Choose the experimental features you want to try

This document is an excerpt from the EUR-Lex website

Document 52010XP0301

Bilaterale vrijwaringsclausule in de vrijhandelsovereenkomst EU-Korea ***I Voorstel voor een verordening van het Europees Parlement en de Raad tot uitvoering van de bilaterale vrijwaringsclausule in de vrijhandelsovereenkomst EU-Korea (COM(2010)0049 – C7-0025/2010 – 2010/0032(COD))

PB C 308E van 20.10.2011, p. 98–114 (BG, ES, CS, DA, DE, ET, EL, EN, FR, IT, LV, LT, HU, MT, NL, PL, PT, RO, SK, SL, FI, SV)

20.10.2011   

NL

Publicatieblad van de Europese Unie

CE 308/98


Dinsdag 7 september 2010
Bilaterale vrijwaringsclausule in de vrijhandelsovereenkomst EU-Korea ***I

P7_TA(2010)0301

Voorstel voor een verordening van het Europees Parlement en de Raad tot uitvoering van de bilaterale vrijwaringsclausule in de vrijhandelsovereenkomst EU-Korea (COM(2010)0049 – C7-0025/2010 – 2010/0032(COD))

2011/C 308 E/26

(Gewone wetgevingsprocedure: eerste lezing)

Het voorstel werd op 7 september 2010 geamendeerd als volgt (1).

DOOR DE COMMISSIE VOORGESTELDE TEKST

AMENDEMENT

Amendement 1

Voorstel voor een verordening

Overweging 3 bis (nieuw)

 

(3 bis)

Handelsbelemmeringen op de thuismarkt van een handelspartner bevorderen veelal de export vanuit die markt naar het buitenland, en wanneer dit naar de EU is, kunnen daardoor de voorwaarden worden gecreëerd voor de toepassing van de vrijwaringsclausule.

Amendement 2

Voorstel voor een verordening

Overweging 5

(5)

Zoals in artikel 3,1 van de overeenkomst is vastgelegd, mogen vrijwaringsmaatregelen alleen worden overwogen indien het betrokken product in dermate toegenomen hoeveelheden en onder zodanige omstandigheden in de Unie wordt ingevoerd dat de producenten in de Unie die soortgelijke of rechtstreeks concurrerende producten vervaardigen, ernstige schade lijden of dreigen te lijden.

(5)

Zoals in artikel 3, lid 1, van hoofdstuk 3 van de overeenkomst is vastgelegd, mogen vrijwaringsmaatregelen alleen worden overwogen indien het betrokken product in dermate toegenomen hoeveelheden en onder zodanige omstandigheden in de Unie wordt ingevoerd of de desbetreffende economische activiteit dermate is toegenomen dat de producenten in de Unie die soortgelijke of rechtstreeks concurrerende producten of economische activiteiten vervaardigen of ontplooien , ernstige schade lijden of dreigen te lijden.

Amendement 3

Voorstel voor een verordening

Overweging 5 bis (nieuw)

 

(5 bis)

Het is ook mogelijk dat producenten in de Europese Unie ernstige schade lijden of dreigen te lijden doordat verplichtingen van hoofdstuk 13 van de overeenkomst, met name de daarin vervatte sociale en milieunormen, niet worden nageleefd, zodat de instelling van vrijwaringsmaatregelen noodzakelijk is.

Amendement 4

Voorstel voor een verordening

Overweging 5 ter (nieuw)

 

(5 ter)

Ernstige schade of een dreiging van ernstige schade voor producenten of bepaalde bedrijfstakken in de Europese Unie is tevens afhankelijk van de vraag of de in de overeenkomst vastgestelde regels inzake non-tarifaire handelsbelemmeringen worden nageleefd. In dit verband kan de instelling van vrijwaringsmaatregelen noodzakelijk zijn.

Amendement 5

Voorstel voor een verordening

Overweging 6 bis (nieuw)

 

(6 bis)

De monitoring en toetsing van de overeenkomst en de eventueel noodzakelijke instelling van vrijwaringsmaatregelen moet met de grootst mogelijke transparantie en met deelname van het maatschappelijk middenveld plaatsvinden. Daarom moeten de interne adviesgroep („Domestic Advisory Group”) en het maatschappelijk forum („Civil Society Forum”) daarbij structureel worden betrokken.

