Choose the experimental features you want to try

This document is an excerpt from the EUR-Lex website

Document 52019XC0325(02)

    Bericht van opening van een gedeeltelijk tussentijds nieuw onderzoek van de compenserende maatregelen die van toepassing zijn op de invoer van bepaald polyethyleentereftalaat van oorsprong uit India

    C/2019/2164

    PB C 111 van 25.3.2019, p. 47–51 (BG, ES, CS, DA, DE, ET, EL, EN, FR, HR, IT, LV, LT, HU, MT, NL, PL, PT, RO, SK, SL, FI, SV)

    25.3.2019   

    NL

    Publicatieblad van de Europese Unie

    C 111/47


    Bericht van opening van een gedeeltelijk tussentijds nieuw onderzoek van de compenserende maatregelen die van toepassing zijn op de invoer van bepaald polyethyleentereftalaat van oorsprong uit India

    (2019/C 111/12)

    Op grond van artikel 19, lid 1, van Verordening (EU) 2016/1037 van het Europees Parlement en de Raad van 8 juni 2016 betreffende bescherming tegen invoer met subsidiëring uit landen die geen lid zijn van de Europese Unie (1) („de basisverordening”) heeft de Europese Commissie („de Commissie”) op eigen initiatief besloten een gedeeltelijk tussentijds nieuw onderzoek te openen van de compenserende maatregelen die van toepassing zijn op de invoer van bepaald polyethyleentereftalaat van oorsprong uit India.

    1.   Onderzocht product

    Het nieuwe onderzoek heeft betrekking op polyethyleentereftalaat (pet) met een viscositeitsgetal van 78 ml/g of meer volgens ISO-norm 1628-5, momenteel ingedeeld onder GN-code 3907 61 00, van oorsprong uit India („het onderzochte product”).

    2.   Bestaande maatregelen

    Bij Uitvoeringsverordening (EU) nr. 461/2013 van de Raad van 21 mei 2013 tot instelling van een definitief compenserend recht op de invoer van bepaald polyethyleentereftalaat (pet) van oorsprong uit India naar aanleiding van een nieuw onderzoek bij het vervallen van maatregelen overeenkomstig artikel 18 van Verordening (EG) nr. 597/2009 (2) („Verordening nr. 461/2013”), zoals gewijzigd bij Uitvoeringsverordening (EU) 2018/1468 van de Commissie van 1 oktober 2018 tot wijziging van Uitvoeringsverordening (EU) nr. 461/2013 van de Raad („Verordening 2018/1468”) (3), is een definitief compenserend recht ingesteld. De geldende maatregelen bestaan uit specifieke rechten. Op 22 mei 2018 heeft de Commissie een nieuw onderzoek bij het vervallen van maatregelen geopend (4).

    3.   Motivering van het nieuwe onderzoek

    Er is voldoende bewijsmateriaal dat wijzigingen zijn opgetreden in de omstandigheden op grond waarvan de bestaande maatregelen zijn ingesteld en dat deze wijzigingen van blijvende aard zijn.

    Dit bewijsmateriaal heeft betrekking op de specifieke context van de prijsontwikkeling en van de antidumping- en compenserende maatregelen in het oorspronkelijke onderzoek, evenals op het toegenomen belang van subsidies met financiële voordelen die grotendeels in verhouding staan tot de waarde van de uitvoer. In overweging 134 van Verordening 2018/1468 wordt gepreciseerd dat, in tegenstelling tot het oorspronkelijke onderzoek, specifieke rechten mogelijkerwijs niet langer de meest geschikte vorm van de maatregelen zijn. De reden hiervoor is dat de twee belangrijkste subsidieregelingen die tijdens het tijdvak van het nieuwe onderzoek zijn vastgesteld (Duty Drawback Scheme en Merchandise Exports from India Scheme), financiële voordelen opleveren die grotendeels aan de uitvoerprijs zijn gekoppeld. Dit impliceert dat het bedrag van de tot compenserende maatregelen aanleiding gevende subsidies toeneemt met een stijging van de uitvoerprijs.

