Choose the experimental features you want to try

This document is an excerpt from the EUR-Lex website

Document 52012IP0489

    Resolutie van het Europees Parlement van 12 december 2012 over het voorstel voor een besluit van het Europees Parlement en de Raad betreffende de beschikbaarstelling van middelen uit het Europees Fonds voor aanpassing aan de globalisering, overeenkomstig punt 28 van het Interinstitutioneel Akkoord van 17 mei 2006 tussen het Europees Parlement, de Raad en de Commissie betreffende de begrotingsdiscipline en een goed financieel beheer (aanvraag EGF/2011/018 ES/Baskenland metaalproducten, Spanje) (COM(2012)0620 — C7-0364/2012 — 2012/2280(BUD))

    PB C 434 van 23.12.2015, p. 201–204 (BG, ES, CS, DA, DE, ET, EL, EN, FR, IT, LV, LT, HU, MT, NL, PL, PT, RO, SK, SL, FI, SV)

    23.12.2015   

    NL

    Publicatieblad van de Europese Unie

    C 434/201


    P7_TA(2012)0489

    Beschikbaarstelling van middelen uit het Europees Fonds voor aanpassing aan de globalisering (aanvraag EFG/2011/018 ES/Baskenland metaalproducten, Spanje)

    Resolutie van het Europees Parlement van 12 december 2012 over het voorstel voor een besluit van het Europees Parlement en de Raad betreffende de beschikbaarstelling van middelen uit het Europees Fonds voor aanpassing aan de globalisering, overeenkomstig punt 28 van het Interinstitutioneel Akkoord van 17 mei 2006 tussen het Europees Parlement, de Raad en de Commissie betreffende de begrotingsdiscipline en een goed financieel beheer (aanvraag EGF/2011/018 ES/Baskenland metaalproducten, Spanje) (COM(2012)0620 — C7-0364/2012 — 2012/2280(BUD))

    (2015/C 434/37)

    Het Europees Parlement,

    gezien het voorstel van de Commissie aan het Parlement en de Raad (COM(2012)0620 — C7-0364/2012),

    gezien het Interinstitutioneel Akkoord van 17 mei 2006 tussen het Europees Parlement, de Raad en de Commissie betreffende de begrotingsdiscipline en een goed financieel beheer (1) (IIA van 17 mei 2006), en met name punt 28 hiervan,

    gezien Verordening (EG) nr. 1927/2006 van het Europees Parlement en de Raad van 20 december 2006 tot oprichting van een Europees Fonds voor aanpassing aan de globalisering (2),

    gezien de trialoogprocedure als bedoeld in punt 28 van het IIA van 17 mei 2006,

    gezien de brief van de Commissie werkgelegenheid en sociale zaken,

    gezien het verslag van de Begrotingscommissie (A7-0415/2012),

    A.

    overwegende dat de Unie passende wetgevings- en begrotingsinstrumenten in het leven heeft geroepen om extra steun te geven aan werknemers die de gevolgen van grote structurele veranderingen in de wereldhandelspatronen ondervinden, en hen te helpen bij hun terugkeer op de arbeidsmarkt;

    B.

    overwegende dat het Europees Fonds voor aanpassing aan de globalisering (EFG) ook is opengesteld voor sinds 1 mei 2009 ingediende aanvragen om bijstand voor werknemers die zijn ontslagen als gevolg van de wereldwijde financiële en economische crisis;

    C.

    overwegende dat financiële steun van de Unie aan ontslagen werknemers flexibel moet zijn en zo snel en efficiënt mogelijk ter beschikking moet worden gesteld, overeenkomstig de gezamenlijke verklaring van het Europees Parlement, de Raad en de Commissie die is goedgekeurd op de overlegvergadering van 17 juli 2008, en met eerbiediging van het IIA van 17 mei 2006 wat betreft het nemen van besluiten om middelen beschikbaar te stellen uit het EFG;

    D.

    overwegende dat Spanje bijstand heeft gevraagd voor 1  106 gedwongen ontslagen, waarvan naar verwachting 500 in aanmerking komen voor financiële steun, in 423 bedrijven die vallen onder afdeling 25 van de NACE Rev. 2 („Vervaardiging van metaalproducten, exclusief machines en apparaten”) (3) in de NUTS II-regio Baskenland (ES21) in Spanje;

    E.

