarig financieel kader per programma. Verschuldigde bedragen die het plafond van 1 % van de programmakredieten per fonds voor 2025 overschrijden, worden niet in 2025 of de daaropvolgende jaren betaald, maar alleen gebruikt voor de vereffening van voorfinancieringen. Ongebruikte bedragen worden vrijgemaakt overeenkomstig de algemene regels voor vrijmaking bij afsluiting.

(18)

Het regelgevingskader voor de uitvoering van de programma’s 2014-2020 is de afgelopen jaren aangepast om de lidstaten en regio’s flexibiliteit te bieden wat betreft de uitvoeringsregels en meer liquiditeit om de gevolgen van de COVID-19-pandemie en de aanvalsoorlog tegen Oekraïne aan te pakken. Deze maatregelen vereisen voldoende tijd en administratieve middelen om volledig te kunnen worden benut en uitgevoerd; ook in een tijd waarin de lidstaten de middelen zullen richten op de herziening van de operationele programma’s 2021-2027 in verband met de STEP-doelstellingen. Om de administratieve last voor de programma-autoriteiten te verlichten en mogelijk verlies van middelen bij de afsluiting om louter administratieve redenen te voorkomen, moeten de termijnen voor de administratieve afsluiting van de programma’s voor de periode 2014-2020 in Verordening (EU) nr. 1303/2013 (61) en Verordening (EU) nr. 223/2014 (62) worden verlengd. Meer in het bijzonder moet de termijn voor de indiening van die aanvraag voor de eindbetaling met 12 maanden worden verlengd. Bovendien moet de termijn voor de indiening van de afsluitingsdocumenten met 12 maanden worden verlengd. Daarom moeten de lidstaten de aanvraag voor de eindbetaling uiterlijk op 30 juni 2025 en de in artikel 138 van Verordening (EU) nr. 1303/2013 genoemde documenten uiterlijk op 15 februari 2026 kunnen indienen om de lidstaten voldoende tijd te geven het proces in verband met de afsluiting van projecten af te ronden. In het kader van deze wijziging moet worden verduidelijkt dat de distributie van voedsel en materiaal dat voor het einde van de subsidiabiliteitsperiode (eind 2023) is aangekocht, na die datum mag worden voortgezet. Om een deugdelijke uitvoering van de EU-begroting en de inachtneming van de betalingsmaxima te waarborgen, moeten de in 2025 te verrichten betalingen worden beperkt tot 10 % van de financiële kredieten uit de middelen van het meerjarig financieel kader per programma. Verschuldigde bedragen die het plafond van 10 % van de programmakredieten per fonds voor 2025 overschrijden, worden niet in 2025 of de daaropvolgende jaren betaald, maar alleen gebruikt voor de vereffening van voorfinancieringen. Ongebruikte bedragen worden vrijgemaakt overeenkomstig de algemene regels voor vrijmaking bij afsluiting. Rekening houdend met de specifieke uitdagingen van de ultraperifere gebieden als omschreven in artikel 349 VWEU moet worden voorzien in een specifieke afwijking met betrekking tot de uiterste termijn voor de laatste aanvraag voor een tussentijdse betaling voor het laatste boekjaar en moeten de tussentijdse betalingen in 2025 worden beperkt tot 15 %.

Amendement 23

Voorstel voor een verordening

Overweging 19

Door de Commissie voorgestelde tekst

Amendement

(19)

InvestEU is het vlaggenschipprogramma van de EU om investeringen te stimuleren, met name in de groene en digitale transitie, door vraaggestuurde financiering te bieden, onder meer via mengmechanismen, en technische bijstand. Een dergelijke aanpak draagt bij tot het aantrekken van extra publiek en particulier kapitaal. Gezien de grote marktvraag naar InvestEU-garanties moet het EU-compartiment van InvestEU worden versterkt om te voldoen aan de doelstellingen van het STEP. Dit zal onder andere de bestaande mogelijkheid van InvestEU versterken om te investeren in projecten die deel uitmaken van een IPCEI, binnen de vastgestelde kritieke technologiesectoren. Daarnaast worden de lidstaten aangemoedigd om bij te dragen aan het InvestEU-lidstaatcompartiment ter ondersteuning van financiële producten die in overeenstemming zijn met de STEP-doelstellingen, onverminderd de toepasselijke staatssteunregels. De lidstaten moeten de mogelijkheid hebben om als maatregel in hun herstel- en veerkrachtplannen een bijdrage in contanten op te nemen ten behoeve van het lidstaatcompartiment van InvestEU ter ondersteuning van de doelstellingen van het STEP. Die extra bijdrage ter ondersteuning van de doelstellingen van het STEP kan oplopen tot 6% van de totale financiële toewijzing van hun herstel- en veerkrachtplan aan het compartiment van InvestEU voor de lidstaten. Er moeten ook extra flexibiliteit en verduidelijkingen worden ingevoerd om de doelstellingen van het STEP beter kunnen bereiken.

(19)

InvestEU is het vlaggenschipprogramma van de EU om investeringen te stimuleren, met name in de groene en digitale transitie, door vraaggestuurde financiering te bieden, onder meer via mengmechanismen, en technische bijstand. Een dergelijke aanpak draagt bij tot het aantrekken van extra publiek en particulier kapitaal. Gezien de grote marktvraag naar InvestEU-garanties moet het EU-compartiment van InvestEU worden versterkt om te voldoen aan de doelstellingen van het STEP. Dit zal onder andere de bestaande mogelijkheid van InvestEU versterken om te investeren in projecten die deel uitmaken van een IPCEI, binnen de vastgestelde relevante technologiesectoren. Om een volledige absorptie van de beschikbare middelen te waarborgen en op voorwaarde dat de uitvoerende partners niet over voldoende capaciteit beschikken om de voor hen bestemde 25 % van de EU-garantie op te nemen, kan de Commissie bij wijze van uitzondering meer dan 75 % van de EU-garantie aan de EIB-groep toekennen. Tegen deze achtergrond moet de Commissie de andere uitvoerende partners dan de EIB-groep ertoe aansporen en helpen om de beschikbare financiering volledig op te nemen. Daarnaast worden de lidstaten aangemoedigd om bij te dragen aan het InvestEU-lidstaatcompartiment ter ondersteuning van financiële producten die in overeenstemming zijn met de STEP-doelstellingen, onverminderd de toepasselijke staatssteunregels. De lidstaten moeten de mogelijkheid hebben om als maatregel in hun herstel- en veerkrachtplannen een bijdrage in contanten op te nemen ten behoeve van het lidstaatcompartiment van InvestEU ter ondersteuning van de doelstellingen van het STEP. Die extra bijdrage ter ondersteuning van de doelstellingen van het STEP kan oplopen tot 6 % van de totale financiële toewijzing van hun herstel- en veerkrachtplan aan het compartiment van InvestEU voor de lidstaten. Er moeten ook extra flexibiliteit en verduidelijkingen worden ingevoerd om de doelstellingen van het STEP beter kunnen bereiken. In het algemeen moeten de Commissie en alle autoriteiten die belast zijn met de programma’s die bijdragen tot de uitvoering van het STEP ertoe worden aangespoord te zorgen voor consistentie, coherentie, complementariteit en synergie met betrekking tot de bronnen van financiering en de STEP-doelstellingen.

Amendement 24

Voorstel voor een verordening

Overweging 20

Door de Commissie voorgestelde tekst

Amendement

(20)

Horizon Europa is het belangrijkste financieringsprogramma van de EU voor onderzoek en innovatie en de Europese Innovatieraad (EIC) biedt ondersteuning voor innovaties met een potentieel baanbrekend en ontwrichtend karakter met opschalingspotentieel die te riskant kunnen zijn voor particuliere investeerders. In het kader van Horizon Europa moet worden voorzien in extra flexibiliteit, zodat de EIC-Accelerator op vermogen gebaseerde steun kan verlenen aan niet-bankabele kleine en middelgrote ondernemingen, waaronder startende ondernemingen, en niet-bankabele kleine en middelgrote ondernemingen en kleine mid-caps, die innovatie uitvoeren in de door de STEP ondersteunde technologieën en ongeacht of zij eerder andere soorten steun van de EIC Accelerator hebben ontvangen. De uitvoering van het EIC-fonds is momenteel beperkt tot een maximaal investeringsbedrag van 15 miljoen EUR, behalve in uitzonderlijke gevallen en voorziet niet in vervolgfinancieringsronden of grotere investeringsbedragen. Het toestaan van steun op basis van uitsluitend kapitaal voor niet-bankabele kleine en middelgrote ondernemingen en kleine midcapondernemingen zou de bestaande marktkloof dichten voor investeringsbehoeften van 15 tot 50 miljoen EUR. Bovendien heeft de ervaring geleerd dat de bedragen die in het kader van Horizon 2020 voor het EIC-proefproject zijn vastgelegd, niet volledig zijn benut. Deze ongebruikte middelen moeten beschikbaar worden gesteld voor de EIC-Accelerator in het kader van Horizon Europa. De Horizon Europa-verordening moet ook worden gewijzigd om de verhoogde middelen voor het Europees Defensiefonds te weerspiegelen.

(20)

Horizon Europa is het belangrijkste financieringsprogramma van de EU voor onderzoek en innovatie en de Europese Innovatieraad (EIC) biedt ondersteuning, met name voor innovaties met een potentieel baanbrekend en ontwrichtend karakter met opschalingspotentieel die te riskant kunnen zijn voor particuliere investeerders. In het kader van Horizon Europa moet worden voorzien in extra flexibiliteit, zodat de EIC-Accelerator op vermogen gebaseerde steun kan verlenen aan niet-bankabele kleine en middelgrote ondernemingen, waaronder startende ondernemingen, en niet-bankabele kleine en middelgrote ondernemingen en kleine midcaps, die innovatie uitvoeren, met name als ze werken aan de door het STEP ondersteunde technologieën en ongeacht of zij eerder andere soorten steun van de EIC Accelerator hebben ontvangen. Bij de uitvoering van het EIC-fonds heeft de Commissie de investeringen van het fonds beperkt tot een maximaal investeringsbedrag van 15 miljoen EUR, behalve in uitzonderlijke gevallen, en daardoor kan het fonds niet op doeltreffende wijze voorzien in vervolgfinancieringsronden of grotere investeringsbedragen. Het toestaan van steun op basis van uitsluitend kapitaal voor niet-bankabele kleine en middelgrote ondernemingen en kleine midcapondernemingen zou de bestaande marktkloof dichten, met name voor investeringsbehoeften van 15 tot 50 miljoen EUR. Bovendien heeft de ervaring geleerd dat de bedragen die in het kader van Horizon 2020 voor het EIC-proefproject zijn vastgelegd, niet volledig zijn benut. Overeenkomstig artikel 15, lid 3, van Verordening (EU) 2018/1046 moeten die ongebruikte middelen beschikbaar worden gesteld voor de EIC-Accelerator in het kader van Horizon Europa. De Horizon Europa-verordening moet ook worden gewijzigd om de verhoogde middelen voor het Europees Defensiefonds te weerspiegelen.

Amendement 25

Voorstel voor een verordening

Overweging 20 bis (nieuw)

Door de Commissie voorgestelde tekst

Amendement

 

(20 bis)

De EIC speelt een cruciale rol bij het aanbieden van startkapitaal aan snelgroeiende start-ups en kleine midcapondernemingen. Met zijn gespecialiseerde kennis is de EIC bij uitstek geschikt om financieringsmogelijkheden te verruimen voor ondernemingen die op zoek zijn naar kapitaal om na de initiële innovatiefase op te schalen. Uit de uitvoering van de EIC-Accelerator is tot dusver echter gebleken dat het ambitieuze en baanbrekende karakter van de EIC als de investeerder bij uitstek voor baanbrekende innovatie in Europa via het EIC-fonds heeft geleid tot uitvoeringsproblemen en rechtsonzekerheid voor de uitvoerende entiteiten, met name wat betreft de rol van de EIC en het Europees Uitvoerend Agentschap Innovatieraad en het mkb. Gezien de cruciale rol die het EIC-fonds vervult voor het welslagen van het STEP moeten de desbetreffende wettelijke bepalingen inzake de werking van de EIC worden verduidelijkt. Bij de verdere verbetering van de werking van de EIC moet worden overwogen om overeenkomstig artikel 187 VWEU een onafhankelijk orgaan van de Unie op te richten dat als voornaamste entiteit verantwoordelijk is voor de uitvoering van de EIC.

Amendement 26

Voorstel voor een verordening

Overweging 21

Door de Commissie voorgestelde tekst

Amendement

(21)

Het Europees Defensiefonds is het belangrijkste programma voor het vergroten van het concurrentievermogen, de innovatie, de efficiëntie en de technologische autonomie van de defensie-industrie van de Unie en draagt daarmee bij aan de open strategische autonomie van de Unie. De ontwikkeling van defensiecapaciteiten is van cruciaal belang, omdat het de capaciteit en de autonomie van de Europese industrie om defensieproducten te ontwikkelen en de onafhankelijkheid van de lidstaten als eindgebruikers van dergelijke producten ondersteunt. De extra middelen moeten daarom beschikbaar worden gesteld voor de ondersteuning van acties op het gebied van diepe en digitale technologieën die bijdragen tot de ontwikkeling van defensietoepassingen.

(21)

Het Europees Defensiefonds is het belangrijkste programma voor het vergroten van het concurrentievermogen, de innovatie, de efficiëntie en de technologische autonomie van de defensie-industrie van de Unie en draagt daarmee bij aan de open strategische autonomie van de Unie. De ontwikkeling van defensiecapaciteiten is van cruciaal belang, omdat het de capaciteit en de autonomie van de Europese industrie om defensieproducten te ontwikkelen en de onafhankelijkheid van de lidstaten als eindgebruikers van dergelijke producten ondersteunt. De extra middelen moeten daarom beschikbaar worden gesteld voor de ondersteuning van projecten op het gebied van diepe en digitale technologieën die bijdragen tot de ontwikkeling van defensietoepassingen.

Amendement 27

Voorstel voor een verordening

Overweging 21 bis (nieuw)

Door de Commissie voorgestelde tekst

Amendement

 

(21 bis)

Om het effect van de steun in de vorm van leningen uit hoofde van Verordening (EU) 2021/241 van het Europees Parlement en de Raad [RRF] te maximaliseren met het oog op de verwezenlijking van de in artikel 4 van die verordening vastgestelde doelstellingen, moeten de lidstaten aanvullende financiering in de vorm van leningen kunnen aanvragen uit hoofde van die verordening na 1 september 2023, om met de opbrengsten van die leningen in de vorm van contanten bij te dragen aan het lidstaatcompartiment van InvestEU ter ondersteuning van de doelstellingen van het STEP. De lidstaten moeten dergelijke steun in de vorm van leningen kunnen aanvragen tot en met 15 december 2023.

Amendement 28

Voorstel voor een verordening

Artikel 1 – lid 1

Door de Commissie voorgestelde tekst

Amendement

Bij deze verordening wordt een platform voor strategische technologieën voor Europa (“STEP” of “het platform”) opgericht ter ondersteuning van kritieke en opkomende strategische technologieën.

Bij deze verordening wordt een platform voor strategische technologieën voor Europa (“STEP” of “het platform”) opgericht ter ondersteuning van strategische technologieën en de bijbehorende toeleveringsketens in de desbetreffende sectoren, en wordt zodoende steun verleend aan de uitvoering van het beleidsprogramma voor het digitale decennium tot 2030, zoals vastgesteld bij Besluit (EU) 2022/2481 van het Europees Parlement en de Raad (1a), Verordening (EU) .../... [verordening nettonulindustrie] en Verordening (EU) .../... [verordening kritieke grondstoffen].

