EUR-Lex Access to European Union law

Back to EUR-Lex homepage

This document is an excerpt from the EUR-Lex website

Document 52022PC0597

Voorstel voor een VERORDENING VAN HET EUROPEES PARLEMENT EN DE RAAD tot instelling van een instrument om steun te verlenen aan Oekraïne voor 2023 (macrofinanciële bijstand +)

COM/2022/597 final

Brussel, 9.11.2022

COM(2022) 597 final

2022/0371(COD)

Voorstel voor een

VERORDENING VAN HET EUROPEES PARLEMENT EN DE RAAD

tot instelling van een instrument om steun te verlenen aan Oekraïne voor 2023 (macrofinanciële bijstand +)


TOELICHTING

1.ACHTERGROND VAN HET VOORSTEL

Motivering en doel van het voorstel

Met de recente escalatie van zijn brutale aanvalsoorlog tegen Oekraïne bevestigt Rusland zijn vastberadenheid om de grondrechten van Oekraïne te schenden wat betreft onafhankelijkheid, soevereiniteit en territoriale integriteit binnen zijn internationaal erkende grenzen, maar ook om de levensvatbaarheid van dat land als staat te vernietigen. De onverschrokkenheid, moed en vastberadenheid waarvan het Oekraïense volk bij de verdediging van zijn land heeft blijk gegeven, verdient groot respect en diepe dankbaarheid.

In een Team Europa-aanpak hebben de EU, de lidstaten en Europese financiële instellingen sinds het begin van de Russische aanvalsoorlog 19,7 miljard EUR ter beschikking gesteld ten behoeve van de economische, sociale en financiële veerkracht van Oekraïne. Daarbij gaat het om de steun vanuit de Uniebegroting (12,4 miljard EUR), met inbegrip van macrofinanciële bijstand, om steun van de Europese Investeringsbank en de Europese Bank voor Wederopbouw en Ontwikkeling, met een volledige of gedeeltelijke garantie door de EU-begroting, en om verdere financiële steun van lidstaten (7,3 miljard EUR).

Sinds 2014 heeft de EU-begroting, met name via het Europees nabuurschapsinstrument en het instrument voor nabuurschapsbeleid, ontwikkeling en internationale samenwerking, Oekraïne uitgebreide ondersteuning geboden op het gebied van hervormingen en investeringen. Deze steun is, sinds het begin van de Russische aanvalsoorlog, omgebogen naar met name noodhulp en – in toenemende mate – herstel van beschadigde of vernielde landelijke en gemeentelijke infrastructuur en huisvesting. Het is van cruciaal belang dat deze steun zijn flankerende rol kan blijven spelen, via het “MFB+”-instrument, onder meer door hervormingen die verband houden met het Europese traject van Oekraïne.

Daarnaast heeft de Raad besloten tot bijstandsmaatregelen ten behoeve van de Oekraïense strijdkrachten in het kader van de Europese Vredesfaciliteit (voor een bedrag van 3,1 miljard EUR) en tot een militaire bijstandsmissie aan Oekraïne (met in een eerste fase 0,1 miljard EUR voor de gemeenschappelijke kosten voor de opleiding van 15 000 soldaten). De EU en de lidstaten zijn via het Uniemechanisme voor civiele bescherming met een ongeziene noodrespons in natura gekomen. Dit was de grootste noodoperatie sinds het mechanisme is ingesteld en bracht miljoenen hulpgoederen naar Oekraïne en de regio.

De schade die de Russische aanvalsoorlog heeft toegebracht aan de economie, burgers en bedrijven in Oekraïne is enorm. Voor de korte termijn zou de Oekraïense economie, volgens voorspellingen van het Internationaal Monetair Fonds, tegen eind dit jaar met wel 35 % in reële termen kunnen krimpen. De inflatie versnelt en zou tegen eind 2022 oplopen tot 30 % door de schaarste van goederen, logistieke uitdagingen bij de bevoorrading en de financiering van overheidsbehoeften door geldschepping.

Door de aanhoudende oorlog van Rusland zullen de kortetermijnfinancieringsbehoeften van Oekraïne voor 2023 naar verwachting aanzienlijk zijn. Volgens recente schattingen die de Oekraïense autoriteiten, in samenwerking met het Internationaal Monetair Fonds, hebben gemaakt, zal er in 2023 een financieringskloof van telkens tussen 3 en 4 miljard EUR per maand zijn. Oekraïne zal voor de korte termijn nog steeds met grote financieringsbehoeften worden geconfronteerd, om essentiële overheidsfuncties in stand te houden, macro-economische stabiliteit te garanderen en kritieke infrastructuur te herstellen die door de Russische oorlog is vernield. Daarom is het van cruciaal belang om zo snel mogelijk nieuwe steun ter beschikking te stellen.

De komende maanden zullen beslissend zijn om tot een akkoord te komen over extra steun. Deze steun op korte termijn zal een gecoördineerde internationale inspanning en nauwe samenwerking tussen internationale partners vereisen. De EU is onwankelbaar in haar steun aan Oekraïne, dat zijn toekomst in de EU heeft. De steun aan Oekraïne voortzetten met een georganiseerde collectieve aanpak is een belangrijke prioriteit voor de Unie.

De macrofinanciële bijstand van de Unie aan Oekraïne in 2022 is ruimhartig en doeltreffend geweest. In het kader van haar pakketten voor noodsteun en buitengewone macrofinanciële bijstand heeft de Unie voor 7,2 miljard EUR leningen tegen sterk concessionele voorwaarden toegezegd, met inbegrip van een subsidie voor rentebetalingen. Van die bijstand was medio oktober reeds 4,2 miljard EUR uitbetaald, terwijl de resterende 3 miljard EUR tegen eind dit jaar Oekraïne moet bereiken. Tot dusver is bijstand echter alleen op adhocbasis toegekend, telkens voor een paar maand. Dit vergde aanzienlijke voorzieningen uit de EU-begroting en nationale garanties. Daarom moet een meer structurele en efficiëntere aanpak worden overwogen voor steun van de Unie aan Oekraïne in 2023. Dit voorstel tekent een gestructureerd en duurzaam raamwerk uit om financiële bijstand naar Oekraïne toe te leiden, maar biedt wel voldoende flexibiliteit om de steun aan te passen aan de evoluerende financieringsbehoeften van het land en het pad te effenen voor een toekomstige RebuildUkraine-faciliteit, in lijn met de mededeling van 18 mei 2022 over “Hulp voor en wederopbouw van Oekraïne” 1 en de beginselen die zijn overeengekomen op de conferentie over de wederopbouw van Oekraïne die in juli 2022 te Lugano is georganiseerd.

De brede parameters voor noodhulp en herstelsteun moeten op basis van een stabiel raamwerk worden vastgelegd voor heel 2023. Een eengemaakt en efficiënt systeem dat voor de beste leningsvoorwaarden zorgt en markttoegang verruimt voor steun in de vorm van leningen, heeft belangrijke voordelen in een omgeving van stijgende kosten en rentetarieven.

Daarom stelt de Commissie voor om een instrument te creëren om voor 2023 steun te verlenen aan Oekraïne (“macrofinanciële bijstand +”). Met dit instrument zal voor de korte termijn voorspelbare, doorlopende, ordelijke en tijdige financiële steun worden verleend in de vorm van leningen op sterk concessionele voorwaarden ten behoeve van de financiering van directe behoeften, het herstel van kritieke infrastructuur en eerste steun voor een duurzame wederopbouw na de oorlog – om zo Oekraïne te ondersteunen op zijn traject richting integratie in Europa. De EU zal de rentekosten van Oekraïne subsidiëren; deze zullen worden gefinancierd met bijdragen van lidstaten in de vorm van externe bestemmingsontvangsten tot eind 2027. Om ervoor te zorgen dat de rentekosten gedurende de looptijd van de leningen gedekt zijn, moeten bijdragen van lidstaten voor de periode na 2027 worden verlengd en blijven doorlopen als externe bestemmingsontvangsten, tenzij deze in toekomstige meerjarige financiële kaders door andere middelen worden gedekt. Voorts kunnen bedragen afkomstig uit aanvullende vrijwillige bijdragen van lidstaten en eventuele bijdragen van derde landen en derden voor niet-terugbetaalbare steun zorgen.

De financieringsbehoeften voor Oekraïne in de nabije toekomst vereisen dat middelen kostenefficiënt en soepel ter beschikking worden gesteld en uitbetaald. Het is van cruciaal belang dat deze financiering verloopt via één financieringsmethode – parallel aan andere EU-financiering – zodat tegelijkertijd op uiteenlopende beleidsbehoeften kan worden ingespeeld. Daarom moet Verordening (EU, Euratom) 2018/1046 worden gewijzigd, om van de gediversifieerde financieringsstrategie, die momenteel wordt toegepast voor het opnemen van leningen op grond van Besluit (EU, Euratom) 2020/2053 2 , de basismethode te maken voor de uitvoering van operaties voor het opnemen van leningen.

Om een stevige financiële basis te verzekeren, moeten leningen aan Oekraïne worden gedekt door een garantie uit de EU-begrotingsmarge, d.w.z. de budgettaire marge boven het maximum voor betalingen van het meerjarig financieel kader (“MFK”) tot het maximum van de eigen middelen. Dit zou beleggers een hoge mate van bescherming en zekerheid bieden en zou de noodzaak van voorzieningen voor leningen of de invoering van nationale garanties vermijden, zonder dat de omvang of de maxima van het MFK hoeven te worden gewijzigd. Een en ander vereist een beperkte wijziging van Verordening (EU, Euratom) 2020/2093 3 waardoor voorwaardelijke verplichtingen die voortvloeien uit financiële bijstand die voor 2023 en 2024 voor Oekraïne beschikbaar is, op dezelfde wijze kan worden behandeld als financiële bijstand voor lidstaten.

Om steun uit hoofde van dit instrument te kunnen krijgen, zal Oekraïne maatregelen moeten nemen om rechtsstaat, goed bestuur en fraude- en corruptiebestrijding te versterken. Daarom moet de financiële steun, weliswaar rekening houdende met de ontwikkelingen op het terrein, worden geflankeerd door beleidsvoorwaarden, die in toenemende mate inzetten op het versterken van de Oekraïense instellingen en op de voorbereiding voor geslaagde wederopbouwinspanningen, alsmede op de ondersteuning van de inspanningen van Oekraïne op zijn traject richting Europa.

De toekomst van Oekraïne en de Oekraïense burgers ligt immers in de EU. De Europese Raad heeft Oekraïne in juni 2022 de status van kandidaat-lidstaat toegekend. De directe inspanning om de financiële veerkracht van Oekraïne te ondersteunen, maar ook de wederopbouw op lange termijn vereisen de deskundigheid van de Unie, samenwerking met internationale partners, alsmede transparantie en monitoring.

Verenigbaarheid met bestaande bepalingen op het beleidsterrein

De steun in het kader van dit instrument zal consistent zijn met en complementair aan activiteiten die worden gefinancierd op grond van Verordening (EU) 2021/947 4 en Verordening (EG) nr. 1257/96 5 in lijn met de respectieve doelstellingen, interventielogica en regels van deze instrumenten.

Verenigbaarheid met andere beleidsterreinen van de Unie

Dankzij de status van kandidaat-lidstaat die Oekraïne op 23 juni 2022 van de Europese Raad heeft gekregen, wordt het Europese traject van het land stevig verankerd. Daarom zal de volledige EU-respons ten behoeve van de veerkracht en het herstel van Oekraïne – onder meer via dit instrument – ook bijdragen aan de vroege fase van het pretoetredingsproces van Oekraïne.

2.RECHTSGRONDSLAG, SUBSIDIARITEIT EN EVENREDIGHEID

Rechtsgrondslag

Artikel 212 VWEU is een passende rechtsgrondslag voor programma’s waarmee door de Unie financiële bijstand wordt toegekend aan derde landen, die geen ontwikkelingslanden zijn. De aanhoudende, niet-uitgelokte en ongerechtvaardigde militaire agressie van Rusland vereist de toekenning van aanvullende financiële bijstand aan Oekraïne in lijn met de in dit voorstel beschreven doelstellingen en concrete voorwaarden.

Subsidiariteit (bij niet-exclusieve bevoegdheid)

Het subsidiariteitsbeginsel is geëerbiedigd aangezien de behoefte aan een gemeenschappelijke respons bij het op adequate schaal steunen van Oekraïne, onvoldoende kan worden verwezenlijkt door de lidstaten alleen en derhalve beter door de EU kan worden verwezenlijkt. De belangrijkste redenen zijn de begrotingscapaciteit en de budgettaire beperkingen op nationaal niveau en de noodzaak van een sterke coördinatie tussen donoren om de omvang en de doeltreffendheid van de steun te maximaliseren en tegelijkertijd de belasting van de bestuurlijke capaciteit van de Oekraïense autoriteiten, die in de huidige omstandigheden sterk onder druk staat, te beperken.