Amendement 6

Voorstel voor een verordening

Overweging 6 ter (nieuw)

 

(6 ter)

De Commissie moet elk jaar een verslag indienen over de toepassing en de tenuitvoerlegging van de overeenkomst en de toepassing van de vrijwaringsmaatregelen. Indien de vrijwaringsmaatregelen ontoereikend blijken, moet de Commissie een alomvattend voorstel indienen voor verdergaande vrijwaringsmaatregelen, zoals kwantitatieve beperkingen, quota, invoervergunningen of andere corrigerende maatregelen.

Amendement 7

Voorstel voor een verordening

Overweging 7 bis (nieuw)

 

(7 bis)

De betrouwbaarheid van statistieken over alle invoer vanuit de Republiek Korea in de EU is derhalve van cruciaal belang om te kunnen vaststellen of er vanaf de datum van inwerkingtreding van de overeenkomst sprake is van een ernstige bedreiging voor de bedrijfstak van de Unie als geheel of voor bepaalde sectoren daarvan.

Amendement 8

Voorstel voor een verordening

Overweging 13 bis (nieuw)

 

(13 bis)

Nauwgezet toezicht en geregelde evaluaties zullen de inleiding van een procedure en de onderzoeksfase vereenvoudigen en verkorten. Derhalve zou de Commissie, vanaf de datum van inwerkingtreding van de overeenkomst, de invoer- en uitvoerstatistieken geregeld moeten controleren en het effect ervan op de verschillende sectoren moeten evalueren.

Amendement 9

Voorstel voor een verordening

Overweging 13 ter (nieuw)

 

(13 ter)

De Commissie, de lidstaten en de producenten in de Europese Unie moeten de invoer- en uitvoerstatistieken voor de onder de overeenkomst vallende gevoelige producten vanaf de datum van inwerkingtreding van de overeenkomst volgen en evalueren, teneinde ernstige schade of een dreiging van ernstige schade voor producenten in de Europese Unie vroegtijdig te kunnen vaststellen.

Amendement 10

Voorstel voor een verordening

Overweging 13 quater (nieuw)

 

(13 quater)

Het is noodzakelijk bepaalde procedures vast te leggen die verband houden met de toepassing van artikel 14 (teruggave of vrijstelling van douanerechten) van het bij de overeenkomst horende protocol betreffende de definitie van het begrip „producten van oorsprong” en de methoden van administratieve samenwerking (hierna „protocol betreffende de oorsprongsregels” genoemd) om de doeltreffende werking van de hierin opgenomen mechanismen te waarborgen en te voorzien in een uitgebreide uitwisseling van informatie met relevante belanghebbenden.

Amendement 11

Voorstel voor een verordening

Overwegingen 13 quinquies en sexies (nieuw)

 

(13 quinquies)

Omdat een beperking van de teruggave van douanerechten pas vijf jaar na de inwerkingtreding van de overeenkomst mogelijk is, kan het noodzakelijk zijn om op basis van deze verordening ten behoeve van producenten in de Unie vrijwaringsmaatregelen te nemen ter voorkoming van ernstige schade of een dreiging van ernstige schade als gevolg van de teruggave of vrijstelling van douanerechten. De Europese Commissie volgt derhalve vanaf de datum van inwerkingtreding van de overeenkomst nauwlettend, voornamelijk in gevoelige sectoren, in welke mate vanuit de Republiek Korea ingevoerde producten componenten en materialen afkomstig uit derde landen bevatten, welke veranderingen zich voordoen en hoe de marktsituatie daardoor wordt beïnvloed.

(13 sexies)

Derhalve zou de Commissie de statistieken van Korea en derden met betrekking tot de reeks producten die mogelijk invloed ondervinden van de teruggave van douanerechten vanaf het moment van inwerkingtreding van de overeenkomst moeten controleren.

