This document is an excerpt from the EUR-Lex website
Document 52022AE1131
Opinion of the European Economic and Social Committee on the Proposal for a Regulation of the European Parliament and of the Council amending Regulation (EU) 2019/833 laying down conservation and enforcement measures applicable in the Regulatory Area of the Northwest Atlantic Fisheries Organization (COM(2022) 51 final — 2022/0035 (COD))
Advies van het Europees Economisch en Sociaal Comité over het voorstel voor een verordening van het Europees Parlement en de Raad tot wijziging van Verordening (EU) 2019/833 tot vaststelling van instandhoudings- en handhavingsmaatregelen die van toepassing zijn in het gereglementeerde gebied van de Visserijorganisatie voor het noordwestelijk deel van de Atlantische Oceaan (COM(2022) 51 final — 2022/0035 (COD))
Advies van het Europees Economisch en Sociaal Comité over het voorstel voor een verordening van het Europees Parlement en de Raad tot wijziging van Verordening (EU) 2019/833 tot vaststelling van instandhoudings- en handhavingsmaatregelen die van toepassing zijn in het gereglementeerde gebied van de Visserijorganisatie voor het noordwestelijk deel van de Atlantische Oceaan (COM(2022) 51 final — 2022/0035 (COD))
EESC 2022/01131
PB C 290 van 29.7.2022, p. 149–150
(BG, ES, CS, DA, DE, ET, EL, EN, FR, GA, HR, IT, LV, LT, HU, MT, NL, PL, PT, RO, SK, SL, FI, SV)
29.7.2022 |
NL |
Publicatieblad van de Europese Unie |
C 290/149 |
Advies van het Europees Economisch en Sociaal Comité over het voorstel voor een verordening van het Europees Parlement en de Raad tot wijziging van Verordening (EU) 2019/833 tot vaststelling van instandhoudings- en handhavingsmaatregelen die van toepassing zijn in het gereglementeerde gebied van de Visserijorganisatie voor het noordwestelijk deel van de Atlantische Oceaan
(COM(2022) 51 final — 2022/0035 (COD))
(2022/C 290/24)
Algemeen rapporteur: |
Francisco Javier GARAT PÉREZ |
Raadpleging |
Europees Parlement, 17.2.2022 Raad, 28.2.2022 |
Rechtsgrondslag |
Artikelen 43, lid 2, en 304 van het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie |
Bevoegde afdeling |
Landbouw, Plattelandsontwikkeling en Milieu |
Goedkeuring door de voltallige vergadering |
24.3.2022 |
Zitting nr. |
568 |
Stemuitslag (voor/tegen/onthoudingen) |
219/0/0 |
1. Conclusies en aanbevelingen
1.1. |
Het EESC herhaalt nogmaals zijn standpunt in verband met het voorstel voor een verordening, zoals verwoord in zijn advies 2018/05155 (1) en zijn advies 2020/02842 (2), waarvan de conclusies en aanbevelingen hieronder uiteengezet worden. |
1.2. |
Het EESC acht het noodzakelijk om de instandhoudings- en controlemaatregelen die zijn vastgesteld door de Visserijorganisatie voor het noordwestelijke deel van de Atlantische Oceaan (NAFO), om te zetten in EU-recht om tot een gelijke en efficiënte toepassing van die maatregelen binnen de EU te komen. |
1.3. |
Niettemin is het EESC van mening dat dit voorstel geen doeltreffend mechanisme bevat voor de omzetting van de door de NAFO vastgestelde normen en dat het de noodzaak om die normen jaarlijks bij te werken, niet wegneemt. |
1.4. |
Het EESC is voorstander van een doeltreffender en eenvoudiger mechanisme en stelt dan ook een verordening voor bestaande uit één enkel artikel waarin is bepaald dat de Europese Unie de door de NAFO vastgestelde normen op de EU-vloot moet toepassen. |
1.5. |
Het EESC benadrukt dat de invoering van het systeem van gedelegeerde handelingen waarmee aan de Commissie de bevoegdheid wordt toegekend om regelgeving op te stellen buiten de gewone procedures om, een risico inhoudt. |