 

Amendement 29

Voorstel voor een verordening

Artikel 2 – lid 1 – inleidende formule

Door de Commissie voorgestelde tekst

Amendement

1.   Om de Europese soevereiniteit en veiligheid te versterken, de groene en de digitale transitie van de Unie te versnellen en haar concurrentievermogen te vergroten, haar strategische afhankelijkheden te verminderen, gelijke voorwaarden op de eengemaakte markt voor investeringen in de hele Unie te bevorderen en inclusieve toegang tot aantrekkelijke, hoogwaardige banen te stimuleren, heeft het platform de volgende doelstellingen:

1.   Om de Europese industriële soevereiniteit en veiligheid te versterken, de strategische afhankelijkheden van de Unie te verminderen, de groene en de digitale transitie van de Unie te versnellen en haar concurrentievermogen te vergroten, gelijke voorwaarden op de eengemaakte markt voor investeringen in de hele Unie te bevorderen, de grensoverschrijdende participatie, ook van kmo’s, te bevorderen, de economische, sociale en territoriale cohesie en solidariteit tussen de lidstaten en regio’s te versterken, inclusieve toegang tot aantrekkelijke hoogwaardige banen te stimuleren, de toegang tot financiering voor projectontwikkelaars te vergemakkelijken, de procedures te stroomlijnen en de administratieve lasten daarvan te verminderen, heeft het platform de volgende doelstellingen:

Amendement 30

Voorstel voor een verordening

Artikel 2 – lid 1 – punt a – inleidende formule

Door de Commissie voorgestelde tekst

Amendement

a)

het ondersteunen van de ontwikkeling of vervaardiging in de hele Unie, of het beschermen en versterken van de respectieve waardeketens van kritieke technologieën op de volgende gebieden:

a)

het ondersteunen van de ontwikkeling of vervaardiging in de hele Unie, of het beschermen en versterken van de respectieve toeleveringsketens, als bedoeld in lid 4, van technologieën in de volgende sectoren:

Amendement 31

Voorstel voor een verordening

Artikel 2 – lid 1 – punt a – i

Door de Commissie voorgestelde tekst

Amendement

i)

diepe en digitale technologieën

i)

digitale technologieën, met inbegrip van meerlandenprojecten als gedefinieerd in artikel 2, punt 2, van Besluit (EU) 2022/2481 van het Europees Parlement en de Raad, die bijdragen tot de streefcijfers en doelstellingen van het bij dat besluit vastgestelde beleidsprogramma voor het digitale decennium 2030;

Amendement 32

Voorstel voor een verordening

Artikel 2 – lid 1 – punt a – ii

Door de Commissie voorgestelde tekst

Amendement

ii)

schone technologieën

ii)

nettonultechnologieën als gedefinieerd in artikel 3, punt (...), van Verordening (EU) .../... [verordening nettonulindustrie];

Amendement 33

Voorstel voor een verordening

Artikel 2 – lid 1 – punt a – iii

Door de Commissie voorgestelde tekst

Amendement

iii)

biotechnologie;

iii)

biotechnologie als gedefinieerd in de bijlage bij deze verordening en biowetenschappen, met inbegrip van geneesmiddelen die zijn opgenomen op de EU-lijst van kritieke geneesmiddelen en bestanddelen daarvan;

Amendement 34

Voorstel voor een verordening

Artikel 2 – lid 1 – punt b

Door de Commissie voorgestelde tekst

Amendement

b)

het aanpakken van tekorten aan arbeidskrachten en vaardigheden die van cruciaal belang zijn voor alle soorten kwaliteitsbanen ter ondersteuning van de doelstelling onder a).

b)

het aanpakken van tekorten aan arbeidskrachten en vaardigheden die van cruciaal belang zijn voor alle soorten kwaliteitsbanen ter ondersteuning van de doelstelling in punt a), met name door middel van een leven lang leren en in nauwe samenwerking met de sociale partners en reeds bestaande onderwijs- en opleidingsinitiatieven, waaronder de Europese academies voor de nettonulindustrie die zijn opgericht uit hoofde van artikel 23 van Verordening (EU) .../... [verordening nettonulindustrie];

Amendement 35

Voorstel voor een verordening

Artikel 2 – lid 1 – punt b bis (nieuw)

Door de Commissie voorgestelde tekst

Amendement

 

b bis)

het bevorderen van deeptech-innovatie, ter ondersteuning van de in punt a) genoemde doelstelling, waarmee baanbrekende oplossingen kunnen worden geboden die voortkomen uit geavanceerde wetenschap, technologie en engineering, met inbegrip van innovatie waarbij ontwikkelingen op natuurwetenschappelijk, biologisch en digitaal terrein worden gecombineerd.

Amendement 36

Voorstel voor een verordening

Artikel 2 – lid 2

Door de Commissie voorgestelde tekst

Amendement

2.   De in de eerste alinea, punt a), bedoelde technologieën worden als kritiek beschouwd indien zij aan ten minste een van de volgende voorwaarden voldoen:

2.   De in de eerste alinea, punt a), bedoelde technologieën en hun toeleveringsketens worden als kritiek beschouwd indien zij aan ten minste een van de volgende voorwaarden voldoen:

Amendement 37

Voorstel voor een verordening

Artikel 2 – lid 2 – alinea 1 bis (nieuw)

Door de Commissie voorgestelde tekst

Amendement

 

Uiterlijk ... [twee maanden na de inwerkingtreding van deze verordening] stelt de Commissie een gedelegeerde handeling vast om deze verordening aan te vullen door te bepalen hoe de in lid 1, punt a), van dit artikel bedoelde technologieën, met inbegrip van hun toeleveringsketens, aan de voorwaarden van dit lid kunnen voldoen. De gedelegeerde handeling wordt geëvalueerd met behulp van het in artikel lid 8 bedoelde tussentijdse evaluatieverslag.

Amendement 38

Voorstel voor een verordening

Artikel 2 – lid 3

Door de Commissie voorgestelde tekst

Amendement

3.     Wanneer een door de Commissie overeenkomstig artikel 107, lid 3, punt b), VWEU goedgekeurd belangrijk project van gemeenschappelijk Europees belang betrekking heeft op een van de in lid 1, punt a), bedoelde technologiegebieden, worden de desbetreffende technologieën als kritiek beschouwd.

Schrappen

Amendement 39

Voorstel voor een verordening

Artikel 2 – lid 4

Door de Commissie voorgestelde tekst

Amendement

4.   De in de eerste alinea genoemde waardeketen voor de vervaardiging van kritieke technologieën heeft betrekking op eindproducten, maar ook op belangrijke onderdelen, specifieke machines en kritieke grondstoffen die hoofdzakelijk voor de productie van die producten worden gebruikt.

4.   De in lid 1 genoemde toeleveringsketen voor de vervaardiging van technologieën heeft betrekking op eindproducten, maar ook op onderdelen, machines en kritieke grondstoffen als bedoeld in bijlage II bij Verordening (EU) .../... [verordening kritieke grondstoffen] die onmisbaar zijn voor de productie en de werking van die producten.

Amendement 40

Voorstel voor een verordening

Artikel 2 – lid 4 bis (nieuw)

Door de Commissie voorgestelde tekst

Amendement

 

4 bis.     Strategische projecten zoals vastgesteld in het kader van Verordening (EU) .../... [verordening nettonulindustrie], die bij de selectie van strategische nettonulprojecten voldoen aan de criteria op het gebied van veerkracht zoals gedefinieerd in artikel 10, lid 1, punt a), van die verordening of aan de criteria op het gebied van concurrentievermogen zoals gedefinieerd in artikel 10, lid 1, punt b), van die verordening, en Verordening (EU) .../... [verordening kritieke grondstoffen] worden geacht de in lid 1 van dit artikel genoemde doelstellingen van het STEP-platform te vervullen.

Amendement 41

Voorstel voor een verordening

Artikel 2 – lid 4 ter (nieuw)

Door de Commissie voorgestelde tekst

Amendement

 

4 ter.     Bij de uitvoering van programma’s en activiteiten ter verwezenlijking van de doelstellingen in het kader van deze verordening leggen de Commissie en de lidstaten extra nadruk op ondersteuning van nettonulindustrievalleien zoals gedefinieerd in Verordening (EU) .../... [verordening nettonulindustrie] en projecten in gebieden die zijn opgenomen in territoriale plannen voor een rechtvaardige transitie als bedoeld in artikel 11 van Verordening (EU) 2021/1056, in minder ontwikkelde en overgangsregio’s en meer ontwikkelde regio’s in lidstaten waarvan het gemiddelde bbp per hoofd van de bevolking lager is dan het EU-gemiddelde van de EU-27, gemeten in koopkrachtstandaarden (KKS) en berekend op basis van cijfers van de Unie voor de periode 2015-2017.

Amendement 42

Voorstel voor een verordening

Artikel 3 – lid 1 – inleidende formule

Door de Commissie voorgestelde tekst

Amendement

1.   De uitvoering van het platform wordt met name ondersteund door:

1.   Financiële steun voor de uitvoering van het platform wordt verleend uit bestaande programma’s en fondsen van de Unie. Aan de volgende programma’s en fondsen van de Unie wordt aanvullende financiering verstrekt, zodat die beter in staat zijn de STEP-doelstellingen te verwezenlijken:

Amendement 43

Voorstel voor een verordening

Artikel 3 – lid 1 – punt a

Door de Commissie voorgestelde tekst

Amendement

a)

een garantie van de Unie als bedoeld in artikel 4, lid 1, van Verordening (EU) nr. 2021/523, voor een indicatief bedrag van 7 500 000 000 EUR. Die garantie wordt uitgevoerd overeenkomstig Verordening (EU) 2021/523;

a)

een garantie van de Unie als bedoeld in artikel 4, lid 1, van Verordening (EU) 2021/523, voor een indicatief bedrag van 10 500 000 000 EUR, die wordt uitgevoerd overeenkomstig die verordening;

Amendement 44

Voorstel voor een verordening

Artikel 3 – lid 1 – punt b

Door de Commissie voorgestelde tekst

Amendement

b)

een bedrag van 500 000 000 EUR in lopende prijzen van de in artikel 12, lid 2, punt c), i), van Verordening (EU) 2021/695 bedoelde financiële middelen. Dat bedrag wordt uitgevoerd overeenkomstig Verordening (EU) 2021/695;

b)

een bedrag van 1 300 000 000 EUR in lopende prijzen van de in artikel 12, lid 2, punt c), i), van Verordening (EU) 2021/695 bedoelde financiële middelen, dat wordt uitgevoerd overeenkomstig die verordening;

Amendement 45

Voorstel voor een verordening

Artikel 3 – lid 1 – punt c

Door de Commissie voorgestelde tekst

Amendement

c)

een bedrag van 5 000 000 000  EUR in lopende prijzen van de in artikel 10 bis, lid 8, zesde alinea van Richtlijn 2003/87/EG bedoelde financiële middelen. Dit bedrag wordt besteed in kader van het Innovatiefonds overeenkomstig de regels van artikel 10 bis, lid 8, van Richtlijn 2003/87/EG en Gedelegeerde Verordening [2019/856] van de Commissie.

c)

een bedrag van 5 000 000 000  EUR in lopende prijzen van de in artikel 10 bis, lid 8, zesde alinea van Richtlijn 2003/87/EG bedoelde financiële middelen, dat wordt besteed in kader van het Innovatiefonds overeenkomstig de regels van artikel 10 bis, lid 8, van Richtlijn 2003/87/EG en Gedelegeerde Verordening (EU) 2019/856 van de Commissie.

Amendement 46

Voorstel voor een verordening

Artikel 3 – lid 1 – punt d

Door de Commissie voorgestelde tekst

Amendement

d)

Een bedrag van 1 500 000 000 EUR in lopende prijzen van de in artikel 4, lid 1, van Verordening (EU) 2021/697 bedoelde financiële middelen. Dat bedrag wordt uitgevoerd overeenkomstig Verordening (EU) 2021/697.

d)

een bedrag van 2 500 000 000 EUR in lopende prijzen van de in artikel 4, lid 1, van Verordening (EU) 2021/697 bedoelde financiële middelen, dat wordt uitgevoerd overeenkomstig die verordening.

Amendement 47

Voorstel voor een verordening

Artikel 4 – titel

Door de Commissie voorgestelde tekst

Amendement

Soevereiniteitszegel en cumulatieve financiering

Soevereiniteitszegel, gecombineerde en cumulatieve financiering

Amendement 48

Voorstel voor een verordening

Artikel 4 – lid 1

Door de Commissie voorgestelde tekst

Amendement

1.   De Commissie kent een soevereiniteitszegel toe aan elke actie die bijdraagt tot een van de doelstellingen van het platform, op voorwaarde dat de actie is beoordeeld en voldoet aan de minimale kwaliteitseisen, met name subsidiabiliteits-, uitsluitings- en toekenningscriteria, die zijn vastgesteld in een oproep tot het indienen van voorstellen in het kader van Verordening (EU) 2021/695, Verordening (EU) 2021/694, Verordening (EU) 2021/697, Verordening (EU) 2021/522 of Gedelegeerde Verordening (EU) 2019/856 van de Commissie.

1.   De Commissie kent een soevereiniteitszegel toe aan elk project dat bijdraagt tot een van de doelstellingen van het platform, op voorwaarde dat het project is beoordeeld en voldoet aan de minimale kwaliteitseisen, met name subsidiabiliteits-, uitsluitings- en toekenningscriteria, die zijn vastgesteld in een oproep tot het indienen van voorstellen in het kader van Verordening (EU) 2021/695, Verordening (EU) 2021/694, Verordening (EU) 2021/697, Verordening (EU) 2021/522, Verordening (EU) 2021/1060 of Gedelegeerde Verordening (EU) 2019/856 van de Commissie, of is aangemerkt als strategisch project zoals gedefinieerd in Verordening (EU) .../... [verordening nettonulindustrie], als dat project voldoet aan de criteria op het gebied van veerkracht zoals gedefinieerd in artikel 10, lid 1, punt a), van die verordening of aan de criteria op het gebied van concurrentievermogen zoals gedefinieerd in artikel 10, lid 1, punt b), van die verordening bij de selectieprocedure van strategische nettonulprojecten, of zoals gedefinieerd in Verordening (EU) .../... [verordening kritieke grondstoffen]. Die oproepen tot het indienen van voorstellen zijn continu open.

Amendement 49

Voorstel voor een verordening

Artikel 4 – lid 1 bis (nieuw)

Door de Commissie voorgestelde tekst

Amendement

 

1 bis.     Bij het beoordelen of een project bijdraagt aan een van de doelstellingen van het platform overeenkomstig lid 1, houdt de Commissie rekening met de bijdrage van het project aan de versterking en structurering van lokale netwerken van industriële actoren en de bijdrage ervan aan het scheppen van banen.

Amendement 50

Voorstel voor een verordening

Artikel 4 – lid 1 ter (nieuw)

Door de Commissie voorgestelde tekst

Amendement

 

1 ter.     Het soevereiniteitszegel is geldig voor de periode van de uitvoering van het project, gekoppeld aan de belofte van de onderneming om het project niet naar buiten de Unie te verplaatsen. Indien een project niet binnen vijf jaar nadat het soevereiniteitszegel is toegekend van start is gegaan, kan het worden geëvalueerd om vast te stellen of er nog sprake is van verenigbaarheid met de strategische prioriteiten van het STEP. In het kader van bovengenoemde evaluatie ziet de Commissie erop toe dat alle projecten voldoen aan de Europese en nationale arbeidswetgeving, sociale rechten en rechten van werknemers, alsook aan de toepasselijke collectieve overeenkomsten.

Amendement 51

Voorstel voor een verordening

Artikel 4 – lid 1 quater (nieuw)

Door de Commissie voorgestelde tekst

Amendement

 

1 quater.     Het soevereiniteitszegel wordt niet toegekend aan projecten die worden beheerd door een juridische entiteit die is gevestigd in een derde land dat niet geassocieerd is met het Unieprogramma in kwestie of, door een juridische entiteit die in de Unie of een geassocieerd land gevestigd is en waarvan de uitvoerende bestuursstructuren zich in een niet-geassocieerd land bevinden.

Amendement 52

Voorstel voor een verordening

Artikel 4 – lid 1 quinquies (nieuw)

Door de Commissie voorgestelde tekst

Amendement

 

1 quinquies.     Aan projecten die worden beheerd door juridische entiteiten die een consortium vormen, wordt alleen een soevereiniteitszegel toegekend indien ten minste één onafhankelijke juridische entiteit die dat consortium vormt in een lidstaat is gevestigd en ten minste twee andere onafhankelijke juridische entiteiten die dat consortium vormen in verschillende lidstaten of geassocieerde landen zijn gevestigd.

Amendement 53

Voorstel voor een verordening

Artikel 4 – lid 2 – inleidende formule

Door de Commissie voorgestelde tekst

Amendement

2.   Het soevereiniteitszegel mag worden gebruikt als kwaliteitslabel, met name voor:

2.   Het soevereiniteitszegel wordt gebruikt als kwaliteitslabel, met name voor:

Amendement 54

Voorstel voor een verordening

Artikel 4 – lid 2 – punt a

Door de Commissie voorgestelde tekst

Amendement

a)

het ontvangen van steun voor de actie in het kader van een ander fonds of programma van de Unie overeenkomstig de regels die van toepassing zijn op dat fonds of programma, of

a)

het ontvangen van steun voor het project in het kader van een ander fonds of programma van de Unie overeenkomstig de regels die van toepassing zijn op dat fonds of programma, of

Amendement 55

Voorstel voor een verordening

Artikel 4 – lid 2 – punt b

Door de Commissie voorgestelde tekst

Amendement

b)

financiering van de actie door cumulatieve of gecombineerde financiering met een ander instrument van de Unie in overeenstemming met de regels van de toepasselijke basisbesluiten.

b)

financiering van het project door cumulatieve of gecombineerde financiering met een ander instrument van de Unie in overeenstemming met de regels van de toepasselijke basisbesluiten.