Amendement 12

Voorstel voor een verordening

Overweging 13 septies

 

(13 septies)

Indien uit onderzoek van de Commissie blijkt dat een bedrijfstak van de Unie schade heeft ondervonden als gevolg van de overeenkomst, wordt uitsluitend voor de toepassing van Verordening (EG) nr. 1927/2006 van het Europees Parlement en de Raad van 20 december 2006 tot oprichting van een Europees fonds voor aanpassing aan de globalisering (2) („EGF-verordening”), bepaald dat:

a)

een toename van de Koreaanse invoer in Europa of het uitblijven van een toename van de EU-uitvoer naar Korea wordt gerekend tot „als gevolg van door de globalisering veroorzaakte grote structurele veranderingen in de wereldhandelspatronen”, als bedoeld in artikel 1, lid 1, van de EGF-verordening;

b)

ontslagen in de automobielindustrie:

„een zeer negatieve impact hebben op de regionale of plaatselijke economie” en „ernstige gevolgen hebben voor de werkgelegenheid en de lokale economie”, als bedoeld in respectievelijk artikel 1, lid 1, en artikel 2, onder c), van de EGF-verordening; en tevens

„uitzonderlijke omstandigheden” zijn als bedoeld in artikel 2, onder c), van de EGF-verordening.

Amendement 13

Voorstel voor een verordening

Overweging 13 octies (nieuw)

 

(13 octies)

Om te voorkomen dat producenten of bedrijfstakken in de Unie ernstige schade lijden of dreigen te lijden, controleert de Commissie nauwlettend de productiecapaciteiten en de naleving van IAO- en VN-normen inzake sociale en arbeidsomstandigheden en van milieunormen in de derde landen waaruit componenten of materialen afkomstig zijn die in onder de overeenkomst vallende producten worden verwerkt.

Amendement 14

Voorstel voor een verordening

Overwegingen 13 nonies t/m undecies (nieuw)

 

(13 nonies)

Ingevolge artikel 11.1, lid 2, van hoofdstuk 11 van de overeenkomst zijn de partijen verplicht om op hun respectieve grondgebied allesomvattende mededingingswetgeving te handhaven die erop is gericht kartelafspraken, onderling afgestemde feitelijke gedragingen en misbruik van een dominante marktpositie door één of meer ondernemingen doeltreffend aan te pakken.

(13 decies)

Ingevolge artikel 11.6, lid 2, van hoofdstuk 11 zijn de partijen verplicht samen te werken wat betreft hun respectieve handhavingsbeleid en bij de handhaving van hun respectieve mededingingsvoorschriften, onder meer door samenwerking bij de wetshandhaving, kennisgeving, overleg en uitwisseling van niet-vertrouwelijke informatie op basis van de op 23 mei 2009 ondertekende overeenkomst tussen de Europese Gemeenschap en de regering van de Republiek Korea betreffende samenwerking ter bestrijding van concurrentieverstorende activiteiten (hierna: „de samenwerkingsovereenkomst”)

(13 undecies)

De samenwerkingsovereenkomst heeft ten doel tot een doeltreffende handhaving van de mededingingsvoorschriften van elke partij bij te dragen door de samenwerking en coördinatie tussen de mededingingsautoriteiten van de partijen te bevorderen.

Amendement 15

Voorstel voor een verordening

Overweging 14

(14)

De voor de uitvoering van deze verordening vereiste maatregelen worden vastgesteld overeenkomstig Besluit 1999/468/EG van de Raad van 28 juni 1999 tot vaststelling van de voorwaarden voor de uitoefening van de aan de Commissie verleende uitvoeringsbevoegdheden.

(14)

Voor de toepassing van de vrijwaringsclausule van de overeenkomst moet de Commissie eenvormige voorwaarden vaststellen voor het nemen van voorlopige en definitieve vrijwaringsmaatregelen, voor de instelling van controlemaatregelen en voor de beëindiging van een onderzoek en een procedure zonder de instelling van maatregelen. Volgens artikel 291 van het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie worden de algemene voorschriften en beginselen die van toepassing zijn op de wijze waarop de lidstaten de uitoefening van de uitvoeringsbevoegdheden door de Commissie controleren, vooraf vastgelegd bij een verordening die wordt vastgesteld volgens de gewone wetgevingsprocedure. In afwachting van de vaststelling van die nieuwe verordening blijft Besluit 1999/468/EG van de Raad van 28 juni 1999 tot vaststelling van de voorwaarden voor de uitoefening van de aan de Commissie verleende uitvoeringsbevoegdheden van toepassing, met uitzondering van de regelgevingsprocedure met toetsing, die niet van toepassing is,

Amendement 16

Voorstel voor een verordening

Overweging 14 bis (nieuw)

 

(14 bis)

Deze verordening is uitsluitend van toepassing op producten die in de Europese Unie en de Republiek Korea worden vervaardigd. Hieronder zijn niet begrepen producten, onderdelen of componenten die worden vervaardigd in externe productiezones, zoals Kaesong. Om het toepassingsgebied te kunnen uitbreiden tot producten uit externe productiezones, moet deze verordening volgens de gewone wetgevingsprocedure worden gewijzigd. In het geval van een uitbreiding van het toepassingsgebied dient met name te worden gewaarborgd dat de verplichtingen uit hoofde van hoofdstuk 13 van de overeenkomst ook in externe productiezones worden nageleefd.