    overwegende dat de aanvraag voldoet aan de criteria voor subsidiabiliteit die in de EFG-verordening zijn vastgelegd;

    1.

    is het met de Commissie eens dat is voldaan aan de voorwaarden die zijn opgenomen in artikel 2, onder b), van de EFG-verordening en dat Spanje bijgevolg recht heeft op een financiële bijdrage op grond van die verordening;

    2.

    stelt vast dat de Spaanse autoriteiten de aanvraag voor een financiële bijdrage uit het EFG op 28 december 2011 hebben ingediend en dat de beoordeling daarvan door de Commissie op 19 oktober 2012 is gepubliceerd; betreurt de lange beoordelingsperiode van tien maanden;

    3.

    is verheugd dat de Spaanse autoriteiten besloten hebben op 19 maart 2012 met de uitvoering van de maatregelen te beginnen teneinde de werknemers directe bijstand te verlenen, ruimschoots vooruitlopend op het definitieve besluit over de toekenning van EFG-steun voor het voorgestelde gecoördineerd pakket;

    4.

    wijst erop dat de Spaanse autoriteiten in hun beoordeling, gebaseerd op ervaring met voorgaande EFG-aanvragen, hebben gemeld dat slechts 500 van de ontslagen werknemers ervoor hebben gekozen aan de met EFG-middelen gefinancierde maatregelen deel te nemen; roept de Spaanse autoriteiten op de EFG-steun ten volle te benutten;

    5.

    herinnert aan het belang van een verbetering van de inzetbaarheid van alle werknemers door middel van aangepaste scholing en de erkenning van de in de loop van hun beroepsleven door werknemers verworven vaardigheden en bekwaamheden; verlangt dat de scholing die in het gecoördineerde pakket wordt aangeboden, niet alleen is afgestemd op het niveau en de behoeften van de ontslagen werknemers, maar ook op het huidige ondernemingsklimaat;

    6.

    benadrukt dat lering moet worden getrokken uit de opstelling en uitvoering van deze en andere aanvragen betreffende massaontslagen;

    7.

    is verheugd over het feit dat de maatregelen werden ontwikkeld in overleg met de sociale partners en dat de regionale autoriteiten, vertegenwoordigers van het bedrijfsleven en de vakbonden een speciaal comité hebben opgericht dat verantwoordelijk was voor de coördinatie, het beheer en de uitvoering van het EFG-project;

    8.

    dringt erop aan dat de betrokken instellingen de nodige inspanningen leveren om de procedurele en begrotingsregelingen te verbeteren teneinde de beschikbaarstelling van middelen uit het EFG te bespoedigen; waardeert de verbeterde procedure die de Commissie op verzoek van het Parlement in het leven heeft geroepen om de toekenning van subsidies te versnellen, met als doel de beoordeling door de Commissie van de subsidiabiliteit van een EFG-aanvraag, samen met het voorstel voor de beschikbaarstelling van middelen uit het EFG, voor te leggen aan de begrotingsautoriteit; hoopt dat verdere verbeteringen van de procedure zullen worden opgenomen in de nieuwe verordening betreffende het Europees Fonds voor aanpassing aan de globalisering (2014-2020), en dat grotere doelmatigheid, transparantie en zichtbaarheid van het EFG zullen worden bereikt;

    9.

    betreurt dat in het voorstel van de Commissie opgenomen informatie inzake de opleidingsmaatregelen niet vermeldt in welke sectoren de werknemers waarschijnlijk een baan zullen vinden en of het pakket zal worden afgestemd op de economische vooruitzichten voor de regio;

    10.

    brengt in herinnering dat de instellingen zich ertoe hebben verbonden een soepele en snelle procedure te waarborgen voor de goedkeuring van de besluiten betreffende de beschikbaarstelling van middelen uit het EFG, met als doel tijdelijk en eenmalig individuele steun te verlenen om werknemers te helpen die als gevolg van de globalisering en de financiële en economische crisis werkloos zijn geworden; benadrukt de rol die het EFG kan spelen om ontslagen werknemers te helpen bij hun terugkeer op de arbeidsmark;

    11.

    betreurt dat de maatregelen ter ondersteuning van het ondernemerschap niet voorzien in financiële steun voor het opzetten van een eigen bedrijf, terwijl meerdere financiële stimulansen worden geboden aan werknemers die een opleiding volgen.

