Choose the experimental features you want to try

This document is an excerpt from the EUR-Lex website

Document 52015TA1209(24)

    Verslag over de jaarrekening van het Europees Agentschap voor maritieme veiligheid betreffende het begrotingsjaar 2014 vergezeld van het antwoord van het Agentschap

    PB C 409 van 9.12.2015, p. 216–222 (BG, ES, CS, DA, DE, ET, EL, EN, FR, HR, IT, LV, LT, HU, MT, NL, PL, PT, RO, SK, SL, FI, SV)

    9.12.2015   

    NL

    Publicatieblad van de Europese Unie

    C 409/216


    VERSLAG

    over de jaarrekening van het Europees Agentschap voor maritieme veiligheid betreffende het begrotingsjaar 2014 vergezeld van het antwoord van het Agentschap

    (2015/C 409/24)

    INLEIDING

    1.

    Het Europees Agentschap voor maritieme veiligheid (hierna „het Agentschap” ofwel „EMSA” genoemd), gevestigd te Lissabon, werd opgericht bij Verordening (EG) nr. 1406/2002 van het Europees Parlement en de Raad (1). De taken van het Agentschap omvatten het waarborgen van een hoog niveau van veiligheid op zee en het voorkomen van verontreiniging door schepen, de verlening van technische bijstand aan de Commissie en de lidstaten, alsmede de controle op de uitvoering van de wetgeving van de Unie en de beoordeling van de doeltreffendheid hiervan (2).

    TOELICHTING BIJ DE BETROUWBAARHEIDSVERKLARING

    2.

    De door de Rekenkamer gehanteerde controleaanpak omvat cijferanalyses, rechtstreekse toetsing van verrichtingen en een beoordeling van de essentiële beheersingsmaatregelen van de toezicht- en controlesystemen van het Agentschap. Hierbij komt nog controle-informatie afkomstig uit het werk van andere controleurs en een analyse van de „management representations”.

    BETROUWBAARHEIDSVERKLARING

    3.

    Overeenkomstig het bepaalde in artikel 287 van het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie (VWEU) controleerde de Rekenkamer:

    a)

    de jaarrekening van het Agentschap, die bestaat uit de financiële staten (3) en de verslagen over de uitvoering van de begroting (4) betreffende het per 31 december 2014 afgesloten begrotingsjaar, en

    b)

    de wettigheid en regelmatigheid van de onderliggende verrichtingen bij de rekening.

    De verantwoordelijkheid van de leiding

    4.

    De leiding is verantwoordelijk voor het opstellen en de getrouwe weergave van de jaarrekening van het Agentschap, alsmede voor de wettigheid en regelmatigheid van de onderliggende verrichtingen (5):

    a)

    De verantwoordelijkheden van de leiding inzake de jaarrekening van het Agentschap omvatten het opzetten, invoeren en in stand houden van een internebeheersingssysteem met betrekking tot de opstelling en de getrouwe weergave van financiële staten die geen materiële afwijkingen als gevolg van fraude of fouten bevatten, het kiezen en toepassen van adequate grondslagen voor financiële verslaglegging op basis van de door de rekenplichtige van de Commissie vastgestelde boekhoudregels (6) en het maken van boekhoudkundige schattingen die onder de gegeven omstandigheden redelijk zijn. De uitvoerend directeur keurt de jaarrekening van het Agentschap goed nadat de rekenplichtige deze heeft voorbereid op basis van alle beschikbare gegevens en een toelichting bij de jaarrekening heeft opgesteld waarin hij onder meer verklaart dat hij redelijke zekerheid heeft dat deze op alle materiële punten een getrouw beeld geeft van de financiële positie van het Agentschap.

    b)

    De verantwoordelijkheden van de leiding inzake de wettigheid en regelmatigheid van de onderliggende verrichtingen en de inachtneming van het beginsel van goed financieel beheer omvatten het opzetten, invoeren en in stand houden van een doeltreffend en doelmatig internebeheersingssysteem waarbij ook naar behoren toezicht wordt uitgeoefend en passende maatregelen worden getroffen ter voorkoming van onregelmatigheden en fraude en, indien nodig, rechtsvervolging wordt ingesteld om onverschuldigd betaalde of verkeerd gebruikte middelen terug te vorderen.

    De verantwoordelijkheid van de controleur

    5.