Evenredigheid

De voorgestelde financiële steun aan Oekraïne wordt als adequaat in omvang beschouwd, op basis van de beste schattingen van de financieringsbehoeften van Oekraïne, zoals die door de nationale autoriteiten zijn ingediend en in samenwerking met de internationale gemeenschap, waaronder het Internationaal Monetair Fonds, zijn ingeschat. Deze steun gaat niet verder dan hetgeen noodzakelijk is voor de beoogde doelstelling: gestructureerde en voorspelbare steun geven aan Oekraïne in 2023 en de daarmee samenhangende financiering.

Keuze van het instrument

Een verordening is het geschikte instrument, aangezien daarmee direct toepasselijke regels voor de steun worden vastgesteld.

3.RESULTATEN VAN EX-POSTEVALUATIES, RAADPLEGINGEN VAN BELANGHEBBENDEN EN EFFECTBEOORDELINGEN

Ex-postevaluatie van bestaande wetgeving en controle van de resultaatgerichtheid ervan

Dit voorstel komt na een reeks macrofinanciële-bijstandsoperaties (“MFB-operaties”) die sinds 2015 aan Oekraïne zijn verleend. Uit eerdere ex-postevaluaties van vorige MFB-operaties voor Oekraïne is gebleken dat deze over het algemeen bijzonder relevant waren wat betreft de doelstellingen, de financiële middelen en de beleidsdoelstellingen ervan. Met name bleken deze MFB-operaties van cruciaal belang om Oekraïne te ondersteunen bij het aanpakken van zijn betalingsbalansproblemen en het doorvoeren van belangrijke structurele hervormingen om de economie te stabiliseren en de houdbaarheid van zijn externe positie te versterken. Zij maakten besparingen op de begroting en financiële voordelen mogelijk en fungeerden als katalysator voor aanvullende financiële steun en beleggersvertrouwen. De aan de MFB-operaties verbonden conditionaliteiten bleken complementair te zijn aan de daarmee samenhangende IMF-programma’s. Een en ander creëerde een politiek versterkend effect dat heeft bijgedragen aan de mobilisatie van de Oekraïense autoriteiten rond cruciale hervormingen, met name op structurele beleidsgebieden die minder aan bod komen in andere internationale donorprogramma’s.

Aan de één-op-één-aanpak voor financiële bijstand aan Oekraïne in 2022 bleken binnen de oorlogscontext echter aanzienlijke nadelen te kleven, met name wat betreft het bereiken van overeenstemming over het aspect financiering. Dit vergde aanzienlijke voorzieningen uit de EU-begroting en/of nationale garanties. Om te vermijden dat kwesties inzake financiële steun telkens weer aan de EU-wetgevers en de nationale wetgevers moeten worden voorgelegd, moeten de brede parameters voor noodhulp en herstelsteun van de Unie op basis van een stabiel raamwerk worden vastgelegd voor heel 2023.

Raadpleging van belanghebbenden

Het voorstel biedt een antwoord op de vraag vanuit de internationale gemeenschap en Oekraïne zelf naar stabiele en voorspelbare steun van de Unie voor het land. Bij de uitwerking van dit voorstel hebben de diensten van de Commissie overlegd met internationale financiële instellingen en andere bilaterale donoren (waaronder de lidstaten) en multilaterale donoren, die over aanzienlijke deskundigheid beschikken, onder meer wat betreft de Oekraïense economie. De Commissie heeft ook regelmatig contact gehad met de Oekraïense autoriteiten.

Bijeenbrengen en benutten van deskundigheid

Het voorstel bouwt voor op dertig jaar ervaring op het gebied van macrofinanciële bijstand, alsmede op ervaring met steun in het kader van het extern optreden van de Unie.

De Commissie heeft dit voorstel gebaseerd op een zorgvuldige analyse van de financiële behoeften en de bredere macrofinanciële situatie van Oekraïne, waarbij zij ook de input heeft meegenomen van internationale financiële instellingen en andere bevoegde internationale instellingen. Daarbij gaat het onder meer om regelmatig overleg over de recentste projecties van de financieringsbehoeften van Oekraïne op internationale fora, zoals de G7 en de internationale conferentie van deskundigen over het herstel, de wederopbouw en de modernisering van Oekraïne, alsmede over voortdurende directe contacten met de Oekraïense autoriteiten.

Effectbeoordeling

De macrofinanciële bijstand van de Unie is een uitzonderlijk noodinstrument dat dient om ernstige betalingsbalansproblemen in derde landen tegen te gaan. Meer algemeen bouwen de MFB-voorstellen van Commissie voort op lessen die zijn getrokken uit ex-postevaluaties van eerdere operaties in de buurlanden van de EU. Dit “MFB+”-instrument zal de kortlopende financieringsbehoeften van Oekraïne in 2023 helpen te verlichten, gelet op de huidige uitzonderlijke omstandigheden. De rapportageverplichtingen en beleidsvoorwaarden die aan dit instrument gekoppeld zijn, moeten de efficiëntie, transparantie en verantwoordingsplicht van de steun waarborgen. Dit “MFB+”-instrument moet voortbouwen op de resultaten van de zeven MFB-programma’s sinds 2015, met inbegrip van de meest recente COVID-19-bijstandoperatie, de MFB-noodbijstand van begin 2022 en de uitzonderlijke MFB-operaties van 2022.

Resultaatgerichtheid en vereenvoudiging

Het voorstel houdt geen verband met resultaatgerichtheid en vereenvoudiging.

Grondrechten

Een noodzakelijke randvoorwaarde voor toekenning van steun uit hoofde van het instrument moet zijn dat Oekraïne doeltreffende democratische mechanismen en instellingen – waaronder een parlementair meerpartijenstelsel – en de rechtsstaat blijft eerbiedigen en de naleving van de mensenrechten verder garandeert.

De hervormingsbereidheid en sterke politieke wil van de Oekraïense autoriteiten zal een positief signaal zijn, zoals met name blijkt uit het feit dat de Europese Raad in juni 2022 de status van kandidaat-lidstaat aan Oekraïne heeft toegekend en het feit dat opnieuw met succes de structurele beleidsvoorwaarden zijn uitgevoerd die aan de recente MFB-operaties voor Oekraïne verbonden waren. Sinds de Russische agressie hebben de Oekraïense autoriteiten blijk gegeven van een indrukwekkende mate van veerkracht en blijven zij vastbesloten deze hervormingen transparant en aansluitend bij EU-normen voort te zetten, mede in overeenstemming met het traject van het land richting integratie in de EU.

De politieke randvoorwaarde voor een MFB-operatie lijkt momenteel dan ook vervuld te zijn. Tegelijkertijd zal de blijvende naleving van deze politieke randvoorwaarde verder gegarandeerd blijven door beleidsvoorwaarden zoals die in het toekomstige memorandum van overeenstemming voor dit instrument worden vastgelegd.

4.GEVOLGEN VOOR DE BEGROTING

Voor in totaal maximaal 18 miljard EUR aan leningen zal worden verstrekt over een periode van 12 maanden, hetgeen overeenstemt met gemiddeld 1,5 miljard EUR per maand. Dit bedrag komt bovenop de bijstand die via bestaande instrumenten wordt verleend.

Aanvullende bedragen afkomstig van specifieke vrijwillige bijdragen van lidstaten (als externe bestemmingsontvangsten) zouden voor de volgende doelstellingen worden gebruikt:

·Steun voor rentekosten van leningen – hier kan niet vooraf een doelvolume worden bepaald omdat deze kosten zullen afhangen van de daadwerkelijke rente over de leningen

·Niet-terugbetaalbare steun voor activiteiten die onder het memorandum van overeenstemming van het instrument vallen, of

·Steun die verloopt via het Instrument voor nabuurschapsbeleid, ontwikkeling en internationale samenwerking – Europa in de wereld (NDICI) en/of humanitaire hulp voor activiteiten ten behoeve van Oekraïne.

Voorts kunnen derde landen en derden, bovenop de hier beschreven middelen, extra middelen beschikbaar stellen als externe bestemmingsontvangsten die bijdragen aan het memorandum van overeenstemming over het instrument of die via NDICI en/of humanitaire hulp voor activiteiten ten behoeve van Oekraïne verlopen.

De Commissie is voornemens de leningen uit hoofde van het instrument toe te kennen met lange looptijden (met een maximale looptijd van 35 jaar), waarbij er vóór 2033 geen aflossingen van de hoofdsom zijn. Dit zal samengaan met de reeds vermelde rentekosten die worden gedekt.

Uitbetalingen kunnen flexibel en soepel worden georganiseerd, afhankelijk van de behoeften van de Oekraïense autoriteiten in de loop van 2023. Daarbij kan als algemene regel worden gedacht aan uitkering op kwartaalbasis, om de regeldruk voor de Oekraïense autoriteiten tot een minimum te beperken. Met een herziening halverwege het jaar zal een stand van zaken worden opgemaakt van de evolutie van de Russische aanvalsoorlog en de gevolgen daarvan voor de financieringsbehoeften, alsmede van de vraag of de beleidsvoorwaarden nog steeds relevant en haalbaar zijn.

Meer details over de gevolgen voor de begroting en de benodigde personele en bestuurlijke middelen zijn vervat in het aan dit voorstel gehechte financieel memorandum.

5.OVERIGE ELEMENTEN

Uitvoeringsplanning en regelingen betreffende controle, evaluatie en rapportage

De Europese Unie moet dit “MFB+”-instrument op een voorspelbare, doorlopende, ordelijke en tijdige manier aan Oekraïne beschikbaar stellen voor in totaal maximaal 18 miljard EUR in de vorm van leningen op sterk concessionele voorwaarden, om daarmee de financieringsbehoeften op korte termijn te helpen dekken ten behoeve van de financiering van het herstel van kritieke infrastructuur en eerste steun voor de wederopbouw na de oorlog – en zo Oekraïne te ondersteunen op zijn traject richting integratie in Europa. De steun zal het resterende tekort aan externe financiering van Oekraïne in 2023 helpen te dekken en zou volgens planning in meerdere tranches worden uitbetaald. De uitbetalingen zouden verder afhankelijk worden gesteld van de uitvoering van de rapportageverplichtingen en beleidshervormingen zoals die in het memorandum van overeenstemming worden overeengekomen en zoals genoemd in deze verordening, met inbegrip van het door Oekraïne vóór de uitkering van elke tranche te verstrekken verslag. De Commissie zal nauw samenwerken met de nationale autoriteiten om relevante ontwikkelingen en de toepassing van de in het memorandum van overeenstemming overeengekomen vereisten en voorwaarden te monitoren. De steun zal door de Commissie worden beheerd. Daarbij zijn met het Financieel Reglement strokende specifieke bepalingen ter preventie van fraude en andere onregelmatigheden van toepassing.

Ten slotte zal de Commissie bij het Europees Parlement en de Raad een beoordeling indienen van de uitvoering van de Uniesteun aan Oekraïne uit hoofde van dit instrument, met inbegrip van een evaluatie. Uiterlijk twee jaar na het verstrijken van de beschikbaarheidsperiode dient de Commissie bij het Europees Parlement en de Raad een ex-postevaluatieverslag in, met daarin een beoordeling van de resultaten en de doelmatigheid van de voltooide Uniesteun uit hoofde van het instrument en van de mate waarin deze tot de doelstellingen van de steun heeft bijgedragen.

Artikelsgewijze toelichting

In hoofdstuk I gaat het om de algemene bepalingen van de verordening.

Artikel 1 geeft het onderwerp van de verordening: de instelling van een instrument om de steun van de Unie voor Oekraïne te verlenen.

Artikel 2 legt de algemene doelstelling van het instrument vast en geeft de belangrijkste specifieke doelstellingen.

Artikel 3 beschrijft de sectoren waarvoor steun mag worden verleend om de doelstellingen van het instrument te behalen.

Artikel 4 geeft de bedragen aan steun in de vorm van leningen. Het geeft ook aanvullende bedragen om een rentesubsidie en eventuele niet-terugbetaalbare steun te dekken. Ten slotte stelt het artikel ook de beschikbaarheidsperiode voor de steun vast.

Artikel 5 beschrijft hoe lidstaten en belangstellende derde landen en partijen aan het instrument kunnen bijdragen.

Afdeling 2 werkt de voorwaarden voor de steun uit hoofde van het instrument verder uit.

Artikel 6 legt de algemene randvoorwaarde voor het toekennen van de steun uit hoofde van het instrument vast.

Artikel 7 bepaalt dat de Commissie met Oekraïne een memorandum van overeenstemming zal afsluiten en geeft informatie over inhoud, tijdschema en herziening daarvan.

Artikel 8 betreft de rapportageverplichtingen in het kader van het memorandum van overeenstemming.

Afdeling 3 bevat bepalingen over de wijze waarop de steun uit hoofde van het instrument zal worden vrijgegeven, over de beoordeling en informatieverplichtingen.

Artikel 9 bepaalt hoe de steun uit hoofde van het instrument zal worden vrijgegeven.

Artikel 10 legt de procedurele stappen voor het vrijgeven van de steun vast.

Artikel 11 bevat regels voor het verlagen, opschorten of annuleren van de steun.

Artikel 12 bepaalt dat de Commissie de uitvoering van de steun uit hoofde van het instrument moet beoordelen.

