EUROPESE COMMISSIE
Brussel, 7.9.2018
COM(2018) 614 final
2018/0322(COD)
Voorstel voor een
VERORDENING VAN HET EUROPEES PARLEMENT EN DE RAAD
tot wijziging van Verordening (EU) nr. 1303/2013 wat betreft de aanpassing van de jaarlijkse voorfinanciering voor de jaren 2021 tot en met 2023
TOELICHTING
1.ACHTERGROND VAN HET VOORSTEL
•Motivering en doel van het voorstel
De jaarlijkse voorfinanciering die voor een gegeven boekjaar aan de lidstaten wordt betaald en wordt behandeld in het kader van de goedkeuring van de rekeningen geeft jaarlijks aanleiding tot terugvorderingen van aanzienlijke omvang (bijvoorbeeld 6,6 miljard EUR in 2017). Dat betekent in de praktijk dat de lidstaten om betalingskredieten wordt verzocht om hun uit de begroting van de Unie de jaarlijkse voorfinanciering te betalen, die een jaar later grotendeels moet worden teruggevorderd.
Om de transparantie te vergroten en bij te dragen tot de voorspelbaarheid van de budgettaire planning en een stabieler en voorspelbaarder betalingsprofiel, wordt voorgesteld de jaarlijkse voorfinanciering tot het noodzakelijke minimum te beperken voor de laatste drie jaren van de huidige uitvoeringsperiode 2021-2023, die overlappen met de volgende uitvoeringsperiode die in 2021 begint. In deze benadering wordt ook rekening gehouden met de betalingsbehoeften die voortvloeien uit de voorfinancieringsregelingen die voor de programma's voor de periode 2021-2027 zijn voorgesteld, waarbij alleen initiële voorfinanciering zou worden uitgekeerd in zes jaarlijkse tranches. De Commissie heeft al op die intentie gewezen.
•Verenigbaarheid met bestaande bepalingen op het beleidsterrein
Het voorstel is in overeenstemming met de bepalingen inzake de besteding van de middelen van de Europese structuur- en investeringsfondsen (ESIF), zoals bepaald in Verordening (EU) nr. 1303/2013. De wijziging houdt geen structurele verandering van die bepalingen in.
•Verenigbaarheid met andere beleidsterreinen van de Unie
Het voorstel is in overeenstemming met andere voorstellen en initiatieven die de Commissie heeft vastgesteld. Het is ook in overeenstemming met de vereisten van gezond begrotingsbeheer.
2.RECHTSGRONDSLAG, SUBSIDIARITEIT EN EVENREDIGHEID
•Rechtsgrondslag
Verordening (EU) nr. 1303/2013 stelt gemeenschappelijke voorschriften voor de ESI-fondsen vast. De verordening is gebaseerd op het beginsel van gedeeld beheer tussen de Commissie en de lidstaten en omvat bepalingen voor het programmeringsproces en afspraken voor programmabeheer (inclusief financieel beheer), monitoring, financiële controle en evaluatie van projecten.
•Subsidiariteit (bij niet-exclusieve bevoegdheid)
Het voorstel heeft betrekking op de verlaging van de jaarlijkse voorfinanciering van de Commissie uit de begroting van de Unie aan de lidstaten. De jaarlijkse voorfinancieringspercentages zijn op het niveau van de Unie vastgesteld in Verordening (EU) nr. 1303/2013. Om de bepalingen van die verordening te wijzigen is daarom een wijziging van die verordening nodig. Nationale of regionale middelen zijn niet geschikt om het probleem in kwestie aan te pakken. Het voorstel is derhalve in overeenstemming met het subsidiariteitsbeginsel.
•Evenredigheid
Het voorstel is in overeenstemming met het evenredigheidsbeginsel: het is beperkt tot het minimum dat vereist is om de genoemde doelstelling op Unieniveau te verwezenlijken, en gaat niet verder dan wat daartoe nodig is. Het percentage jaarlijkse voorfinanciering wordt verlaagd om geheel in verhouding te zijn met de behoefte aan liquide middelen, rekening houdend met het hogere tempo van de cash flow op basis van tussentijdse betalingsaanvragen ten gevolge van de versnelde uitvoering van de ESI-fondsen. Bij het vaststellen van het voorgestelde percentage heeft de Commissie in overweging genomen dat voor de desbetreffende jaren de basis waarop de percentages betrekking hebben al de prestatiereserve omvat, vandaar dat een lager percentage hetzelfde voorfinancieringsbedrag kan garanderen.
