This document is an excerpt from the EUR-Lex website
Document 52021AP0138
European Parliament legislative resolution of 27 April 2021 on the Council position at first reading in a view to the adoption of a regulation of the European Parliament and of the Council establishing the Justice Programme and repealing Regulation (EU) No 1382/2013 (06834/1/2020 — C9-0138/2021 — 2018/0208(COD))
Wetgevingsresolutie van het Europees Parlement van 27 april 2021 betreffende het standpunt van de Raad in eerste lezing met het oog op de vaststelling van de verordening van het Europees Parlement en de Raad tot vaststelling van het programma Justitie en tot intrekking van Verordening (EU) nr. 1382/2013 (06834/1/2020 — C9-0138/2021 — 2018/0208(COD))
Wetgevingsresolutie van het Europees Parlement van 27 april 2021 betreffende het standpunt van de Raad in eerste lezing met het oog op de vaststelling van de verordening van het Europees Parlement en de Raad tot vaststelling van het programma Justitie en tot intrekking van Verordening (EU) nr. 1382/2013 (06834/1/2020 — C9-0138/2021 — 2018/0208(COD))
PB C 506 van 15.12.2021, p. 157–157
(BG, ES, CS, DA, DE, ET, EL, EN, FR, HR, IT, LV, LT, HU, MT, NL, PL, PT, RO, SK, SL, FI, SV)
15.12.2021 |
NL |
Publicatieblad van de Europese Unie |
C 506/157 |
P9_TA(2021)0138
Programma Justitie 2021-2027 ***II
Wetgevingsresolutie van het Europees Parlement van 27 april 2021 betreffende het standpunt van de Raad in eerste lezing met het oog op de vaststelling van de verordening van het Europees Parlement en de Raad tot vaststelling van het programma Justitie en tot intrekking van Verordening (EU) nr. 1382/2013 (06834/1/2020 — C9-0138/2021 — 2018/0208(COD))
(Gewone wetgevingsprocedure: tweede lezing)
(2021/C 506/35)
Het Europees Parlement,
— |
gezien het standpunt van de Raad in eerste lezing (06834/1/2020 — C9-0138/2021), |
— |
gezien het advies van het Europees Economisch en Sociaal Comité van 18 oktober 2018 (1), |
— |
na raadpleging van het Comité van de Regio’s, |
— |
gezien zijn in eerste lezing geformuleerde standpunt (2) inzake het voorstel van de Commissie aan het Europees Parlement en de Raad (COM(2018)0384), |
— |
gezien artikel 294, lid 7, van het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie, |
— |
gezien het overeenkomstig artikel 74, lid 4, van zijn Reglement door de bevoegde commissies goedgekeurde voorlopig akkoord, |
— |
gezien artikel 67 van zijn Reglement, |
— |
gezien de aanbeveling voor de tweede lezing van de Commissie juridische zaken en de Commissie burgerlijke vrijheden, justitie en binnenlandse zaken (A9-0146/2021), |
1. |
hecht zijn goedkeuring aan het standpunt van de Raad in eerste lezing; |
2. |
constateert dat de handeling is vastgesteld overeenkomstig het standpunt van de Raad; |
3. |
verzoekt zijn Voorzitter de handeling samen met de voorzitter van de Raad overeenkomstig artikel 297, lid 1, van het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie te ondertekenen; |
4. |
verzoekt zijn secretaris-generaal de handeling te ondertekenen nadat is nagegaan of alle procedures naar behoren zijn uitgevoerd, en met de secretaris-generaal van de Raad zorg te dragen voor publicatie ervan in het Publicatieblad van de Europese Unie; |
5. |
verzoekt zijn Voorzitter het standpunt van het Parlement te doen toekomen aan de Raad, de Commissie en de nationale parlementen. |
(1) PB C 62 van 15.2.2019, blz. 178.
(2) Aangenomen teksten van 17.4.2019, P8_TA(2019)0097.