Amendement 56

Voorstel voor een verordening

Artikel 4 – lid 3

Door de Commissie voorgestelde tekst

Amendement

3.   Bij de herziening van hun plannen voor herstel en veerkracht overeenkomstig Verordening (EU) 2021/241 beschouwen de lidstaten, onverminderd de bepalingen van die verordening, acties waaraan overeenkomstig lid 1 een soevereiniteitszegel is toegekend als prioriteit.

3.   Bij de herziening van hun plannen voor herstel en veerkracht overeenkomstig Verordening (EU) 2021/241 beschouwen de lidstaten, onverminderd de bepalingen van die verordening, projecten waaraan overeenkomstig lid 1 een soevereiniteitszegel is toegekend als prioriteit.

Amendement 57

Voorstel voor een verordening

Artikel 4 – lid 4

Door de Commissie voorgestelde tekst

Amendement

4.   Bij het nemen van een besluit over investeringsprojecten die moeten worden gefinancierd uit hun respectieve aandelen van het Moderniseringsfonds overeenkomstig artikel 10 quinquies van Richtlijn 2003/87/EG, beschouwen de lidstaten als prioriteit projecten voor kritieke schone technologieën die overeenkomstig lid 1 het soevereiniteitszegel hebben gekregen. Daarnaast kunnen de lidstaten besluiten nationale steun toe te kennen aan projecten met een soevereiniteitszegel die bijdragen tot de in artikel 2, lid 1, punt a), ii), bedoelde doelstelling van het platform.

4.   Bij het nemen van een besluit over investeringsprojecten die moeten worden gefinancierd uit hun respectieve aandelen van het Moderniseringsfonds overeenkomstig artikel 10 quinquies van Richtlijn 2003/87/EG, beschouwen de lidstaten als prioriteit die projecten voor nettonultechnologieën zoals gedefinieerd in Verordening (EU) .../... [verordening nettonulindustrie] die overeenkomstig lid 1 het soevereiniteitszegel hebben gekregen. Daarnaast kunnen de lidstaten besluiten nationale steun toe te kennen aan projecten met een soevereiniteitszegel die bijdragen tot de doelstelling voor nettonultechnologieën zoals gedefinieerd in Verordening (EU) .../... [verordening nettonulindustrie].

Amendement 58

Voorstel voor een verordening

Artikel 4 – lid 5

Door de Commissie voorgestelde tekst

Amendement

5.   Op grond van Verordening (EU) 2021/523 wordt in het kader van de procedure van artikel 19 van de statuten van de Europese Investeringsbank en van de beleidscontrole als bedoeld in artikel 23, lid 3, van die verordening rekening gehouden met het soevereiniteitszegel. Daarnaast onderzoeken de uitvoerende partners projecten waaraan het soevereiniteitszegel is toegekend indien deze binnen hun geografische en activiteitentoepassingsgebied vallen, zoals bepaald in artikel 26, lid 5, van die verordening.

5.   Op grond van Verordening (EU) 2021/523 wordt in het kader van de procedure van artikel 19 van de statuten van de Europese Investeringsbank en van de beleidscontrole als bedoeld in artikel 23, lid 3, van die verordening rekening gehouden met het soevereiniteitszegel. Daarnaast onderzoeken de uitvoerende partners tijdig projecten waaraan het soevereiniteitszegel is toegekend indien deze binnen hun geografische en activiteitentoepassingsgebied vallen, zoals bepaald in artikel 26, lid 5, van die verordening.

Amendement 59

Voorstel voor een verordening

Artikel 4 bis (nieuw)

Door de Commissie voorgestelde tekst

Amendement

 

Artikel 4 bis

 

STEP-comité

 

1.     De Commissie richt een STEP-comité op bestaande uit deskundigen van de Commissie op het gebied van de in artikel 2, lid 1, punt a), bedoelde technologieën en de programma’s en fondsen van de Unie waaruit het platform financieel wordt ondersteund.

 

2.     Het STEP-comité zal de volgende taken vervullen:

 

a)

het toekennen en bevorderen van het in artikel 4, lid 1, bedoelde soevereiniteitszegel en het onderhouden van contacten met beheersautoriteiten die verantwoordelijk zijn voor oproepen tot het indienen van voorstellen en aanbestedingen, om zo in alle programma’s de financieringsmogelijkheden voor projecten waaraan het soevereiniteitszegel is toegekend te vergroten zonder inmenging in de selectieprocedures;

 

b)

het toekennen van het soevereiniteitszegel aan projecten die worden gefinancierd uit de fondsen van het cohesiebeleid en die bijdragen tot de doelstellingen van het platform als bedoeld in artikel 2 van deze verordening;

 

c)

het opzetten en beheren van het soevereiniteitsportaal overeenkomstig artikel 6;

 

d)

het onderhouden van contacten met andere bestaande structuren, in het bijzonder het overeenkomstig Verordening (EU).../... [verordening nettonulindustrie] opgerichte platform voor nettonultechnologie in Europa en de raad voor kritieke grondstoffen die overeenkomstig Verordening (EU).../... [verordening kritieke grondstoffen] in het leven is geroepen, nationale bevoegde autoriteiten die overeenkomstig artikel 6, lid 4, van deze verordening zijn aangewezen, de uitvoerende partners en de Industriële adviesgroep als bedoeld in lid 3 van dit artikel, met het oog op de coördinatie en uitwisseling van informatie over de financiële behoeften van, de bestaande knelpunten in en de beste praktijken voor projecten in de hele Unie;

 

e)

het bevorderen van contacten tussen de in artikel 2 bedoelde sectoren, met name door gebruik te maken van bestaande industriële allianties, netwerken en structuren, zoals het Europees Instituut voor innovatie en technologie (EIT) en de gemeenschappelijke ondernemingen.

 

3.     De Commissie richt een Industriële adviesgroep inzake strategische technologieën op, bestaande uit vertegenwoordigers van de industrie van de Unie, die haar moet adviseren en ondersteunen bij de uitvoering van het platform in de betrokken sectoren.

Amendement 60

Voorstel voor een verordening

Artikel 5

Door de Commissie voorgestelde tekst

Amendement

Artikel 5

Schrappen

Monitoring van de uitvoering

 

1.     De Commissie houdt toezicht op de uitvoering van het platform en meet de verwezenlijking van de in artikel 2 vastgestelde doelstellingen van het platform. Het toezicht op de uitvoering is gericht op en staat in verhouding tot de activiteiten die in het kader van het platform worden uitgevoerd.

 

2.     Het monitoringsysteem van de Commissie zorgt ervoor dat de gegevens voor het toezicht op de uitvoering van de in het kader van het platform uitgevoerde activiteiten en de resultaten van die activiteiten efficiënt, doeltreffend en tijdig worden verzameld.

 

3.     De Commissie brengt verslag uit over de door het platform gefinancierde uitgaven. Zij brengt zo nodig verslag uit over de verwezenlijkingen met betrekking tot elk van de specifieke doelstellingen van het platform.

 

Amendement 61

Voorstel voor een verordening

Artikel 6 – lid 1 – inleidende formule

Door de Commissie voorgestelde tekst

Amendement

1.   De Commissie zet een speciaal voor het publiek toegankelijke website op (het “soevereiniteitsportaal”), die investeerders informatie verschaft over financieringsmogelijkheden voor projecten die verband houden met de doelstellingen van het platform en die projecten zichtbaar maakt, met name door de volgende informatie te tonen:

1.   De Commissie zet een speciaal voor het publiek toegankelijke website op (het “soevereiniteitsportaal”), die informatie verschaft over financieringsmogelijkheden voor projecten die verband houden met de doelstellingen van het platform en die projecten zichtbaar maakt, met name door de volgende informatie te tonen:

Amendement 62

Voorstel voor een verordening

Artikel 6 – lid 1 – punt a

Door de Commissie voorgestelde tekst

Amendement

a)

lopende en komende oproepen tot het indienen van voorstellen en aanbestedingen in verband met de doelstellingen van het platform in het kader van de respectieve programma’s en fondsen;

a)

informatie over programma’s en fondsen van de Unie binnen het toepassingsgebied van de verordening en lopende en komende oproepen tot het indienen van voorstellen en aanbestedingen in verband met de doelstellingen van het platform in het kader van de respectieve programma’s en fondsen;

Amendement 63

Voorstel voor een verordening

Artikel 6 – lid 1 – punt d

Door de Commissie voorgestelde tekst

Amendement

d)

contacten met de overeenkomstig lid 4 aangewezen nationale bevoegde autoriteiten;

d)

contactgegevens van de overeenkomstig lid 4 aangewezen nationale bevoegde autoriteiten;

Amendement 64

Voorstel voor een verordening

Artikel 6 – lid 3 bis (nieuw)

Door de Commissie voorgestelde tekst

Amendement

 

3 bis.     Het soevereiniteitsportaal omvat een snelle simulator om projectontwikkelaars, met name kmo’s, richtsnoeren te verstrekken over het programma of fonds van de Unie waarvoor hun specifieke project in aanmerking kan komen. De simulator verlangt van projectontwikkelaars niet dat zij vertrouwelijke bedrijfsinformatie verstrekken en de resultaten ervan zijn niet juridisch bindend voor de instanties die verantwoordelijk zijn voor de toekenning van de financiering.

Amendement 65

Voorstel voor een verordening

Artikel 6 – lid 4 bis (nieuw)

Door de Commissie voorgestelde tekst

Amendement

 

4 bis.     Bij projecten op het gebied van veiligheid en defensie wordt informatie alleen per geval weergegeven indien dit door de projectontwikkelaar of de Commissie nodig wordt geacht, rekening houdend met de vertrouwelijkheid van gegevens met betrekking tot defensieaangelegenheden.

Amendement 66

Voorstel voor een verordening

Artikel 7 – titel

Door de Commissie voorgestelde tekst

Amendement

Jaarverslag

Monitoring en jaarlijkse rapportage

Amendement 67

Voorstel voor een verordening

Artikel 7 – lid 1

Door de Commissie voorgestelde tekst

Amendement

1.   De Commissie brengt jaarlijks verslag uit aan het Europees Parlement en de Raad over de uitvoering van het platform.

1.   De Commissie houdt toezicht op de uitvoering van het platform en meet de verwezenlijking van de in artikel 2 vastgestelde doelstellingen van het platform. Het toezicht op de uitvoering is gericht op en staat in verhouding tot de activiteiten die in het kader van het platform worden uitgevoerd.

Amendement 68

Voorstel voor een verordening

Artikel 7 – lid 1 bis (nieuw)

Door de Commissie voorgestelde tekst

Amendement

 

1 bis.     De Commissie zet het monitoringsysteem zodanig op dat het in staat is de gegevens voor het toezicht op de uitvoering van de in het kader van het platform uitgevoerde activiteiten en de resultaten van die activiteiten efficiënt, doeltreffend en tijdig te verzamelen. Daartoe worden evenredige rapportageverplichtingen opgelegd aan de ontvangers van middelen.

Amendement 69

Voorstel voor een verordening

Artikel 7 – lid 1 ter (nieuw)

Door de Commissie voorgestelde tekst

Amendement

 

1 ter.     De Commissie brengt jaarlijks verslag uit aan het Europees Parlement en de Raad over de uitvoering van het platform. Het jaarverslag wordt openbaar gemaakt.

Amendement 70

Voorstel voor een verordening

Artikel 7 – lid 2

Door de Commissie voorgestelde tekst

Amendement

2.   Het jaarverslag bevat geconsolideerde informatie over de vooruitgang die is geboekt bij de uitvoering van de doelstellingen van het platform in het kader van elk van de programma’s en fondsen.

2.   Het jaarverslag bevat geconsolideerde informatie over de vooruitgang die is geboekt bij de uitvoering van de doelstellingen van het platform in het kader van elk van de programma’s en fondsen, alsmede kwalitatieve en kwantitatieve informatie over de bijdrage van het platform aan grensoverschrijdende projecten en aan projecten van de afzonderlijke lidstaten.

Amendement 71

Voorstel voor een verordening

Artikel 7 – lid 3 – punt a

Door de Commissie voorgestelde tekst

Amendement

a)

de totale uitgaven van de in het kader van STEP gefinancierde respectieve programma’s;

a)

de totale uitgaven van de in het kader van STEP gefinancierde respectieve programma’s en middelen;

Amendement 72

Voorstel voor een verordening

Artikel 7 – lid 3 – punt b bis (nieuw)

Door de Commissie voorgestelde tekst

Amendement

 

b bis)

een effectbeoordeling waarin wordt nagegaan hoe de geaccumuleerde projecten in het kader van STEP bijdragen tot de strategische doelstellingen van de Unie om het concurrentievermogen op lange termijn te waarborgen;

Amendement 73

Voorstel voor een verordening

Artikel 7 – lid 3 – punt b ter (nieuw)

Door de Commissie voorgestelde tekst

Amendement

 

b ter)

een analyse van de geografische en technologische spreiding van de projecten waaraan het soevereiniteitszegel is toegekend.

Amendement 74

Voorstel voor een verordening

Artikel 8 – lid 1

Door de Commissie voorgestelde tekst

Amendement

1.   Uiterlijk op 31 december 2025 legt de Commissie een evaluatieverslag over de uitvoering van het platform voor aan het Europees Parlement en de Raad.

1.   Uiterlijk op 31 december 2025 legt de Commissie een tussentijds evaluatieverslag over de uitvoering van het platform voor aan het Europees Parlement en de Raad, over de stand van zaken op het vlak van afhankelijkheden van de Unie en over de sectoren die van strategisch belang zijn voor haar soevereiniteit zodat er tijdig informatie kan worden verstrekt ten behoeve van het besluitvormingsproces over het meerjarig financieel kader voor de periode na 2027.

Amendement 75

Voorstel voor een verordening

Artikel 8 – lid 2

Door de Commissie voorgestelde tekst

Amendement

2.   In het evaluatieverslag wordt met name beoordeeld in hoeverre de doelstellingen zijn bereikt, of de middelen efficiënt zijn ingezet en of er sprake is van Europese meerwaarde. Tevens wordt nagegaan of alle doelstellingen en maatregelen nog steeds relevant zijn, met het oog op een mogelijke opschaling.

2.   In het tussentijdse evaluatieverslag wordt met name beoordeeld in hoeverre het STEP heeft bijgedragen aan het bereiken van de doelstellingen, of de middelen efficiënt zijn ingezet en of er sprake is van Europese meerwaarde van het platform. Het verslag bevat ook een overzicht van de regio’s waarvoor de programma’s zijn gewijzigd, waaronder informatie over relevante aspecten van het partnerschapsbeginsel, gaat na of alle doelstellingen en projecten nog steeds relevant zijn, met het oog op de mogelijke opschaling ervan, en beoordeelt de haalbaarheid van het combineren van alle bestaande openbare websites die door de Commissie worden beheerd en het verstrekken van informatie over programma’s en fondsen van de Unie in direct, gedeeld en indirect beheer op één portaal om de financieringsmogelijkheden van de Unie dichter bij de potentiële begunstigden te brengen en de transparantie ten aanzien van de burgers van de Unie te vergroten.

Amendement 76

Voorstel voor een verordening

Artikel 8 – lid 3

Door de Commissie voorgestelde tekst

Amendement

3.   De evaluatie gaat in voorkomend geval vergezeld van een voorstel tot wijzigingen van deze verordening.

3.   Het tussentijdse evaluatieverslag gaat in voorkomend geval vergezeld van een voorstel tot wijzigingen van deze verordening of van een wetgevingsvoorstel voor een volwaardig Europees soevereiniteitsfonds, met als doel bij te dragen tot de ontwikkeling en versterking van een Europees industriebeleid en de strategische afhankelijkheid van de Unie te verminderen, waarbij tegelijkertijd de goede werking van de interne markt wordt gewaarborgd, marktverstoringen worden voorkomen en er een gelijk speelveld in de Unie en derde landen tot stand wordt gebracht. Indien de Commissie besluit geen wetgevingsvoorstel voor een Europees soevereiniteitsfonds in te dienen, motiveert zij haar besluit in haar tussentijdse evaluatieverslag.

Amendement 77

Voorstel voor een verordening

Artikel 8 – lid 3 bis (nieuw)

Door de Commissie voorgestelde tekst

Amendement

 

3 bis.     Aan het einde van de uitvoering van de programma’s en fondsen van de Unie waaruit het platform financieel wordt ondersteund, doch uiterlijk op 31 december 2031, dient de Commissie bij het Europees Parlement en de Raad een definitief evaluatieverslag in over de uitvoering van het platform. Het definitieve evaluatieverslag gaat vergezeld van een grondige beoordeling van de verschillende effecten die de uitvoering van het platform heeft op territoriaal niveau en op de cohesie.