•Keuze van het instrument
Voorgesteld instrument: wijziging van de huidige verordening. De Commissie heeft onderzocht welke speelruimte het rechtskader biedt en acht het nodig om wijzigingen van Verordening (EU) nr. 1303/2013 voor te stellen.
3.EVALUATIE, RAADPLEGING VAN BELANGHEBBENDEN EN EFFECTBEOORDELING
•Evaluatie van bestaande wetgeving en controle van de resultaatgerichtheid ervan
De bestaande wetgeving is niet aan een ex-postevaluatie of geschiktheidscontrole onderworpen.
•Raadpleging van belanghebbenden
Er zijn geen externe belanghebbenden geraadpleegd.
•Bijeenbrengen en gebruik van expertise
Er hoefde geen beroep te worden gedaan op externe expertise.
•Effectbeoordeling
Verwacht wordt dat het voorstel geen aanzienlijke economische, sociale of milieugevolgen zal hebben. Het voorstel zal leiden tot een daling van de jaarlijkse voorfinanciering van 3 % van het steunbedrag uit de Fondsen en het Europees Fonds voor Maritieme zaken en visserij (EFMZV) aan het operationele programma voor de gehele programmeringsperiode tot 1 % voor de jaren 2021-2023. Dat staat beter in verhouding tot de behoefte aan liquide middelen als gevolg van de uitvoering van het programma. Bij deze lagere voorfinanciering wordt rekening gehouden met de verwachte versnelde indiening van aanvragen voor tussentijdse betalingen, het feit dat voor deze jaren de basis voor de berekening van het bedrag van de jaarlijkse voorfinanciering is verhoogd door de grootte van de prestatiereserve die dan ook definitief zal worden toegewezen als voor de lidstaten beschikbare voorfinanciering voor de programmeringsperiode 2021-2027.
Omdat de jaarlijkse voorfinanciering beschikbaar wordt gesteld voor een boekjaar dat zich uitstrekt over twee begrotingsjaren, zal het in jaar N als jaarlijkse voorfinanciering te veel betaalde bedrag worden behandeld in jaar N+1, wat tot onnodige betalingsstromen zonder toegevoegde waarde leidt. De jaarlijkse voorfinanciering voor de voorgestelde jaren verlagen, zal bijdragen tot de voorspelbaarheid van de budgettaire planning en een stabieler en voorspelbaarder betalingsprofiel, tot de vermindering van het risico op betalingsachterstanden, tot meer transparantie in betalingsbehoeften en daardoor tot een beter begrotingsbeheer.
•Resultaatgerichtheid en vereenvoudiging
Dit initiatief ressorteert niet onder het programma voor gezonde regelgeving (Refit).
•Grondrechten
Het voorstel heeft geen gevolgen voor de bescherming van de grondrechten.
4.GEVOLGEN VOOR DE BEGROTING
Er zijn geen gevolgen voor de vastleggingskredieten, aangezien geen wijziging wordt voorgesteld van de maximumbedragen voor financiering uit de ESI-fondsen, als vastgesteld in de operationele programma's voor de programmeringsperiode 2014-2020.
De algehele gevolgen voor de betalingskredieten worden geneutraliseerd. Zoals beschreven in het financieel memorandum dat bij dit voorstel is gevoegd, zal de voorgestelde wijziging bijdragen tot een verlaging van de betalingskredieten in verband met het jaar 2021 door de verlaging van de jaarlijkse voorfinancieringsbedragen die zullen worden gecompenseerd door hogere betalingsbehoeften voor het jaar 2024. Voor de jaren 2022 en 2023 zal lagere jaarlijkse voorfinanciering worden gecompenseerd in het kader van de controle en goedkeuring van de rekeningen. Daarom zijn de gevolgen neutraal.
5.OVERIGE ELEMENTEN
•Uitvoeringsplanning en regelingen betreffende controle, evaluatie en rapportage
Niet van toepassing. De bestaande systemen van de ESI-fondsen kunnen worden gebruikt om toezicht op de uitvoering van dit voorstel te houden.