Artikel 13 stelt vast hoe het Europees Parlement en de Raad zullen worden geïnformeerd over de ontwikkelingen met betrekking tot het instrument.

Hoofdstuk II van de verordening bevat specifieke bepalingen met betrekking tot de uitvoering van het instrument: artikel 14 wat betreft operaties voor het opnemen en verstrekken van leningen en afwijkingen van Verordening (EU) 2021/947 wat betreft de dekkings- en voorzieningsvoorwaarden van de garantie voor extern optreden, artikel 15 wat betreft de rentesubsidie en artikel 16 wat betreft de financieringsovereenkomst voor de niet-terugbetaalbare steun.

Hoofdstuk III van de verordening beschrijft de gemeenschappelijke bepalingen en slotbepalingen inzake comitologie (artikel 17), jaarlijkse rapportage (artikel 18) en inwerkingtreding (artikel 19).

2022/0371 (COD)

Voorstel voor een

VERORDENING VAN HET EUROPEES PARLEMENT EN DE RAAD

tot instelling van een instrument om steun te verlenen aan Oekraïne voor 2023 (macrofinanciële bijstand +)

HET EUROPEES PARLEMENT EN DE RAAD VAN DE EUROPESE UNIE,

Gezien het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie, en met name artikel 212,

Gezien het voorstel van de Europese Commissie,

Na toezending van het ontwerp van wetgevingshandeling aan de nationale parlementen,

Handelend volgens de gewone wetgevingsprocedure 6 ,

Overwegende hetgeen volgt:

(1)Op 1 september 2017 is een associatieovereenkomst tussen de Unie en Oekraïne 7 in werking getreden, die ook een diepe en brede vrijhandelsruimte omvat.

(2)In 2014 is Oekraïne begonnen met de uitvoering van een ambitieus hervormingsprogramma dat de economie van het land moet stabiliseren en de levensstandaard van zijn burgers moet verhogen. Corruptiebestrijding en constitutionele, electorale en justitiële hervormingen behoren tot de topprioriteiten op de agenda. De uitvoering van die hervormingen werd ondersteund door opeenvolgende programma’s voor macrofinanciële bijstand, in het kader waarvan Oekraïne van de Unie voor in totaal 6,6 miljard EUR aan bijstand in de vorm van leningen heeft ontvangen.

(3)Met de dringende macrofinanciële bijstand, die in het kader van oplopende spanningen net vóór de Russische invasie beschikbaar werd gesteld op grond van Besluit (EU) 2022/313 van het Europees Parlement en de Raad 8 , werd 1,2 miljard EUR aan leningen verstrekt aan Oekraïne, uitbetaald in twee tranches, van elk 600 miljoen EUR, in maart en mei 2022.

(4)De buitengewone macrofinanciële bijstand van de Unie van maximaal 1 miljard EUR op grond van Besluit (EU) 2022/1201 van het Europees Parlement en de Raad 9 zorgde voor snelle en dringende steun aan de Oekraïense begroting en werd in twee tranches volledig uitbetaald op 1 en 2 augustus 2022. Die bijstand vormde de eerste fase van de geplande buitengewone macrofinanciële bijstand aan Oekraïne van maximaal 9 miljard EUR, die de Commissie in haar mededeling van 18 mei 2022, getiteld “Hulp voor en wederopbouw van Oekraïne”, had aangekondigd en die door de Europese Raad van 23 en 24 juni 2022 werd bekrachtigd.

(5)Besluit (EU) 2022/1628 10 was een verdere stap in de uitvoering van die beoogde buitengewone macrofinanciële bijstand van de Unie. Met dat besluit werd de basis gelegd om Oekraïne nog eens maximaal 5 miljard EUR aan leningen tegen zeer gunstige voorwaarden toe te kennen; daarvan is op 18 oktober 2 miljard EUR uitbetaald, terwijl de resterende 3 miljard EUR tegen eind 2022 zouden moeten zijn uitbetaald.

(6)De niet-uitgelokte en ongerechtvaardigde aanvalsoorlog die Rusland sinds 24 februari 2022 tegen Oekraïne voert, heeft voor Oekraïne geleid tot een verlies aan toegang tot financiële markten en een aanzienlijke daling van de overheidsontvangsten, terwijl de overheidsuitgaven om de humanitaire situatie aan te pakken en de continuïteit van de overheidsdiensten te handhaven, fors zijn toegenomen. In die zeer onzekere en onstabiele situatie gaven de beste schattingen van de financieringsbehoeften van Oekraïne die het Internationaal Monetair Fonds (IMF) in de zomer van 2022 maakte, een buitengewoon financieringstekort van ongeveer 39 miljard USD in 2022 te zien, waarvan ongeveer de helft zou kunnen worden gedekt dankzij de internationale bijstand. De snelle verstrekking door de Unie van de macrofinanciële bijstand aan Oekraïne uit hoofde van Besluit (EU) 2022/1628 werd, gezien de buitengewone omstandigheden, beschouwd als een passende kortetermijnrespons op de aanzienlijke risico’s voor de macrofinanciële stabiliteit van Oekraïne. De verdere buitengewone macrofinanciële bijstand van de Unie ten belope van maximaal 5 miljard EUR uit hoofde van Besluit (EU) 2022/1628 moest de macrofinanciële stabilisatie van Oekraïne ondersteunen, de onmiddellijke veerkracht van het land versterken en zijn herstelcapaciteit in stand houden, en aldus bijdragen tot de houdbaarheid van de overheidsschuld van Oekraïne en tot de mogelijkheden van het land om uiteindelijk zijn financiële verplichtingen na te komen.

(7)De Unie, de lidstaten en Europese financiële instellingen hebben sinds het begin van de Russische aanvalsoorlog 19,7 miljard EUR ter beschikking gesteld ten behoeve van de economische, sociale en financiële veerkracht van Oekraïne. Daarbij gaat het om de steun vanuit de Uniebegroting (12,4 miljard EUR), met inbegrip van de buitengewone macrofinanciële bijstand, om steun van de Europese Investeringsbank en de Europese Bank voor Wederopbouw en Ontwikkeling, met een volledige of gedeeltelijke garantie door de EU-begroting, en om verdere financiële steun van lidstaten (7,3 miljard EUR).

(8)Daarnaast heeft de Raad besloten tot bijstandsmaatregelen ten behoeve van de Oekraïense strijdkrachten in het kader van de Europese Vredesfaciliteit (voor een bedrag van 3,1 miljard EUR) en tot een militaire bijstandsmissie aan Oekraïne (met in een eerste fase 0,1 miljard EUR voor de gemeenschappelijke kosten). De Unie en de lidstaten zijn via het Uniemechanisme voor civiele bescherming met een ongeziene noodrespons in natura gekomen, die de grootste noodoperatie was sinds het mechanisme werd ingesteld en die miljoenen hulpgoederen naar Oekraïne en de regio brengt.

(9)De Europese Raad heeft Oekraïne in juni 2022 de status van kandidaat-lidstaat toegekend 11 . Verdere krachtige steun voor Oekraïne is een centrale prioriteit voor de Unie. Dit vergt een georganiseerde collectieve aanpak zoals die in dit instrument wordt geschetst, aangezien de schade door de Russische aanvalsoorlog voor economie, burgers en bedrijven in Oekraïne enorm is.

(10)De Russische aanvalsoorlog tegen Oekraïne vormt een strategische geopolitieke dreiging voor de Unie als geheel en vereist een sterk en eensgezind optreden van de lidstaten. Daarom is het van essentieel belang dat Uniesteun snel wordt uitgerold en soepel en stapsgewijs kan worden aangepast voor directe noodhulp en herstel op korte termijn op de weg naar toekomstige wederopbouw.

(11)Tegen deze achtergrond beoogt het instrument dat op grond van deze verordening wordt ingesteld, de financieringskloof van Oekraïne in 2023 te helpen dichten, met name door op een voorspelbare, doorlopende, ordelijke en tijdige manier aan de staatsbegroting financiële kortetermijnsteun beschikbaar te stellen tegen zeer gunstige voorwaarden, onder meer om daarmee het herstel en de eerste steun voor de wederopbouw na de oorlog te financieren – en zo Oekraïne te ondersteunen op zijn traject richting integratie in Europa.

(12)Om die algemene doelstelling te behalen, moet de bijstand worden verleend om de macrofinanciële stabiliteit in Oekraïne te ondersteunen en om de beperkingen inzake externe financiering die Oekraïne ondervindt, te verlichten. De Commissie moet de steun uitvoeren in overeenstemming met de hoofdbeginselen en -doelstellingen van de verschillende onderdelen van het externe optreden en andere relevante beleidsdomeinen van de Unie.

(13)Ook het verschaffen van steun voor herstel, reparatie en instandhouding van kritieke functies en infrastructuur, alsmede hulp aan mensen in nood en voor de zwaarst getroffen gebieden, in termen van materiële en sociale steun, tijdelijke huisvesting, bouw van woningen en infrastructuur, moeten tot de belangrijkste sectoren voor steun uit hoofde van het instrument behoren.

(14)Ook moet het instrument de capaciteit van de Oekraïense autoriteiten versterken om zich voor te bereiden op de toekomstige wederopbouw na de oorlog en op de vroege voorbereidende fase van het pretoetredingsproces, in voorkomend geval, met inbegrip van het versterken van de Oekraïense instellingen, het hervormen en versterken van de doeltreffendheid van het openbaar bestuur, alsmede transparantie, structurele hervormingen en goed bestuur op alle niveaus.

(15)Het instrument zal het externe beleid van de Unie ten aanzien van Oekraïne ondersteunen. De Commissie en de Europese Dienst voor extern optreden moeten gedurende de hele ondersteuningsoperatie nauw samenwerken om het externe beleid van de Unie te coördineren en de consistentie ervan te waarborgen. De steun voor Oekraïne uit hoofde van deze verordening zal aanzienlijk bijdragen tot het voldoen aan de financieringsbehoeften van Oekraïne, zoals die geraamd werden door het IMF, de Wereldbank en andere internationale financiële instellingen, rekening houdende met het vermogen van Oekraïne om zich uit eigen middelen te financieren. Bij de vaststelling van het steunbedrag wordt ook rekening gehouden met de verwachte financiële bijdragen van bilaterale en multilaterale donoren, met de reeds bestaande inzet van andere externe financieringsinstrumenten van de Unie in Oekraïne en met de meerwaarde van de totale inbreng van de Unie.

(16)De toestand van Oekraïne vergt een stapsgewijze benadering waarbij een instrument dat is toegespitst op macrofinanciële stabiliteit en op directe noodhulp en herstel, geflankeerd wordt door aanhoudende steun in het kader van het Instrument voor nabuurschapsbeleid, ontwikkeling en internationale samenwerking – Europa in de wereld en van het instrument voor humanitaire hulp.

(17)De verordening moet de middelen vaststellen die voor het instrument beschikbaar zijn voor de periode van 1 januari 2023 tot en met 31 december 2023, met mogelijke uitbetalingen tot en met 31 maart 2024. Een bedrag van maximaal 18 miljard EUR moet beschikbaar worden gesteld in de vorm van leningen. Daarnaast moet de verordening voor de periode van 1 januari 2023 tot en met 31 december 2027 voorzien in een rentesubsidie. Om ervoor te zorgen dat de rentekosten gedurende de looptijd van de leningen gedekt zijn, moeten bijdragen van lidstaten voor de periode na 2027 worden verlengd en blijven doorlopen als externe bestemmingsontvangsten, tenzij deze in toekomstige meerjarige financiële kaders door andere middelen worden gedekt. Daarom kan het mogelijk zijn dat de bijdragen van lidstaten worden verlengd voor de periode na 2027.

(18)De verordening moet voor de lidstaten in de mogelijkheid voorzien dat zij aanvullende middelen beschikbaar stellen, als externe bestemmingsontvangsten, die worden uitgevoerd op grond van het memorandum van overeenstemming van dit instrument. Die mogelijkheid van aanvullende bijdragen moet ook worden geboden voor derde landen en belangstellende partijen bij wijze van externe bestemmingsontvangsten, overeenkomstig artikel 21, lid 2, punten d) en e), van Verordening (EU, Euratom) 2018/1046 van het Europees Parlement en de Raad 12 . Om synergie-effecten en complementariteit te bevorderen, dient te worden toegestaan dat die aanvullende bijdragen van lidstaten, van derde landen en andere derde partijen ook aan de op grond van Verordening (EU) 2021/947 van het Europees Parlement en de Raad 13 en Verordening (EG) nr. 1257/96 van de Raad 14 ingestelde programma’s beschikbaar worden gesteld voor de financiering van maatregelen die aan de doelstellingen van dit instrument bijdragen.

(19)Vrijwillige bijdragen van lidstaten moeten onherroepelijk, onvoorwaardelijk en afroepbaar zijn. Daartoe moet de lidstaat die de steun verleent, met de Commissie een bijdrageovereenkomst aangaan in de zin van artikel 22, lid 2, van Verordening (EU, Euratom) 2018/1046. De bijdrageovereenkomst moet de bijdrage in de rentesubsidie betreffen en, mocht de lidstaat die willen verschaffen, ook aanvullende bedragen.