Amendement 17

Voorstel voor een verordening

Artikel 1 – letter a

(a)

„bedrijfstak van de Unie”: alle producenten in de Unie die het soortgelijke product of rechtstreeks concurrerende producten vervaardigen en die op het grondgebied van de Unie hun bedrijf uitoefenen, of de producenten in de Unie van wie de gezamenlijke productie van het soortgelijke product of van rechtstreeks concurrerende producten een groot deel van de totale productie in de Unie van die producten uitmaakt;

(a)

„bedrijfstak van de Unie”: alle producenten in de Unie die het soortgelijke product of rechtstreeks concurrerende producten vervaardigen en die op het grondgebied van de Unie hun bedrijf uitoefenen, of de producenten in de Unie van wie de gezamenlijke productie van het soortgelijke product of van rechtstreeks concurrerende producten een groot deel van de totale productie in de Unie van die producten uitmaakt. In gevallen waarin het soortgelijke of rechtstreeks concurrerende product slechts één van de verschillende producten is die worden vervaardigd door de producenten die de bedrijfstak van de Unie vormen, worden onder deze bedrijfstak de specifieke werkzaamheden verstaan die nodig zijn voor de productie van het soortgelijke of rechtstreeks concurrerende product ;

Amendement 18

Voorstel voor een verordening

Artikel 1 – letter c

(c)

„dreiging van ernstige schade”: een duidelijk risico van ernstige schade in de nabije toekomst; de dreiging van ernstige schade wordt vastgesteld op basis van feiten en niet louter op die van beweringen, gissingen of vage mogelijkheden;

(c)

„dreiging van ernstige schade”: een duidelijk risico van ernstige schade in de nabije toekomst; de dreiging van ernstige schade wordt vastgesteld op basis van verifieerbare feiten en niet louter op die van beweringen, gissingen of vage mogelijkheden; bij de vaststelling of er sprake is van een dreiging van ernstige schade moet onder meer rekening worden gehouden met prognoses, ramingen en analysen op basis van de in artikel 4, lid 5, bedoelde factoren;

Amendement 19

Voorstel voor een verordening

Artikel 1 – letter e bis (nieuw)

 

(e bis)

„belanghebbenden”: partijen die invloed ondervinden van de invoer van het product in kwestie;

Amendement 20

Voorstel voor een verordening

Artikel 1 – letter e ter (nieuw)

 

(e ter)

„producten”: goederen die in de Europese Unie of de Republiek Korea worden vervaardigd. Hieronder zijn niet begrepen producten of componenten die in externe productiezones worden vervaardigd. Om het toepassingsgebied te kunnen uitbreiden tot producten uit externe productiezones, wordt deze verordening volgens de gewone wetgevingsprocedure gewijzigd;

Amendement 21

Voorstel voor een verordening

Artikel 1 – letter e quater (nieuw)

 

(e quater)

„zodanige omstandigheden dat de bedrijfstak van de Unie die een soortgelijk of rechtstreeks concurrerend product vervaardigt, ernstige schade lijdt of dreigt te lijden”: factoren zoals onder meer de productiecapaciteit, de bezettingsgraad, valutapraktijken en arbeidsomstandigheden van een derde land met betrekking tot de fabricage van onderdelen en materialen die in het betrokken product worden verwerkt;

Amendement 22

Voorstel voor een verordening

Artikel 1 – letter e quinquies (nieuw)

 

(e quinquies)

„regio('s)”: een of meer lidstaten in de Unie.