    De Rekenkamer heeft de verantwoordelijkheid om op basis van haar controle aan het Europees Parlement en de Raad (7) een verklaring voor te leggen over de betrouwbaarheid van de jaarrekening en over de wettigheid en regelmatigheid van de onderliggende verrichtingen. De Rekenkamer verricht haar controle overeenkomstig de internationale controlestandaarden en de regels inzake beroepsethiek van IFAC en de internationale standaarden van hoge controle-instanties van INTOSAI. Volgens die standaarden moet de Rekenkamer de controle zodanig plannen en uitvoeren dat redelijke zekerheid wordt verkregen dat de jaarrekening van het Agentschap geen materiële afwijkingen bevat en de onderliggende verrichtingen bij die rekening wettig en regelmatig zijn.

    6.

    De controle houdt in dat procedures worden uitgevoerd om controle-informatie te verkrijgen over de bedragen en mededelingen in de rekeningen en over de wettigheid en regelmatigheid van de onderliggende verrichtingen. De selectie van de procedures is afhankelijk van het oordeel van de controleur, dat is gebaseerd op de inschatting van de risico's op materiële afwijkingen in de rekeningen en op materiële niet-conformiteit van de onderliggende verrichtingen met vereisten uit de regelgeving van de Europese Unie, hetzij door fraude, hetzij door fouten. Bij deze risico-inschatting kijkt de controleur naar de internebeheersingsmaatregelen met betrekking tot de opstelling en getrouwe weergave van de rekeningen en naar de toezicht- en controlesystemen die worden gehanteerd ter waarborging van de wettigheid en regelmatigheid van de onderliggende verrichtingen en zet hij controleprocedures op die onder de gegeven omstandigheden adequaat zijn. Bij de controle worden tevens de geschiktheid van de gehanteerde grondslagen voor financiële verslaglegging en de redelijkheid van de boekhoudkundige schattingen beoordeeld, evenals de algehele presentatie van de rekeningen. Bij de voorbereiding van dit verslag en de betrouwbaarheidsverklaring heeft de Rekenkamer rekening gehouden met de controlewerkzaamheden die de onafhankelijke extern controleur heeft verricht ten aanzien van de rekeningen van het Agentschap, zoals bepaald in artikel 208, lid 4, van het Financieel Reglement van de EU (8).

    7.

    De Rekenkamer is van oordeel dat de verkregen controle-informatie toereikend is en geschikt als grondslag voor haar betrouwbaarheidsverklaring.

    Oordeel over de betrouwbaarheid van de rekeningen

    8.

    Naar het oordeel van de Rekenkamer geeft de jaarrekening van het Agentschap op alle materiële punten een getrouw beeld van zijn financiële situatie per 31 december 2014 en van de resultaten van zijn verrichtingen en kasstromen in het op die datum afgesloten jaar, overeenkomstig de bepalingen van zijn financieel reglement en de door de rekenplichtige van de Commissie vastgestelde boekhoudregels.

    Oordeel over de wettigheid en regelmatigheid van de onderliggende verrichtingen bij de rekeningen

    9.

    Naar het oordeel van de Rekenkamer zijn de onderliggende verrichtingen bij de jaarrekening betreffende het per 31 december 2014 afgesloten begrotingsjaar op alle materiële punten wettig en regelmatig.

    FOLLOW-UP VAN DE OPMERKINGEN VAN VOORGAANDE JAREN

    10.

    Bijlage I bevat een overzicht van de corrigerende maatregelen die zijn getroffen naar aanleiding van de opmerkingen van de Rekenkamer van voorgaande jaren.

    Dit verslag werd door kamer IV onder voorzitterschap van de heer Milan Martin CVIKL, lid van de Rekenkamer, te Luxemburg vastgesteld op haar vergadering van 8 september 2015.

    Voor de Rekenkamer

    Vítor Manuel da SILVA CALDEIRA

    President


    (1)  PB L 208 van 5.8.2002, blz. 1.

    (2)  Ter informatie geeft bijlage II een overzicht van de bevoegdheden en activiteiten van het Agentschap.

    (3)  Deze omvatten de balans en de staat van de financiële resultaten, de tabel van de kasstromen, de staat van de veranderingen van de nettoactiva en een overzicht van de belangrijkste grondslagen voor financiële verslaglegging en andere toelichtingen.

    (4)  Deze omvatten de resultatenrekening van de begrotingsuitvoering en de bijlage daarbij.

    (5)  Artikelen 39 en 50 van Gedelegeerde Verordening (EU) nr. 1271/2013 van de Commissie (PB L 328 van 7.12.2013, blz. 42).

    (6)  De door de rekenplichtige van de Commissie vastgestelde boekhoudregels zijn afgeleid van de International Public Sector Accounting Standards (IPSAS), uitgebracht door de Internationale Federatie van Accountants of, waar van toepassing, de International Accounting Standards (IAS)/International Financial Reporting Standards (IFRS), uitgebracht door de International Accounting Standards Board.