(20)De beschikbaarstelling van de steun uit hoofde van het instrument moet afhankelijk worden gesteld van de noodzakelijke randvoorwaarde dat Oekraïne doeltreffende democratische mechanismen en instellingen – waaronder een parlementair meerpartijenstelsel – en de rechtsstaat blijft eerbiedigen en de naleving van de mensenrechten verder garandeert.

(21)De steun uit hoofde van het instrument moet worden gekoppeld aan beleidsvoorwaarden die in een memorandum van overeenstemming zullen worden vastgelegd. Deze moeten ook toezeggingen omvatten om de economische prestaties en veerkracht van het land te versterken, het ondernemingsklimaat te verbeteren, de wederopbouw van kritieke voorzieningen te ondersteunen en oplossingen te zoeken voor uitdagingen in de energiesector.

(22)De beleidsvoorwaarden moeten worden aangevuld door strikte rapportageverplichtingen, die ervoor moeten zorgen dat de middelen op een efficiënte, transparante en verantwoorde wijze worden gebruikt.

(23)Gezien de huidige toestand in Oekraïne is het passend te voorzien in een herziening van het memorandum van overeenstemming halverwege de looptijd ervan.

(24)De steun moet worden vrijgegeven mits randvoorwaarden in acht worden genomen en er sprake is van een bevredigende uitvoering en progressie richting de uitvoering van de beleidsvoorwaarden.

(25)Het is passend te voorzien in de mogelijkheid om de financieringsbehoeften van Oekraïne opnieuw te beoordelen en om de steun te verlagen, op te schorten of te annuleren indien deze behoeften tijdens de periode van de uitbetaling van de steun ingrijpend verminderen ten opzichte van de oorspronkelijke projecties. Ook is het passend te voorzien in de mogelijkheid om de uitbetalingen op te schorten of te annuleren indien de vereisten voor het vrijgeven van de steun uit hoofde van het instrument niet zijn vervuld.

(26)In de huidige context van dringende financiële behoeften van Oekraïne is het passend de financiële bijstand aan het land te organiseren volgens de ene financieringsmethode van artikel 220 bis van Verordening (EU, Euratom) 2018/1046, die moet zorgen voor een grotere liquiditeit van de obligaties van de Unie en de uitgiften van de Unie aantrekkelijker en kostenefficiënter moet maken.

(27)Gezien de moeilijke situatie van Oekraïne als gevolg van de Russische aanvalsoorlog, en om het land te ondersteunen op zijn traject naar stabiliteit op lange termijn, is het passend om Oekraïne leningen tegen zeer gunstige voorwaarden te verstrekken met een maximale looptijd van 35 jaar, waarvan de aflossing van de hoofdsom niet vóór 2033 begint. Ook is het passend om af te wijken van artikel 220, lid 5, punt e), van Verordening (EU, Euratom) 2018/1046 en toe te staan dat de Unie de mogelijkheid heeft om de rentekosten te dekken en Oekraïne de administratieve kosten kwijt te schelden. De rentesubsidie moet worden verleend als een instrument dat passend wordt geacht om de doeltreffendheid van de steun te garanderen in de zin van artikel 220, lid 1, van Verordening (EU, Euratom) 2018/1046. Zij moet worden gefinancierd uit aanvullende vrijwillige bijdragen van de lidstaten en moet stapsgewijs beschikbaar worden gesteld naarmate de overeenkomsten met de lidstaten in werking treden.

(28)Oekraïne kan tegen eind maart van elk jaar vragen om de rentesubsidie en de kwijtschelding van administratieve kosten.

(29)De financiële verplichtingen uit hoofde van leningen op grond van deze verordening mag niet worden ondersteund door de garantie voor extern optreden, in afwijking van artikel 31, lid 3, tweede zin, van Verordening (EU) 2021/947. De bedragen die nodig zijn voor het dekken van eventuele tekorten in het kader van de financiële bijstand die voor 2023 voor Oekraïne beschikbaar is, moet ter beschikking worden gesteld overeenkomstig artikel 2, lid 3, van Verordening (EU, Euratom) 2020/2093 van de Raad 15 . De steun moet financiële bijstand vormen in de zin van artikel 220, lid 1, van Verordening (EU, Euratom) 2018/1046. Met het oog op de financiële risico’s en de budgettaire dekking mogen geen voorzieningen worden gevormd voor de financiële bijstand in de vorm van leningen uit hoofde van dit instrument en, in afwijking van artikel 211, lid 1, van Verordening (EU, Euratom) 2018/1046, mag geen voorzieningspercentage als een percentage van het in artikel 4, lid 1, vermelde bedrag worden vastgesteld.

(30)Het is passend dat de Commissie en Oekraïne een leningsovereenkomst afsluiten voor de steun in de vorm van leningen, binnen het kader van de voorwaarden die in het memorandum van overeenstemming zijn bepaald. Om een doeltreffende bescherming te verzekeren van de financiële belangen van de Unie in het kader van de steun uit hoofde van het instrument, moet Oekraïne passende maatregelen nemen voor de preventie en de bestrijding van fraude, corruptie en andere onregelmatigheden met betrekking tot die bijstand. Daarnaast moet in de leningsovereenkomst en in de financieringsovereenkomst worden bepaald dat de Commissie controles verricht, de Rekenkamer audits uitvoert en het Europees Openbaar Ministerie zijn bevoegdheden uitoefent in overeenstemming met de artikelen 129 en 220 van Verordening (EU, Euratom) 2018/1046.

(31)Daar de doelstelling van deze verordening niet voldoende door de lidstaten kan worden verwezenlijkt, maar vanwege de omvang of de gevolgen van het optreden beter door de Unie kan worden verwezenlijkt, kan de Unie, overeenkomstig het in artikel 5 van het Verdrag betreffende de Europese Unie neergelegde subsidiariteitsbeginsel, maatregelen nemen. Overeenkomstig het in hetzelfde artikel neergelegde evenredigheidsbeginsel gaat deze verordening niet verder dan nodig is om die doelstellingen te verwezenlijken.

(32)Om eenvormige voorwaarden voor de uitvoering van deze verordening te waarborgen, moeten aan de Commissie uitvoeringsbevoegdheden worden toegekend. Die bevoegdheden moeten worden uitgeoefend in overeenstemming met Verordening (EU) nr. 182/2011 van het Europees Parlement en de Raad 16 .

(33)Gezien de urgentie die voortvloeit uit de uitzonderlijke omstandigheden ten gevolge van de niet-uitgelokte en ongerechtvaardigde aanvalsoorlog van Rusland, wordt het passend geacht gebruik te maken van de uitzondering op de periode van acht weken waarin is voorzien door artikel 4 van Protocol nr. 1 betreffende de rol van de nationale parlementen in de Europese Unie, gehecht aan het Verdrag betreffende de Europese Unie, aan het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie en aan het Verdrag tot oprichting van de Europese Gemeenschap voor Atoomenergie.

(34)In het licht van de huidige situatie in Oekraïne moet deze verordening met spoed in werking treden op de dag na die van de bekendmaking ervan in het Publicatieblad van de Europese Unie,

HEBBEN DE VOLGENDE VERORDENING VASTGESTELD:

Hoofdstuk I

Steun van de Unie voor Oekraïne

Afdeling 1

Algemene bepalingen

Artikel 1

Onderwerp

Deze verordening stelt een instrument in om de steun van de Unie voor Oekraïne te verlenen (“het instrument”) in de vorm van leningen, niet-terugbetaalbare steun en een rentesubsidie.

Zij stelt de doelstellingen van het instrument vast, de financiering ervan, de vormen van Uniefinanciering uit hoofde van het instrument en de regels voor het verlenen van die financiering.

Artikel 2

Doelstellingen van het instrument

1.De algemene doelstelling van het instrument is het om op een voorspelbare, doorlopende, ordelijke en tijdige manier financiële kortetermijnsteun te verschaffen, waarmee het herstel en de eerste steun voor de wederopbouw na de oorlog kan worden gefinancierd, in voorkomend geval, om zo Oekraïne te ondersteunen op zijn traject richting integratie in Europa.

2.Om die algemene doelstelling te verwezenlijken, zijn de belangrijkste specifieke doelstellingen met name de ondersteuning van:

(a)    macrofinanciële stabiliteit en het verlichten van de beperkingen van het land inzake externe en interne financiering;

(b)een hervormingsagenda die inzet op de vroege voorbereidende fase van het pretoetredingsproces, in voorkomend geval, met inbegrip van het versterken van de instellingen van Oekraïne, het hervormen en versterken van de doeltreffendheid van het openbaar bestuur, alsmede transparantie, structurele hervormingen en goed bestuur op alle niveaus;

(c)herstel van kritieke functies en infrastructuur en hulp aan mensen in nood.

Artikel 3

Sectoren waarvoor steun wordt verleend

Om zijn doelstellingen te verwezenlijken, ondersteunt het instrument met name het volgende:

a)de financiering van financieringsbehoeften van Oekraïne, om de macrofinanciële stabiliteit van het land in stand te houden;

b)herstel, bijvoorbeeld van kritieke infrastructuur, zoals energie-infrastructuur, watersystemen, transportnetwerken, wegen of bruggen, of in strategische economische sectoren en sociale infrastructuur, zoals gezondheidsvoorzieningen, scholen, en huisvesting voor herplaatste personen, met inbegrip van tijdelijke en sociale huisvesting;

c)sectorale en institutionele hervormingen, zoals hervormingen op het gebied van corruptiebestrijding en justitie, respect voor de rechtsstaat, goed bestuur, en modernisering van de nationale en lokale instellingen;

d)voorbereiding van de wederopbouw van Oekraïne;

e)steun om het regelgevingskader van Oekraïne af te stemmen op dat van de Unie en voor de integratie van het land in de eengemaakte markt, alsmede versterking van de economische ontwikkeling en verbetering van het concurrentievermogen;

f)het versterken van de bestuurlijke capaciteit van Oekraïne met passende middelen, onder meer door het gebruik van technische bijstand.

Artikel 4

Uit hoofde van het instrument beschikbare steun

1.De steun uit hoofde van het instrument in de vorm van leningen is beschikbaar voor een bedrag van maximaal 18 000 000 000 EUR voor de periode van 1 januari 2023 tot en met 31 december 2023, met de mogelijkheid tot uitbetaling tot en met 31 maart 2024.

2.Aanvullende steun uit hoofde van het instrument voor de periode van 1 januari 2023 tot en met 31 december 2027 is ook beschikbaar, met inachtneming van artikel 5, lid 1, om de uitgaven overeenkomstig artikel 15 te dekken. Deze aanvullende steun kan, met inachtneming van artikel 5, lid 1, beschikbaar zijn tot en met 31 december 2027.

3.Aanvullende bedragen die overeenkomstig artikel 5, lid 2, en artikel 5, lid 4, van deze verordening beschikbaar zijn, kunnen als niet-terugbetaalbare steun worden uitgevoerd indien daartoe in het overeenkomstig artikel 7 van deze verordening of overeenkomstig Verordening (EU) 2021/947 en Verordening (EG) nr. 1257/96 te sluiten memorandum van overeenstemming is voorzien ten behoeve van de financiering van maatregelen voor het verwezenlijken van de in artikel 2, lid 2, punten b) en c), genoemde doelstellingen, overeenkomstig de regels van die verordeningen.

4.    De in lid 3 bedoelde bedragen kunnen dienen ter dekking van steunuitgaven voor de uitvoering van het instrument en voor de verwezenlijking van de doelstellingen ervan, waaronder administratieve ondersteuning met betrekking tot activiteiten inzake voorbereiding, follow-up, monitoring, controle, audit en evaluatie die voor die uitvoering noodzakelijk zijn, alsmede van uitgaven bij de centrale diensten en bij de delegaties van de Unie voor de administratieve en coördinerende ondersteuning die nodig is voor het instrument, en voor het beheer van in het kader van het instrument gefinancierde operaties, met inbegrip van informatie- en communicatieacties en institutionele informatietechnologiesystemen.      

Artikel 5
Bijdragen van lidstaten en derden

1.Lidstaten kunnen bijdragen in de in artikel 4, lid 2, bedoelde bedragen. Het relatieve aandeel van de bijdrage van de betrokken lidstaat in die bedragen komt overeen met het relatieve aandeel van die lidstaat in het totale bruto nationaal inkomen (bni) van de Unie. Voor de bijdragen voor jaar n wordt het op het bni gebaseerde relatieve aandeel berekend als het aandeel in het totale bni van de Unie, zoals dat voortvloeit uit de overeenstemmende kolom in het deel “ontvangsten” van de laatst vastgestelde jaarlijkse begroting van de Unie of de gewijzigde begroting voor het jaar n-1.

De steun uit hoofde van het instrument op grond van dit lid komt beschikbaar ten aanzien van bedragen die zijn vastgesteld in een overeenkomst met de betrokken lidstaat, nadat die overeenkomst in werking is getreden.

2.Lidstaten kunnen in het instrument bijdragen met in artikel 4, lid 3, bedoelde aanvullende bedragen.