    4.   Procedure

    Daar de Commissie na kennisgeving aan de lidstaten heeft vastgesteld dat er voldoende bewijsmateriaal is om een tot de vorm van de maatregelen beperkt gedeeltelijk tussentijds nieuw onderzoek te openen, opent zij een nieuw onderzoek op grond van artikel 19, lid 1, van de basisverordening. De opening van het onderzoek wordt gesteund door het Committee of PET Manufacturers in Europe. Onderzocht zal worden of het gebruik van specifieke rechten nog steeds passend is, of dat de compenserende maatregelen niet meer in overeenstemming met de gewijzigde omstandigheden zouden zijn als zij de vorm kregen van ad-valoremrechten, waarvan de hoogte reeds bij eerdere onderzoeken is vastgesteld:

    Onderneming

    Compenserend recht (EUR/t) (5)

    Compenserend recht (%) (6)

    Reliance Industries Limited

    29,21

    4,0 %

    Pearl Engineering Polymers Ltd.

    74,6

    13,8 %

    Senpet Ltd.

    22,0

    4,43 %

    Futura Polyesters Ltd.

    0

    0 %

    Dhunseri Petrochem Limited

    18,73

    2,3 %

    IVL Dhunseri Petrochem Industries Private Limited

    18,73

    2,3 %

    Micro Polypet Pvt. Ltd.

    18,73

    2,3 %

    Alle andere ondernemingen

    69,4

    13,8 %

    Bij het onderzoek kan de Commissie onder meer nagaan of de omstandigheden ingrijpend zijn gewijzigd.

    De regering van India is uitgenodigd voor overleg.

    Bij Verordening (EU) 2018/825 van het Europees Parlement en de Raad (7), die op 8 juni 2018 in werking is getreden (het moderniseringspakket voor de handelsbeschermingsinstrumenten), zijn de tevoren in het kader van antisubsidieprocedures geldende tijdschema’s en uiterste termijn gewijzigd (8). De Commissie verzoekt de belanghebbenden daarom de in dit bericht en in latere mededelingen van de Commissie vastgelegde procedurele stappen en termijnen in acht te nemen.

    4.1.   Schriftelijke opmerkingen

    Alle belanghebbenden wordt verzocht om onder de voorwaarden van dit bericht hun standpunt kenbaar te maken en informatie en bewijsmateriaal in te dienen met betrekking tot de vraag of het passend is de vorm van de maatregelen te wijzigen. Tenzij anders aangegeven, moeten deze informatie en het bewijsmateriaal uiterlijk 37 dagen na de datum van bekendmaking van dit bericht in het Publicatieblad van de Europese Unie in het bezit van de Commissie zijn.

    4.2.   Belanghebbenden

    Om aan het onderzoek mee te werken, moeten belanghebbenden, zoals producenten-exporteurs, producenten in de Unie, importeurs en hun representatieve verenigingen, gebruikers en hun representatieve verenigingen, vakbonden en representatieve consumentenorganisaties eerst aantonen dat er een objectieve band is tussen hun activiteiten en het onderzochte product.

    Beschouwd worden als een belanghebbende laat de toepassing van artikel 28 van de basisverordening onverlet.

    Het dossier voor inzage door belanghebbenden is toegankelijk via het platform Tron.tdi (https://webgate.ec.europa.eu/tron/TDI). Volg de instructies op die pagina om toegang te krijgen.

    4.3.   Mogelijkheid om door de onderzoeksdiensten van de Commissie te worden gehoord

    Alle belanghebbenden kunnen een verzoek indienen om door de onderzoeksdiensten van de Commissie te worden gehoord.

    Het verzoek om te worden gehoord moet schriftelijk worden ingediend en met redenen worden omkleed, alsook een samenvatting bevatten van wat de belanghebbende tijdens de hoorzitting wenst te bespreken. De hoorzitting zal worden beperkt tot de punten die vooraf schriftelijk door de belanghebbenden zijn aangedragen.

    Een verzoek om te worden gehoord over zaken die betrekking hebben op de opening van het onderzoek moet uiterlijk 15 dagen na de datum van bekendmaking van dit bericht in het Publicatieblad van de Europese Unie worden ingediend. Daarna moet een verzoek om te worden gehoord worden ingediend binnen de specifieke termijnen die de Commissie in haar correspondentie met de partijen vermeldt.

    Bovenbedoeld tijdschema geldt onverminderd het recht van de diensten van de Commissie om in naar behoren gemotiveerde gevallen akkoord te gaan met hoorzittingen buiten dit tijdschema alsmede het recht van de Commissie om in naar behoren gemotiveerde gevallen hoorzittingen te weigeren. Wanneer de diensten van de Commissie een verzoek om te worden gehoord afwijzen, zal de betrokken partij in kennis worden gesteld van de redenen daarvoor.