    (7)  Artikel 107 van Verordening (EU) nr. 1271/2013.

    (8)  Verordening (EU, Euratom) nr. 966/2012 van het Europees Parlement en de Raad (PB L 298 van 26.10.2012, blz. 1).


    BIJLAGE I

    Follow-up van de opmerkingen van voorgaande jaren

    Jaar

    Opmerking van de Rekenkamer

    Stand van de corrigerende maatregel

    (Afgerond/Loopt nog/Nog af te handelen/N.v.t.)

    2011

    De Rekenkamer stelde vast dat het Agentschap het beheer van zijn activa moet verbeteren. Er zijn onverklaarde verschillen tussen de geboekte jaarlijkse en de gecumuleerde afschrijvingen. De boekhoudprocedures en de kosteninformatie zijn niet betrouwbaar voor intern gecreëerde immateriële activa. Er ontbreken bewijsstukken voor een fysieke inventarisatie van administratieve uitrusting binnen de voorgeschreven periode.

    Fysieke inventarisatie afgerond

    Loopt nog wat betreft intern gecreëerde immateriële activa

    2012

    De boekhoudprocedures en -informatie met betrekking tot de kosten voor intern gegenereerde immateriële activa zijn niet volledig betrouwbaar.

    Loopt nog


    BIJLAGE II

    Europees Agentschap voor maritieme veiligheid (Lissabon)

    Bevoegdheden en activiteiten

    Bevoegdheden van de Unie volgens het Verdrag

    (Artikel 100 van het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie)

    Gemeenschappelijk vervoerbeleid

    „Het Europees Parlement en de Raad kunnen, volgens de gewone wetgevingsprocedure, passende bepalingen vaststellen voor de zeevaart en luchtvaart”.

    Bevoegdheden van het Agentschap

    (Verordening (EG) nr. 1406/2002 van het Europees Parlement en de Raad, zoals gewijzigd bij Verordeningen (EG) nr. 1644/2003 en (EG) nr. 724/2004 en Verordening (EU) nr. 100/2013)

    Doelstellingen

    Het Europees Agentschap voor maritieme veiligheid is opgericht om een hoog uniform en efficiënt niveau van veiligheid op zee, maritieme beveiliging en voorkoming en bestrijding van verontreiniging door schepen binnen de Unie te waarborgen.

    Het Agentschap verstrekt de lidstaten en de Commissie de nodige technische en wetenschappelijke bijstand en deskundigheid van hoog niveau, teneinde hen te helpen bij:

    de correcte toepassing van de EU-wetgeving op het gebied van veiligheid op zee en de voorkoming van verontreiniging door schepen;

    het toezicht op de uitvoering ervan;

    de beoordeling van de doeltreffendheid van de ingevoerde maatregelen.

    Het Agentschap verstrekt op verzoek ook operationele middelen alsmede technische en wetenschappelijke bijstand om de lidstaten en de Commissie te helpen bij hun reactie op zeeverontreiniging door schepen binnen de EU.

    Taken

    De laatste wijziging heeft het mandaat van het Agentschap verder verfijnd; zo kan EMSA de Commissie en de lidstaten beter helpen bij haar kerntaken en zijn middelen breder inzetten om de EU-lidstaten te helpen bij het reageren op vervuiling veroorzaakt door schepen en op zeeverontreiniging veroorzaakt door olie- en gasinstallaties. Bovendien werden bijkomende taken ingevoerd, met de mogelijkheid voor het Agentschap om zijn deskundigheid en instrumenten te benutten voor andere EU-activiteiten in verband met het beleid inzake maritiem verkeer van de Unie.

    De taken van het Agentschap zijn grofweg verdeeld in vier kernterreinen, overeenkomstig de oprichtingsverordening en de relevante EU-wetgeving. In de eerste plaats staat het Agentschap de Commissie bij in het toezicht op de uitvoering van EU-wetgeving met betrekking tot, onder andere, de scheepsinspectie en –certificering, de certificering van scheepsuitrusting, de veiligheid van schepen, het opleiden van zeevaarders en de havenstaatcontrole.

    Ten tweede ontwikkelt en beheert het Agentschap de maritieme informatievoorzieningen op EU-niveau. Belangrijke voorbeelden zijn het SafeSeaNet-systeem voor toezicht op het scheepvaartverkeer, om het in de gehele EU volgen van schepen en hun ladingen en incidenten mogelijk te maken, en het LRIT-datacentrum van de EU, om schepen onder EU-vlag wereldwijd te identificeren en volgen; en Thetis, het informatiesysteem ter ondersteuning van het nieuwe havenstaatcontrolestelsel.