Amendement 78

Voorstel voor een verordening

Artikel 9 – alinea 1 – punt 1

Richtlijn 2003/87/EG

Artikel 10 bis – lid 8 – alinea 6

Door de Commissie voorgestelde tekst

Amendement

Naast de in de eerste tot en met vijfde alinea van dit lid bedoelde toewijzingen voert het Innovatiefonds voor de periode van 1 januari 2024 tot en met 31 december 2027 ook een financiële toewijzing uit van 5 000 000 000 EUR in lopende prijzen ter ondersteuning van investeringen die bijdragen tot de verwezenlijking van de in artikel 2, punt a), ii), van Verordening …/…  (63) bedoelde STEP-doelstelling [STEP-verordening]. Deze financiële middelen worden alleen beschikbaar gesteld ter ondersteuning van investeringen in lidstaten waarvan het gemiddelde bbp per hoofd van de bevolking lager is dan het EU-gemiddelde van de EU-27, gemeten in koopkrachtstandaarden (KKS) en berekend op basis van cijfers van de Unie voor de periode 2015-2017.

Naast de in de eerste tot en met vijfde alinea van dit lid bedoelde toewijzingen voert het Innovatiefonds voor de periode van 1 januari 2024 tot en met 31 december 2027 ook een financiële toewijzing uit van 5 000 000 000 EUR in lopende prijzen ter ondersteuning van investeringen die bijdragen tot de verwezenlijking van de STEP-doelstelling voor nettonultechnologieën zoals gedefinieerd in [artikel 3, punt a)], van Verordening (EU).../... [verordening nettonulindustrie] door deze financiële middelen beschikbaar te stellen voor strategische projecten zoals gedefinieerd in [artikel 2, punt e)], van Verordening (EU).../... [verordening nettonulindustrie], op voorwaarde dat deze voldoen aan de criteria op het gebied van veerkracht of concurrentievermogen die zijn vastgelegd in artikel 10, lid 1, punt a) of b), van Verordening (EU) .../... [verordening nettonulindustrie]. Tot en met 31 december 2025 worden de financiële middelen in gelijke delen beschikbaar gesteld ter ondersteuning van investeringen in:

 

a)

lidstaten waarvan het gemiddelde bbp per hoofd van de bevolking lager is dan het Uniegemiddelde van de EU-27, gemeten in koopkrachtstandaarden (KKS) en berekend op basis van cijfers van de Unie voor de periode 2015-2017 ; en

 

b)

alle lidstaten.

 

Vanaf 1 januari 2026 worden ongebruikte delen van de financiële middelen beschikbaar gesteld om deze investeringen in alle lidstaten te ondersteunen.

 

Amendement 79

Voorstel voor een verordening

Artikel 10 – alinea 1 – punt 2

Verordening (EU) 2021/1058

Artikel 3 – lid 1 – punt b – ix

Door de Commissie voorgestelde tekst

Amendement

ix)

het ondersteunen van investeringen die bijdragen tot de verwezenlijking van de STEP-doelstelling als bedoeld in artikel 2, lid 1, punt a), ii), van Verordening.../... [STEP-verordening]

ix)

het ondersteunen van investeringen die bijdragen tot de verwezenlijking van de STEP-doelstelling als bedoeld in artikel 2 van Verordening.../... [STEP-verordening]

Amendement 80

Voorstel voor een verordening

Artikel 10 – alinea 1 – punt 3

Verordening (EU) 2021/1058

Artikel 3 – lid 1 bis

Door de Commissie voorgestelde tekst

Amendement

3)

In artikel 3 wordt het volgende lid 1 bis ingevoegd:

3)

In artikel 3 wordt het volgende lid 1 bis ingevoegd:

“De middelen voor de in artikel 3, lid 1, eerste alinea, onder a), punt vi), en punt b), punt ix), bedoelde specifieke doelstelling worden geprogrammeerd in het kader van specifieke prioriteiten die met de respectieve beleidsdoelstelling overeenstemmen.

“1 bis.

De middelen voor de in artikel 3, lid 1, punt a), vi), en punt b), ix), bedoelde specifieke doelstelling worden geprogrammeerd in het kader van specifieke prioriteiten die met de respectieve beleidsdoelstelling overeenstemmen en zijn beperkt tot maximaal 20 % van de oorspronkelijke toewijzing van het EFRO.

De Commissie betaalt 30 % van de EFRO-toewijzing aan die prioriteit, zoals vastgesteld in het besluit tot goedkeuring van de programmawijziging als uitzonderlijke eenmalige voorfinanciering, naast de jaarlijkse voorfinanciering voor het programma als bedoeld in artikel 90, leden 1 en 2, van Verordening (EU) 2021/1060 of in artikel 51, leden 2, 3 en 4, van Verordening (EU) 2021/1059. De uitzonderlijke voorfinanciering wordt uiterlijk op 31 december 2024 betaald, mits de Commissie het besluit tot goedkeuring van de programmawijziging uiterlijk op 31 oktober 2024 heeft vastgesteld.

De Commissie betaalt 30 % van de EFRO-toewijzing aan de in de eerste alinea bedoelde prioriteiten, zoals vastgesteld in het besluit tot goedkeuring van de programmawijziging als uitzonderlijke eenmalige voorfinanciering, naast de jaarlijkse voorfinanciering voor het programma als bedoeld in artikel 90, leden 1 en 2, van Verordening (EU) 2021/1060 of in artikel 51, leden 2, 3 en 4, van Verordening (EU) 2021/1059. De uitzonderlijke voorfinanciering wordt uiterlijk op 31 december 2024 betaald, mits de Commissie het besluit tot goedkeuring van de programmawijziging uiterlijk op 31 oktober 2024 heeft vastgesteld.

Overeenkomstig artikel 90, lid 5, van Verordening (EU) 2021/1060 en artikel 51, lid 5, van Verordening (EU) 2021/1059 wordt het als uitzonderlijke voorfinanciering betaalde bedrag uiterlijk in het laatste boekjaar verrekend.

Overeenkomstig artikel 90, lid 5, van Verordening (EU) 2021/1060 en artikel 51, lid 5, van Verordening (EU) 2021/1059 wordt het als uitzonderlijke voorfinanciering betaalde bedrag uiterlijk in het laatste boekjaar verrekend.

Overeenkomstig artikel 90, lid 6, van Verordening (EU) 2021/1060 moet rente die wordt gegenereerd door de uitzonderlijke voorfinanciering op dezelfde wijze voor het betrokken programma worden gebruikt als het EFRO en worden opgenomen in de rekeningen voor het laatste boekjaar.

Overeenkomstig artikel 90, lid 6, van Verordening (EU) 2021/1060 moet rente die wordt gegenereerd door de uitzonderlijke voorfinanciering op dezelfde wijze voor het betrokken programma worden gebruikt als het EFRO en worden opgenomen in de rekeningen voor het laatste boekjaar.

Overeenkomstig artikel 97, lid 1, van Verordening (EU) 2021/1060 wordt de uitzonderlijke voorfinanciering niet opgeschort.

Overeenkomstig artikel 97, lid 1, van Verordening (EU) 2021/1060 wordt de uitzonderlijke voorfinanciering niet opgeschort.

Overeenkomstig artikel 105, lid 1, van Verordening (EU) 2021/1060 omvat de voorfinanciering die in aanmerking moet worden genomen voor de berekening van de vrij te maken bedragen, de buitengewone voorfinanciering die is betaald.

Overeenkomstig artikel 105, lid 1, van Verordening (EU) 2021/1060 omvat de voorfinanciering die in aanmerking moet worden genomen voor de berekening van de vrij te maken bedragen, de buitengewone voorfinanciering die is betaald.

In afwijking van artikel 112 van Verordening (EU) 2021/1060 worden de maximale medefinancieringspercentages voor specifieke prioriteiten die zijn vastgesteld ter ondersteuning van de STEP-doelstellingen, verhoogd tot 100 %.”

In afwijking van artikel 112 van Verordening (EU) 2021/1060 kunnen de medefinancieringspercentages voor specifieke prioriteiten die zijn vastgesteld ter ondersteuning van de STEP-doelstellingen als bedoeld in artikel 2 van Verordening …/… [STEP-verordening], verhoogd worden tot maximaal 100 %.”

Amendement 81

Voorstel voor een verordening

Artikel 10 – alinea 1 – punt 4

Verordening (EU) 2021/1058

Artikel 5 – lid 2 – punt e

Door de Commissie voorgestelde tekst

Amendement

e)

wanneer zij bijdragen aan de specifieke doelstelling in het kader van BD 1 als bedoeld in artikel 3, lid 1, eerste alinea, punt a), vi) of aan de specifieke doelstelling in het kader van BD 2 als bedoeld in punt b), ix), van die alinea, in minder ontwikkelde en overgangsregio’s, alsook in meer ontwikkelde regio’s in lidstaten waarvan het gemiddelde bbp per hoofd van de bevolking lager is dan het EU-gemiddelde van de EU-27, gemeten in koopkrachtstandaarden (KKS) en berekend op basis van de cijfers van de Unie voor de periode 2015-2017.

e)

wanneer zij bijdragen aan de specifieke doelstelling in het kader van BD 1 als bedoeld in artikel 3, lid 1, eerste alinea, punt a), vi) of aan de specifieke doelstelling in het kader van BD 2 als bedoeld in punt b), ix), van die alinea, in minder ontwikkelde en overgangsregio’s, alsook in meer ontwikkelde regio’s in lidstaten waarvan het gemiddelde bbp per hoofd van de bevolking lager is dan het EU-gemiddelde van de EU-27, gemeten in koopkrachtstandaarden (KKS) en berekend op basis van de cijfers van de Unie voor de periode 2015-2017, waarbij de nadruk blijft liggen op kleine en middelgrote ondernemingen en midcapondernemingen.

Punt e) is van toepassing op Interreg-programma’s wanneer het geografische toepassingsgebied van het programma binnen de Unie uitsluitend bestaat uit de in dat punt vermelde categorieën regio’s.

Punt e) is van toepassing op Interreg-programma’s wanneer het geografische toepassingsgebied van het programma binnen de Unie uitsluitend bestaat uit de in dat punt vermelde categorieën regio’s.

Amendement 82

Voorstel voor een verordening

Artikel 10 – alinea 1 – punt 6

Verordening (EU) 2021/1058

Bijlage I – tabel 1

Door de Commissie voorgestelde tekst

6

In bijlage I, tabel I, wordt de volgende rij toegevoegd onder beleidsdoelstelling 1:

 

vi) het ondersteunen van investeringen die bijdragen tot de verwezenlijking van de STEP-doelstellingen als bedoeld in artikel 2 van Verordening .../... [STEP-verordening]

Elke VRK die is opgenomen voor specifieke doelstellingen i), iii) en iv)

RCO125 Ondernemingen: Ondernemingen die steun ontvangen, voornamelijk in verband met productieve investeringen in diepe en digitale technologieën

RCO126 Ondernemingen: Ondernemingen die steun ontvangen, voornamelijk in verband met productieve investeringen in schone technologieën

RCO127 Ondernemingen: Ondernemingen die steun ontvangen, voornamelijk in verband met productieve investeringen in biotechnologieën

[Deze indicatoren moeten worden gerapporteerd als subsets van RC001-RCO04]

Alle RCR vermeld voor specifieke doelstellingen i), iii) en iv)


Amendement

6)

In bijlage I, tabel I, wordt de volgende rij toegevoegd onder beleidsdoelstelling 1:

 

vi) het ondersteunen van investeringen die bijdragen tot de verwezenlijking van de STEP-doelstellingen als bedoeld in artikel 2 van Verordening .../... [STEP-verordening]

Elke VRK die is opgenomen voor specifieke doelstellingen i), iii) en iv)

RCO125 Ondernemingen: Ondernemingen die steun ontvangen, voornamelijk in verband met productieve investeringen in digitale technologieën

RCO126 Ondernemingen: Ondernemingen die steun ontvangen, voornamelijk in verband met productieve investeringen in nettonultechnologieën

RCO127 Ondernemingen: Ondernemingen die steun ontvangen, voornamelijk in verband met productieve investeringen in biotechnologieën

[Deze indicatoren moeten worden gerapporteerd als subsets van RC001-RCO04]

Alle RCR vermeld voor specifieke doelstellingen i), iii) en iv)

Amendement 83

Voorstel voor een verordening

Artikel 10 – alinea 1 – punt 7

Verordening (EU) 2021/1058

Bijlage I – tabel 1

Door de Commissie voorgestelde tekst

7)

In bijlage I, tabel I wordt de volgende rij toegevoegd onder beleidsdoelstelling 2:

 

ix) het ondersteunen van investeringen die bijdragen tot de verwezenlijking van de STEP-doelstellingen als bedoeld in artikel 2 van Verordening .../... [STEP-verordening]

Elke VRK die is opgenomen voor specifieke doelstellingen i), iii), iv) en vi) onder beleidsdoelstelling 1

RCO125 Ondernemingen: Ondernemingen die steun ontvangen, voornamelijk in verband met productieve investeringen in diepe en digitale technologieën

RCO126 Ondernemingen: Ondernemingen die steun ontvangen, voornamelijk in verband met productieve investeringen in schone technologieën

RCO127 Ondernemingen: Ondernemingen die steun ontvangen, voornamelijk in verband met productieve investeringen in biotechnologieën

[Deze indicatoren moeten worden gerapporteerd als subsets van RC001-RCO04]

Alle RCR vermeld voor specifieke doelstellingen i), iii) en iv) onder beleidsdoelstelling 1


Amendement

7)

In bijlage I, tabel I wordt de volgende rij toegevoegd onder beleidsdoelstelling 2:

 

ix) het ondersteunen van investeringen die bijdragen tot de verwezenlijking van de STEP-doelstellingen als bedoeld in artikel 2 van Verordening .../... [STEP-verordening]

Elke VRK die is opgenomen voor specifieke doelstellingen i), iii), iv) en vi) onder beleidsdoelstelling 1

RCO125 Ondernemingen: Ondernemingen die steun ontvangen, voornamelijk in verband met productieve investeringen in digitale technologieën

RCO126 Ondernemingen: Ondernemingen die steun ontvangen, voornamelijk in verband met productieve investeringen in nettonultechnologieën

RCO127 Ondernemingen: Ondernemingen die steun ontvangen, voornamelijk in verband met productieve investeringen in biotechnologieën

[Deze indicatoren moeten worden gerapporteerd als subsets van RC001-RCO04]

Alle RCR vermeld voor specifieke doelstellingen i), iii) en iv) onder beleidsdoelstelling 1

Amendement 84

Voorstel voor een verordening

Artikel 11 – alinea 1 – punt 1

Verordening (EU) 2021/1056

Artikel 2

Door de Commissie voorgestelde tekst

Amendement

Overeenkomstig artikel 5, lid 1, tweede alinea van Verordening (EU) 2021/1060 draagt het JTF bij tot de specifieke doelstelling om regio’s en mensen in staat te stellen de sociale, werkgelegenheids-, economische en milieueffecten aan te pakken van de transitie naar de 2030-streefcijfers voor energie en klimaat van de Unie en een klimaatneutrale economie van de Unie tegen 2050, op basis van de Overeenkomst van Parijs. De JTF kan ook investeringen ondersteunen die bijdragen tot de verwezenlijking van de STEP-doelstelling als genoemd in artikel 2, lid 1, punt a), ii), van Verordening .../... [STEP-verordening].

Overeenkomstig artikel 5, lid 1, tweede alinea van Verordening (EU) 2021/1060 draagt het JTF bij tot de specifieke doelstelling om regio’s en mensen in staat te stellen de sociale, werkgelegenheids-, economische en milieueffecten aan te pakken van de transitie naar de 2030-streefcijfers voor energie en klimaat van de Unie en een klimaatneutrale economie van de Unie tegen 2050, op basis van de Overeenkomst van Parijs. Het JTF kan ook investeringen ondersteunen die bijdragen tot de verwezenlijking van de STEP-doelstelling als genoemd in artikel 2 van Verordening .../... [STEP-verordening].

Amendement 85

Voorstel voor een verordening

Artikel 11 – alinea 1 – punt 2

Verordening (EU) 2021/1056

Artikel 8 – lid 2 – nieuwe alinea

Door de Commissie voorgestelde tekst

Amendement

Het JTF kan ook steun verlenen voor productieve investeringen in andere ondernemingen dan kleine en middelgrote ondernemingen die bijdragen tot de STEP-doelstellingen als bedoeld in artikel 2 van Verordening .../… (65) [STEP-verordening]. Die steun kan worden verleend ongeacht of de kloofanalyse is uitgevoerd overeenkomstig artikel 11, lid 2, punt h) en ongeacht het resultaat ervan. Dergelijke investeringen komen alleen in aanmerking wanneer zij niet leiden tot verplaatsingen in de zin van artikel 2, punt 27, van Verordening (EU) 2021/1060. Voor het verlenen van dergelijke steun is geen herziening van het territoriale plan voor een rechtvaardige transitie vereist indien die herziening uitsluitend verband houdt met de kloofanalyse.

