This document is an excerpt from the EUR-Lex website
Document 52013PC0382
Recommendation for a COUNCIL DECISION giving notice to Belgium to take measures for the deficit reduction judged necessary in order to remedy the situation of excessive deficit
Aanbeveling voor een BESLUIT VAN DE RAAD tot aanmaning van België om maatregelen te treffen om het tekort te verminderen in de mate die nodig wordt geacht om de buitensporigtekortsituatie te verhelpen
Aanbeveling voor een BESLUIT VAN DE RAAD tot aanmaning van België om maatregelen te treffen om het tekort te verminderen in de mate die nodig wordt geacht om de buitensporigtekortsituatie te verhelpen
/* COM/2013/0382 final */
Aanbeveling voor een BESLUIT VAN DE RAAD tot aanmaning van België om maatregelen te treffen om het tekort te verminderen in de mate die nodig wordt geacht om de buitensporigtekortsituatie te verhelpen /* COM/2013/0382 final */
Aanbeveling voor een BESLUIT VAN DE RAAD tot aanmaning van België om maatregelen te
treffen om het tekort te verminderen in de mate die nodig wordt geacht om de
buitensporigtekortsituatie te verhelpen DE RAAD VAN DE EUROPESE UNIE, Gezien het Verdrag betreffende de werking van
de Europese Unie, en met name artikel 126, lid 9, Gezien de aanbeveling van de Europese
Commissie, Overwegende hetgeen volgt: (1) Overeenkomstig artikel 126
van het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie (VWEU) dienen de
lidstaten buitensporige overheidstekorten te vermijden. (2) Het stabiliteits- en
groeipact is gebaseerd op de doelstelling van deugdelijke openbare financiën
als middel om de voorwaarden voor prijsstabiliteit en voor een tot
werkgelegenheidsschepping leidende sterke duurzame groei te verbeteren. (3) De Raad heeft op 2 december 2009
op grond van artikel 126, lid 6, VWEU besloten[1]
dat in België een buitensporig tekort bestond en overeenkomstig artikel 126,
lid 7, VWEU en artikel 3 van Verordening (EG) nr. 1467/97 van de Raad van 7
juli 1997 over de bespoediging en verduidelijking van de tenuitvoerlegging van
de procedure bij buitensporige tekorten een aanbeveling gedaan om uiterlijk 2012
het buitensporige tekort te corrigeren[2].
Om het overheidstekort op geloofwaardige en houdbare wijze onder 3% van het bbp
te brengen, is de Belgische autoriteiten aanbevolen a) de tekortverminderende
maatregelen in 2010 ten uitvoer te leggen als gepland in het kader van de
ontwerpbegroting voor 2010 en de geplande budgettaire inspanning in 2011 en 2012
te versterken; b) in de periode 2010-2012 een gemiddelde jaarlijkse
begrotingsinspanning van ¾% van het bbp te realiseren, die ook ertoe moest
bijdragen dat de brutoschuldquote van de overheid weer in een bevredigend tempo
kon gaan dalen richting de referentiewaarde doordat opnieuw een toereikend
primair overschot werd gerealiseerd; c) de maatregelen te bepalen die nodig waren
om, als het conjunctuurklimaat dit mogelijk maakte, het buitensporige tekort
uiterlijk 2012 te corrigeren en het tekort sneller terug te dringen indien de
economische of budgettaire omstandigheden gunstiger uitvielen dan verwacht werd
op het tijdstip waarop de btp-aanbevelingen werden gedaan; en d) de
monitoringmechanismen te versterken om ervoor te zorgen dat de