3.De in de leden 1 en 2 bedoelde bijdragen vormen externe bestemmingsontvangsten, overeenkomstig artikel 21, lid 2, punt a), ii), van Verordening (EU, Euratom) 2018/1046.

4.Ook belangstellende derde landen en partijen kunnen aan niet-terugbetaalbare steun uit hoofde van dit instrument bijdragen met in artikel 4, lid 3, bedoelde aanvullende bedragen, met name met betrekking tot de in artikel 2, lid 2, punten b) en c), genoemde specifieke doelstellingen. Deze bijdragen vormen externe bestemmingsontvangsten, overeenkomstig artikel 21, lid 2, punten d) en e), van Verordening (EU, Euratom) 2018/1046.

Afdeling 2

Voorwaarden voor de steun uit hoofde van het instrument

Artikel 6
Randvoorwaarde voor de steun uit hoofde van het instrument

1.Een noodzakelijke randvoorwaarde voor toekenning van de steun uit hoofde van dit instrument is dat Oekraïne de instandhouding en eerbiediging van doeltreffende democratische mechanismen – waaronder een parlementair meerpartijenstelsel – en de rechtsstaat voortzet en de eerbiediging van de mensenrechten blijft garanderen.

2.De Commissie en de Europese Dienst voor extern optreden zien toe op de naleving van de in lid 1 beschreven noodzakelijke randvoorwaarde gedurende de hele periode dat de steun uit hoofde van het instrument wordt toegekend, met name voordat uitbetalingen worden verricht, waarbij zij, in voorkomend geval, tevens rekening houden met het op gezette tijdstippen uitgebrachte uitbreidingsverslag. Ook houden zij rekening met de omstandigheden in Oekraïne en met de gevolgen van de toepassing van de krijgswet daar.

3.De leden 1 en 2 van dit artikel zijn van toepassing overeenkomstig Besluit 2010/427/EU van de Raad 17 .

Artikel 7
Memorandum van overeenstemming

1.De Commissie sluit met Oekraïne een memorandum van overeenstemming waarin met name de beleidsvoorwaarden, de indicatieve financiële planning en de in artikel 8 bedoelde rapportageverplichtingen worden vastgelegd.

De beleidsvoorwaarden worden, in voorkomend geval, binnen de context van de algemene toestand in Oekraïne, gekoppeld aan de in artikel 2 respectievelijk artikel 3 genoemde doelstellingen en uitvoering daarvan en de in artikel 6 beschreven noodzakelijke randvoorwaarde. Zij omvatten de gehechtheid aan de beginselen van goed financieel beheer met de nadruk op corruptiebestrijding, de bestrijding van de georganiseerde misdaad, fraudebestrijding en het vermijden van belangenconflicten, en de instelling van een transparant en raamwerk inzake verantwoordingsplicht voor het beheer van herstel en, in voorkomend geval, wederopbouw.

2.Het memorandum van overeenstemming kan halverwege de looptijd ervan door de Commissie worden herzien. De Commissie kan het memorandum van overeenstemming na die herziening wijzigen.

3.Het memorandum van overeenstemming wordt volgens de in artikel 17, lid 2, bedoelde procedure vastgesteld en gewijzigd.

Artikel 8
Rapportageverplichtingen

1.De rapportageverplichtingen voor Oekraïne worden in het memorandum van overeenstemming opgenomen en waarborgen met name de efficiëntie, transparantie en verantwoording van het gebruik van de uit hoofde van het instrument verleende steun.

2.De Commissie controleert op gezette tijdstippen de toepassing van de rapportageverplichtingen en de vooruitgang die wordt geboekt wordt bij de naleving van de in het memorandum van overeenstemming vastgestelde beleidsvoorwaarden. De Commissie stelt het Europees Parlement en de Raad in kennis van de uitkomsten van die controle.

Afdeling 3

Vrijgave van de steun uit hoofde van het instrument, beoordeling en informatieverplichtingen

Artikel 9
Vrijgave van de steun uit hoofde van het instrument

1.Onder de in artikel 10 bedoelde voorwaarden wordt de steun uit hoofde van het instrument door de Commissie in tranches beschikbaar gesteld. De Commissie stelt het tijdschema voor de uitbetaling van elke tranche vast. Een tranche kan in één of meer deeltranches worden uitbetaald.

2.De vrijgave van de steun uit hoofde van het instrument wordt door de Commissie beheerd op basis van haar beoordeling van de uitvoering van de beleidsvoorwaarden in het memorandum van overeenstemming.

Artikel 10
Beslissing over de vrijgave van de steun uit hoofde van het instrument

1.Oekraïne dient vóór de uitbetaling van elke tranche een verzoek om middelen in, vergezeld van een verslag, overeenkomstig de bepalingen van het memorandum van overeenstemming.

2.De Commissie beslist over de vrijgave van de tranches na beoordeling van de volgende voorwaarden:

a)de inachtneming van de in artikel 6 vastgestelde noodzakelijke randvoorwaarde;

b)de bevredigende uitvoering van de in het memorandum van overeenstemming vastgelegde rapportageverplichtingen;

c)bevredigende vooruitgang richting de uitvoering van de in het memorandum van overeenstemming vastgestelde beleidsvoorwaarden.

d)Voordat het maximumbedrag van de steun uit hoofde van het instrument wordt uitbetaald, gaat de Commissie na of aan alle in het memorandum van overeenstemming vastgestelde beleidsvoorwaarden is voldaan.

Artikel 11
Verlaging, opschorting en annulering van de steun uit hoofde van het instrument

1.Indien de financieringsbehoeften van Oekraïne tijdens de periode van de uitbetaling van de steun van de Unie uit hoofde van het instrument ingrijpend afnemen ten opzichte van de oorspronkelijke projecties, kan de Commissie de steun verlagen, opschorten of annuleren.

2.Indien niet aan de in artikel 10, lid 2, genoemde voorwaarden is voldaan, schort de Commissie de uitbetaling van de steun uit hoofde van het instrument op of annuleert zij deze.

Artikel 12
Beoordeling van de uitvoering van de steun uit hoofde van het instrument

Tijdens de uitvoering van het instrument beoordeelt de Commissie aan de hand van een operationele beoordeling, die kan worden uitgevoerd samen met de operationele beoordeling waarin wordt voorzien door Besluit (EU) 2022/1201 en Besluit (EU) 2022/1628, de deugdelijkheid van de voor deze bijstand geldende financiële regelingen, administratieve procedures en interne en externe controlemechanismen van Oekraïne.

Artikel 13
Verstrekking van informatie aan het Europees Parlement en de Raad

De Commissie stelt het Europees Parlement en de Raad in kennis van de ontwikkelingen met betrekking tot het instrument, waaronder de uitbetalingen daarvan, en de ontwikkelingen met betrekking tot de in artikel 9 bedoelde verrichtingen, en verstrekt die instellingen tijdig de relevante documenten. In het geval van opschorting of annulering overeenkomstig artikel 11, lid 2, stelt de Commissie het Europees Parlement en de Raad onverwijld in kennis van de redenen voor die opschorting of annulering.

Hoofdstuk II
Specifieke bepalingen met betrekking tot de uitvoering van de steun

Artikel 14
Opnemen en verstrekken van leningen

1.Voor de financiering van de steun uit hoofde van het instrument in de vorm van leningen wordt de Commissie gemachtigd om, namens de Unie, de nodige financiële middelen op de kapitaalmarkten of bij financiële instellingen te lenen overeenkomstig artikel 220 bis van Verordening (EU, Euratom) 2018/1046.

2.De voorwaarden voor de steun uit hoofde van het instrument in de vorm van leningen worden in detail vastgelegd in een tussen de Commissie en Oekraïne te sluiten leningsovereenkomst overeenkomstig artikel 220 van Verordening (EU, Euratom) 2018/1046. De leningen hebben een maximale looptijd van 35 jaar.

3.In afwijking van artikel 31, lid 3, tweede zin, van Verordening (EU) 2021/947 wordt macrofinanciële bijstand die uit hoofde van dit instrument in de vorm van leningen aan Oekraïne wordt verstrekt, niet ondersteund door de garantie voor extern optreden.

Voor de leningen op grond van deze verordening worden geen voorzieningen gevormd en, in afwijking van artikel 211, lid 1, van Verordening (EU, Euratom) 2018/1046, wordt geen voorzieningspercentage vastgesteld als een percentage van het in artikel 4, lid 1, genoemde bedrag.

Artikel 15
Rentesubsidie

1.In afwijking van artikel 220, lid 5, punt e), van Verordening (EU, Euratom) 2018/1046, en afhankelijk van de beschikbare middelen, kan de Unie met betrekking tot de leningen op grond van deze verordening de rentekosten dragen door een rentesubsidie toe te kennen, en de administratieve kosten in verband met het opnemen en verstrekken van leningen dekken, met uitzondering van kosten in verband met vervroegde terugbetaling van de lening.

2.Oekraïne kan de Unie jaarlijks verzoeken de rentesubsidie te verlenen en de administratieve kosten te dekken.

Artikel 16
Financieringsovereenkomst voor niet-terugbetaalbare steun

De voorwaarden van de in artikel 4, lid 3, bedoelde niet-terugbetaalbare steun worden in detail vastgelegd in een tussen de Commissie en Oekraïne te sluiten financieringsovereenkomst. In afwijking van artikel 220, lid 5, van Verordening (EU, Euratom) 2018/1046 bevat de financieringsovereenkomst uitsluitend de in artikel 220, lid 5, punten a) tot en met c), van diezelfde verordening bedoelde bepalingen. De financieringsovereenkomst bevat bepalingen betreffende de bescherming van de financiële belangen van de Unie, controles, audits, preventie van fraude en andere onregelmatigheden, en de terugvordering van middelen.

Hoofdstuk III
Gemeenschappelijke bepalingen en slotbepalingen

Artikel 17
Comitéprocedure

1.De Commissie wordt bijgestaan door een comité. Dat comité is een comité in de zin van Verordening (EU) nr. 182/2011.

2.Wanneer naar dit lid wordt verwezen, is artikel 5 van Verordening (EU) nr. 182/2011 van toepassing.

Artikel 18

Jaarlijks verslag

1.De Commissie dient bij het Europees Parlement en de Raad een beoordeling in van de uitvoering van hoofdstuk I, met inbegrip van een evaluatie van die uitvoering. In dat verslag:

a)wordt de geboekte vooruitgang bij de uitvoering van de steun van de Unie uit hoofde van dit instrument onderzocht;

b)worden de economische situatie en de vooruitzichten van Oekraïne, alsmede de uitvoering van de in hoofdstuk I, afdeling 2, bedoelde vereisten en voorwaarden beoordeeld;

c)wordt het verband aangegeven tussen de in het memorandum van overeenstemming vastgelegde voorschriften en voorwaarden, de actuele macrofinanciële situatie van Oekraïne en de besluiten van de Commissie tot vrijgave van de tranches van de steun uit hoofde van het instrument.

2.Uiterlijk twee jaar na het verstrijken van de beschikbaarheidsperiode dient de Commissie bij het Europees Parlement en de Raad een ex-postevaluatieverslag in, met een beoordeling van de resultaten en de doelmatigheid van de voltooide steun van de Unie uit hoofde van het instrument en van de mate waarin deze tot de doelstellingen van de bijstand heeft bijgedragen.

Artikel 19
Slotbepalingen

Deze verordening treedt in werking op de dag na die van de bekendmaking ervan in het Publicatieblad van de Europese Unie.

Deze verordening is verbindend in al haar onderdelen en is rechtstreeks toepasselijk in elke lidstaat.

Gedaan te Brussel,

Voor het Europees Parlement    Voor de Raad

De voorzitter    De voorzitter

FINANCIEEL MEMORANDUM

1.KADER VAN HET VOORSTEL/INITIATIEF

1.1.Benaming van het voorstel/initiatief

1.2.Betrokken beleidsterrein(en)

1.3.Het voorstel/initiatief betreft:

1.4.Doelstelling(en)

1.4.1.Algemene doelstelling(en)

1.4.2.Specifieke doelstelling(en)

1.4.3.Verwachte resulta(a)t(en) en gevolg(en)

1.4.4.Prestatie-indicatoren

1.5.Motivering van het voorstel/initiatief

1.5.1.Behoefte(n) waarin op korte of lange termijn moet worden voorzien, met een gedetailleerd tijdschema voor de uitrol van het initiatief

1.5.2.Toegevoegde waarde van de deelname van de Unie (deze kan het resultaat zijn van verschillende factoren, bijvoorbeeld coördinatiewinst, rechtszekerheid, grotere doeltreffendheid of complementariteit). Voor de toepassing van dit punt wordt onder “toegevoegde waarde van de deelname van de Unie” verstaan de waarde die een optreden van de Unie oplevert bovenop de waarde die door een optreden van alleen de lidstaat zou zijn gecreëerd.