    In beginsel worden hoorzittingen niet gebruikt om feitelijke informatie te presenteren die nog niet in het dossier is opgenomen. Desalniettemin kan de belanghebbenden, uit het oogpunt van behoorlijk bestuur en om de diensten van de Commissie in staat te stellen vooruitgang in het onderzoek te boeken, na een hoorzitting worden opgedragen nieuwe feitelijke informatie te verstrekken.

    4.4.   Instructies voor schriftelijke opmerkingen en de verzending van ingevulde vragenlijsten en correspondentie

    Informatie die aan de Commissie wordt verstrekt in het kader van handelsbeschermingsonderzoeken moet vrij zijn van auteursrechten. Alvorens aan de Commissie informatie en/of gegevens te verstrekken die onderworpen zijn aan het auteursrecht van derden, moeten belanghebbenden de houder van het auteursrecht specifiek verzoeken uitdrukkelijk toestemming te verlenen a) voor gebruik van de informatie en gegevens door de Commissie ten behoeve van deze handelsbeschermingsprocedure, en b) voor het verstrekken van de informatie en/of gegevens aan belanghebbenden in dit onderzoek in een vorm die hun de mogelijkheid biedt hun rechten van verweer uit te oefenen.

    Alle schriftelijke opmerkingen (met inbegrip van de in dit bericht gevraagde informatie), ingevulde vragenlijsten en correspondentie die door de belanghebbenden worden verstrekt en waarvoor om een vertrouwelijke behandeling wordt verzocht, moeten zijn voorzien van de vermelding „Limited” (9). Belanghebbenden die in de loop van dit onderzoek informatie indienen, wordt verzocht hun verzoek om vertrouwelijke behandeling met redenen te omkleden.

    Belanghebbenden die informatie met de vermelding „Limited” verstrekken, moeten hiervan krachtens artikel 29, lid 2, van de basisverordening een niet-vertrouwelijke samenvatting indienen, voorzien van de vermelding „For inspection by interested parties”. Deze samenvatting moet gedetailleerd genoeg zijn om een redelijk inzicht te verschaffen in de wezenlijke inhoud van de als vertrouwelijk verstrekte informatie.

    Als een belanghebbende die vertrouwelijke informatie verstrekt, geen geldige redenen voor het verzoek om een vertrouwelijke behandeling aanvoert of geen niet-vertrouwelijke samenvatting daarvan indient met de vereiste vorm en inhoud, kan de Commissie deze informatie buiten beschouwing laten, tenzij aan de hand van geëigende bronnen aannemelijk wordt gemaakt dat de informatie juist is.

    Belanghebbenden wordt verzocht alle opmerkingen en verzoeken, met inbegrip van gescande volmachten en certificaten, per e-mail in te dienen, met uitzondering van uitgebreide antwoorden, die persoonlijk of per aangetekend schrijven worden ingediend op een cd-rom of dvd. Door e-mail te gebruiken, stemmen belanghebbenden in met de geldende voorschriften inzake elektronisch ingediende opmerkingen, die zijn vervat in het document „CORRESPONDENTIE MET DE EUROPESE COMMISSIE IN HANDELSBESCHERMINGSZAKEN” op de website van het directoraat-generaal Handel (10). Belanghebbenden moeten hun naam, adres, telefoon en een geldig e-mailadres vermelden en ervoor zorgen dat het verstrekte e-mailadres een actief, officieel en zakelijk e-mailadres is dat iedere dag wordt gecontroleerd. Zodra contactgegevens zijn verstrekt, verloopt de communicatie van de Commissie met belanghebbenden uitsluitend per e-mail, behalve indien zij er uitdrukkelijk om verzoeken alle documenten van de Commissie via een ander communicatiemiddel te ontvangen, of het document wegens de aard ervan per aangetekend schrijven moet worden verzonden. Voor nadere voorschriften en informatie over de correspondentie met de Commissie, met inbegrip van de beginselen die van toepassing zijn op per e-mail verzonden opmerkingen, moeten belanghebbenden de hierboven genoemde instructies voor de communicatie met belanghebbenden raadplegen.

    Correspondentieadres van de Commissie:

    Europese Commissie

    Directoraat-generaal Handel

    Directoraat H

    Kamer CHAR 04/039

    1049 Brussel

    BELGIË

    E-mail: TRADE-R699-PET@ec.europa.eu

    5.   Tijdschema voor het nieuwe onderzoek

    Het onderzoek wordt overeenkomstig artikel 22, lid 1, van de basisverordening uiterlijk 15 maanden na de datum van bekendmaking van dit bericht in het Publicatieblad van de Europese Unie afgesloten.