Het JTF verleent ook steun voor productieve investeringen in ondernemingen, met focus op kleine en middelgrote ondernemingen en midcapondernemingen, die bijdragen tot de STEP-doelstellingen als bedoeld in artikel 2 van Verordening .../… (65) [STEP-verordening]. Die steun kan worden verleend ongeacht of de kloofanalyse is uitgevoerd overeenkomstig artikel 11, lid 2, punt h) en ongeacht het resultaat ervan. Dergelijke investeringen komen alleen in aanmerking wanneer zij niet leiden tot verplaatsingen in de zin van artikel 2, punt 27, van Verordening (EU) 2021/1060. In het toekenningsbesluit wordt rekening gehouden met leerlingplaatsen en banen, onderwijs of opleiding voor nieuwe vaardigheden. Voor het verlenen van dergelijke steun is geen herziening van het territoriale plan voor een rechtvaardige transitie vereist.

Amendement 86

Voorstel voor een verordening

Artikel 11 – alinea 1 – punt 3

Verordening (EU) 2021/1056

Artikel 10 – lid 4 – alinea 6

Door de Commissie voorgestelde tekst

Amendement

In afwijking van artikel 112 van Verordening (EU) 2021/1060 worden de maximale medefinancieringspercentages voor specifieke prioriteiten die zijn vastgesteld ter ondersteuning van de STEP-doelstellingen, verhoogd tot 100 %.

In afwijking van artikel 112 van Verordening (EU) 2021/1060 kunnen de maximale medefinancieringspercentages voor specifieke prioriteiten die zijn vastgesteld ter ondersteuning van de STEP-doelstellingen als bedoeld in artikel 2 van Verordening .../... [STEP-verordening], verhoogd worden tot maximaal 100 %.

Amendement 87

Voorstel voor een verordening

Artikel 12 – alinea 1 – punt 1

Verordening (EU) 2021/1057

Artikel 12 bis – alinea 1

Door de Commissie voorgestelde tekst

Amendement

In aanvulling op de voorfinanciering voor het programma als bedoeld in artikel 90, leden 1 en 2, van Verordening (EU) 2021/1060, zal de Commissie, indien zij een wijziging van een programma goedkeurt, met inbegrip van een of meer prioriteiten voor concrete acties die worden ondersteund door het ESF+ en die bijdragen aan de STEP-doelstellingen als bedoeld in artikel 2 van Verordening …/… (66) [STEP-verordening] een uitzonderlijke voorfinanciering betalen van 30 % op basis van de toewijzing aan die prioriteiten. De uitzonderlijke voorfinanciering wordt uiterlijk op 31 december 2024 betaald, mits de Commissie het besluit tot goedkeuring van de programmawijziging uiterlijk op 31 oktober 2024 heeft vastgesteld.

In aanvulling op de voorfinanciering voor het programma als bedoeld in artikel 90, leden 1 en 2, van Verordening (EU) 2021/1060, zal de Commissie, indien zij een wijziging van een programma goedkeurt, met inbegrip van een of meer prioriteiten voor concrete acties die worden ondersteund door het ESF+ en die bijdragen aan de STEP-doelstellingen als bedoeld in artikel 2 van Verordening …/… (66) [STEP-verordening] een uitzonderlijke voorfinanciering betalen van 30 % op basis van de toewijzing aan die prioriteiten. Deze uitzonderlijke voorfinanciering komt ook ten goede aan concrete acties die de leerprogramma’s van de Europese academies voor de nettonulindustrie helpen uitrollen, en aan de opleiding van jongeren en de scholing, bijscholing en omscholing van werknemers op het gebied van nettonultechnologieën. De uitzonderlijke voorfinanciering wordt uiterlijk op 31 december 2024 betaald, mits de Commissie het besluit tot goedkeuring van de programmawijziging uiterlijk op 31 oktober 2024 heeft vastgesteld.

Amendement 88

Voorstel voor een verordening

Artikel 12 – alinea 1 – punt 1

Verordening (EU) 2021/1057

Artikel 12 bis – alinea 6

Door de Commissie voorgestelde tekst

Amendement

In afwijking van artikel 112 van Verordening (EU) 2021/1060 worden de maximale medefinancieringspercentages voor specifieke prioriteiten die zijn vastgesteld ter ondersteuning van de STEP-doelstellingen, verhoogd tot 100 %.

In afwijking van artikel 112 van Verordening (EU) 2021/1060 kunnen de medefinancieringspercentages voor specifieke prioriteiten die zijn vastgesteld ter ondersteuning van de STEP-doelstellingen als bedoeld in artikel 2 van Verordening .../... [STEP-verordening], verhoogd worden tot maximaal 100 %.

Amendement 89

Voorstel voor een verordening

Artikel 13 – alinea 1 – punt 4

Verordening (EU) 2021/1057

Bijlage I – tabel 1

Door de Commissie voorgestelde tekst

4)

In de bijlage I, tabel 1 worden de volgende rijen toegevoegd:

STEUNVERLENINGSGEBIED

Coëfficiënt voor de berekening van steun voor klimaatveranderings-doelstellingen

Coëfficiënt voor de berekening van steun voor milieudoelstellingen

145a

Steun voor de ontwikkeling van vaardigheden of toegang tot werkgelegenheid in diepe en digitale technologieën, biotechnologieën.

0 %

0 %

145b

Steun voor de ontwikkeling van vaardigheden of toegang tot werkgelegenheid in schone technologieën.

100 %

40 %

188

Productieve investeringen in grote ondernemingen die voornamelijk verband houden met schone technologieën.

100 %

40 %

189

Productieve investeringen in kleine en middelgrote ondernemingen die voornamelijk verband houden met schone technologieën.

100 %

40 %

190

Productieve investeringen in grote ondernemingen die voornamelijk verband houden met biotechnologieën.

0 %

0 %

191

Productieve investeringen in kleine en middelgrote ondernemingen die voornamelijk verband houden met biotechnologieën.

0 %

0 %

192

Productieve investeringen in grote ondernemingen die voornamelijk verband houden met diepe en digitale technologieën.

0 %

0 %

193

Productieve investeringen in kleine en middelgrote ondernemingen die voornamelijk verband houden met diepe en digitale technologieën.

0 %

0 %


Amendement

4)

In de bijlage I, tabel 1 worden de volgende rijen toegevoegd:

STEUNVERLENINGSGEBIED

Coëfficiënt voor de berekening van steun voor klimaatveranderings-doelstellingen

Coëfficiënt voor de berekening van steun voor milieudoelstellingen

145a

Steun voor de ontwikkeling van vaardigheden of toegang tot werkgelegenheid in digitale technologieën (die bijdragen aan de STEP-doelstellingen van artikel 2 van Verordening .../... [STEP-verordening]).

0 %

0 %

145b

Steun voor de ontwikkeling van vaardigheden of toegang tot werkgelegenheid in nettonultechnologieën (die bijdragen aan de STEP-doelstellingen van artikel 2 van Verordening .../... [STEP-verordening]).

100 %

40 %

188

Productieve investeringen in grote ondernemingen die voornamelijk verband houden met nettonultechnologieën (die bijdragen aan de STEP-doelstellingen van artikel 2 van Verordening .../... [STEP-verordening]).

100 %

40 %

189

Productieve investeringen in kleine en grote ondernemingen die voornamelijk verband houden met nettonultechnologieën (die bijdragen aan de STEP-doelstellingen van artikel 2 van Verordening .../... [STEP-verordening]).

100 %

40 %

190

Productieve investeringen in grote ondernemingen die voornamelijk verband houden met biotechnologieën (die bijdragen aan de STEP-doelstellingen van artikel 2 van Verordening .../... [STEP-verordening]).

0 %

0 %

191

Productieve investeringen in kleine en middelgrote ondernemingen die voornamelijk verband houden met biotechnologieën (die bijdragen aan de STEP-doelstellingen van artikel 2 van Verordening .../... [STEP-verordening]).

0 %

0 %

192

Productieve investeringen in grote ondernemingen die voornamelijk verband houden met digitale technologieën (die bijdragen aan de STEP-doelstellingen van artikel 2 van Verordening .../... [STEP-verordening]).

0 %

0 %

193

Productieve investeringen in kleine en middelgrote ondernemingen die voornamelijk verband houden met diepe en digitale technologieën.

0 %

0 %

Amendement 90

Voorstel voor een verordening

Artikel 13 – alinea 1 – punt 5

Verordening (EU) 2021/1060

Bijlage I – tabel 6

Door de Commissie voorgestelde tekst

5)

In bijlage I, tabel 6 wordt de volgende rij toegevoegd:

11

Bijdragen aan vaardigheden en banen op het gebied van diepe en digitale technologieën, schone technologieën, biotechnologieën

0 %

0 %


Amendement

5)

In bijlage I, tabel 6 wordt de volgende rij toegevoegd:

11

Bijdragen aan vaardigheden en banen op het gebied van digitale technologieën, nettonultechnologieën (die bijdragen aan de STEP-doelstellingen van artikel 2 van Verordening .../... [STEP-verordening]).

0 %

0 %

Amendement 91

Voorstel voor een verordening

Artikel 14 – alinea 1 – punt -1 bis (nieuw)

Verordening (EU) nr. 1303/2013

Artikel 2 – punt 29

Bestaande tekst

Amendement

 

-1 bis)

In artikel 2 wordt punt 29 vervangen door:

29)

“boekjaar”: voor de toepassing van deel 3 en deel 4, de periode van 1 juli tot en met 30 juni., behalve voor het eerste boekjaar van de programmeringsperiode, dat de periode van de begindatum voor subsidiabiliteit van de uitgaven tot en met 30 juni 2015 omvat. Het laatste boekjaar loopt van 1 juli 2023 tot en met 30 juni 2024 ;

“29)

“boekjaar”: voor de toepassing van deel 3 en deel 4, de periode van 1 juli tot en met 30 juni, behalve voor het eerste boekjaar van de programmeringsperiode, dat de periode van de begindatum voor subsidiabiliteit van de uitgaven tot en met 30 juni 2015 omvat. Het laatste boekjaar loopt van 1 juli 2024 tot en met 30 juni 2025 ;”

Amendement 92

Voorstel voor een verordening

Artikel 14 – alinea 1 – punt -1 ter (nieuw)

Verordening (EU) nr. 1303/2013

Artikel 24 – lid 1 bis (nieuw)

Door de Commissie voorgestelde tekst

Amendement

 

-1 ter)

In artikel 24 wordt het volgende lid ingevoegd:

 

“1 bis.     In afwijking van artikel 60, lid 1, en artikel 120, lid 3, eerste en vierde alinea, kan een medefinancieringspercentage van maximaal 100 % worden toegepast op uitgaven die in het laatste boekjaar zijn gedeclareerd voor één of meer prioritaire assen in het kader van een door het EFRO, het ESF of het Cohesiefonds ondersteund programma. In afwijking van artikel 30, leden 1 en 2, en artikel 96, lid 10, is voor de toepassing van het medefinancieringspercentage van maximaal 100 % geen besluit van de Commissie tot goedkeuring van een programmawijziging vereist. De lidstaat stelt de Commissie in kennis van de herziene financiële tabellen na goedkeuring door het toezichtcomité. Het medefinancieringspercentage van maximaal 100 % is alleen van toepassing als de Commissie van de financiële tabellen in kennis is gesteld vóór de indiening, overeenkomstig artikel 135, lid 2, van de laatste aanvraag voor een tussentijdse betaling voor het laatste boekjaar.”

Amendement 93

Voorstel voor een verordening

Artikel 14 – alinea 1 – punt -1 quater (nieuw)

Verordening (EU) nr. 1303/2013

Artikel 65 – lid 2

Door de Commissie voorgestelde tekst

Amendement

 

-1 quater)

In artikel 65 wordt lid 2 vervangen door:

 

“2.     Uitgaven komen voor een bijdrage uit de ESI-fondsen in aanmerking als die zijn gedaan door een begunstigde en betaald tussen de datum van indiening van het programma bij de Commissie of, als dat eerder is, 1 januari 2014, en 31 december 2024. Uitgaven komen bovendien alleen voor een bijdrage uit het Elfpo in aanmerking als de desbetreffende steun tussen 1 januari 2014 en 31 december 2024 werkelijk betaald is door het betaalorgaan.”

Amendement 94

Voorstel voor een verordening

Artikel 14 – alinea 1 – punt 1 – inleidende formule

Door de Commissie voorgestelde tekst

Amendement

1)   Aan artikel 135 wordt het volgende lid 6 toegevoegd:

1)   Artikel 135 wordt als volgt gewijzigd:

 

a)

het volgende lid 6 wordt toegevoegd:

Amendement 95

Voorstel voor een verordening

Artikel 14 – alinea 1 – punt 1 – inleidende formule

Verordening (EU) nr. 1303/2013

Artikel 135 – lid 6

Door de Commissie voorgestelde tekst

Amendement

“6.   In afwijking van lid 2 is de uiterste datum voor de indiening van de definitieve aanvraag voor een tussentijdse betaling voor het laatste boekjaar 31 juli 2025. De laatste aanvraag voor tussentijdse betaling die uiterlijk op 31 juli 2025 is ingediend, wordt beschouwd als de laatste aanvraag voor een tussentijdse betaling voor het laatste boekjaar.

Bedragen uit andere middelen dan REACT-EU die door de Commissie als tussentijdse betalingen in 2025 worden terugbetaald, mogen niet meer bedragen dan 1 % van de totale financiële kredieten per fonds voor het betrokken programma, REACT-EU-middelen niet meegerekend. De bedragen die de Commissie in 2025 boven dit percentage zou moeten betalen, worden niet betaald en worden uitsluitend gebruikt voor de vereffening van voorfinanciering bij afsluiting.”

“6.   In afwijking van lid 2 is de uiterste datum voor de indiening van de definitieve aanvraag voor een tussentijdse betaling voor het laatste boekjaar 31 juli 2025. De laatste aanvraag voor tussentijdse betaling die uiterlijk op 31 juli 2025 is ingediend, wordt beschouwd als de laatste aanvraag voor een tussentijdse betaling voor het laatste boekjaar.

Bedragen uit andere middelen dan REACT-EU die door de Commissie als tussentijdse betalingen in 2025 worden terugbetaald, mogen niet meer bedragen dan 10 % van de totale financiële kredieten per fonds voor het betrokken programma, REACT-EU-middelen niet meegerekend. De bedragen die de Commissie in 2025 boven dit percentage zou moeten betalen, worden niet betaald en worden uitsluitend gebruikt voor de vereffening van voorfinanciering bij afsluiting.”

Amendement 96

Voorstel voor een verordening

Artikel 14 – alinea 1 – punt b (nieuw)

Verordening (EU) nr. 1303/2013

Artikel 135 – lid 6 bis (nieuw)

Door de Commissie voorgestelde tekst

Amendement

 

b)

het volgende lid 6 bis wordt toegevoegd:

 

6 bis.     Voor de in artikel 349 VWEU gedefinieerde ultraperifere gebieden is in afwijking van lid 2 de uiterste datum voor de indiening van de definitieve aanvraag voor een tussentijdse betaling voor het laatste boekjaar 30 juni 2025. De laatste aanvraag voor tussentijdse betaling die uiterlijk op 31 december 2025 is ingediend, wordt beschouwd als de laatste aanvraag voor een tussentijdse betaling voor het laatste boekjaar.

 

Bedragen uit andere middelen dan REACT-EU die door de Commissie als tussentijdse betalingen in 2025 worden terugbetaald, mogen niet meer bedragen dan 15 % van de totale financiële kredieten per fonds voor het betrokken programma, REACT-EU-middelen niet meegerekend. De bedragen die de Commissie in 2025 boven dit percentage zou moeten betalen, worden niet betaald en worden uitsluitend gebruikt voor de vereffening van voorfinanciering bij afsluiting.”

Amendement 97

Voorstel voor een verordening

Artikel 14 – alinea 1 – punt 2

Verordening (EU) nr. 1303/2013

Artikel 138 – alinea 2

Door de Commissie voorgestelde tekst

Amendement

“In afwijking van de in de eerste alinea vastgestelde termijn kunnen de lidstaten de punt a), b), en c), bedoelde documenten voor het laatste boekjaar uiterlijk op 15 februari 2026 indienen.”

“In afwijking van de in de eerste alinea vastgestelde termijn kunnen de lidstaten het eindverslag over de uitvoering van het operationele programma overeenkomstig artikel 141 en de in de punten a), b), en c), bedoelde documenten voor het laatste boekjaar uiterlijk op 15 februari 2026 indienen.”