begrotingsdoelstellingen werden nageleefd. In zijn aanbevelingen heeft de Raad 2
juni 2010 vastgesteld als termijn voor het ondernemen van effectieve actie in
overeenstemming met de bepalingen van artikel 3, lid 4, van Verordening (EG)
nr. 1467/97. (4) Overeenkomstig het bepaalde
in artikel 126, lid 8, VWEU heeft de Raad op [21 juni 2013] besloten dat België
binnen de in de aanbeveling van de Raad van december 2009 voorgeschreven
termijn geen effectief gevolg aan die aanbeveling had gegeven. (5) In artikel 10, lid 3, van
Verordening (EG) nr. 1467/97 van de Raad wordt bepaald dat indien uit
feitelijke gegevens als bedoeld in Verordening (EG) nr. 479/2009 blijkt dat een
deelnemende lidstaat een buitensporig tekort niet heeft gecorrigeerd binnen de
termijnen die in een aanbeveling op grond van artikel 126, lid 7, zijn
voorgeschreven, de Raad onmiddellijk een besluit neemt op grond van artikel 126,
lid 9, waarbij de lidstaat wordt aangemaand binnen een voorgeschreven termijn
maatregelen te treffen om het tekort te verminderen in de mate die de Raad
nodig acht om de situatie te verhelpen. (6) Volgens de voorjaarsprognoses
2013 van de diensten van de Commissie zal het reële bbp in 2013 gelijk blijven
en zet de binnenlandse vraag de in 2012 ingezette krimp voort. Terwijl de
huishoudelijke consumptie waarschijnlijk zal stagneren, zullen, onder impuls
van een economiebreed gebrek aan vertrouwen, een noodlijdende bouwsector,
verscherpende kredietvoorwaarden en een industrie met ruime reservecapaciteit,
de investeringen naar verwachting dalen. Verwacht wordt dat zowel de private
consumptie als de private investeringen pas in tempo zullen toenemen vanaf 2014,
wanneer de binnenlandse vraag de voornaamste drijvende kracht achter een reële
groei van het bbp met 1,2% zou worden. Tegen de achtergrond van deze robuustere
binnenlandse vraag, wordt aangenomen dat de groei van de invoer met de groei
van de uitvoer gelijk zal komen. Dit zou verdere stijgingen van de
netto-uitvoer in 2014 beperken, in tegenstelling tot 2013 wanneer positieve
groei van de netto buitenlandse vraag naar verwachting zal beletten dat het bbp
krimpt. (7) Volgens de voorjaarsprognoses
2013 van de diensten van de Commissie zal het overheidstekort in 2013 tot 2,9%
van het bbp afnemen. De initiële begroting 2013 mikte op een nominaal tekort
van 2,15% van het bbp. Sinds de opstelling van de begroting zijn de officiële
groeiprognoses die aan de begroting ten grondslag liggen (+0,7%, overeenkomstig
de najaarsprognoses 2012 van de Commissiediensten) echter substantieel naar
beneden toe herzien, tot 0,2% in het stabiliteitsprogramma 2013 en 0,0% in de
voorjaarsprognoses. De regering heeft de nominale tekortdoelstelling dan ook
opgegeven en vervangen door een toezegging om het structurele saldo met 1,0%
van het bbp te verbeteren. In maart 2013 heeft de regering bijkomende
maatregelen genomen ten bedrage van 0,2% van het bbp bovenop de in de initiële
begroting 2013 genomen maatregelen ten bedrage van ongeveer 0,75% van het bbp
waarmee in de voorjaarsprognoses 2013 van de Commissiediensten rekening is
gehouden. Volgens deze prognoses komt er in 2013 een structurele verbetering