•Toelichtende stukken (bij richtlijnen)
•Artikelsgewijze toelichting
Artikel 134, lid 2, zal worden gewijzigd om de jaarlijkse voorfinanciering voor de jaren 2021 tot en met 2023 op 1 % te brengen in plaats van de huidige 3 % van het steunbedrag uit de Fondsen en het EFMZV aan het operationele programma voor de gehele programmeringsperiode. De jaarlijkse voorfinanciering voor het jaar 2020 wordt behouden op 3 % van het steunbedrag uit de Fondsen en het EFMZV aan het operationele programma voor de gehele programmeringsperiode.
2018/0322 (COD)
Voorstel voor een
VERORDENING VAN HET EUROPEES PARLEMENT EN DE RAAD
tot wijziging van Verordening (EU) nr. 1303/2013 wat betreft de aanpassing van de jaarlijkse voorfinanciering voor de jaren 2021 tot en met 2023
HET EUROPEES PARLEMENT EN DE RAAD VAN DE EUROPESE UNIE,
Gezien het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie, en met name artikel 177,
Gezien het voorstel van de Europese Commissie,
Na toezending van het ontwerp van wetgevingshandeling aan de nationale parlementen,
Gezien het advies van het Europees Economisch en Sociaal Comité,
Gezien het advies van het Comité van de Regio’s,
Handelend volgens de gewone wetgevingsprocedure,
Overwegende hetgeen volgt:
(1)Verordening (EU) nr. 1303/2013 van het Europees Parlement en de Raad voorziet in de gemeenschappelijke en algemene bepalingen die van toepassing zijn op de Europese structuur- en investeringsfondsen.
(2)De jaarlijkse voorfinanciering is vastgesteld op een bijzonder hoog niveau in vergelijking met de voorschriften inzake financieel beheer die voortvloeien uit de uitvoering van operationele programma’s; dat is met name het geval voor de begrotingsjaren 2021 tot en met 2023.
(3)Om de druk op de betalingskredieten in de begroting van de Unie voor de begrotingsjaren 2021 tot en met 2023 te verlichten en de voorspelbaarheid van de betalingsverplichtingen te vergroten en zo bij te dragen tot een transparantere budgettaire planning en een ordelijker betalingsprofiel, moet het percentage van de jaarlijkse voorfinanciering voor die jaren worden verlaagd.
(4)Verordening (EU) nr. 1303/2013 moet daarom dienovereenkomstig worden gewijzigd,
HEBBEN DE VOLGENDE VERORDENING VASTGESTELD:
Artikel 1
Artikel 134, lid 2, van Verordening (EU) nr. 1303/2013, wordt als volgt gewijzigd:
a)
Het vijfde streepje wordt vervangen door:
"— 2020: 3 %";
b)
Het volgende streepje wordt toegevoegd:
"— 2021 tot en met 2023: 1 %.".
Artikel 2
Deze verordening treedt in werking op de twintigste dag na die van de bekendmaking ervan in het Publicatieblad van de Europese Unie.
Deze verordening is verbindend in al haar onderdelen en is rechtstreeks toepasselijk in elke lidstaat.
Gedaan te Brussel,
Voor het Europees Parlement
Voor de Raad
De voorzitter
De voorzitter
FINANCIEEL MEMORANDUM
1.KADER VAN HET VOORSTEL/INITIATIEF
1.1.Benaming van het voorstel/initiatief
1.2.Betrokken beleidsterrein(en) in de ABM/ABB-structuur
1.3.Aard van het voorstel/initiatief
1.4.Doelstelling(en)
1.5.Motivering van het voorstel/initiatief
1.6.Duur en financiële gevolgen
1.7.Beheersvorm(en)
2.BEHEERSMAATREGELEN
2.1.Regels inzake het toezicht en de verslagen
2.2.Beheers- en controlesysteem
2.3.Maatregelen ter voorkoming van fraude en onregelmatigheden
3.GERAAMDE FINANCIËLE GEVOLGEN VAN HET VOORSTEL/INITIATIEF
3.1.Rubriek(en) van het meerjarig financieel kader en betrokken begrotingsonderde(e)l(en) voor uitgaven
3.2.Geraamde gevolgen voor de uitgaven
3.2.1.Samenvatting van de geraamde gevolgen voor de uitgaven
3.2.2.Geraamde gevolgen voor de beleidskredieten
3.2.3.Geraamde gevolgen voor de administratieve kredieten
3.2.4.Verenigbaarheid met het huidige meerjarig financieel kader
3.2.5.Bijdragen van derden
3.3.Geraamde gevolgen voor de ontvangsten
FINANCIEEL MEMORANDUM
1.KADER VAN HET VOORSTEL/INITIATIEF
1.1.Benaming van het voorstel/initiatief
Voorstel voor een verordening van het Europees Parlement en de Raad tot wijziging van Verordening (EU) nr. 1303/2013 wat betreft de aanpassing van de jaarlijkse voorfinanciering voor de jaren 2021 tot en met 2023
1.2.Betrokken beleidsterrein(en) in de ABM/ABB-structuur
WERKGELEGENHEID, SOCIALE ZAKEN EN INCLUSIE, REGIONAAL EN STEDELIJK BELEID
MARITIEME ZAKEN EN VISSERIJ
1.3.Aard van het voorstel/initiatief
⌧ Het voorstel/initiatief betreft een nieuwe actie
◻ Het voorstel/initiatief betreft een nieuwe actie na een proefproject/voorbereidende actie
◻ Het voorstel/initiatief betreft de verlenging van een bestaande actie
◻ Het voorstel/initiatief betreft een actie die wordt omgebogen naar een nieuwe actie
1.4.Doelstelling(en)
1.4.1.De met het voorstel/initiatief beoogde strategische meerjarendoelstelling(en) van de Commissie
1.4.2.Specifieke doelstelling(en) en betrokken ABM/ABB-activiteiten
Specifieke doelstelling nr.