1.5.3.Nuttige ervaring die bij soortgelijke activiteiten in het verleden is opgedaan

1.5.4.Verenigbaarheid met het meerjarig financieel kader en eventuele synergie met andere passende instrumenten

1.5.5.Beoordeling van de verschillende beschikbare financieringsopties, waaronder mogelijkheden voor herschikking

1.6.Duur en financiële gevolgen van het voorstel/initiatief

1.7.Beheersvorm(en)

2.BEHEERSMAATREGELEN

2.1.Regels inzake het toezicht en de verslagen

2.2.Beheers- en controlesyste(e)m(en)

2.2.1.Rechtvaardiging van de voorgestelde beheersvorm(en), uitvoeringsmechanisme(n) voor financiering, betalingsvoorwaarden en controlestrategie

2.2.2.Informatie over de geïdentificeerde risico’s en het (de) systeem (systemen) voor interne controle dat is (die zijn) opgezet om die risico’s te beperken

2.2.3.Raming en motivering van de kosteneffectiviteit van de controles (verhouding van de controlekosten tot de waarde van de desbetreffende financiële middelen) en evaluatie van het verwachte foutenrisico (bij betaling en bij afsluiting).

2.3.Maatregelen ter voorkoming van fraude en onregelmatigheden

3.GERAAMDE FINANCIËLE GEVOLGEN VAN HET VOORSTEL/INITIATIEF

3.1.Rubriek(en) van het meerjarig financieel kader en betrokken begrotingsonderde(e)l(en) voor uitgaven

3.2.Geraamde financiële gevolgen van het voorstel inzake kredieten

3.2.1.Samenvatting van de geraamde gevolgen voor de beleidskredieten

3.2.2. Samenvatting van de geraamde gevolgen voor de administratieve kredieten

3.2.3.Verenigbaarheid met het huidige meerjarig financieel kader

3.2.4.Bijdragen van derden

3.3.Geraamde gevolgen voor de ontvangsten

FINANCIEEL MEMORANDUM

KADER VAN HET VOORSTEL/INITIATIEF

1.1 Benaming van het voorstel/initiatief

Voorstel voor een verordening van het Europees Parlement en de Raad tot instelling van een instrument om steun te verlenen aan Oekraïne

1.2 Betrokken beleidsterreinen (Programmacluster)

6. Nabuurschap en de wereld

14. Extern optreden

Instrument om steun te verlenen aan Oekraïne (macrofinanciële bijstand +)

1.3 Het voorstel/initiatief betreft:

 een nieuwe actie 

 een nieuwe actie na een proefproject / voorbereidende actie 18  

 de verlenging van een bestaande actie 

 de samenvoeging of ombuiging van een of meer acties naar een andere/een nieuwe actie 

1.4 Doelstelling(en)

1.4.1 Algemene doelstelling(en)

Financiële kortetermijnsteun verlenen, om het herstel en de eerste steun voor de wederopbouw na de oorlog te financieren – en zo Oekraïne te ondersteunen op zijn traject richting integratie in Europa.

1.4.2 Specifieke doelstelling(en)

a)macrofinanciële stabiliteit en het verlichten van de beperkingen van het land inzake externe en interne financiering;

b)een hervormingsagenda die inzet op de vroege voorbereidende fase van het pretoetredingsproces, in voorkomend geval, met inbegrip van het versterken van de Oekraïense instellingen, het hervormen en versterken van de doeltreffendheid van het openbaar bestuur, alsmede transparantie, structurele hervormingen en goed bestuur op alle niveaus;

c)herstel van kritieke functies en infrastructuur en hulp aan mensen in nood.

1.4.3 Verwachte resulta(a)t(en) en gevolg(en)

Vermeld de gevolgen die het voorstel/initiatief zou moeten hebben op de begunstigden/doelgroepen.

   De economische veerkracht en stabiliteit van Oekraïne ondersteunen in de oorlogsomstandigheden.

   Bijdragen aan het dekken van de externe financieringsbehoeften van Oekraïne, in de context van een aanzienlijke verslechtering van de externe rekeningen van het land als gevolg van de niet-uitgelokte en ongerechtvaardigde Russische invasie van Oekraïne.

   De budgettaire financieringsbehoeften van de partner verlichten, als voortzetting van de reeds verstrekte noodhulp.

   Ondersteunen van structurele hervormingen ter verbetering van het algemene macro-economische beheer, ter versterking van de economische governance en transparantie en ter verbetering van de voorwaarden voor duurzame groei, ten behoeve van het traject van integratie in de EU.

1.4.4 Prestatie-indicatoren

Vermeld de indicatoren voor de monitoring van de voortgang en de beoordeling van de resultaten

De autoriteiten van Oekraïne zullen op regelmatige basis aan de diensten van de Commissie verslag moeten uitbrengen over een reeks economische indicatoren en over de rapportageverplichtingen in het memorandum van overeenstemming.

De diensten van de Commissie zullen het beheer van de overheidsfinanciën blijven monitoren, na de operationele beoordeling van de financiële en administratieve procedures in Oekraïne, die in juni 2020 is uitgevoerd.

1.5 Motivering van het voorstel/initiatief

1.5.1 Behoefte(n) waarin op korte of lange termijn moet worden voorzien, met een gedetailleerd tijdschema voor de uitrol van het initiatief

De uitbetaling van de bijstand zal afhankelijk zijn van de vervulling van de noodzakelijke randvoorwaarde en de beleidsvoorwaarden die zijn opgenomen in een memorandum van overeenstemming tussen de Commissie en de Oekraïense autoriteiten. Het is de bedoeling dat de bijstand in meerdere tranches wordt uitbetaald. De tranches zouden snel na de goedkeuring van dit voorstel en de inwerkingtreding van het daarbij behorende memorandum van overeenstemming worden vrijgegeven, en komen daarna beschikbaar.

De bijstand zal door de Commissie worden beheerd. Daarbij zijn met het Financieel Reglement strokende specifieke bepalingen ter preventie van fraude en andere onregelmatigheden van toepassing. De Commissie en de Oekraïense autoriteiten moeten een akkoord bereiken over een memorandum van overeenstemming met daarin rapportageverplichtingen. De Commissie zal nauw met de internationale financiële instellingen en de nationale autoriteiten samenwerken om de relevante ontwikkelingen en de toepassing van de in het memorandum van overeenstemming overeengekomen vereisten en voorwaarden te monitoren.

1.5.2 Toegevoegde waarde van de deelname van de Unie (deze kan het resultaat zijn van verschillende factoren, bijvoorbeeld coördinatiewinst, rechtszekerheid, grotere doeltreffendheid of complementariteit). Voor de toepassing van dit punt wordt onder “toegevoegde waarde van de deelname van de Unie” verstaan de waarde die een optreden van de Unie oplevert bovenop de waarde die door een optreden van alleen de lidstaat zou zijn gecreëerd.

Dit voorstel beantwoordt aan de behoefte aan een gemeenschappelijke respons bij het op adequate schaal steunen van Oekraïne, behoefte die onvoldoende kan worden verwezenlijkt door de lidstaten alleen en derhalve beter door de EU kan worden verwezenlijkt. De belangrijkste redenen zijn de begrotingscapaciteit en de budgettaire beperkingen op nationaal niveau en de noodzaak van een sterke coördinatie tussen donoren om de omvang en de doeltreffendheid van de steun te maximaliseren en tegelijkertijd de belasting van de bestuurlijke capaciteit van de Oekraïense autoriteiten, die in de huidige omstandigheden sterk onder druk staat, te beperken.

Het initiatief is onderdeel van de doelstelling van de EU om Oekraïne liquiditeitssteun op korte termijn te verstrekken. Het versterkt ook de acties van de Unie voor directe humanitaire, economische en defensiesteun, alsmede de initiatieven van de Unie om multilaterale acties, zoals “Stand-up for Ukraine”, te coördineren. Dit initiatief is per definitie ook een katalysator voor hervormingen die de veerkracht van het land op korte termijn versterken en tevens bijdragen aan een grotere stabiliteit op langere termijn. Deze verwachte resultaten zijn op dit kritieke moment bijzonder relevant voor Oekraïne.

De belangrijkste toegevoegde waarde van de leningen op concessionele voorwaarden in vergelijking met andere EU-instrumenten is dat deze de externe financiële beperkingen verlichten en helpen te garanderen dat er een stabiel macro-economisch kader blijft bestaan, onder meer door een duurzame en houdbare betalingsbalans en begrotingspositie te bevorderen, binnen een passend kader voor rapportageverplichtingen.

1.5.3 Nuttige ervaring die bij soortgelijke activiteiten in het verleden is opgedaan

Macrofinanciële-bijstandsoperaties in partnerlanden zijn onderworpen aan ex-postevaluaties. Uit eerdere ex-postevaluaties van vorige MFB-operaties voor Oekraïne is gebleken dat deze over het algemeen zeer relevant waren wat betreft de doelstellingen, de financiële middelen en de beleidsdoelstellingen ervan.

Zij zijn van cruciaal belang gebleken om Oekraïne te ondersteunen bij het aanpakken van zijn betalingsbalansproblemen en het doorvoeren van cruciale structurele hervormingen om de economie te stabiliseren en de houdbaarheid van zijn externe positie te verbeteren. Zij maakten besparingen op de begroting en financiële voordelen mogelijk en fungeerden als katalysator voor aanvullende financiële steun en beleggersvertrouwen.

1.5.4 Verenigbaarheid met het meerjarig financieel kader en eventuele synergie met andere passende instrumenten

Het voorstel is verenigbaar met de plafonds van het meerjarig financieel kader (MFK) 2021-2027. De steun in de vorm van leningen zal beschikbaar zijn voor het jaar 2023. De middelen voor het instrument zullen worden gefinancierd door leningen op te nemen (tot 18 miljard EUR voor de steun op basis van leningen).

De EU zal een rentesubsidie verstrekken die zal worden gefinancierd uit bijdragen van lidstaten in de vorm van externe bestemmingsontvangsten voor de EU-begroting. Daarom zal deze uitgave geen gevolgen hebben voor de plafonds van het meerjarig financieel kader 2021-2027.

1.5.5 Beoordeling van de verschillende beschikbare financieringsopties, waaronder mogelijkheden voor herschikking

De macrofinanciële bijstand van de Unie aan Oekraïne in 2022 is ruimhartig en doeltreffend geweest. Deze bijstand is tot dusver echter alleen op adhocbasis toegekend, telkens voor een paar maand. Dit vergde aanzienlijke voorzieningen uit de EU-begroting en nationale garanties. Daarom moet een meer structurele en efficiëntere aanpak worden overwogen voor steun van de Unie aan Oekraïne in 2023.

Dit voorstel tekent een gestructureerd en duurzaam raamwerk uit om financiële bijstand naar Oekraïne toe te leiden, maar biedt wel voldoende flexibiliteit om de steun aan te passen aan de evoluerende financieringsbehoeften van het land en het pad te effenen voor een toekomstige RebuildUkraine-faciliteit, in lijn met de mededeling van 18 mei 2022 over “Hulp voor en wederopbouw van Oekraïne” 19 en de beginselen die zijn overeengekomen op de conferentie over de wederopbouw van Oekraïne die in juli 2022 te Lugano is georganiseerd.

Om te vermijden dat kwesties inzake financiële steun telkens weer aan de EU-wetgevers en de nationale wetgevers moeten worden voorgelegd, moeten de brede parameters voor noodhulp en herstelsteun van de Unie worden vastgelegd voor heel 2023.

Verdere druk op een onder druk staande EU-begroting als gevolg van voorzieningsvereisten en complexe regelingen, waarmee een groot aantal nationale adhocgaranties gemoeid is, moet worden vermeden. Een eengemaakt en efficiënt systeem dat voor de beste leningsvoorwaarden zorgt en markttoegang verruimt voor steun in de vorm van leningen, heeft belangrijke voordelen in een omgeving van stijgende kosten en rentetarieven.

1.6 Duur en financiële gevolgen van het voorstel/initiatief

 beperkte geldigheidsduur

    van kracht vanaf [DD/MM]JJJJ tot en met [DD/MM]JJJJ

Financiële gevolgen in 2023 voor steun in de vorm van leningen, en gedurende de aflossingsperiode voor steun in de vorm van rentesubsidies, gefinancierd door externe bestemmingsontvangsten, tenzij deze in toekomstige meerjarige financiële kaders door andere middelen worden gedekt.

 onbeperkte geldigheidsduur

Uitvoering met een opstartperiode vanaf JJJJ tot en met JJJJ,

gevolgd door een volledige uitvoering.

1.7 Beheersvorm(en) 20   

 Direct beheer door de Commissie

door haar diensten, waaronder het personeel in de delegaties van de Unie;

    door de uitvoerende agentschappen

 Gedeeld beheer met lidstaten

 Indirect beheerdoor begrotingsuitvoeringstaken te delegeren aan:

derde landen of de door hen aangewezen organen;

internationale organisaties en hun agentschappen (geef aan welke);

de EIB en het Europees Investeringsfonds;

de in de artikelen 70 en 71 van het Financieel Reglement bedoelde organen;

publiekrechtelijke organen;

privaatrechtelijke organen met een openbare dienstverleningstaak, voor zover zij voldoende financiële garanties bieden;

privaatrechtelijke organen van een lidstaat, waaraan de uitvoering van een publiek-privaat partnerschap is toevertrouwd en die voldoende financiële garanties bieden;

personen aan wie de uitvoering van specifieke maatregelen op het gebied van het GBVB in het kader van titel V van het VEU is toevertrouwd en die worden genoemd in de betrokken basishandeling.