Amendement 98

Voorstel voor een verordening

Artikel 14 – alinea 1 – punt 2 bis (nieuw)

Verordening (EU) nr. 1303/2013

Artikel 141 – lid 1

Bestaande tekst

Amendement

 

2 bis)

In artikel 141 wordt lid 1 vervangen door:

1.   Naast de in artikel 138 bedoelde documenten voor het laatste boekjaar, dat van 1 juli 2023 tot en met 30 juni 2024 loopt, dienen de lidstaten een eindverslag over de uitvoering van het operationele programma of het laatste jaarverslag over de uitvoering van het door het EFMZV ondersteunde operationele programma in.

“1.   Naast de in artikel 138 bedoelde documenten voor het laatste boekjaar, dat van 1 juli 2024 tot en met 30 juni 2025 loopt, dienen de lidstaten een eindverslag over de uitvoering van het operationele programma of het laatste jaarverslag over de uitvoering van het door het EFMZV ondersteunde operationele programma in.”

Amendement 99

Voorstel voor een verordening

Artikel 16 – alinea 1 – punt 2 – a

Verordening (EU) 2021/523

Artikel 4 – lid 1 – alinea 1

Door de Commissie voorgestelde tekst

Amendement

De EU-garantie voor het in artikel 9, lid 1, punt a), bedoelde EU-compartiment bedraagt 33 652 310 073  EUR in lopende prijzen. Er wordt een voorzieningspercentage van 40 % ingesteld. Het in artikel 35, lid 3, eerste alinea, punt a), bedoelde bedrag wordt ook in aanmerking genomen om bij te dragen aan de voorziening die voortvloeit uit dat voorzieningspercentage.

De EU-garantie voor het in artikel 9, lid 1, punt a), bedoelde EU-compartiment bedraagt 36 652 310 073  EUR in lopende prijzen. Er wordt een voorzieningspercentage van 40 % ingesteld. Het in artikel 35, lid 3, eerste alinea, punt a), bedoelde bedrag wordt ook in aanmerking genomen om bij te dragen aan de voorziening die voortvloeit uit dat voorzieningspercentage.

Amendement 100

Voorstel voor een verordening

Artikel 16 – alinea 1 – punt 2 – a bis (nieuw)

Verordening (EU) 2021/523

Artikel 4 – lid 1 – alinea 4

Door de Commissie voorgestelde tekst

Amendement

 

a bis)

in lid 1 wordt de volgende vierde alinea ingevoegd:

 

Een aanvullend bedrag van de EU-garantie kan door de lidstaten ook in de vorm van contanten worden verstrekt ten behoeve van het lidstaatcompartiment ter ondersteuning van de doelstellingen als bedoeld in artikel 2 van Verordening .../... [STEP-verordening] met gebruikmaking van de opbrengsten van leningen die aan de lidstaten zijn verstrekt op grond van artikel 33 bis van Verordening (EU) 2021/241 [RRF-verordening].

Amendement 101

Voorstel voor een verordening

Artikel 16 – alinea 1 – punt 2 – b

Verordening (EU) 2021/523

Artikel 4 – lid 2 – alinea 2

Door de Commissie voorgestelde tekst

Amendement

Een bedrag van 18 827 310 073  EUR in lopende prijzen van het in lid 1, eerste alinea van dit artikel vermelde bedrag wordt toegewezen voor de in artikel 3, lid 2, bedoelde doelstellingen.

Een bedrag van 21 827 310 073  EUR in lopende prijzen van het in lid 1, eerste alinea, van dit artikel vermelde bedrag wordt toegewezen voor de in artikel 3, lid 2, bedoelde doelstellingen.

Amendement 102

Voorstel voor een verordening

Artikel 16 – alinea 1 – punt 4 bis (nieuw)

Verordening (EU) 2021/523

Artikel 9 – lid 1 – punt b

Bestaande tekst

Amendement

 

4 bis)

In artikel 9, wordt punt b) vervangen door:

b)

het lidstaatcompartiment dient voor de aanpak van specifieke tekortkomingen van de markt of suboptimale investeringssituaties in een of meer regio’s of lidstaten om de beleidsdoelstellingen van de bijdragende fondsen in gedeeld beheer of van het door een lidstaat op grond van artikel 4, lid 1, derde alinea, verstrekte aanvullende bedrag te verwezenlijken, met name versterking van de economische, sociale en territoriale samenhang in de Unie door het verhelpen van onevenwichtigheden tussen de regio’s.

“b)

het lidstaatcompartiment dient voor de aanpak van specifieke tekortkomingen van de markt of suboptimale investeringssituaties in een of meer regio’s of lidstaten om de beleidsdoelstellingen van de bijdragende fondsen in gedeeld beheer of van het door een lidstaat op grond van artikel 4, lid 1, derde alinea, verstrekte aanvullende bedrag te verwezenlijken, met name versterking van de economische, sociale en territoriale samenhang in de Unie door het verhelpen van onevenwichtigheden tussen de regio’s. Het extra bedrag dat door een lidstaat in de vorm van contanten als bedoeld in artikel 4, lid 1, vierde alinea, wordt verstrekt, wordt gereserveerd voor projecten die bijdragen tot de verwezenlijking van de in artikel 2 van Verordening .../... [STEP-verordening] bedoelde doelstellingen.”

Amendement 103

Voorstel voor een verordening

Artikel 16 – alinea 1 – punt 4 ter (nieuw)

Verordening (EU) 2021/523

Artikel 10 – lid 3 – punt h

Door de Commissie voorgestelde tekst

Amendement

 

4 ter)

In artikel 10, lid 3, wordt het volgende punt ingevoegd:

 

“h)

elke bijdrage in de vorm van contanten aan het lidstaatcompartiment die wordt verstrekt met de opbrengsten van herstel- en veerkrachtfaciliteit-leningen overeenkomstig artikel 33 bis van Verordening (EU) 2021/241 van het Europees Parlement en de Raad1 bis”;  (1a)

 

Amendement 104

Voorstel voor een verordening

Artikel 16 – alinea 1 – punt 5 bis (nieuw)

Verordening (EU) 2021/523

Artikel 11 – lid 1 – punt b – viii

Door de Commissie voorgestelde tekst

Amendement

 

5 bis)

In artikel 11, lid 1, punt b), wordt een nieuw punt ingevoegd:

 

“viii)

monitoring van de uitvoering en de samenhang met de nationale herstel- en veerkrachtplannen van de STEP-projecten die worden gefinancierd met de opbrengsten van RRF-leningen.”

Amendement 105

Voorstel voor een verordening

Artikel 16 – alinea 1 – punt 6

Verordening (EU) 2021/523

Artikel 13 – lid 4

Door de Commissie voorgestelde tekst

Amendement

6)

Artikel 13, lid 4, wordt vervangen door:

6)

Artikel 13 wordt als volgt gewijzigd:

 

a)

lid 4 wordt vervangen door:

“4.   Aan de EIB-groep wordt ten minste 75 % van de EU-garantie in het kader van het EU-compartiment als bedoeld in artikel 4, lid 1, eerste alinea ten bedrage van ten minste 25 239 232 554  EUR toegekend. De EIB-groep levert een totale financiële bijdrage van ten minste 6 309 808 138  EUR. Die bijdrage wordt verstrekt op een wijze en in een vorm die de uitvoering van het InvestEU-fonds en de verwezenlijking van de in artikel 15, lid 2, genoemde doelstellingen vergemakkelijkt.”

;

“4.   Aan de EIB-groep wordt 75 % van de EU-garantie in het kader van het EU-compartiment als bedoeld in artikel 4, lid 1, eerste alinea, ten bedrage van 27 489 232 554  EUR toegekend. De EIB-groep levert een totale financiële bijdrage van ten minste 6 872 308 138  EUR. Die bijdrage wordt verstrekt op een wijze en in een vorm die de uitvoering van het InvestEU-fonds en de verwezenlijking van de in artikel 15, lid 2, genoemde doelstellingen vergemakkelijkt.”

;

Amendement 106

Voorstel voor een verordening

Artikel 16 – alinea 1 – punt 6 – b (nieuw)

Verordening (EU) 2021/523

Artikel 13 – lid 5

Door de Commissie voorgestelde tekst

Amendement

 

6b)

lid 5 wordt vervangen door:

5.   De resterende 25 % van de EU-garantie in het kader van het EU-compartiment wordt toegekend aan andere uitvoerende partners, die ook een financiële bijdrage leveren waarvan het bedrag wordt vastgesteld in de garantieovereenkomsten.

5.   De resterende 25 % van de EU-garantie in het kader van het EU-compartiment wordt toegekend aan andere uitvoerende partners, die ook een financiële bijdrage leveren waarvan het bedrag wordt vastgesteld in de garantieovereenkomsten. Indien de Commissie vaststelt dat nationale stimuleringsbanken of -instellingen de resterende 25 % van de EU-garantie in het kader van het EU-compartiment niet volledig benutten, mag het overschot uitzonderingsgewijs aan de EIB-groep worden toegekend.”

Amendement 107

Voorstel voor een verordening

Artikel 16 – alinea 1 – punt 6 – c (nieuw)

Verordening (EU) 2021/523

Artikel 13 – lid 5 bis (nieuw)

Door de Commissie voorgestelde tekst

Amendement

 

c)

het volgende lid wordt ingevoegd:

 

“5 bis.     In voorkomend geval onderbouwt de Commissie in haar jaarverslag aan het Europees Parlement als bedoeld in artikel 7 van Verordening .../... [STEP-verordening] haar besluit overeenkomstig lid 5 om aan de EIB-groep meer dan 75 % van de EU-garantie in het kader van het EU-compartiment toe te kennen. De Europese Commissie verstrekt ook informatie over elke actie die erop gericht is de absorptiecapaciteit van de andere uitvoerende partners te vergroten.”

Amendement 108

Voorstel voor een verordening

Artikel 16 – alinea 1 – punt 6 – d (nieuw)

Verordening (EU) 2021/523

Artikel 13 – lid 7 – alinea 2

Door de Commissie voorgestelde tekst

Amendement

 

d)

in lid 7 wordt de tweede alinea vervangen door:

 

“Contracten tussen de uitvoerende partner en de eindontvanger of de financiële intermediair of een andere entiteit als bedoeld in artikel 16, lid 1, punt a), in het kader van de in artikel 4, lid 2, eerste alinea, bedoelde EU-garantie worden uiterlijk twee jaar na de goedkeuring van de desbetreffende financierings- of investeringsverrichting door de uitvoerende partner ondertekend. In andere gevallen worden contracten tussen de uitvoerende partner en de eindontvanger of de financiële intermediair of een andere entiteit als bedoeld in artikel 16, lid 1, punt a), uiterlijk op 31 december 2028 ondertekend.”

Amendement 109

Voorstel voor een verordening

Artikel 16 – alinea 1 – punt 6 – e (nieuw)

Verordening (EU) 2021/523

Artikel 13 – lid 6 bis (nieuw)

Door de Commissie voorgestelde tekst

Amendement

 

e)

het volgende lid wordt ingevoegd:

 

6 bis.     De EIB-groep streeft naar geografisch evenwicht, met name met betrekking tot grensoverschrijdende projecten.”

Amendement 110

Voorstel voor een verordening

Artikel 16 – alinea 1 – punt 9

Verordening (EU) 2021/523

Artikel 25 – lid 2 – punt j

Door de Commissie voorgestelde tekst

Amendement

“j)

adviserende ondersteuning verlenen aan beheerders van aandelenfondsen die actief zijn op de in artikel 8, lid 1, punt e), bedoelde gebieden.”

“j)

adviserende ondersteuning verlenen aan beheerders van aandelenfondsen en andere relevante belanghebbenden die actief zijn op de in artikel 8, lid 1, punt e), bedoelde gebieden, onder meer met betrekking tot de waardering van immateriële activa.”

Amendement 111

Voorstel voor een verordening

Artikel 16 – alinea 1 – punt 12

Verordening (EU) 2021/523

Bijlage I – punt e

Door de Commissie voorgestelde tekst

Amendement

e)

tot 7 500 000 000  EUR voor de in artikel 3, lid 2, punt e), bedoelde doelstellingen

e)

tot 10 500 000 000  EUR voor de in artikel 3, lid 2, punt e), bedoelde doelstellingen

Amendement 112

Voorstel voor een verordening

Artikel 16 – alinea 1 – punt 13

Verordening (EU) 2021/523

Bijlage II – punt 16

Door de Commissie voorgestelde tekst

Amendement

16)

opschaling, uitrol en grootschalige vervaardiging van de in artikel 2, lid 1, punt a), van Verordening.../... [STEP-verordening] bedoelde kritieke technologieën, alsmede de respectieve in artikel 2, lid 4, van die verordening bedoelde waardeketen.

16)

ontwikkeling of vervaardiging van de in artikel 2, lid 1, punt a), van Verordening.../... [STEP-verordening] bedoelde technologieën, alsmede de respectieve in artikel 2, lid 2, van die verordening bedoelde toeleveringsketen.

Amendement 113

Voorstel voor een verordening

Artikel 16 – alinea 1 – punt 14

Verordening (EU) 2021/523

Bijlage III – punt 9 – 7a.1

Door de Commissie voorgestelde tekst

Amendement

7a.1

Gemobiliseerde investeringen per technologiegebied: i) diepe en digitale technologieën, ii) schone technologieën en iii) biotechnologieën.

7a.1

Gemobiliseerde investeringen per technologiegebied: i) digitale technologieën, ii) nettonultechnologieën en iii) biotechnologieën.

Amendement 114

Voorstel voor een verordening

Artikel 16 – alinea 1 – punt 14

Verordening (EU) 2021/523

Bijlage III – punt 9 – 7a.2

Door de Commissie voorgestelde tekst

Amendement

7a.2

Aantal ondersteunde bedrijven per technologiegebied: i) diepe en digitale technologieën, ii) schone technologieën en iii) biotechnologieën.

7a.2

Aantal ondersteunde bedrijven per technologiegebied: i) digitale technologieën, ii) nettonultechnologieën en iii) biotechnologieën.

Amendement 115

Voorstel voor een verordening

Artikel 17 – alinea 1 – punt -1 (nieuw)

Verordening (EU) 2021/695

Artikel 7 – lid 10

Bestaande tekst

Amendement

 

-1 )

In artikel 7 wordt lid 10 vervangen door:

10.   In het kader van de algemene doelstelling van de Unie om klimaatacties te integreren in het sectoraal beleid en de begroting van de Unie, dragen acties in het kader van dit programma waar toepasselijk voor ten minste 35 % van de uitgaven bij tot de klimaatdoelstellingen. Klimaatmainstreaming wordt op een toereikende wijze in O&I-onderwerpen geïntegreerd

“10.   In het kader van de algemene doelstelling van de Unie om klimaatacties te integreren in het sectoraal beleid en de begroting van de Unie, dragen acties in het kader van dit programma waar toepasselijk voor ten minste 35 % van de uitgaven bij tot de klimaatdoelstellingen. Klimaatmainstreaming wordt op een toereikende wijze in O&I-onderwerpen geïntegreerd. Voor de uitvoering van deze doelstelling kan de Commissie zich baseren op het beginsel “geen ernstige afbreuk doen” overeenkomstig artikel 17 van Verordening (EU) 2020/852 om erop toe te zien dat klimaatuitgaven geen negatieve gevolgen hebben voor andere milieudoelstellingen en dat investeringen in andere milieudoelstellingen in overeenstemming zijn met de klimaatdoelstelling. De toepassing van dit beginsel is beperkt tot oproepen tot het indienen van voorstellen voor projecten die rechtstreeks verband houden met milieudoelstellingen, zoals gedefinieerd in artikel 9 van Verordening (EU) 2020/852 van het Europees Parlement en de Raad, en die tot doel hebben activiteiten te financieren waarvan de marktintroductie aanstaande is. De toepassing van het beginsel gaat vergezeld van gedetailleerde richtsnoeren van de Commissie over de wijze waarop de naleving van het beginsel zal worden beoordeeld in het kader van de specifieke oproep waarin het beginsel wordt toegepast.”

Amendement 116

Voorstel voor een verordening

Artikel 17 – alinea 1 – punt -1 bis (nieuw)

Verordening (EU) 2021/695

Artikel 9 – lid 1 – alinea 2 – punten b en c

Bestaande tekst

Amendement

 

-1 bis)

In artikel 9, lid 1, worden de punten b) en c) vervangen door:

b)

autonomie;

c)

het vermogen om risico’s te nemen;

b)

autonomie, met name voor de uitvoering van kapitaalsteun om marktconforme investeringstermijnen en het nemen van risico’s als bedoeld in punt c) te waarborgen;

c)

het vermogen om risico’s te nemen die verder gaan dan de marktnormen, met name door geduldige investeringen in niet-financierbare innovaties.”