N.v.t.
Betrokken ABM/ABB-activiteit(en)
N.v.t.
1.4.3.Verwacht(e) resulta(a)t(en) en gevolg(en)
Vermeld de gevolgen die het voorstel/initiatief zou moeten hebben op de begunstigden/doelgroepen.
1.4.4.Resultaat- en effectindicatoren
Indicatoren aan de hand waarvan kan worden nagegaan in hoeverre het voorstel/initiatief is uitgevoerd.
1.5.Motivering van het voorstel/initiatief
1.5.1.Behoefte(n) waarin op korte of lange termijn moet worden voorzien
1.5.2.Toegevoegde waarde van de deelname van de EU
1.5.3.Nuttige ervaring die bij soortgelijke activiteiten in het verleden is opgedaan
1.5.4.Verenigbaarheid en eventuele synergie met andere passende instrumenten
1.6.Duur en financiële gevolgen
⌧Voorstel/initiatief met een beperkte geldigheidsduur
–⌧
Voorstel/initiatief is van kracht vanaf 2021 tot en met 2024
–⌧
Financiële gevolgen vanaf 2021 tot en met 2024
◻ Voorstel/initiatief met een onbeperkte geldigheidsduur
–Uitvoering met een opstartperiode vanaf JJJJ tot en met JJJJ,
–gevolgd door een volledige uitvoering.
1.7.Beheersvorm(en)
◻ Direct beheer door de Commissie
–◻ door haar diensten, waaronder het personeel in de delegaties van de Unie;
–◻
door de uitvoerende agentschappen
⌧ Gedeeld beheer met de lidstaten
◻ Indirect beheer door begrotingsuitvoeringstaken te delegeren aan:
–◻derde landen of de door hen aangewezen organen;
–◻ internationale organisaties en hun agentschappen (geef aan welke);
–◻ de EIB en het Europees Investeringsfonds;
–◻ de in de artikelen 208 en 209 van het Financieel Reglement bedoelde organen;
–◻ publiekrechtelijke organen;
–◻ privaatrechtelijke organen met een openbaredienstverleningstaak, voor zover zij voldoende financiële garanties bieden;
–◻ privaatrechtelijke organen van een lidstaat, waaraan de uitvoering van een publiek-privaat partnerschap is toevertrouwd en die voldoende financiële garanties bieden;
–◻ personen aan wie de uitvoering van specifieke maatregelen op het gebied van het GBVB in het kader van titel V van het VEU is toevertrouwd en die worden genoemd in de betrokken basishandeling.
–Verstrek, indien meer dan een beheersvorm is aangekruist, extra informatie onder "Opmerkingen".
Opmerkingen
2.BEHEERSMAATREGELEN
2.1.Regels inzake het toezicht en de verslagen
Vermeld frequentie en voorwaarden.
2.2.Beheers- en controlesysteem
2.2.1.Mogelijke risico's
2.2.2.Informatie over het ingestelde systeem voor interne controle
2.2.3.Raming van de kosten en baten van de controles en beoordeling van het verwachte foutenrisico
2.3.Maatregelen ter voorkoming van fraude en onregelmatigheden
Vermeld de bestaande en geplande preventie- en beschermingsmaatregelen.