Verstrek, indien meer dan een beheersvorm is aangekruist, extra informatie onder “Opmerkingen”.

Opmerkingen

(n.v.t.)

BEHEERSMAATREGELEN

2.1 Regels inzake het toezicht en de verslagen

Vermeld frequentie en voorwaarden.

De toezichts- en verslagleggingsverplichtingen van Verordening (EU, Euratom) 2018/1046 zijn van toepassing.

Het toezicht op de actie door de diensten van de Commissie zal plaatsvinden op basis van de in een memorandum van overeenstemming met de Oekraïense autoriteiten overeen te komen specifieke maatregelen.

In het memorandum van overeenstemming zullen rapportageverplichtingen worden opgenomen die met name de efficiëntie, transparantie en verantwoording van het gebruik van de steun uit hoofde van het instrument waarborgen.

De Commissie zal op gezette tijdstippen de toepassing van de rapportageverplichtingen en de vooruitgang bij de naleving van de in het memorandum van overeenstemming vastgestelde beleidsvoorwaarden controleren. De Commissie zal het Europees Parlement en de Raad van de uitkomsten van die controle in kennis stellen.

De Commissie zal bij het Europees Parlement en de Raad een beoordeling indienen van de uitvoering van de steun van de Unie voor Oekraïne, met inbegrip van een evaluatie van die uitvoering.

Uiterlijk twee jaar na het verstrijken van de beschikbaarheidsperiode zal de Commissie bij het Europees Parlement en de Raad een ex-postevaluatieverslag indienen, met daarin een beoordeling van de resultaten en de doelmatigheid van de voltooide steun van de Unie uit hoofde van het instrument en van de mate waarin deze tot de doelstellingen van de bijstand heeft bijgedragen.

2.2 Beheers- en controlesyste(e)m(en)

2.2.1 Rechtvaardiging van de voorgestelde beheersvorm(en), uitvoeringsmechanisme(n) voor financiering, betalingsvoorwaarden en controlestrategie

De uit hoofde van dit voorstel te financieren acties zullen in direct beheer door de Commissie worden uitgevoerd, aangezien het rechtstreeks aan de Staat verstrekte steun betreft.

De steun uit hoofde van het instrument zal door de Commissie in tranches beschikbaar worden gesteld. Elk van deze tranches bestaat uit een lening en, voor zover beschikbaar, niet-terugbetaalbare steun.

Uitbetalingen kunnen flexibel en soepel worden georganiseerd, afhankelijk van de behoeften van de Oekraïense autoriteiten. Daarbij kan bijvoorbeeld worden gedacht aan uitkering op kwartaalbasis, om de regeldruk voor de Oekraïense autoriteiten tot een minimum te beperken.

De steun moet worden vrijgegeven mits randvoorwaarden in acht worden genomen en er sprake is van een bevredigende uitvoering en progressie richting de uitvoering van de beleidsvoorwaarden.

2.2.2 Informatie over de geïdentificeerde risico’s en het (de) systeem (systemen) voor interne controle dat is (die zijn) opgezet om die risico’s te beperken

Er zijn politieke, fiduciaire en beleidsrisico’s verbonden aan de voorgestelde operatie. Een centraal risico voor de operatie vloeit voort uit de voortzetting van de oorlog als gevolg van de ongerechtvaardigde en niet-uitgelokte Russische invasie van Oekraïne, die een verder negatief effect zou kunnen hebben op de macro-economische stabiliteit en de bestuurlijke capaciteit van Oekraïne.

Er bestaat een risico dat de leningen op frauduleuze wijze zouden kunnen worden aangewend. Aangezien het voorstel niet wordt toegewezen aan specifieke uitgaven (wat bijvoorbeeld wel het geval is bij projectfinanciering), hangt dit risico samen met factoren zoals de algemene kwaliteit van beheerssystemen in de centrale bank van Oekraïne en het ministerie van Financiën, administratieve procedures, controle- en toezichtfuncties, beveiliging van IT-systemen en de geschiktheid van interne en externe controlecapaciteit.

Een derde risico hangt samen met de kans dat Oekraïne niet in staat zou zijn de uit de voorgestelde leningen voortvloeiende financiële verplichtingen jegens de EU na te komen (wanbetalings- of kredietrisico). Een dergelijke situatie kan bijvoorbeeld worden veroorzaakt door een aanmerkelijke verdere verslechtering van de betalingsbalans en de begrotingspositie van het partnerland. Daarom zal de Commissie na de inwerkingtreding van de in deze verordening genoemde wijziging van Verordening (EU, Euratom) 2018/1046 een breder governancekader, risicobeheerprocedures en een methode voor kostenallocatie vaststellen en toepassen.

Interne controlesystemen

De operaties zullen worden onderworpen aan verificatie-, controle- en auditprocedures onder de verantwoordelijkheid van de Commissie, met inbegrip van het Europees Bureau voor fraudebestrijding (OLAF), en van de Europese Rekenkamer, zoals bepaald in artikel 129 van het Financieel Reglement. Tijdens de uitvoering zal de Commissie de verklaringen van de partner periodiek controleren. De betaling wordt onderworpen aan monitoring door de diensten van de Commissie. De uitbetaling met betrekking tot de operaties kan afhankelijk worden gesteld van aanvullende onafhankelijke ex-postverificaties (van documenten of ter plaatse) door ambtenaren van het ex-postcontroleteam van het betrokken departement van de Commissie. Die verificaties kunnen ook plaatsvinden op verzoek van de verantwoordelijke ordonnateur via subdelegatie. Zo nodig kunnen onderbrekingen en opschortingen van betalingen, (door de Commissie uitgevoerde) financiële correcties of terugvorderingen plaatsvinden (wat tot dusver nog niet voorgekomen is); de lenings- en financieringsovereenkomsten met de partners voorzien uitdrukkelijk in die mogelijkheid. 

2.2.3 Raming en motivering van de kosteneffectiviteit van de controles (verhouding van de controlekosten tot de waarde van de desbetreffende financiële middelen) en evaluatie van het verwachte foutenrisico (bij betaling en bij afsluiting).

De bestaande controlesystemen hebben tot dusver gezorgd voor een effectief foutenpercentage van 0 % voor betalingen van het type macrofinanciële bijstand. Er zijn geen gevallen bekend van fraude, corruptie of onwettige activiteit. De operaties hebben een duidelijke interventielogica, waardoor de Commissie het effect ervan kan evalueren. Door de controles kan zekerheid worden verkregen en kan worden nagegaan of de beleidsdoelstellingen en -prioriteiten zijn gehaald.

2.3 Maatregelen ter voorkoming van fraude en onregelmatigheden

Vermeld de bestaande en geplande preventie- en beschermingsmaatregelen, bijvoorbeeld in het kader van de fraudebestrijdingsstrategie.

Om de risico’s van frauduleus gebruik van de middelen te voorkomen, zijn meerdere maatregelen getroffen en zullen nog andere maatregelen worden getroffen. Een tussen de Commissie en Oekraïne te sluiten leningsovereenkomst overeenkomstig artikel 220 van Verordening (EU, Euratom) 2018/1046. De voorwaarden van niet-terugbetaalbare steun die naast de rentesubsidie beschikbaar wordt gesteld, worden in detail vastgelegd in een tussen de Commissie en Oekraïne te sluiten financieringsovereenkomst.

De overeenkomsten zullen een aantal bepalingen bevatten met betrekking tot inspectie, fraudepreventie, audits en terugvordering van middelen in geval van fraude of corruptie. Met name zullen de lenings- en financieringsovereenkomsten bepalingen bevatten dat de Commissie controles verricht, de Rekenkamer audits uitvoert en het Europees Openbaar Ministerie zijn bevoegdheden uitoefent in overeenstemming met de artikelen 129 en 220 van Verordening (EU, Euratom) 2018/1046.

Voorts is het de bedoeling dat een aantal rapportageverplichtingen aan de bijstand wordt gekoppeld, om de transparantie en de verantwoordingsplicht met betrekking tot het gebruik van de middelen te vergroten.

GERAAMDE FINANCIËLE GEVOLGEN VAN HET VOORSTEL/INITIATIEF

3.1 Rubriek(en) van het meerjarig financieel kader en betrokken begrotingsonderde(e)l(en) voor uitgaven

·Te creëren nieuwe begrotingsonderdelen

In volgorde van de rubrieken van het meerjarig financieel kader en de begrotingsonderdelen.

Rubriek van het meerjarig financieel kader

Begrotingsonderdeel

Soort 
krediet

Bijdrage

Nummer  

GK/NGK

van EVA-landen

van kandidaat-lidstaten

van derde landen

in de zin van artikel 21, lid 2, punt b), van het Financieel Reglement

6

Nieuw onderdeel voor rentesubsidie

Nieuw onderdeel voor steunuitgaven uit hoofde van artikel 4, lid 4

Nieuw onderdeel voor niet-terugbetaalbare steun uit hoofde van artikel 4, lid 3

GK

NGK

GK

JA

JA

JA

JA

3.2 Geraamde financiële gevolgen van het voorstel inzake kredieten

3.2.1 Samenvatting van de geraamde gevolgen voor de beleidskredieten

De voorgestelde uitgaven in verband met het instrument om Oekraïne steun te verlenen zullen worden gedekt door een bedrag van maximaal 18 000 000 000 EUR in de vorm van leningen voortvloeiend uit operaties voor het opnemen van leningen door de Unie.

Aanvullende bedragen afkomstig van specifieke vrijwillige bijdragen van lidstaten (als externe bestemmingsontvangsten) zouden voor de volgende doelstellingen worden gebruikt:

steun voor rentekosten van leningen – hier kan niet vooraf een doelvolume worden bepaald omdat deze kosten zullen afhangen van de daadwerkelijke rente over de leningen;

·activiteiten die onder het memorandum van overeenstemming van het instrument vallen;

·om te worden doorgeleid naar het Instrument voor nabuurschapsbeleid, ontwikkeling en internationale samenwerking – Europa in de wereld (NDICI) en/of humanitaire hulp voor activiteiten ten behoeve van Oekraïne.

Voorts kunnen derde landen en partijen, bovenop de hier beschreven middelen, extra middelen beschikbaar stellen als externe bestemmingsontvangsten die bijdragen aan het memorandum van overeenstemming over het instrument of die worden doorgeleid naar NDICI en/of humanitaire hulp voor activiteiten ten behoeve van Oekraïne.

Instrument om steun te verlenen aan Oekraïne

(aanname: vastleggingskredieten gelijk aan betalingskredieten)

Jaar 
2023

Jaar 
2024

Jaar 
2025

Jaar 
2026

Jaar 
2027

·Beleidskredieten (waarvan)

Leningen

18 000 000 000

Niet-terugbetaalbare steun ter dekking van de rentesubsidie

p.m.

p.m.

p.m.

p.m.

p.m.

Aanvullende bijdragen voor niet-terugbetaalbare steun

p.m.

p.m.

p.m.

p.m.

p.m.



Rubriek van het meerjarig financieel  
kader

7

“Administratieve uitgaven”

Dit deel moet worden ingevuld aan de hand van de “administratieve begrotingsgegevens”, die eerst moeten worden opgenomen in de bijlage bij het financieel memorandum (Bijlage V bij de interne voorschriften), te uploaden in DECIDE met het oog op overleg tussen de diensten.

in miljoenen euro’s (tot op drie decimalen)

Jaar 
N

Jaar 
N+1

Jaar 
N+2

Jaar 
N+3

zoveel jaren als nodig om de duur van de gevolgen weer te geven (zie punt 1.6)

TOTAAL

DG: <…….>

• Personele middelen

• Andere administratieve uitgaven

TOTAAL DG <…….>

Kredieten

TOTAAL kredieten 
voor RUBRIEK 7 
van het meerjarig financieel kader 

(totaal vastleggingen = totaal betalingen)

3.2.2 Samenvatting van de geraamde gevolgen voor administratieve kredieten

Voor het voorstel/initiatief zijn geen administratieve kredieten nodig

    Voor het voorstel/initiatief zijn administratieve kredieten nodig, zoals hieronder nader wordt beschreven:

in miljoenen euro’s (tot op drie decimalen)

Jaar 
2023 21

Jaar 
2024

Jaar 
2025

Jaar 
2026

Jaar 
2027

TOTAAL

RUBRIEK 7 
van het meerjarig financieel kader

Personele middelen

Andere administratieve uitgaven

Subtotaal RUBRIEK 7 
van het meerjarig financieel kader

Buiten RUBRIEK 7 22   
van het meerjarig financieel kader

Personele middelen

p.m.

p.m.

p.m.

p.m.

p.m.

p.m.

Andere administratieve 
uitgaven

p.m.

p.m.

p.m.

p.m.

p.m.

p.m.