Amendement 23

Voorstel voor een verordening

Artikel 2 – lid 1

1.   In overeenstemming met deze verordening kan een vrijwaringsmaatregel worden ingesteld wanneer een product van oorsprong uit Korea, als gevolg van de verlaging of afschaffing van de douanerechten op dat product, in dermate toegenomen hoeveelheden, in absolute zin of in verhouding tot de interne productie, en onder zodanige omstandigheden wordt ingevoerd dat de bedrijfstak van de Unie die een soortgelijk of rechtstreeks concurrerend product vervaardigt, ernstige schade lijdt of dreigt te lijden.

1.   In overeenstemming met deze verordening kan een vrijwaringsmaatregel worden ingesteld wanneer een product of economische activiteit van oorsprong uit Korea, als gevolg van de verlaging of afschaffing van de douanerechten op dat product of die activiteit , in dermate toegenomen hoeveelheden, in absolute zin of in verhouding tot de interne productie, en onder zodanige omstandigheden wordt ingevoerd dat de bedrijfstak van de Unie die een soortgelijk of rechtstreeks concurrerend product vervaardigt of een soortgelijke of rechtstreeks concurrerende activiteit verzorgt , ernstige schade lijdt of dreigt te lijden.

Amendement 24

Voorstel voor een verordening

Artikel 2 – lid 1 bis (nieuw)

 

1 bis.     Wanneer, met name op grond van de in artikel 4, lid 5, genoemde factoren, geoordeeld wordt dat in een of meer regio's van de Unie de voorwaarden aanwezig zijn voor het nemen van de in artikel 2, lid 1, bedoelde maatregelen, kan de Commissie, na alternatieve oplossingen te hebben onderzocht, bij wijze van uitzondering toestaan dat toezicht- of vrijwaringsmaatregelen worden genomen die tot deze regio of regio's zijn beperkt, indien zij van oordeel is dat toepassing van zulke maatregelen op dit niveau de voorkeur verdient boven de toepassing van zulke maatregelen in de gehele Unie.

Deze maatregelen zijn van tijdelijke aard en dienen de werking van de interne markt zo min mogelijk te verstoren. Zij worden vastgesteld volgens de procedure van artikel 2, lid 2.

Amendement 25

Voorstel voor een verordening

Artikel 2 – leden 2 bis en 2 ter (nieuw)

 

2 bis.     Ten behoeve van een doeltreffende toepassing van vrijwaringsmaatregelen legt de Commissie (Eurostat) elk jaar een toezichtverslag voor aan het Europees Parlement en de Raad over de geactualiseerde statistieken met betrekking tot invoer uit Korea die als gevolg van de overeenkomst van invloed is op gevoelige sectoren in de EU.

2 ter.     Indien de bedrijfstak van de Unie een aangetoonde dreiging van schade meldt aan de Commissie, kan deze besluiten het toezicht uit te breiden tot andere getroffen sectoren (belanghebbenden).

Amendement 26

Voorstel voor een verordening

Artikel 2 bis (nieuw)

 

Artikel 2 bis

Toezicht

De Commissie ziet toe op het verloop van de invoer- en uitvoerstatistieken van Koreaanse producten en werkt samen en wisselt gegevens uit met de lidstaten en de bedrijfstak van de Unie. De Commissie waarborgt dat lidstaten met toewijding adequate en kwalitatief hoogstaande statistische gegevens verschaffen.

De Commissie controleert nauwgezet de statistieken en vooruitzichten van Korea en derden met betrekking tot de reeks producten die mogelijk invloed ondervinden van de teruggave van douanerechten vanaf het moment van inwerkingtreding van de overeenkomst.

Amendement 27

Voorstel voor een verordening

Artikel 3 – lid 1

1.   Een onderzoek wordt op verzoek van een lidstaat of op initiatief van de Commissie geopend , indien het de Commissie duidelijk is dat er voldoende bewijsmateriaal is om een onderzoek te rechtvaardigen.

1.   Een onderzoek wordt geopend op verzoek van een lidstaat , het Europees Parlement, de interne adviesgroep, of een rechtspersoon of vereniging zonder rechtspersoonlijkheid die namens de bedrijfstak van de Unie optreedt en deze voor ten minste 25 % vertegenwoordigt, of op initiatief van de Commissie, indien het de Commissie duidelijk is dat er voldoende prima facie bewijsmateriaal is ten aanzien van de in artikel 4, lid 5, vermelde factoren om een onderzoek te rechtvaardigen.