    Daarnaast biedt EMSA de kustlidstaten een systeem voor paraatheid, opsporing en reactie inzake zeeverontreiniging. Dit omvat een Europees netwerk van oproepbare schepen voor de bestrijding van olielekkages alsmede een Europese dienst voor het per satelliet detecteren van olielekkages en vaartuigen (CleanSeaNet),die bijdraagt tot een doeltreffend systeem ter bescherming van de kusten en wateren van de EU tegen verontreiniging door schepen.

    Ten slotte verstrekt het Agentschap technisch en wetenschappelijk advies aan de Commissie op het gebied van maritieme veiligheid en voorkoming van verontreiniging door schepen aan de hand van een voortdurend proces van evaluatie van de doeltreffendheid van de ingevoerde maatregelen, en door het bijwerken en ontwikkelen van nieuwe wetgeving. Het verleent tevens steun aan, en bevordert samenwerking tussen de lidstaten en verspreidt informatie over beste praktijken.

    Organisatie

    Raad van bestuur

    Samenstelling

    Eén vertegenwoordiger van iedere lidstaat, vier vertegenwoordigers van de Commissie en vier niet-stemgerechtigde vertegenwoordigers van de betrokken beroepssectoren.

    Taken

    Vaststellen van het meerjarenplan voor personeelsbeleid, de jaarlijkse begroting, het werkprogramma, het jaarverslag en een gedetailleerd plan voor de activiteiten van het Agentschap betreffende de paraatheid en reactie inzake verontreiniging.

    Toezien op de werkzaamheden van de uitvoerend directeur.

    Uitvoerend directeur

    Benoemd door de raad van bestuur. De Commissie kan één of meer kandidaten voordragen.

    Externe controle

    Europese Rekenkamer.

    Interne controle

    Dienst Interne Audit van de Europese Commissie (DIA).

    Interne-auditfunctie van het Agentschap.

    Kwijtingverlenende autoriteit

    Europees Parlement, op aanbeveling van de Raad.

    In 2014 (2013) ter beschikking van het Agentschap gestelde middelen

    Definitieve begroting

    Vastleggingskredieten (C1)

    52,4(57,8) miljoen euro

    Betalingskredieten (C1)

    52,7(54,0) miljoen euro

    De in het Publicatieblad van de Europese Unie gepubliceerde gewijzigde begrotingen bestrijken een veelheid van financieringsbronnen, waarbij C1 welhaast de enige financieringsbron is. Omwille van de duidelijkheid en transparantie worden alleen de voornaamste en dus relevante C1-begrotingskredieten genoemd. De genoemde bedragen zijn definitief (gewijzigde begroting).

    Personeelsbestand per 31 december 2014

    Statutair personeel

    210 (213) posten toegestaan in de lijst van het aantal ambten, waarvan: 198 (203) bezet.

    Arbeidscontractanten:

    30 (29) posten opgenomen in de begroting, waarvan 27 (25) bezet. Het Agentschap heeft ook vijf bijkomende projectmatig gefinancierde arbeidscontractanten aangeworven.

    Gedetacheerde nationale deskundigen

    18 (15) posten opgenomen in de begroting, waarvan 15 (14) bezet

    N.B.: Wat vaste aanstellingen betreft, heeft EMSA rekening gehouden met het streefcijfer van 207 posten dat op 1 januari 2015 zal worden geïmplementeerd, in plaats van het aantal in de lijst van het aantal ambten toegestane posten voor 2014 (210).

    Producten en diensten 2014 (2013)

    61 (53) workshops en andere evenementen (met 1  689(1  424) deelnemers bij de workshops);

    45 (35) verschillende trainingssessies waarbij 812 (861) nationale experts zijn opgeleid;

    64 (74) inspecties en bezoeken;

    het SSN was 99,74 % (99,43 %) van de tijd beschikbaar gedurende het jaar;

    2  521(2  547) satellietbeelden besteld en geanalyseerd via CleanSeaNet;

    het LRIT-Datacentrum van de EU was 99,53 % van de tijd beschikbaar gedurende het jaar;

    17 (16) contracten voor antivervuilingsschepen;

    71 (69) trainingen en 26 (21) oefeningen met de antivervuilingsschepen (12 (10) operationele oefeningen en 14 (11) waarschuwingsoefeningen);

    de Diensten voor maritieme bijstand van EMSA waren op 24/7-basis actief;

    Thetis was 99,64 % (99,61 %) van de tijd beschikbaar gedurende het jaar.

    Bron: Door het Agentschap verstrekte bijlage.


    ANTWOORD VAN HET AGENTSCHAP

    Het Agentschap neemt akte van het verslag van de Rekenkamer.


    Top