Subtotaal  
buiten RUBRIEK 7 
van het meerjarig financieel kader

TOTAAL

p.m.

p.m.

p.m.

p.m.

p.m.

p.m.

De benodigde kredieten voor personeel en andere administratieve uitgaven zullen worden gefinancierd uit de kredieten van het DG die reeds voor het beheer van deze actie zijn toegewezen en/of binnen het DG zijn herverdeeld, eventueel aangevuld met middelen die in het kader van de jaarlijkse toewijzingsprocedure met inachtneming van de budgettaire beperkingen aan het beherende DG kunnen worden toegewezen.

Geraamde personeelsbehoeften

   Voor het voorstel/initiatief zijn geen personele middelen nodig

Voor het voorstel/initiatief zijn personele middelen nodig, zoals hieronder nader wordt beschreven:

Raming in voltijdequivalenten

2023

2024

2025

zoveel jaren als nodig om de duur van de gevolgen weer te geven (zie punt 1.6)

• Posten opgenomen in de lijst van het aantal ambten (ambtenaren en tijdelijke functionarissen)

20 01 02 01 (centrale diensten en vertegenwoordigingen van de Commissie)

20 01 02 03 (delegaties)

01 01 01 01 (onderzoek onder contract)

01 01 01 11 (eigen onderzoek)

Ander begrotingsonderdeel (te vermelden)

Extern personeel (in voltijdequivalenten VTE) 23

20 02 01 (AC, END, INT van de “totale financiële middelen”)

20 02 03 (AC, AL, END, INT en JPD in de delegaties)

14 01 06  24

– centrale diensten

– in delegaties

01 01 01 02 (AC, END, INT – onderzoek onder contract)

01 01 01 12 (AC, END, INT – eigen onderzoek)

Ander begrotingsonderdeel (te vermelden)

TOTAAL

Extern personeel (in voltijdequivalenten VTE) – AC, AL, END, INT en JPD  25

Ander begrotingsonderdeel: Bestemmingsontvangsten

Gefinancierd uit bestemmingsontvangsten – centrale diensten

Gefinancierd uit bestemmingsontvangsten – in delegaties

TOTAAL

XX is het beleidsterrein of de begrotingstitel.

Voor de benodigde personele middelen zal een beroep worden gedaan op het personeel van het DG dat reeds voor het beheer van deze actie is toegewezen en/of binnen het DG is herverdeeld, eventueel aangevuld met middelen die in het kader van de jaarlijkse toewijzingsprocedure met inachtneming van de budgettaire beperkingen aan het beherende DG kunnen worden toegewezen.

Beschrijving van de uit te voeren taken:

Ambtenaren en tijdelijk personeel

Extern personeel

3.2.3 Verenigbaarheid met het huidige meerjarig financieel kader

Leningen zullen worden gefinancierd uit leningen die de EU op de financiële markten opneemt. Het voorstel:

kan volledig worden gefinancierd door middel van herschikking binnen de relevante rubriek van het meerjarig financieel kader (MFK).

Zet uiteen welke herprogrammering nodig is, onder vermelding van de betrokken begrotingsonderdelen en de desbetreffende bedragen. Verstrek een Excel-tabel in het geval van een omvangrijke herprogrammeringsexercitie.

    hiervoor moet een beroep worden gedaan op de niet-toegewezen marge in de desbetreffende rubriek van het MFK en/of op de speciale instrumenten zoals gedefinieerd in de MFK-verordening.

Zet uiteen wat nodig is, onder vermelding van de betrokken rubrieken en begrotingsonderdelen, de desbetreffende bedragen en de voorgestelde instrumenten.

   hiervoor is een herziening van het MFK nodig.

Het initiatief vereist een gerichte aanpassing van de MFK-verordening zodat leningen aan Oekraïne kunnen worden gedekt door een garantie uit de EU-begrotingsmarge, d.w.z. de budgettaire marge boven het maximum voor betalingen van het meerjarig financieel kader (MFK) tot het maximum van de eigen middelen. Dit zal beleggers een hoge mate van bescherming en zekerheid bieden en zal de dure invoering van nationale garanties vermijden, zonder dat de omvang of de maxima van het MFK hoeven te worden gewijzigd. Een en ander vereist een beperkte wijziging van de MFK-verordening, Verordening (EU, Euratom) 2020/2093, waardoor voorwaardelijke verplichtingen die voortvloeien uit financiële bijstand aan Oekraïne, op dezelfde wijze kunnen worden behandeld als financiële bijstand voor lidstaten. Met deze beperkte wijziging worden de toepasselijke maxima van het MFK 2021-2027 niet herzien.

3.2.4 Bijdragen derden

Het voorstel/initiatief:

   voorziet niet in medefinanciering door derden 26

voorziet in medefinanciering door derden, zoals hieronder wordt geraamd:

Kredieten in miljoenen euro’s (tot op drie decimalen)

Jaar 
N 27

Jaar 
N+1

Jaar 
N+2

Jaar 
N+3

zoveel jaren als nodig om de duur van de gevolgen weer te geven (zie punt 1.6)

Totaal

Medefinancieringsbron 

TOTAAL medegefinancierde kredieten

 


3.3 Geraamde gevolgen voor de ontvangsten

   Het voorstel/initiatief heeft geen financiële gevolgen voor de ontvangsten.

Het voorstel/initiatief heeft de hieronder beschreven financiële gevolgen:

   voor de eigen middelen

voor overige ontvangsten

Geef aan of de ontvangsten worden toegewezen aan de begrotingsonderdelen voor uitgaven    

in miljoenen euro’s (tot op drie decimalen)

Begrotingsonderdeel voor ontvangsten:

Voor het lopende begrotingsjaar beschikbare kredieten

Gevolgen van het voorstel/initiatief 28

Jaar 
N

Jaar 
N+1

Jaar 
N+2

Jaar 
N+3

zoveel jaren als nodig om de duur van de gevolgen weer te geven (zie punt 1.6)

p.m.

p.m.

p.m.

p.m.

p.m.

p.m.

p.m.

p.m.

Vermeld voor de toegewezen ontvangsten het (de) betrokken begrotingsonderde(e)l(en) voor uitgaven.

Zie afdeling 3.2.1 hierboven

(1)    COM(2022) 233 final.
(2)    Besluit (EU, Euratom) 2020/2053 van de Raad van 14 december 2020 betreffende het stelsel van eigen middelen van de Europese Unie en tot intrekking van Besluit 2014/335/EU, Euratom (PB L 424 van 15.12.2020, blz. 1).
(3)    Verordening (EU, Euratom) 2020/2093 van de Raad van 17 december 2020 tot bepaling van het meerjarig financieel kader voor de jaren 2021-2027 (PB L 433I van 22.12.2020, blz. 11).
(4)    Verordening (EU) 2021/947 van het Europees Parlement en de Raad van 9 juni 2021 tot vaststelling van het instrument voor nabuurschapsbeleid, ontwikkeling en internationale samenwerking – Europa in de wereld, tot wijziging en intrekking van Besluit nr. 466/2014/EU van het Europees Parlement en de Raad en tot intrekking van Verordening (EU) 2017/1601 van het Europees Parlement en de Raad en Verordening (EG, Euratom) nr. 480/2009 van de Raad (PB L 209 van 14.6.2021, blz. 1).
(5)    Verordening (EG) nr. 1257/96 van de Raad van 20 juni 1996 betreffende humanitaire hulp (PB L 163 van 2.7.1996, blz. 1).
(6)    Standpunt van het Europees Parlement van … 2022 (nog niet in het Publicatieblad bekendgemaakt) en besluit van de Raad van … 2022.
(7)    Associatieovereenkomst tussen de Europese Unie en de Europese Gemeenschap voor Atoomenergie en hun lidstaten, enerzijds, en Oekraïne, anderzijds (PB L 161 van 29.5.2014, blz. 3).
(8)    Besluit (EU) 2022/313 van het Europees Parlement en de Raad van 24 februari 2022 tot toekenning van macrofinanciële bijstand aan Oekraïne (PB L 55 van 28.2.2022, blz. 4).
(9)    Besluit (EU) 2022/1201 van het Europees Parlement en de Raad van 12 juli 2022 tot toekenning van macrofinanciële bijstand aan Oekraïne (PB L 186 van 13.7.2022, blz. 1).
(10)    Besluit (EU) 2022/1628 van het Europees Parlement en de Raad van 20 september 2022 tot toekenning van buitengewone macrofinanciële bijstand aan Oekraïne, tot versterking van het gemeenschappelijk voorzieningsfonds met garanties van de lidstaten en met een specifieke voorziening voor bepaalde financiële verplichtingen in verband met Oekraïne die worden gegarandeerd uit hoofde van Besluit nr. 466/2014/EU, en tot wijziging van Besluit (EU) 2022/1201 (PB L 245 van 22.9.2022, blz. 1).
(11)    Conclusies van de Europese Raad, 23 en 24 juni 2022.
(12)    Verordening (EU, Euratom) 2018/1046 van het Europees Parlement en de Raad van 18 juli 2018 tot vaststelling van de financiële regels van toepassing op de algemene begroting van de Unie, tot wijziging van Verordeningen (EU) nr. 1296/2013, (EU) nr. 1301/2013, (EU) nr. 1303/2013, (EU) nr. 1304/2013, (EU) nr. 1309/2013, (EU) nr. 1316/2013, (EU) nr. 223/2014, (EU) nr. 283/2014 en Besluit nr. 541/2014/EU en tot intrekking van Verordening (EU, Euratom) nr. 966/2012 (PB L 193 van 30.7.2018, blz. 1).
(13)    Verordening (EU) 2021/947 van het Europees Parlement en de Raad van 9 juni 2021 tot vaststelling van het instrument voor nabuurschapsbeleid, ontwikkeling en internationale samenwerking – Europa in de wereld, tot wijziging en intrekking van Besluit nr. 466/2014/EU van het Europees Parlement en de Raad en tot intrekking van Verordening (EU) 2017/1601 van het Europees Parlement en de Raad en Verordening (EG, Euratom) nr. 480/2009 van de Raad (PB L 209 van 14.6.2021, blz. 1).
(14)    Verordening (EG) nr. 1257/96 van de Raad van 20 juni 1996 betreffende humanitaire hulp (PB L 163 van 2.7.1996, blz. 1).
(15)    Verordening (EU, Euratom) 2020/2093 van de Raad van 17 december 2020 tot bepaling van het meerjarig financieel kader voor de jaren 2021-2027 (PB L 433I van 22.12.2020, blz. 11).
(16)    Verordening (EU) nr. 182/2011 van het Europees Parlement en de Raad van 16 februari 2011 tot vaststelling van de algemene voorschriften en beginselen die van toepassing zijn op de wijze waarop de lidstaten de uitoefening van de uitvoeringsbevoegdheden door de Commissie controleren (PB L 55 van 28.2.2011, blz. 13).
(17)    Besluit 2010/427/EU van de Raad van 26 juli 2010 tot vaststelling van de organisatie en werking van de Europese dienst voor extern optreden (PB L 201 van 3.8.2010, blz. 30).
(18)    In de zin van artikel 58, lid 2, punt a) of b), van het Financieel Reglement.
(19)    COM(2022) 233 final.
(20)    Nadere gegevens over de beheersvormen en verwijzingen naar het Financieel Reglement zijn beschikbaar op BudgWeb: https://myintracomm.ec.europa.eu/budgweb/EN/man/budgmanag/Pages/budgmanag.aspx  
(21)    Het jaar N is het jaar waarin met de uitvoering van het voorstel/initiatief wordt begonnen. Vervang “N” door het verwachte eerste jaar van uitvoering (bijvoorbeeld: 2021). Hetzelfde voor de volgende jaren.
(22)    Technische en/of administratieve bijstand en uitgaven ter ondersteuning van de uitvoering van programma’s en/of acties van de EU (vroegere “BA”-onderdelen), onderzoek door derden, eigen onderzoek.
(23)    AC = Agent Contractuel (arbeidscontractant); AL = Agent Local (plaatselijk functionaris); END = Expert National Détaché (gedetacheerd nationaal deskundige); INT = Intérimaire (uitzendkracht); JPD = Junior Professionals in Delegations (jonge deskundige in delegaties).
(24)     Subplafond voor extern personeel uit beleidskredieten (vroegere “BA”-onderdelen).
(25)    AC = Agent Contractuel (arbeidscontractant); AL = Agent Local (plaatselijk functionaris); END = Expert National Détaché (gedetacheerd nationaal deskundige); INT = Intérimaire (uitzendkracht); JPD = Junior Professionals in Delegations (jonge deskundige in delegaties).
(26)    Bijdragen van derden zullen in de onderstaande afdeling als bestemmingsontvangsten worden gepresenteerd.
(27)    Het jaar N is het jaar waarin met de uitvoering van het voorstel/initiatief wordt begonnen. Vervang “N” door het verwachte eerste jaar van uitvoering (bijvoorbeeld: 2021). Hetzelfde voor de volgende jaren.
(28)    Voor traditionele eigen middelen (douanerechten en suikerheffingen) moeten nettobedragen worden vermeld, d.w.z. na aftrek van 20 % aan inningskosten.
Top