Amendement 28

Voorstel voor een verordening

Artikel 3 – lid 1 bis (nieuw)

 

1 bis.     Het verzoek tot opening van een onderzoek bevat bewijzen dat aan de voorwaarden voor het instellen van een vrijwaringsmaatregel als bedoeld in artikel 2, lid 1, is voldaan. Het verzoek bevat in de regel de volgende informatie: het tempo en de omvang van de toename van de invoer van het betrokken product in absolute en relatieve cijfers, het door de toegenomen invoer veroverde deel van de interne markt, wijzigingen in de omvang van de verkoop, de productie, de productiviteit, de bezettingsgraad, winst en verlies en de werkgelegenheid.

Amendement 29

Voorstel voor een verordening

Artikel 3 – lid 1 ter (nieuw)

 

1 ter.     Bij de toepassing van lid 1 controleert de Commissie, gedurende een periode van vijf jaar na de inwerkingtreding van de overeenkomst, met name vanuit de Republiek Korea ingevoerde eindproducten waarvan de invoer in de Europese Unie is gestegen als gevolg van het feit dat in die eindproducten in toenemende mate onderdelen of componenten worden verwerkt die in de Republiek Korea zijn ingevoerd vanuit derde landen waarmee de Europese Unie geen vrijhandelsovereenkomst heeft gesloten en die onder het systeem van de teruggave of vrijstelling van douanerechten vallen.

Amendement 30

Voorstel voor een verordening

Artikel 3 – lid 2

2.   Indien de invoer uit de Republiek Korea zich dusdanig ontwikkelt dat vrijwaringsmaatregelen noodzakelijk lijken, stellen de lidstaten de Commissie daarvan in kennis. Deze kennisgeving dient het bewijsmateriaal te bevatten dat ten aanzien van de in artikel 4 vermelde factoren beschikbaar is. De Commissie geeft deze informatie binnen drie werkdagen aan alle lidstaten door .

2.   Indien de invoer uit de Republiek Korea zich dusdanig ontwikkelt dat vrijwaringsmaatregelen noodzakelijk lijken, stellen de lidstaten of de bedrijfstak van de Unie de Commissie daarvan in kennis. Deze kennisgeving dient het bewijsmateriaal te bevatten dat ten aanzien van de in artikel 4 , lid 5, vermelde factoren beschikbaar is. De Commissie plaatst deze informatie binnen drie werkdagen op het in artikel 9 vermelde online platform en stelt alle lidstaten , de bedrijfstak van de Unie en het Europees Parlement hiervan in kennis .

Amendement 31

Voorstel voor een verordening

Artikel 3 – lid 3

3.   Binnen acht werkdagen nadat de Commissie de informatie ingevolge lid 2 aan de lidstaten heeft doorgegeven, raadpleegt zij de lidstaten in het in artikel 10 bedoelde comité volgens de in artikel 11, lid 1, bedoelde procedure. Wanneer na deze raadpleging blijkt dat er voldoende bewijsmateriaal is om de inleiding van een procedure te rechtvaardigen, maakt de Commissie dit bekend door een bericht in het Publicatieblad van de Europese Unie. De procedure wordt ingeleid binnen een maand na ontvangst van de door een lidstaat gedane kennisgeving .

3.   Binnen acht werkdagen nadat de Commissie de informatie ingevolge lid 2 heeft doorgegeven, raadpleegt zij de lidstaten in het in artikel 10 bedoelde comité volgens de in artikel 11, lid 1, bedoelde procedure. Wanneer na deze raadpleging blijkt dat er voldoende bewijsmateriaal is ten aanzien van de in artikel 4, lid 5, vermelde factoren om de inleiding van een procedure te rechtvaardigen, maakt de Commissie dit bekend door een bericht op het online platform en in het Publicatieblad van de Europese Unie te plaatsen . De procedure wordt ingeleid binnen een maand na het verzoek hiertoe door een lidstaat , het Europees Parlement of de bedrijfstak van de Unie .

Amendement 32

Voorstel voor een verordening

Artikel 3 – lid 4 bis (nieuw)

 

4 bis.     Bewijzen die met het oog op de opening van een procedure overeenkomstig artikel 14, lid 2, van het aan de overeenkomst gehechte protocol betreffende de oorsprongsregels (teruggave of vrijstelling van douanerechten) worden vergaard, kunnen tevens worden gebruikt om een onderzoek met het oog op de instelling van vrijwaringsmaatregelen te openen indien aan de voorwaarden van dit artikel is voldaan.