Amendement 117

Voorstel voor een verordening

Artikel 17 – alinea 1 – punt 1 – a

Verordening (EU) 2021/695

Artikel 12 – lid 1

Door de Commissie voorgestelde tekst

Amendement

1.   De financiële middelen voor de uitvoering van het programma voor de periode van 1 januari 2021 tot en met 31 december 2027 bedragen 86 623 000 000  EUR in lopende prijzen voor het in artikel 1, lid 2, punt a), bedoelde specifieke programma en voor het EIT en 9 453 000 000  EUR in lopende prijzen voor het in artikel 1, lid 2, punt c), bedoelde specifieke programma.

1.   De financiële middelen voor de uitvoering van het programma voor de periode van 1 januari 2021 tot en met 31 december 2027 bedragen 87 423 000 000  EUR in lopende prijzen voor het in artikel 1, lid 2, punt a), bedoelde specifieke programma en voor het EIT en 10 453 000 000  EUR in lopende prijzen voor het in artikel 1, lid 2, punt c), bedoelde specifieke programma.

Amendement 118

Voorstel voor een verordening

Artikel 17 – alinea 1 – punt 1 – b

Verordening (EU) 2021/695

Artikel 12 – lid 2 – punt c

Door de Commissie voorgestelde tekst

Amendement

b)

in lid 2 worden de punten b) en c) vervangen door:

b)

in lid 2 wordt punt c) vervangen door:

b)

46 628 000 000  EUR voor pijler II “Wereldwijde uitdagingen en Europees industrieel concurrentievermogen” voor de periode 2021-2027, waarvan:

“c)

13 237 000 000  EUR voor pijler III “Innovatief Europa” voor de periode 2021-2027, waarvan:

i)

6 775 000 000  EUR voor de cluster “Gezondheid”;

i)

10 052 000 000  EUR voor de EIC;

ii)

1 350 000 000  EUR voor de cluster “Cultuur, creativiteit en inclusieve samenleving”;

ii)

459 000 000  EUR voor Europese innovatie-ecosystemen;

iii)

1 276 000 000  EUR voor de cluster “Civiele veiligheid voor de samenleving”;

iii)

2 726 000 000  EUR voor het EIT;”

iv)

13 229 000 000  EUR voor de cluster “Digitaal, industrie en ruimtevaart”;

 

v)

13 229 000 000  EUR voor de cluster “Klimaat, energie en mobiliteit”;

 

vi)

8 799 000 000  EUR voor de cluster “Levensmiddelen, bio-economie, natuurlijke hulpbronnen, landbouw en milieu”;

 

vii)

1 970 000 000  EUR voor de niet-nucleaire directe acties van het JRC;

 

c)

13 237 000 000  EUR voor pijler III “Innovatief Europa” voor de periode 2021-2027, waarvan:

 

i)

10 052 000 000  EUR voor de EIC;

 

ii)

459 000 000  EUR voor Europese innovatie-ecosystemen;

 

iii)

2 726 000 000  EUR voor het EIT;”

 

Amendement 119

Voorstel voor een verordening

Artikel 17 – alinea 1 – punt 3 – inleidende formule

Door de Commissie voorgestelde tekst

Amendement

3)

In artikel 48, eerste alinea, wordt punt d) toegevoegd:

3)

Artikel 48 wordt als volgt gewijzigd:

Amendement 120

Voorstel voor een verordening

Artikel 17 – alinea 1 – punt 3 – a (nieuw)

Verordening (EU) 2021/695

Artikel 48 – lid 1 – alinea 1 – punt c

Bestaande tekst

Amendement

 

a)

In lid 1, tweede alinea, wordt punt c), vervangen door:

c )

uitsluitend in de vorm van eigen vermogen verleende steun aan niet-bankabele kmo’s, waaronder start-ups, die al uitsluitend in de vorm van subsidies verleende steun hebben ontvangen.

“c )

uitsluitend in de vorm van eigen vermogen verleende steun aan niet-bankabele kmo’s, waaronder start-ups, die werken aan baanbrekende en disruptieve niet-financierbare innovatie.”

Amendement 121

Voorstel voor een verordening

Artikel 17 – alinea 1 – punt 3 – b (nieuw)

Verordening (EU) 2021/695

Artikel 48 – lid 1 – alinea 1 – punt d

Door de Commissie voorgestelde tekst

Amendement

 

b)

Aan lid 1, tweede alinea, wordt het volgende punt d) toegevoegd:

d)

steun op basis van uitsluitend kapitaal die noodzakelijk is voor schaalvergroting aan niet-bankabele kleine en middelgrote ondernemingen, met inbegrip van start-ups, en niet-bankabele kleine midcapondernemingen, met inbegrip van entiteiten die reeds steun hebben ontvangen overeenkomstig de punten a) tot en met c), die werken aan baanbrekende en disruptieve niet-financierbare innovatie op het gebied van de kritieke technologieën als bedoeld in artikel 2, lid 1, punt a), van Verordening.../... [STEP-verordening], gefinancierd uit hoofde van artikel 3, punt b), van die verordening.

d)

steun op basis van uitsluitend kapitaal die noodzakelijk is voor schaalvergroting aan niet-bankabele kleine en middelgrote ondernemingen, met inbegrip van start-ups, en niet-bankabele kleine midcapondernemingen, met inbegrip van entiteiten die reeds steun hebben ontvangen overeenkomstig de punten a) tot en met c), die werken aan baanbrekende en disruptieve niet-financierbare innovatie op het gebied van de technologieën als bedoeld in artikel 2, lid 1, punt a), van Verordening.../... [STEP-verordening], gefinancierd uit hoofde van artikel 3, punt b), van die verordening.

Amendement 122

Voorstel voor een verordening

Artikel 17 – alinea 1 – punt 3 – c (nieuw)

Verordening (EU) 2021/695

Artikel 48 – lid 1 – alinea 3 bis (nieuw)

Door de Commissie voorgestelde tekst

Amendement

 

c)

In lid 1 wordt de volgende alinea toegevoegd:

 

“Bij het verlenen van kapitaalsteun streeft de EIC ernaar andere investeerders aan te trekken. Om niet-financierbare innovatie doeltreffend te ondersteunen, kan er echter kapitaalsteun worden verleend zonder andere investeerders aan te trekken, vooral voor, maar niet beperkt tot, baanbrekende en disruptieve niet-financierbare innovatie op het gebied van de technologieën als bedoeld in artikel 2, lid 1, punt a), van Verordening.../... [STEP-verordening].”

Amendement 123

Voorstel voor een verordening

Artikel 17 – alinea 1 – punt 3 – d (nieuw)

Verordening (EU) 2021/695

Artikel 48 – lid 3

Bestaande tekst

Amendement

 

d)

Lid 3 wordt vervangen door:

3.   Eén enkel toekenningsbesluit heeft betrekking op en regelt de financiering voor alle vormen van bijdragen van de Unie in het kader van gemengde EIC-financiering.

3.   Eén enkel toekenningsbesluit, gebaseerd op de resultaten van het in lid 4 bedoelde evaluatieproces en in overeenstemming met lid 8, heeft betrekking op en regelt de financiering voor alle vormen van bijdragen van de Unie in het kader van gemengde EIC-financiering. Het enkele toekenningsbesluit leidt tot één enkel contract voor alle vormen van bijdragen van de Unie waarin het besluit voorziet.”

Amendement 124

Voorstel voor een verordening

Artikel 17 – alinea 1 – punt 3 – e (nieuw)

Verordening (EU) 2021/695

Artikel 48 – lid 8 – alinea 1

Bestaande tekst

Amendement

 

e)

In lid 8 wordt de eerste alinea vervangen door:

Voor een voorstel dat de evaluatie heeft doorstaan, stellen onafhankelijke externe deskundigen overeenkomstige steun in het kader van de Accelerator voor op basis van het risico dat wordt gelopen, alsmede van de middelen en de tijd die voor de marktintroductie van de innovatie nodig zijn.

Voor een voorstel dat de evaluatie heeft doorstaan, stellen de onafhankelijke externe deskundigen als bedoeld in lid 4 overeenkomstige steun in het kader van de Accelerator voor op basis van het risico dat wordt gelopen, alsmede van de middelen en de tijd die voor de marktintroductie van de innovatie nodig zijn. De Commissie kan een door onafhankelijke externe deskundigen geselecteerd voorstel verwerpen om gegronde redenen, waaronder niet-overeenstemming met de doelstellingen van het beleid van de Unie. Het programmacomité wordt van de redenen voor een dergelijke afwijzing in kennis gesteld.”

Amendement 125

Voorstel voor een verordening

Artikel 17 – alinea 1 – punt 3 – f (nieuw)

Verordening (EU) 2021/695

Artikel 48 – lid 11 – alinea 1

Bestaande tekst

Amendement

 

f)

In lid 11 wordt de eerste alinea vervangen door:

In de overeenkomst voor de geselecteerde actie wordt voorzien in specifieke meetbare mijlpalen en de overeenkomstige voorfinanciering en betaling in tranches van de steun in het kader van de Accelerator.

In de overeenkomst voor de geselecteerde actie, die overeenkomstig lid 3 één enkel contract omvat, wordt voorzien in specifieke meetbare mijlpalen en de overeenkomstige voorfinanciering en betaling in tranches van de steun in het kader van de Accelerator.

Amendement 126

Voorstel voor een verordening

Artikel 18 – alinea 1 – punt 1 – a

Verordening (EU) 2021/695

Artikel 4 – lid 1

Door de Commissie voorgestelde tekst

Amendement

1.   Overeenkomstig artikel 12, lid 1, van Verordening (EU) 2021/695 bedragen de financiële middelen voor de uitvoering van het Fonds in de periode van 1 januari 2021 tot en met 31 december 20279 453 000 000  EUR in lopende prijzen.

1.   Overeenkomstig artikel 12, lid 1, van Verordening (EU) 2021/695 bedragen de financiële middelen voor de uitvoering van het Fonds in de periode van 1 januari 2021 tot en met 31 december 202710 453 000 000  EUR in lopende prijzen.

Amendement 127

Voorstel voor een verordening

Artikel 18 – alinea 1 – punt 1 – b

Verordening (EU) 2021/695

Artikel 4 – lid 2 – punt a

Door de Commissie voorgestelde tekst

Amendement

a)

3 151 000 000  EUR voor onderzoeksacties;

a)

3 484 000 000  EUR voor onderzoeksacties;

Amendement 128

Voorstel voor een verordening

Artikel 18 – alinea 1 – punt 1 – b

Verordening (EU) 2021/695

Artikel 4 – lid 2 – punt b

Door de Commissie voorgestelde tekst

Amendement

b)

6 302 000 000  EUR voor ontwikkelingsacties.

b)

6 969 000 000  EUR voor ontwikkelingsacties.

Amendement 129

Voorstel voor een verordening

Artikel 18 – alinea 1 – punt 1 – b

Verordening (EU) 2021/695

Artikel 4 – lid 5

Door de Commissie voorgestelde tekst

Amendement

c)

Lid 5 wordt toegevoegd:

b)

Lid 5 wordt toegevoegd:

“Een bedrag van 1 500 000 000  EUR in lopende prijzen van het in lid 2 bedoelde bedrag wordt toegewezen aan oproepen tot het indienen van voorstellen of toekenning van financiering ter ondersteuning van investeringen die bijdragen tot de verwezenlijking van de STEP-doelstellingen als bedoeld in artikel 2, lid 1, punt a), i), van Verordening.../...11 [STEP-verordening].”

“Een bedrag van 2 500 000  EUR in lopende prijzen van het in lid 2 bedoelde bedrag wordt toegewezen aan oproepen tot het indienen van voorstellen of toekenning van financiering ter ondersteuning van investeringen die bijdragen tot de verwezenlijking van de STEP-doelstellingen als bedoeld in artikel 2, lid 1, punt a), i), van Verordening.../...11 [STEP-verordening].”

Amendement 130

Voorstel voor een verordening

Artikel 19 – alinea 1 – punt 1

Verordening (EU) 2021/241

Artikel 7

Door de Commissie voorgestelde tekst

Amendement

1)

Aan artikel 7 wordt het volgende lid 3toegevoegd:

1)

Aan artikel 7 wordt het volgende lid 3toegevoegd:

“3.

Onverminderd lid 2 kunnen de lidstaten ook voorstellen om in hun herstel- en veerkrachtplan het bedrag van de bijdrage in contanten voor het lidstaatcompartiment overeenkomstig de desbetreffende bepalingen van de InvestEU-verordening als geraamde kosten op te nemen, uitsluitend voor maatregelen ter ondersteuning van investeringsverrichtingen die bijdragen tot de STEP-doelstelling als bedoeld in artikel 2 van Verordening.../... (71) [STEP-verordening]. Die kosten bedragen niet meer dan 6 % van de totale financiële toewijzing van het herstel- en veerkrachtplan en de desbetreffende maatregelen, zoals uiteengezet in het herstel- en veerkrachtplan, en voldoen aan de vereisten van deze verordening.”

“3.

Onverminderd lid 2 kunnen de lidstaten ook voorstellen om in hun herstel- en veerkrachtplan het bedrag van de bijdrage in contanten voor het lidstaatcompartiment overeenkomstig de desbetreffende bepalingen van de InvestEU-verordening als geraamde kosten op te nemen, uitsluitend voor maatregelen ter ondersteuning van investeringsverrichtingen die bijdragen tot de STEP-doelstelling als bedoeld in artikel 2 van Verordening.../... (71) [STEP-verordening]. Die kosten bedragen niet meer dan 6 % van de totale financiële toewijzing van het herstel- en veerkrachtplan en de desbetreffende maatregelen, zoals uiteengezet in het herstel- en veerkrachtplan, en voldoen aan de vereisten van deze verordening. Deze beperking is niet van toepassing op de bijdragen in contanten uit hoofde van artikel 33 bis.

Amendement 131

Voorstel voor een verordening

Artikel 19 – alinea 1 – punt 2 bis (nieuw)

Verordening (EU) 2021/241

Hoofdstuk VII bis (nieuw) – artikel 33 bis (nieuw)

Door de Commissie voorgestelde tekst

Amendement

 

2 bis)

Een nieuw hoofdstuk wordt toegevoegd:

 

“HOOFDSTUK VII bis

UITZONDERLIJK GEBRUIK VAN RRF-LENINGEN WAAROM DE LIDSTATEN NIET HEBBEN VERZOCHT

Artikel 33 bis

1.     Het verschil tussen het maximumbedrag dat beschikbaar is voor steun via leningen aan de lidstaten overeenkomstig artikel 6, lid 1, punt b), en het totale bedrag dat de lidstaten vóór 1 september 2023 hebben aangevraagd, wordt ter beschikking van alle lidstaten gesteld voor de uitvoering van investeringen die bijdragen tot de verwezenlijking van de in artikel 2 van Verordening.../... [STEP-verordening] bedoelde doelstellingen via het lidstaatcompartiment van InvestEU. De maximale toewijzing voor elke lidstaat geschiedt volgens de verdeelsleutel die is vastgesteld in artikel 11 van deze verordening.

2.     Tot en met 31 december 2023 verstrekt de Commissie de betrokken lidstaat steun via leningen voor de in lid 1 genoemde doelstelling.

3.     Een lidstaat kan tot en met 15 december 2023 steun via leningen aanvragen voor de in lid 1 genoemde doelstelling.

4.     De betrokken lidstaat gebruikt de opbrengsten van de lening om een bijdrage in contanten te leveren aan zijn lidstaatcompartiment van InvestEU ter ondersteuning van de doelstellingen van de STEP-verordening, overeenkomstig artikel 4, lid 1, van Verordening (EU) 2021/523 [InvestEU-verordening].”

Amendement 132

Voorstel voor een verordening

Artikel 19 bis (nieuw)

Verordening (EU) 2021/1755

Artikel 4 bis

Bestaande tekst

Amendement

 

Artikel 19 bis

 

Wijzigingen van Verordening (EU) 2021/1755

 

Verordening (EU) 2021/1755 wordt als volgt gewijzigd:

 

Artikel 4 bis wordt vervangen door:

Artikel 4 bis

Overdracht aan de herstel- en veerkrachtfaciliteit

1.   Tot en met 1 maart 2023 kunnen de lidstaten bij de Commissie een met redenen omkleed verzoek indienen om de bedragen van de voorlopige toewijzing als vastgelegd in de in artikel 4, lid 5, bedoelde uitvoeringshandeling van de Commissie geheel of gedeeltelijk over te dragen aan de herstel- en veerkrachtfaciliteit die is ingesteld bij Verordening (EU) 2021/241 van het Europees Parlement en de Raad (2). Bij goedkeuring van het overdrachtsverzoek wijzigt de Commissie de in artikel 4, lid 5, bedoelde uitvoeringshandeling teneinde rekening te houden met de aangepaste bedragen na de overdracht. 2. Indien de overdracht gevolgen heeft voor de reeds betaalde.