van ¾ % van het bbp, waaronder een bijdrage van ¼ procentpunt van lagere
rente-uitgaven. (8) Bij ongewijzigd beleid zal
volgens de voorjaarsprognoses 2013 van de Commissiediensten het tekort in 2014
opnieuw boven de referentiewaarde stijgen, tot 3,1% van het bbp, ondanks het
feit dat de verwachte groei boven het potentiële groeicijfer ligt. Deze nieuwe
stijging is toe te schrijven aan de autonome stijgende trend van de sociale
transfers en het feit dat de begroting 2013 ten bedrage van ongeveer 0,4% van
het bbp ook eenmalige en tijdelijke ontvangsten omvatte, zoals een fiscale
amnestie, de verkoop van telecomvergunningen en een uitzonderlijk hoog dividend
van de Nationale Bank van België. (9) De overheidsschuld is
gestegen van 84% van het bbp in 2007 tot bijna 100% van het bbp in 2012. De
dynamiek van het tekort en van het bbp maken ongeveer 6,5 procentpunt van de
stijging uit, terwijl exogene factoren, voornamelijk in verband met
reddingsoperaties in de financiële sector in de vorm van aandelenkapitaalinjecties,
ongeveer 9 procentpunt bedragen. Volgens de voorjaarsprognoses 2013 van de
diensten van de Commissie zal de overheidsschuld in 2014 tot meer dan 102% van
het bbp toenemen. De Belgische regering is voornemens financiële activa te
verkopen om de schuld onder 100% van het bbp te houden in 2013. In dit verband
heeft de Belgische regering onlangs de verkoop van Royal Park Investment (het
in de context van de redding van Fortis gecreëerde special purpose vehicle)
aangekondigd, die het schuldniveau met 0,2% van het bbp zou verminderen. (10) Volgens het Fiscal
Sustainability Report 2012 van de Europese Commissie dreigt de Belgische
begroting op korte termijn niet onder druk te komen staan. Op middellange tot
lange termijn zijn de risico's van budgettaire houdbaarheid echter hoog. In
België gaat van de vergrijzing een veel groter langetermijneffect op de
begroting uit dan gemiddeld in de EU het geval is. Dit komt vooral doordat de
pensioenuitgaven als percentage van het bbp de komende decennia snel zullen
stijgen. Hoewel de pensioenhervorming van december 2011 een belangrijke
positieve stap was, lijken bijkomende maatregelen noodzakelijk om de openbare
financiën op lange termijn weer volledig houdbaar te maken. (11) In het kader van de initiële
begroting 2013 en de begrotingscontrole van maart 2013 genomen maatregelen
zullen naar momenteel verwacht wordt het tekort onder 3% van het bbp brengen in
2013. Volgens de voorjaarsprognoses 2013 van de Commissiediensten is de
veiligheidsmarge tegen het overtreden van de referentiewaarde van het Verdrag
zeer nauw. Bovendien is de correctie momenteel nog niet houdbaar. (12) Tegen de achtergrond van grote
onzekerheden betreffende economische en budgettaire ontwikkelingen moet de
begrotingsdoelstelling die wordt aanbevolen voor het laatste jaar van de
correctieperiode op een niveau duidelijk onder de referentiewaarde worden
vastgesteld om een effectieve en blijvende correctie binnen de gevraagde
termijn te waarborgen. (13) Bijgevolg is een verdere
vermindering van het tekort van 2013 tot 2,7% van het bbp gerechtvaardigd, die
overeenstemt met een structurele verbetering met 1% van het bbp in 2013.