Amendement 33

Voorstel voor een verordening

Artikel 4 – lid 1

1.   Na de inleiding van de procedure begint de Commissie met een onderzoek.

1.   Na de inleiding van de procedure begint de Commissie met een onderzoek. De in artikel 4, lid 3, vermelde onderzoeksperiode begint op de dag waarop het besluit om een onderzoek in te stellen in het Publicatieblad wordt bekendgemaakt.

Amendement 34

Voorstel voor een verordening

Artikel 4 – lid 2

2.   De Commissie kan de lidstaten verzoeken informatie te verstrekken en de lidstaten nemen alle nodige maatregelen om aan dit verzoek te voldoen. Wanneer deze informatie van algemeen belang is of wanneer een lidstaat om toezending van deze informatie heeft verzocht, stuurt de Commissie de informatie naar alle lidstaten , tenzij het om vertrouwelijke informatie gaat. Bij vertrouwelijke informatie verstrekt zij een niet-vertrouwelijke samenvatting.

2.   De Commissie kan de lidstaten verzoeken informatie te verstrekken en de lidstaten nemen alle nodige maatregelen om aan dit verzoek te voldoen. Wanneer deze informatie van algemeen belang is of wanneer een lidstaat, het Europees Parlement of de bedrijfstak van de Unie om toezending van deze informatie heeft verzocht, plaatst de Commissie de informatie op het online platform , tenzij het om vertrouwelijke informatie gaat. Bij vertrouwelijke informatie plaatst zij een niet-vertrouwelijke samenvatting op het online platform .

Amendement 35

Voorstel voor een verordening

Artikel 4 – lid 3

3.   Het onderzoek wordt zo mogelijk binnen zes maanden na de opening ervan afgesloten. In buitengewone omstandigheden, die door de Commissie naar behoren zijn gemotiveerd, kan deze termijn met drie maanden worden verlengd.

3.   Het onderzoek wordt binnen 200 dagen na de opening ervan afgesloten.

Amendement 36

Voorstel voor een verordening

Artikel 4 – lid 5

5.   Bij dit onderzoek evalueert de Commissie alle ter zake dienende factoren van objectieve en kwantificeerbare aard die van invloed zijn op de situatie van de bedrijfstak van de Unie, met name het tempo en de omvang van de toename van de invoer van het betrokken product in absolute en relatieve cijfers, het door de toegenomen invoer veroverde deel van de interne markt, wijzigingen in de omvang van de verkoop, de productie, de productiviteit, de bezettingsgraad, winst en verlies en de werkgelegenheid.

5.   Bij dit onderzoek evalueert de Commissie alle ter zake dienende factoren van objectieve en kwantificeerbare aard die van invloed zijn op de situatie van de bedrijfstak van de Unie, met name het tempo en de omvang van de toename van de invoer van het betrokken product in absolute en relatieve cijfers, het door de toegenomen invoer veroverde deel van de interne markt, wijzigingen in de omvang van de verkoop, de productie, de productiviteit, de bezettingsgraad, winst en verlies en de werkgelegenheid. Deze lijst is niet uitputtend en andere relevante factoren mogen ook door de Commissie in aanmerking worden genomen bij de vaststelling van de schade, zoals de voorraden, prijzen, het rendement op geïnvesteerd vermogen, de cashflow en andere factoren die ernstige schade veroorzaken, hebben veroorzaakt of dit dreigen te doen. Indien de kosten van onderdelen en materialen uit derde landen gewoonlijk een aanzienlijk deel van de productiekosten van het product in kwestie uitmaken, moet de Commissie tevens de productiecapaciteit, bezettingsgraad, valutapraktijken en arbeidsomstandigheden van de betrokken derde landen evalueren, voor zover deze factoren van invloed zijn op de situatie van de bedrijfstak van de Unie.

Amendement 37

Voorstel voor een verordening

Artikel 4 – lid 5 bis (nieuw)

 

5 bis.     Bij dit onderzoek evalueert de Commissie bovendien de wijze waarop de in hoofdstuk 13 van de overeenkomst vastgestelde sociale en milieunormen door Korea worden nageleefd en de eventuele gevolgen daarvan voor de prijsvorming en concurrentievervalsing, waardoor producenten of bepaalde bedrijfstakken in de Europese Unie ernstige schade lijden of dreigen te lijden.