3.GERAAMDE FINANCIËLE GEVOLGEN VAN HET VOORSTEL/INITIATIEF
3.1.Rubriek(en) van het meerjarig financieel kader en betrokken begrotingsonderde(e)l(en) voor uitgaven
·Bestaande begrotingsonderdelen
In volgorde van de rubrieken van het meerjarig financieel kader en de begrotingsonderdelen
Rubriek van het meerjarig financieel kader
|
Begrotingsonderdeel
|
Soort
krediet
|
Bijdrage
|
|
Nummer
|
GK/NGK.
|
van EVA-landen
|
van kandidaat-lidstaten
|
van derde landen
|
in de zin van artikel 21, lid 2, onder b), van het Financieel Reglement.
|
1B -
Economische, sociale en territoriale cohesie
|
04 02 60 - Europees Sociaal Fonds — Minder ontwikkelde regio’s
|
GK
|
NEEN
|
NEEN
|
NEEN
|
NEEN
|
|
04 02 61 - Europees Sociaal Fonds — Overgangsregio’s
|
GK
|
NEEN
|
NEEN
|
NEEN
|
NEEN
|
|
04 02 62 - Europees Sociaal Fonds — Meer ontwikkelde regio’s
|
GK
|
NEEN
|
NEEN
|
NEEN
|
NEEN
|
|
04 02 64 - Jongerenwerkgelegenheids-
initiatief
|
GK
|
NEEN
|
NEEN
|
NEEN
|
NEEN
|
|
13 03 60 - Europees Fonds voor
regionale ontwikkeling — Minder
ontwikkelde regio's
|
GK
|
NEEN
|
NEEN
|
NEEN
|
NEEN
|
|
13 03 61 - Europees Fonds voor
regionale ontwikkeling — Overgangsregio's
|
GK
|
NEEN
|
NEEN
|
NEEN
|
NEEN
|
|
13 03 62 - Europees Fonds voor
regionale ontwikkeling — Meer
ontwikkelde regio's
|
GK
|
NEEN
|
NEEN
|
NEEN
|
NEEN
|
|
13 03 63 - Europees Fonds voor
regionale ontwikkeling — Extra
toewijzingen voor ultraperifere gebieden
en dunbevolkte regio's
|
GK
|
NEEN
|
NEEN
|
NEEN
|
NEEN
|
|
13 03 64 01 – Europees Fonds voor regionale ontwikkeling – Europese territoriale samenwerking
|
GK
|
NEEN
|
NEEN
|
NEEN
|
NEEN
|
|
13 04 60 - Cohesiefonds
|
GK
|
NEEN
|
NEEN
|
NEEN
|
NEEN
|
2 - Duurzame groei: natuurlijke hulpbronnen
|
11 06 60 — Bevordering van een duurzame en concurrerende visserij en
aquacultuur, van een evenwichtige en
inclusieve territoriale ontwikkeling
van de visserijgebieden en van de uitvoering van het gemeenschappelijk
visserijbeleid
|
GK
|
NEEN
|
NEEN
|
NEEN
|
NEEN
|
·Te creëren nieuwe begrotingsonderdelen: N.v.t.
3.2.Geraamde gevolgen voor de uitgaven
3.2.1.Samenvatting van de geraamde gevolgen voor de uitgaven
in miljoenen euro's (tot op drie decimalen)
Rubriek van het meerjarig financieel
kader
|
1B
|
Economische, sociale en territoriale cohesie
|
DG EMPL
|
|
|
Jaar
2021
|
Jaar
2022
|
Jaar
2023
|
Jaar
2024
|
TOTAAL
|
•Beleidskredieten
|
|
|
|
|
|
04 02 60
|
Betalingen
|
(1)
|
-1 013,958
|
0,000
|
0,000
|
1 013,958
|
0,000
|
04 02 61
|
Betalingen
|
(2)
|
-249,832
|
0,000
|
0,000
|
249,832
|
0,000
|
04 02 62
|
Betalingen
|
(3)
|
-504,477
|
0,000
|
0,000
|
504,477
|
0,000
|
04 02 64
|
Betalingen
|
(4)
|
-88,224
|
0,000
|
0,000
|
88,224
|
0,000
|
Uit het budget van specifieke programma's gefinancierde administratieve kredieten
|
N.v.t.