Artikel 4 bis

Overdracht aan de herstel- en veerkrachtfaciliteit, het Europees Fonds voor regionale ontwikkeling, het Europees Sociaal Fonds Plus of het Fonds voor een rechtvaardige transitie

1.     Tot en met 1 maart 2023 kunnen de lidstaten bij de Commissie een met redenen omkleed verzoek indienen om de bedragen van de voorlopige toewijzing als vastgelegd in de in artikel 4, lid 5, bedoelde uitvoeringshandeling van de Commissie geheel of gedeeltelijk over te dragen aan de herstel- en veerkrachtfaciliteit die is ingesteld bij Verordening (EU) 2021/241 van het Europees Parlement en de Raad. Bij goedkeuring van het overdrachtsverzoek wijzigt de Commissie de in artikel 4, lid 5, bedoelde uitvoeringshandeling teneinde rekening te houden met de aangepaste bedragen na de overdracht.

 

1 bis.    Tot en met 30 september 2024 kunnen de lidstaten bij de Commissie een met redenen omkleed verzoek indienen om de bedragen van de voorlopige toewijzing als vastgelegd in de in artikel 4, lid 5, bedoelde uitvoeringshandeling van de Commissie geheel of gedeeltelijk over te dragen aan het Europees Fonds voor regionale ontwikkeling dat is ingesteld bij Verordening (EU) 2021/1058 van het Europees Parlement en de Raad, aan het Europees Sociaal Fonds Plus dat is ingesteld bij Verordening (EU) 2021/1057 van het Europees Parlement en de Raad, of aan het Fonds voor een rechtvaardige transitie dat is ingesteld bij Verordening (EU) 2021/1056 van het Europees Parlement en de Raad, ter ondersteuning van concrete acties die bijdragen tot de verwezenlijking van de STEP-doelstellingen als bedoeld in artikel 2 van Verordening .../... [STEP-verordening]. Bij goedkeuring van het overdrachtsverzoek wijzigt de Commissie de in artikel 4, lid 5, bedoelde uitvoeringshandeling teneinde rekening te houden met de aangepaste bedragen na de overdracht.

2.   Indien de overdracht gevolgen heeft voor de reeds betaalde of als voorfinanciering te betalen tranches, wijzigt de Commissie de in artikel 9, lid 1, bedoelde uitvoeringshandeling dienovereenkomstig voor de betrokken lidstaat. In voorkomend geval vordert de Commissie de aan die lidstaat als voorfinanciering betaalde tranches van 2021 en 2022 geheel of gedeeltelijk terug overeenkomstig het Financieel Reglement. In dat geval worden de teruggevorderde bedragen overgedragen aan de herstel- en veerkrachtfaciliteit, uitsluitend ten behoeve van de betrokken lidstaat.

2.   Indien een overdracht op grond van lid 1 of lid 2 gevolgen heeft voor de reeds betaalde of als voorfinanciering te betalen tranches, wijzigt de Commissie de in artikel 9, lid 1, bedoelde uitvoeringshandeling dienovereenkomstig voor de betrokken lidstaat. In voorkomend geval vordert de Commissie de aan die lidstaat als voorfinanciering betaalde tranches van 2021 en 2022 geheel of gedeeltelijk terug overeenkomstig het Financieel Reglement. In dat geval worden de teruggevorderde bedragen overgedragen aan de herstel- en veerkrachtfaciliteit, uitsluitend ten behoeve van de betrokken lidstaat.

3.   Indien een lidstaat ervoor kiest zijn voorlopige toewijzing geheel of gedeeltelijk over te dragen aan de herstel- en veerkrachtfaciliteit overeenkomstig dit artikel, worden de aan de in artikel 4, lid 4, eerste alinea, bedoelde doelstellingen te besteden bedragen evenredig verlaagd.

3.   Indien een lidstaat ervoor kiest zijn voorlopige toewijzing geheel of gedeeltelijk over te dragen aan de herstel- en veerkrachtfaciliteit overeenkomstig dit artikel, worden de aan de in artikel 4, lid 4, eerste alinea, bedoelde doelstellingen te besteden bedragen evenredig verlaagd.

4.   Indien een lidstaat ervoor kiest zijn voorlopige toewijzing geheel over te dragen aan de herstel- en veerkrachtfaciliteit, is artikel 10, lid 1, niet van toepassing.

4.   Indien een lidstaat ervoor kiest zijn voorlopige toewijzing overeenkomstig lid 1 of lid 2 geheel over te dragen aan de herstel- en veerkrachtfaciliteit, het Europees Fonds voor regionale ontwikkeling, het Europees Sociaal Fonds Plus of het Fonds voor een rechtvaardige transitie, is artikel 10, lid 1, niet van toepassing.

5.   Artikel 10, lid 2, is niet van toepassing op aan de herstel- en veerkrachtfaciliteit overgedragen bedragen.

5.   Artikel 10, lid 2, is niet van toepassing op overeenkomstig lid 1 of lid 2 aan de herstel- en veerkrachtfaciliteit, het Europees Fonds voor regionale ontwikkeling, het Europees Sociaal Fonds Plus of het Fonds voor een rechtvaardige transitie overgedragen bedragen.

Amendement 133

Voorstel voor een verordening

Bijlage

Door de Commissie voorgestelde tekst

Amendement

 

Bijlage

 

Definitie van biotechnologie

 

(Artikel 2, lid 1, punt a), iii))

 

Biotechnologie (1a):

 

De toepassing van wetenschap en technologie op levende organismen, alsook onderdelen, producten en modellen daarvan, om levende of niet-levende materialen te veranderen voor de productie van kennis, goederen en diensten.

 

De op de OESO-lijst gebaseerde statistische definitie van biotechnologie omvat:

DNA/RNA: genomica, farmacogenomica, genprobes, gentechnologie, DNA/RNA-sequencing/synthese/amplificatie, genexpressieprofilering en gebruik van antisensetechnologie, grootschalige DNA-synthese, gen- en genoombewerking, gene drive.

Eiwitten en andere moleculen: sequencing/synthese/engineering van eiwitten en peptiden (met inbegrip van macromoleculaire hormonen); betere toedieningsmethoden voor macromoleculaire geneesmiddelen; proteomica, isolatie en zuivering van eiwitten, signalering en identificatie van celreceptoren.

Cel- en weefselcultuur en -technologie: cel-/weefselcultuur, weefseltechnologie (met inbegrip van weefselstructuur- en biomedische technologie), celfusie, vaccin-/immuunstimulanten, embryomanipulatie, merkergestuurde foktechnieken, metabolic engineering.

Technologie van biologische processen: fermentatie met behulp van bioreactoren, bioraffinage, bioverwerking, bioleaching, biologische pulpproductie, biologisch logen, biologische ontzwaveling, bioremediëring, biodetectie, biofiltratie en milieubeheer via planten, moleculaire aquacultuur.

Gen- en RNA-vectoren: gentherapie, virale vectoren.

Bio-informatica: opzetten van databanken over genomen en eiwitsequenties; modellering van complexe biologische processen, met inbegrip van systeembiologie.

Nanobiotechnologie: past de instrumenten en processen van nano/microfabricage toe voor het ontwerpen van apparatuur waarmee biosystemen en toepassingen op het gebied van de toediening van geneesmiddelen, diagnostiek enz. worden bestudeerd.

 


(1)  De zaak werd voor interinstitutionele onderhandelingen terugverwezen naar de bevoegde commissie op grond van artikel 59, lid 4, vierde alinea, van het Reglement (A9-0290/2023).

(40)  Mededeling over een industrieel plan voor de Green Deal voor het nettonultijdperk, COM(2023)0062.

(41)  COM(2023) 0160.

(42)  COM(2023)0161.

(43)  Mededeling betreffende een tijdelijke crisis- en transitiekader voor staatssteunmaatregelen (PB C 101 van 17.3.2023, blz. 3).

(43bis)   Verordening (EU) 2021/241 tot instelling van de herstel- en veerkrachtfaciliteit (PB L 57 van 18.2.2021, blz. 17).

(44)  Verordening (EU) 2023/435 wat betreft REPowerEU (PB L 63 van 28.2.2023, blz. 1).

(40)  Mededeling over een industrieel plan voor de Green Deal voor het nettonultijdperk, COM(2023)0062.

(41)  COM(2023)0160.

(42)  COM(2023)0161.

(43)  Mededeling betreffende een tijdelijk crisis- en transitiekader voor staatssteunmaatregelen (PB C 101 van 17.3.2023, blz. 3).

(44)  Verordening (EU) 2023/435 wat betreft REPowerEU (PB L 63 van 28.2.2023, blz. 1).

(44a)   44 bis Verordening (EU) 2022/123 van het Europees Parlement en de Raad van 25 januari 2022 betreffende een grotere rol van het Europees Geneesmiddelenbureau inzake crisisparaatheid en -beheersing op het gebied van geneesmiddelen en medische hulpmiddelen (PB L 20 van 31.1.2022, blz. 1).

(44b)   44 ter Besluit (EU) 2022/2481 van het Europees Parlement en de Raad van 14 december 2022 tot vaststelling van het beleidsprogramma voor het digitale decennium tot 2030 (PB L 323 van 19.12.2022, blz. 4).

(44c)   44 quater Werkdocument van de diensten van de Commissie getiteld “Strategic dependencies and capacities” (SWD(2021)352), werkdocument van de diensten van de Commissie getiteld “EU strategic dependencies and capacities: second stage of in-depth reviews” (SWD(2022)41) en werkdocument van de diensten van de Commissie getiteld “2023 Annual Single Market Report: Single Market at 30” (SWD(2023)26).

(45)  Mededeling over de Europese vaardighedenagenda voor duurzaam concurrentievermogen, sociale rechtvaardigheid en veerkracht (COM(2020)0274.

(45)  Mededeling over de Europese vaardighedenagenda voor duurzaam concurrentievermogen, sociale rechtvaardigheid en veerkracht (COM(2020)0274).

(46)  Richtlijn 2003/87/EG tot vaststelling van een regeling voor de handel in broeikasgasemissierechten (PB L 275 van 25.10.2003, blz. 32).

(47)  Verordening (EU) 2021/523 tot vaststelling van het InvestEU-programma (PB L 107 van 26.3.2021, blz. 30).

(48)  Verordening (EU) 2021/695 tot vaststelling van Horizon Europa (PB L 170 van 12.5.2021, blz. 1).

(49)  Verordening (EU) 2021/697 tot oprichting van het Europees Defensiefonds (PB L 170 van 12.5.2021, blz. 149).

(46)  Richtlijn 2003/87/EG tot vaststelling van een regeling voor de handel in broeikasgasemissierechten (PB L 275 van 25.10.2003, blz. 32).

(47)  Verordening (EU) 2021/523 tot vaststelling van het InvestEU-programma (PB L 107 van 26.3.2021, blz. 30).

(48)  Verordening (EU) 2021/695 tot vaststelling van Horizon Europa (PB L 170 van 12.5.2021, blz. 1).

(49)  Verordening (EU) 2021/697 tot oprichting van het Europees Defensiefonds (PB L 170 van 12.5.2021, blz. 149).

(50)  Verordening (EU) 2021/694 tot oprichting van het programma Digitaal Europa (PB L 166 van 11.5.2021, blz. 1).

(51)  Verordening (EU) 2021/522 tot vaststelling van een actieprogramma van de Unie op het gebied van gezondheid, programma EU4Health (PB L 107 van 26.3.2021, blz. 1).

(50)  Verordening (EU) 2021/694 tot oprichting van het programma Digitaal Europa (PB L 166 van 11.5.2021, blz. 1).

(51)  Verordening (EU) 2021/522 tot vaststelling van een actieprogramma van de Unie op het gebied van gezondheid, programma EU4Health (PB L 107 van 26.3.2021, blz. 1).

(52)  Verordening (EU, Euratom) 2018/1046 tot vaststelling van de financiële regels van toepassing op de algemene begroting van de Unie (PB L 193 van 30.7.2018, blz. 1).

(53)  Verordening (EU) 2021/241 tot instelling van de herstel- en veerkrachtfaciliteit (PB L 57 van 18.2.2021, blz. 17).

(52)  Verordening (EU, Euratom) 2018/1046 tot vaststelling van de financiële regels van toepassing op de algemene begroting van de Unie (PB L 193 van 30.7.2018, blz. 1).

(53)  Verordening (EU) 2021/241 tot instelling van de herstel- en veerkrachtfaciliteit (PB L 57 van 18.2.2021, blz. 17).

(54)  Richtlijn 2003/87/EG tot vaststelling van een regeling voor de handel in broeikasgasemissierechten (PB L 275 van 25.10.2003, blz. 32).

(54)  Richtlijn 2003/87/EG tot vaststelling van een regeling voor de handel in broeikasgasemissierechten (PB L 275 van 25.10.2003, blz. 32).

(55)  Verordening (EU) 2021/1060 tot vaststelling van gemeenschappelijke bepalingen (PB L 231 van 30.6.2021, blz. 159).

(56)  Verordening (EU) 2021/1058 betreffende het Europees Fonds voor Regionale Ontwikkeling en het Cohesiefonds ( PB L 224 van 24.6.2021, blz. 31 ).

(55)  Verordening (EU) 2021/1060 tot vaststelling van gemeenschappelijke bepalingen (PB L 231 van 30.6.2021, blz. 159).

(56)  Verordening (EU) 2021/1058 betreffende het Europees Fonds voor regionale ontwikkeling en het Cohesiefonds ( PB L 231 van 30.6.2021, blz. 60 ).

(57)  Verordening (EU) 2021/1056 tot oprichting van het Fonds voor een rechtvaardige transitie (PB L 231 van 30.6.2021, blz. 1).

(57)  Verordening (EU) 2021/1056 tot oprichting van het Fonds voor een rechtvaardige transitie (PB L 231 van 30.6.2021, blz. 1).

(59)  Verordening (EU) 2021/1057 tot oprichting van het Europees Sociaal Fonds Plus (ESF+) (PB L 231 van 30.6.2021, blz. 21).

(59)  Verordening (EU) 2021/1057 tot oprichting van het Europees Sociaal Fonds Plus (ESF+) (PB L 231 van 30.6.2021, blz. 21).

(61)  Verordening (EU) nr. 1303/2013 tot vaststelling van gemeenschappelijke bepalingen (PB L 347 van 20.12.2021, blz. 320).

(62)  Verordening (EU) nr. 223/2014 betreffende het Fonds voor Europese hulp aan de meest behoeftigen (PB L 72 van 12.3.2014, blz. 1).

(61)  Verordening (EU) nr. 1303/2013 tot vaststelling van gemeenschappelijke bepalingen (PB L 347 van 20.12.2013, blz. 320).

(62)  Verordening (EU) nr. 223/2014 betreffende het Fonds voor Europese hulp aan de meest behoeftigen (PB L 72 van 12.3.2014, blz. 1).

(1a)   1 bis Besluit (EU) 2022/2481 van het Europees Parlement en de Raad van 14 december 2022 tot vaststelling van het beleidsprogramma voor het digitale decennium tot 2030 (PB L 323 van 19.12.2022, blz. 4).

(63)   Verordening …/… van het Europees Parlement en de Raad … [volledige titel en PB-referentie invoegen].

(65)  Verordening .../... van het Europees Parlement en de Raad ... [volledige titel en PB-referentie invoegen].

(65)  Verordening .../... van het Europees Parlement en de Raad ... [volledige titel en PB-referentie invoegen].

(66)  Verordening …/… van het Europees Parlement en de Raad … [volledige titel en PB-referentie invoegen].

(66)  Verordening …/… van het Europees Parlement en de Raad … [volledige titel en PB-referentie invoegen].

(1a)   1 bis Verordening (EU) 2021/241 van het Europees Parlement en de Raad van 12 februari 2021 tot instelling van de herstel- en veerkrachtfaciliteit (PB L 57 van 18.2.2021, blz. 17).

(71)  Verordening …/… Van het Europees Parlement en de Raad … [volledige titel en PB-referentie invoegen]

(71)  Verordening …/… Van het Europees Parlement en de Raad … [volledige titel en PB-referentie invoegen]

(1a)   1 bis OESO (2018). “Revised proposal for the revision of the statistical definitions of biotechnology and nanotechnology”, blz. 8, kader 1, OECD Science, Technology and Industry Working Papers, No. 2018/01, Parijs. https://doi.org/10.1787/085e0151-en


ELI: http://data.europa.eu/eli/C/2024/2663/oj

ISSN 1977-0995 (electronic edition)


Top