    6.   Mogelijkheid om opmerkingen te maken over door andere belanghebbenden ingediende informatie

    Om het recht van verweer te waarborgen, moeten belanghebbenden de mogelijkheid hebben om opmerkingen te maken over de door andere belanghebbenden ingediende informatie. Daarbij mogen zij alleen ingaan op kwesties die in de door de andere belanghebbenden ingediende informatie worden vermeld en mogen zij geen nieuwe kwesties aan de orde stellen.

    Opmerkingen over de informatie die door andere belanghebbenden is verstrekt naar aanleiding van de mededeling van de definitieve bevindingen moeten, tenzij anders aangegeven, uiterlijk vijf dagen na het verstrijken van de termijn voor het maken van opmerkingen over de definitieve bevindingen worden ingediend.

    Teneinde het onderzoek binnen de voorgeschreven termijnen af te ronden, zal de Commissie na het verstrijken van de termijn voor het indienen van opmerkingen over de mededeling van de definitieve bevindingen geen opmerkingen van belanghebbenden meer aanvaarden.

    7.   Verlenging van de in dit bericht vermelde termijnen

    Een eventuele verlenging van de in dit bericht vermelde termijnen kan alleen in uitzonderlijke omstandigheden worden aangevraagd en wordt alleen verleend indien dit naar behoren gerechtvaardigd is.

    Verlengingen van de termijn voor het beantwoorden van de vragenlijsten kunnen worden verleend indien dit naar behoren gerechtvaardigd is, en zijn normaliter beperkt tot drie extra dagen. Dergelijke verlengingen zijn in de regel niet langer dan zeven dagen. Wat de termijnen voor de indiening van andere in dit bericht genoemde informatie betreft, zijn verlengingen in beginsel beperkt tot drie dagen, tenzij wordt aangetoond dat er sprake is van uitzonderlijke omstandigheden.

    8.   Niet-medewerking

    Wanneer belanghebbenden geen toegang tot de vereiste gegevens verlenen, deze niet binnen de gestelde termijn verstrekken of het onderzoek aanmerkelijk belemmeren, kunnen overeenkomstig artikel 28 van de basisverordening conclusies worden getrokken op basis van de beschikbare gegevens, zowel in positieve als in negatieve zin.

    Wanneer blijkt dat een belanghebbende onjuiste of misleidende inlichtingen heeft verstrekt, kunnen deze buiten beschouwing worden gelaten en kan van de beschikbare gegevens gebruik worden gemaakt.

    Als een belanghebbende geen of slechts gedeeltelijk medewerking verleent en de conclusies daarom overeenkomstig artikel 28 van de basisverordening op de beschikbare gegevens worden gebaseerd, kan het resultaat voor deze belanghebbende minder gunstig zijn dan wanneer hij wel medewerking had verleend.

    Als de belanghebbende zijn antwoord niet door middel van systemen voor automatische gegevensverwerking verstrekt, wordt dit niet als niet-medewerking beschouwd, mits deze belanghebbende aantoont dat verstrekking van het antwoord in de gevraagde vorm voor hem een onredelijke extra belasting zou betekenen of onredelijke extra kosten zou meebrengen. Die belanghebbende moet onmiddellijk contact opnemen met de Commissie.

    9.   Raadadviseur-auditeur

    Belanghebbenden kunnen erom vragen dat de raadadviseur-auditeur in handelsprocedures wordt ingeschakeld. Hij behandelt verzoeken om toegang tot het dossier, geschillen over de vertrouwelijkheid van documenten, verzoeken om termijnverlenging en alle andere verzoeken betreffende het recht van verweer van belanghebbenden en van derden die tijdens de procedure kunnen worden ingediend.

    De raadadviseur-auditeur kan een hoorzitting beleggen en bemiddelen tussen de belanghebbende(n) en de diensten van de Commissie om te garanderen dat de belanghebbenden hun recht van verweer ten volle kunnen uitoefenen. Een verzoek om door de raadadviseur-auditeur te worden gehoord, moet schriftelijk worden ingediend en met redenen worden omkleed. De raadadviseur-auditeur onderzoekt de redenen voor de verzoeken. Deze hoorzittingen mogen enkel plaatsvinden indien de kwesties niet tijdig zijn opgelost met de diensten van de Commissie.