|
N.v.t.
|
N.v.t.
|
N.v.t.
|
N.v.t.
|
TOTAAL kredieten
voor DG EMPL
|
Betalingen
|
|
-1 856,491
|
0,000
|
0,000
|
1 856,491
|
0,000
|
DG REGIO
|
|
|
Jaar
2021
|
Jaar
2022
|
Jaar
2023
|
Jaar
2024
|
TOTAAL
|
•Beleidskredieten
|
|
|
|
|
|
13 03 60
|
Betalingen
|
(1)
|
-2 608,675
|
0,000
|
0,000
|
2 608,675
|
0,000
|
13 03 61
|
Betalingen
|
(2)
|
-509,195
|
0,000
|
0,000
|
509,195
|
0,000
|
13 03 62
|
Betalingen
|
(3)
|
-647,801
|
0,000
|
0,000
|
647,801
|
0,000
|
13 03 63
|
Betalingen
|
(4)
|
-31,108
|
0,000
|
0,000
|
31,108
|
0,000
|
13 03 64 01
|
Betalingen
|
(5)
|
-186,707
|
0,000
|
0,000
|
186,707
|
0,000
|
13 04 60
|
Betalingen
|
(6)
|
-1 265,652
|
0,000
|
0,000
|
1 265,652
|
0,000
|
Uit het budget van specifieke programma's gefinancierde administratieve kredieten
|
N.v.t.
|
N.v.t.
|
N.v.t.
|
N.v.t.
|
N.v.t.
|
TOTAAL kredieten
voor DG REGIO
|
Betalingen
|
|
-5 249,139
|
0,000
|
0,000
|
5 249,139
|
0,000
|
• TOTAAL beleidskredieten
|
Betalingen
|
|
-7 105,630
|
0,000
|
0,000
|
7 105,630
|
0,000
|
•TOTAAL uit het budget van specifieke programma's gefinancierde administratieve kredieten
|
N.v.t.
|
N.v.t.
|
N.v.t.
|
N.v.t.
|
N.v.t.
|
TOTAAL kredieten
onder RUBRIEK 1B
van het meerjarig financieel kader
|
Betalingen
|
|
-7 105,630
|
0,000
|
0,000
|
7 105,630
|
0,000
|
Rubriek van het meerjarig financieel
kader
|
2
|
Duurzame groei: natuurlijke hulpbronnen
|
DG MARE
|
|
|
Jaar
2021
|
Jaar
2022
|
Jaar
2023
|
Jaar
2024
|
TOTAAL
|
•Beleidskredieten
|
|
|
|
|
|
11 06 60
|
Betalingen
|
(1)
|
-114,987
|
0,000
|
0,000
|
114,987
|
0,000
|
Uit het budget van specifieke programma's gefinancierde administratieve kredieten
|
N.v.t.
|
N.v.t.
|
N.v.t.
|
N.v.t.
|
N.v.t.
|
TOTAAL kredieten
voor DG MARE
|
Betalingen
|
|
-114,987
|
0,000
|
0,000
|
114,987
|
0,000
|
Wanneer het voorstel/initiatief gevolgen heeft voor meerdere rubrieken:
• TOTAAL beleidskredieten
|
Betalingen
|
|
-7 220,617
|
0,000
|
0,000
|
7 220,617
|
0,000
|
•TOTAAL uit het budget van specifieke programma's gefinancierde administratieve kredieten
|
|
N.v.t.
|
N.v.t.
|
N.v.t.
|
N.v.t.
|
N.v.t.