2. Samenvatting van het wetgevingsvoorstel
2.1. |
De belangrijkste doelstelling van dit voorstel bestaat erin de instandhoudings- en handhavingsmaatregelen die de Visserijorganisatie voor het noordwestelijk deel van de Atlantische Oceaan (NAFO) tijdens zijn jaarvergadering in september 2021 heeft goedgekeurd, in het recht van de Unie op te nemen. |
2.2. |
Hiermee wordt uitvoering gegeven aan de wijzigingen die betrekking hebben op de berekening van het “overige”-quotum en waarbij met betrekking tot de inspectie van aanlandingen flankerende maatregelen worden ingevoerd voor kabeljauw in sector 3M en voor Groenlandse heilbot/zwarte heilbot. |
2.3. |
Daarnaast omvatten de wijzigingen nieuwe bepalingen inzake aanvullende procedures, ernstige inbreuken met betrekking tot het gebruik van maaswijdten of roosters, verscherpte maatregelen voor de follow-up van inbreuken, en de toezending van documenten aan de NAFO en het Europees Bureau voor visserijcontrole. |
2.4. |
Het voorstel kent de Commissie bevoegdheden toe om Verordening (EU) 2019/833 te wijzigen wat betreft de inspectie van aanlandingen van Groenlandse heilbot/zwarte heilbot en de controlemaatregelen voor kabeljauw in sector 3M, mocht de NAFO haar maatregelen in de toekomst wijzigen. |
2.5. |
Het EESC erkent dat deze bepalingen snel moeten worden goedgekeurd om de vaartuigen van de Unie in staat te stellen op gelijke voet met vaartuigen van andere verdragsluitende partijen bij de NAFO te vissen. |
3. Algemene opmerkingen
3.1. |
Het EESC acht het noodzakelijk om de tijdens de laatste jaarvergadering van de NAFO goedgekeurde instandhoudings- en controlemaatregelen om te zetten in EU-recht teneinde te waarborgen dat die binnen de EU op homogene wijze worden toegepast. |
3.2. |
Het EESC is echter van mening dat deze omzettingsprocedure nog steeds niet op een doeltreffend mechanisme berust, aangezien deze maatregelen elk jaar worden gewijzigd en de administratieve procedures van de EU veel tijd in beslag nemen, wat zorgt voor een voortdurende discrepantie tussen de door de NAFO vastgestelde normen en de EU-wetgeving. |
3.3. |
Het EESC herhaalt dat er een meer gestroomlijnde procedure moet komen, zoals de procedure die het in 2019 en 2020 heeft voorgesteld en die werd gesteund door de overheidsdiensten van de lidstaten en de betrokken sectoren. Het zou gaan om een eenvoudige verordening bestaande uit één enkel artikel waarin is bepaald dat de Europese Unie de jaarlijks door de NAFO vastgestelde normen op de EU-vloot moet toepassen. |
3.4. |
Het EESC waarschuwt nogmaals dat handhaving van de verordening kan leiden tot tegenstrijdige regels, of ten minste tot perioden van rechtsonzekerheid voor overheden en bedrijven, die niet weten of zij zich aan de oude, in de EU geldende regels of aan de nieuwe regels moeten houden. Dit leidt bovendien tot verstoringen in de uitvoering van maatregelen ten opzichte van vloten van buiten de EU. |
3.5. |
Het enige wat met de invoering van het systeem van gedelegeerde handelingen wordt bereikt, is dat de Commissie regels kan vaststellen buiten de gewone procedures om. |
Brussel, 24 maart 2022.
De voorzitter van het Europees Economisch en Sociaal Comité
Christa SCHWENG
(1) Advies van het EESC “Instandhoudings- en controlemaatregelen die van toepassing zijn in het gebied van de Visserijorganisatie voor het noordwestelijk deel van de Atlantische Oceaan” (PB C 159 van 10.5.2019, blz. 60).
(2) Advies van het EESC “Instandhoudings- en handhavingsmaatregelen — NAFO” (PB C 429 van 11.12.2020, blz. 279).