    12.

    beklemtoont dat overeenkomstig artikel 6 van de EFG-verordening moet worden gewaarborgd dat met middelen van het EFG de terugkeer van individuele ontslagen werknemers op de arbeidsmarkt wordt gesteund; wijst er voorts op dat de EFG-steun alleen actieve arbeidsmarktmaatregelen kan medefinancieren die duurzame werkgelegenheid voor de lange termijn opleveren; herhaalt dat ondersteuning vanuit het EFG niet in de plaats mag komen van maatregelen waartoe bedrijven verplicht zijn krachtens hun nationale wetgeving of collectieve overeenkomsten, noch van maatregelen ter herstructurering van bedrijven of sectoren;

    13.

    is verheugd over het feit dat het vanuit het EFG ondersteunde project vergezeld gaat van een uitgebreid pakket aan voorlichtings- en publiciteitsactiviteiten;

    14.

    merkt op dat de informatie die is verstrekt over het gecoördineerde pakket van individuele dienstverlening die door het EFG moet worden gefinancierd, onder meer gegevens bevat over de complementariteit met acties die worden gefinancierd uit de structuurfondsen; herhaalt zijn oproep aan de Commissie om in haar jaarverslagen een vergelijkende evaluatie van deze gegevens op te nemen zodat de bestaande verordeningen volledig in acht worden genomen en er geen dubbel gebruik van door de Unie gefinancierde diensten kan voorkomen;

    15.

    is verheugd over het feit dat er, na herhaalde verzoeken van het Parlement, 5 0 0 00  000 EUR aan betalingskredieten is opgenomen onder begrotingslijn 04 05 01 van het EFG in de begroting voor 2012; herinnert eraan dat het EFG is gecreëerd als afzonderlijk specifiek instrument met eigen doelstellingen en termijnen, en dat het bijgevolg ook een specifieke toewijzing verdient, waardoor voor zover mogelijk wordt voorkomen dat er, zoals in het verleden is gebeurd, bedragen worden overgeschreven uit andere begrotingslijnen, hetgeen schadelijk kan zijn voor de verwezenlijking van de beleidsdoelstellingen van het EFG;

    16.

    betreurt het besluit van de Raad om de „crisisafwijking”, die het mogelijk maakt ook financiële steun te verlenen aan werknemers die worden ontslagen als gevolg van de huidige financiële en economische crisis en niet alleen aan werknemers die hun baan verliezen als gevolg van veranderingen in de wereldhandelspatronen, en die het tevens mogelijk maakt het percentage van medefinanciering door de Unie te verhogen tot 65 % van de kosten van het programma, niet te verlengen voor programma's die na de einddatum van 31 december 2011 zijn ingediend, en roept de Raad op deze maatregel onmiddellijk weer in te voeren;

    17.

    hecht zijn goedkeuring aan het bij deze resolutie gevoegde besluit;

    18.

    verzoekt zijn Voorzitter dit besluit samen met de voorzitter van de Raad te ondertekenen en zorg te dragen voor publicatie ervan in het Publicatieblad van de Europese Unie;

    19.

    verzoekt zijn Voorzitter deze resolutie, met inbegrip van de bijlage, te doen toekomen aan de Raad en de Commissie.


    (1)  PB C 139 van 14.6.2006, blz. 1.

    (2)  PB L 406 van 30.12.2006, blz. 1.

    (3)  Verordening (EG) nr. 1893/2006 van het Europees Parlement en de Raad van 20 december 2006 tot vaststelling van de statistische classificatie van economische activiteiten NACE Rev. 2 en tot wijziging van Verordening (EEG) nr. 3037/90 en enkele EG-verordeningen op specifieke statistische gebieden (PB L 393 van 30.12.2006, blz. 1).


    BIJLAGE

    BESLUIT VAN HET EUROPEES PARLEMENT EN DE RAAD

    betreffende de beschikbaarstelling van middelen uit het Europees Fonds voor aanpassing aan de globalisering overeenkomstig punt 28 van het Interinstitutioneel Akkoord van 17 mei 2006 tussen het Europees Parlement, de Raad en de Commissie betreffende de begrotingsdiscipline en een goed financieel beheer (aanvraag EGF/2011/018 ES/Baskenland metaalproducten, Spanje)

    (De tekst van de bijlage wordt hier niet weergegeven, aangezien deze overeenkomt met de definitieve handeling: Besluit 2013/16/EU.)


    Top