|
TOTAAL kredieten
onder de RUBRIEKEN 1 tot en met 4
van het meerjarig financieel kader
(referentiebedrag)
|
Betalingen
|
|
-7 220,617
|
0,000
|
0,000
|
7 220,617
|
0,000
|
Rubriek van het meerjarig financieel
kader
|
5
|
"Administratieve uitgaven"
|
in miljoenen euro's (tot op drie decimalen)
|
|
|
Jaar
N
|
Jaar
N+1
|
Jaar
N+2
|
Jaar
N+3
|
Vul zoveel jaren in als nodig om de duur van de gevolgen weer te geven (zie punt 1.6)
|
TOTAAL
|
DG: <…….>
|
•Personele middelen
|
|
|
|
|
|
|
|
|
•Andere administratieve uitgaven
|
|
|
|
|
|
|
|
|
TOTAAL DG <….>
|
Kredieten
|
|
|
|
|
|
|
|
|
TOTAAL kredieten
onder RUBRIEK 5
van het meerjarig financieel kader
|
(Totaal vastleggingen = totaal betalingen)
|
|
|
|
|
|
|
|
|
in miljoenen euro's (tot op drie decimalen)
|
|
|
Jaar
N
|
Jaar
N+1
|
Jaar
N+2
|
Jaar
N+3
|
Vul zoveel jaren in als nodig om de duur van de gevolgen weer te geven (zie punt 1.6)
|
TOTAAL
|
TOTAAL kredieten
onder de RUBRIEKEN 1 tot en met 5
van het meerjarig financieel kader
|
Vastleggingen
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
Betalingen
|
|
|
|
|
|
|
|
|
3.2.2.Geraamde gevolgen voor de beleidskredieten
–◻
Voor het voorstel/initiatief zijn geen beleidskredieten nodig
–◻
Voor het voorstel/initiatief zijn beleidskredieten nodig, zoals hieronder nader wordt beschreven:
Vastleggingskredieten, in miljoenen euro's (tot op drie decimalen)
Vermeld doelstellingen en outputs
⇩
|
|
|
Jaar
N
|
Jaar
N+1
|
Jaar
N+2
|
Jaar
N+3
|
Vul zoveel jaren in als nodig om de duur van de gevolgen weer te geven (zie punt 1.6)
|
TOTAAL
|
|
OUTPUTS
|
|
Soort
|
Gem. kosten
|
Aantal
|
Kosten
|
Aantal
|
Kosten
|
Aantal
|
Kosten
|
Aantal
|
Kosten
|
Aantal
|
Kosten
|
Aantal
|
Kosten
|
Aantal
|
Kosten
|
Totaal aantal
|
Totale kosten
|
SPECIFIEKE DOELSTELLING NR. 1...
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
- Output
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
- Output
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
- Output
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
Subtotaal voor specifieke doelstelling nr. 1
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
SPECIFIEKE DOELSTELLING NR. 2…
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
- Output
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
Subtotaal voor specifieke doelstelling nr. 2
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
TOTALE KOSTEN
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
3.2.3.Geraamde gevolgen voor de administratieve kredieten
3.2.3.1.Samenvatting
–◻
Voor het voorstel/initiatief zijn geen administratieve kredieten nodig
–◻
Voor het voorstel/initiatief zijn administratieve kredieten nodig, zoals hieronder nader wordt beschreven:
in miljoenen euro's (tot op drie decimalen)
|
Jaar
N
|
Jaar
N+1
|
Jaar
N+2
|
Jaar
N+3
|
Vul zoveel jaren in als nodig om de duur van de gevolgen weer te geven (zie punt 1.6)
|
TOTAAL
|
RUBRIEK 5
van het meerjarig financieel kader
|
|
|
|
|
|
|
|
|
Personele middelen
|
|
|
|
|
|
|
|
|
Andere administratieve uitgaven
|
|
|
|
|
|
|
|
|
Subtotaal RUBRIEK 5
van het meerjarig financieel kader
|
|
|
|
|
|
|
|
|
Buiten RUBRIEK 5
van het meerjarig financieel kader
|
|
|
|
|
|
|
|
|
Personele middelen
|
|
|
|
|
|
|
|
|
Andere
administratieve uitgaven
|
|
|
|
|
|
|
|
|
Subtotaal
Buiten RUBRIEK 5
van het meerjarig financieel kader
|
|
|
|
|
|
|
|
|
De benodigde kredieten voor personeel en andere administratieve uitgaven zullen worden gefinancierd uit de kredieten die reeds voor het beheer van deze actie zijn toegewezen en/of binnen het DG zijn herverdeeld, eventueel aangevuld met middelen die in het kader van de jaarlijkse toewijzingsprocedure met inachtneming van de budgettaire beperkingen aan het beherende DG kunnen worden toegewezen.
3.2.3.2.Geraamde personeelsbehoeften
–◻
Voor het voorstel/initiatief zijn geen personele middelen nodig.