    Elk verzoek moet tijdig en snel worden ingediend, zodat het ordelijk verloop van de procedure niet in gevaar wordt gebracht. Daartoe moeten de belanghebbenden om de inschakeling van de raadadviseur-auditeur vragen zo spoedig mogelijk na de gebeurtenis die een dergelijke inschakeling rechtvaardigt. In beginsel gelden de in punt 4.3 vastgestelde termijnen voor verzoeken om door de diensten van de Commissie te worden gehoord, mutatis mutandis voor verzoeken om door de raadadviseur-auditeur te worden gehoord. Wanneer een verzoek om een hoorzitting niet binnen de desbetreffende termijn wordt ingediend, onderzoekt de raadadviseur-auditeur ook de redenen voor het laattijdige verzoek, de aard van de aan de orde gestelde kwesties en de gevolgen van die kwesties voor het recht van verweer, rekening houdend met het belang van behoorlijk bestuur en de tijdige voltooiing van het onderzoek.

    Belanghebbenden die contact willen opnemen, vinden de nodige gegevens en nadere informatie op de pagina’s van de raadadviseur-auditeur op de website van DG Handel (http://ec.europa.eu/trade/trade-policy-and-you/contacts/hearing-officer/).

    10.   Verwerking van persoonsgegevens

    Persoonsgegevens die in het kader van dit onderzoek worden verzameld, zullen worden behandeld in overeenstemming met Verordening (EU) 2018/1725 van het Europees Parlement en de Raad (11).

    Een privacyverklaring die alle particulieren op de hoogte brengt van de verwerking van persoonsgegevens in het kader van de handelsbeschermingsactiviteiten van de Commissie is beschikbaar op de website van DG Handel (http://trade.ec.europa.eu/doclib/html/157639.htm).


    (1)  PB L 176 van 30.6.2016, blz. 55.

    (2)  PB L 137 van 23.5.2013, blz. 1.

    (3)  PB L 246 van 2.10.2018, blz. 3.

    (4)  Bericht van opening van een nieuw onderzoek bij het vervallen van de compenserende maatregelen die van toepassing zijn op de invoer van bepaald polyethyleentereftalaat van oorsprong uit India (PB C 173 van 22.5.2018, blz. 9).

    (5)  Bron: Verordening (EU) nr. 461/2013, zoals gewijzigd bij Verordening (EU) 2018/1468.

    (6)  Bron: Verordening (EU) 2018/1468 (voor Reliance Industries Limited, Dhunseri Petrochem Limited, IVL Dhunseri Petrochem Industries Private Limited en Micro Polypet Pvt. Ltd) en Verordening (EG) nr. 1286/2008 van de Raad van 16 december 2008 tot wijziging van Verordening (EG) nr. 193/2007 van de Raad tot instelling van een definitief compenserend recht op polyethyleentereftalaat (PET) uit India en tot wijziging van Verordening (EG) nr. 192/2007 tot instelling van een definitief antidumpingrecht op polyethyleentereftalaat (PET) uit, onder meer, India (PB L 340 van 19.12.2008, blz. 1).

    (7)  Verordening (EU) 2018/825 van het Europees Parlement en de Raad van 30 mei 2018 tot wijziging van Verordening (EU) 2016/1036 betreffende beschermende maatregelen tegen invoer met dumping uit landen die geen lid zijn van de Europese Unie en Verordening (EU) 2016/1037 betreffende bescherming tegen invoer met subsidiëring uit landen die geen lid zijn van de Europese Unie (PB L 143 van 7.6.2018, blz. 1).

    (8)  „Short overview of the deadlines and timelines in the investigative process”, te vinden op de website van DG Handel (http://trade.ec.europa.eu/doclib/docs/2018/june/tradoc_156922.pdf).

    (9)  Een „Limited”-document wordt beschouwd als vertrouwelijk in de zin van artikel 29 van Verordening (EU) 2016/1037 (PB L 176 van 30.6.2016, blz. 55) en artikel 12 van de WTO-overeenkomst inzake subsidies en compenserende maatregelen. Het is ook een beschermd document krachtens artikel 4 van Verordening (EG) nr. 1049/2001 van het Europees Parlement en de Raad (PB L 145 van 31.5.2001, blz. 43).

    (10)  http://trade.ec.europa.eu/doclib/docs/2011/june/tradoc_148003.pdf

    (11)  Verordening (EU) 2018/1725 van het Europees Parlement en de Raad van 23 oktober 2018 betreffende de bescherming van natuurlijke personen in verband met de verwerking van persoonsgegevens door de instellingen, organen en instanties van de Unie en betreffende het vrije verkeer van die gegevens, en tot intrekking van Verordening (EG) nr. 45/2001 en Besluit nr. 1247/2002/EG (PB L 295 van 21.11.2018, blz. 39).


    Top