Daartoe worden, mede gelet op mogelijke negatieve tweederonde-effecten,
bijkomende maatregelen met een geraamde impact van ¼% van het bbp noodzakelijk
geacht. (14) België heeft zich er in zijn
stabiliteitsprogramma toe verbonden een in structurele termen evenwichtige begroting
te bereiken in 2015, alvorens zijn MTD van een surplus van 0,75% van het bbp in
structurele termen te bereiken in 2016. Vervolgens hebben de Belgische
autoriteiten in een aan de Commissie gezonden brief van 28 mei 2013 toegezegd
een grotere budgettaire inspanning van ¾% van het bbp na te streven in 2014. Mede
gelet op het hoge schuldniveau is dit een passende inspanning die zal voldoen
aan de schuldverminderingsbenchmark. Daarna moet België voldoende vooruitgang
richting zijn middellangetermijndoelstelling, daaronder begrepen het voldoen
aan de uitgavenbenchmark, en richting de naleving van de
schuldverminderingsbenchmark blijven maken. (15) Voorts moet België de
houdbaarheid op lange termijn van de pensioen- en socialezekerheidsstelsels
versterken. In dit verband zijn bijkomende inspanningen nodig om het verschil
tussen de feitelijke en de wettelijke pensioenleeftijd te dichten, terwijl
maatregelen om de wettelijke pensioenleeftijd aan de ontwikkelingen inzake de
levensverwachting te koppelen het mogelijk zouden maken de houdbaarheid van het
pensioenstelsel op lange termijn te waarborgen. (16) Bovendien moet België
expliciete coördinatieregelingen treffen om ervoor te zorgen dat de budgettaire
doelstellingen binnen een middellangetermijnplanningsperspectief op het
federale niveau en de subfederale niveaus bindend zijn, daaronder begrepen door
de onmiddellijke vaststelling van een regel betreffende het saldo/surplus van
de algemene overheidsbegroting die voldoet aan de vereisten van het Verdrag
inzake stabiliteit, coördinatie en bestuur in de economische en monetaire unie. (17) Ten slotte is het, om het
welslagen van de budgettaire consolidatiestrategie te garanderen, eveneens
belangrijk, overeenkomstig de in de context van het Europees semester tot
België gerichte aanbevelingen van de Raad en met name die welke op de procedure
voor macro-economische onevenwichtigheden betrekking hebben, de budgettaire
consolidatie met omvattende structurele hervormingen te ondersteunen, HEEFT HET VOLGENDE BESLUIT VASTGESTELD: Artikel 1 1. België maakt uiterlijk 2013
een einde aan de huidige situatie van buitensporig tekort. 2. België vermindert het nominale tekort tot 2,7% van het bbp in 2013.
Deze nominale verbetering stemt, op basis van de voorjaarsprognoses 2013 van de
Commissiediensten, overeen met een verbetering van het structurele saldo met 1%
van het bbp in 2013. 3. België neemt en geeft
volledig uitvoering aan alle consolidatiemaatregelen die zijn opgenomen in de
begroting 2013 alsook bijkomende maatregelen van structurele aard om de
aanbevolen structurele inspanning voor 2013 te volbrengen. 4. België staat klaar om,
mochten risico's voor de begrotingsplannen werkelijkheid worden, verdere
maatregelen te nemen. De budgettaire consolidatiemaatregelen moeten een blijvende
verbetering van het structurele saldo van de overheid op groeivriendelijke
wijze waarborgen. Artikel 2 1. België dient uiterlijk op 21
september 2013 een verslag in bij de Commissie over de maatregelen die werden
getroffen om zich naar dit besluit te voegen. De Commissie zal aan de hand van
dit verslag nagaan welke vooruitgang is geboekt om het buitensporige tekort te
corrigeren. 2. België dient verder
driemaandelijks bij de Commissie verslagen in waarin wordt nagegaan welke
vooruitgang is geboekt om aan dit besluit te voldoen. 3. België dient uiterlijk op 31
december 2013 een verslag in betreffende de voorgenomen uitvoering van de eerste
aanbeveling die uit hoofde van het Europees semester is gedaan betreffende het
treffen van expliciete coördinatieregelingen om ervoor te zorgen dat de
budgettaire doelstellingen binnen een middellangetermijnplanningsperspectief op
het federale niveau en de subfederale niveaus bindend zijn. 4. België dient structurele
maatregelen voor 2014 in die een houdbare correctie van het buitensporig tekort
en passende vooruitgang richting zijn middellangetermijndoelstelling garanderen.
Artikel 3 Dit besluit is
gericht tot het Koninkrijk België. Gedaan te Brussel, Voor
de Raad De
voorzitter [1] Alle documenten betreffende de buitensporigtekortprocedure
van België zijn te vinden op:
http://ec.europa.eu/economy_finance/economic_governance/sgp/deficit/countries/belgium_en.htm [2] PB L 209 van 2.8.1997, blz. 6.