–◻
Voor het voorstel/initiatief zijn personele middelen nodig, zoals hieronder nader wordt beschreven:
Raming in voltijdequivalenten
|
Jaar
N
|
Jaar
N+1
|
Jaar N+2
|
Jaar N+3
|
Vul zoveel jaren in als nodig om de duur van de gevolgen weer te geven (zie punt 1.6)
|
• Posten opgenomen in de lijst van het aantal ambten (ambtenaren en tijdelijke functionarissen)
|
|
|
XX 01 01 01 (zetel en vertegenwoordigingen van de Commissie)
|
|
|
|
|
|
|
|
XX 01 01 02 (delegaties)
|
|
|
|
|
|
|
|
XX 01 05 01 (onderzoek door derden)
|
|
|
|
|
|
|
|
10 01 05 01 (eigen onderzoek)
|
|
|
|
|
|
|
|
•Extern personeel (in voltijdequivalenten, VTE)
|
XX 01 02 01 (AC, END, INT van de "totale financiële middelen")
|
|
|
|
|
|
|
|
XX 01 02 02 (AC, AL, END, INT en JED in de delegaties)
|
|
|
|
|
|
|
|
XX 01 04 jj
|
- zetel
|
|
|
|
|
|
|
|
|
- delegaties
|
|
|
|
|
|
|
|
XX 01 05 02 (AC, END, INT - onderzoek door derden)
|
|
|
|
|
|
|
|
10 01 05 02 (AC, END, INT - eigen onderzoek)
|
|
|
|
|
|
|
|
Ander begrotingsonderdeel (te vermelden)
|
|
|
|
|
|
|
|
TOTAAL
|
|
|
|
|
|
|
|
XX is het beleidsterrein of de begrotingstitel.
De benodigde personele middelen zullen worden gefinancierd uit de middelen die reeds voor het beheer van deze actie zijn toegewezen en/of binnen het DG zijn herverdeeld, eventueel aangevuld met middelen die in het kader van de jaarlijkse toewijzingsprocedure met inachtneming van de budgettaire beperkingen aan het beherende DG kunnen worden toegewezen.
Beschrijving van de uit te voeren taken:
Ambtenaren en tijdelijk personeel
|
|
Extern personeel
|
|
3.2.4.Verenigbaarheid met het huidige meerjarig financieel kader
–◻
Het voorstel/initiatief is verenigbaar met het huidig meerjarig financieel kader.
–◻
Het voorstel/initiatief vergt herprogrammering van de betrokken rubriek van het meerjarig financieel kader.
Zet uiteen welke herprogrammering nodig is, onder vermelding van de betrokken begrotingsonderdelen en de desbetreffende bedragen.
–◻
Het voorstel/initiatief vergt toepassing van het flexibiliteitsinstrument of herziening van het meerjarig financieel kader.
Zet uiteen wat nodig is, onder vermelding van de betrokken rubrieken en begrotingsonderdelen en de desbetreffende bedragen.
3.2.5.Bijdragen van derden
–Het voorstel/initiatief voorziet niet in medefinanciering door derden.
–Het voorstel/initiatief voorziet in medefinanciering, zoals hieronder wordt geraamd:
Kredieten in miljoenen euro's (tot op drie decimalen)
|
Jaar
N
|
Jaar
N+1
|
Jaar
N+2
|
Jaar
N+3
|
Vul zoveel jaren in als nodig om de duur van de gevolgen weer te geven (zie punt 1.6)
|
Totaal
|
Medefinancieringsbron
|
|
|
|
|
|
|
|
|
TOTAAL medegefinancierde kredieten
|
|
|
|
|
|
|
|
|
3.3. Geraamde gevolgen voor de ontvangsten
–◻
Het voorstel/initiatief heeft geen financiële gevolgen voor de ontvangsten.
–◻
Het voorstel/initiatief heeft de hieronder beschreven financiële gevolgen:
–◻
voor de eigen middelen
–◻
voor de diverse ontvangsten
in miljoenen euro's (tot op drie decimalen)
Begrotingsonderdeel voor ontvangsten:
|
Voor het lopende begrotingsjaar beschikbare kredieten
|
Gevolgen van het voorstel/initiatief
|
|
|
Jaar
N
|
Jaar
N+1
|
Jaar
N+2
|
Jaar
N+3
|
Vul zoveel jaren in als nodig om de duur van de gevolgen weer te geven (zie punt 1.6)
|
Artikel ….
|
|
|
|
|
|
|
|
|
Vermeld voor de diverse ontvangsten die worden "toegewezen" het betrokken begrotingsonderdeel of de betrokken begrotingsonderdelen voor uitgaven.
Vermeld de wijze van berekening van de gevolgen voor de ontvangsten.