Amendement 38

Voorstel voor een verordening

Artikel 4 – lid 5 ter (nieuw)

 

5 ter.     Bij dit onderzoek evalueert de Commissie tevens de wijze waarop de in de overeenkomst vastgestelde regels inzake non-tarifaire handelsbelemmeringen worden nageleefd en de eventuele ernstige schade of dreiging van ernstige schade die daaruit voortvloeit voor producenten of bepaalde bedrijfstakken in de Europese Unie.

Amendement 39

Voorstel voor een verordening

Artikel 4 – lid 6

6.   De belanghebbenden die zich overeenkomstig artikel 3, lid 4, onder b), kenbaar hebben gemaakt en de vertegenwoordigers van de Republiek Korea kunnen op schriftelijk verzoek inzage krijgen in alle informatie die de Commissie in het kader van het onderzoek heeft ontvangen, met uitzondering van door de autoriteiten van de Unie of haar lidstaten opgestelde interne documenten, voor zover deze informatie relevant is voor de presentatie van hun dossier, niet vertrouwelijk is in de zin van artikel 9 en door de Commissie bij het onderzoek wordt gebruikt. Belanghebbenden die zich kenbaar hebben gemaakt, kunnen de Commissie hun standpunt over deze informatie mededelen. Dit standpunt kan in aanmerking worden genomen voor zover het door voldoende bewijsmateriaal is gestaafd.

6.   De belanghebbenden die zich overeenkomstig artikel 3, lid 4, onder b), kenbaar hebben gemaakt en de vertegenwoordigers van de Republiek Korea kunnen op schriftelijk verzoek inzage krijgen in alle informatie die de Commissie in het kader van het onderzoek heeft ontvangen, met uitzondering van door de autoriteiten van de Unie of haar lidstaten opgestelde interne documenten, voor zover deze informatie relevant is voor de presentatie van hun dossier, niet vertrouwelijk is in de zin van artikel 9 en door de Commissie bij het onderzoek wordt gebruikt. Belanghebbenden die zich kenbaar hebben gemaakt, kunnen de Commissie hun standpunt over deze informatie mededelen. Dit standpunt wordt in aanmerking genomen voor zover het door voldoende bewijsmateriaal is gestaafd.

Amendement 40

Voorstel voor een verordening

Artikel 4 – lid 7

7.   De Commissie kan belanghebbenden horen . Zij worden gehoord indien zij hierom binnen de in het Publicatieblad van de Europese Unie genoemde termijn schriftelijk hebben verzocht en daarbij hebben aangetoond dat zij waarschijnlijk werkelijk belang hebben bij het resultaat van het onderzoek en dat er bijzondere redenen zijn om hen te horen.

7.   De Commissie hoort de belanghebbenden. Zij worden gehoord indien zij hierom binnen de in het Publicatieblad van de Europese Unie genoemde termijn schriftelijk hebben verzocht en daarbij hebben aangetoond dat zij waarschijnlijk werkelijk belang hebben bij het resultaat van het onderzoek en dat er redenen zijn om hen te horen.

De Commissie hoort deze belanghebbenden opnieuw bij volgende gelegenheden indien er bijzondere redenen zijn om hen nogmaals te horen.

Amendement 41

Voorstel voor een verordening

Artikel 4 bis (nieuw)

 

Artikel 4 bis

Toezichtsmaatregelen

1.     Wanneer de invoer van een product van oorsprong uit de Republiek Korea zich zodanig ontwikkelt dat deze kan leiden tot een van de in artikel 2 beschreven omstandigheden, kan de invoer van dat product onder voorafgaand toezicht van de Europese Unie worden geplaatst.

2.     Het besluit om toezicht in te stellen wordt door de Commissie genomen op grond van de in artikel 11, lid 1, bedoelde procedure.

3.     Toezichtsmaatregelen hebben een beperkte geldigheidsduur. Behoudens andersluidende bepalingen vervallen zij aan het einde van het tweede halfjaar volgende op het eerste halfjaar nadat zij werden ingesteld.

4.     Toezichtsmaatregelen kunnen zo nodig worden beperkt tot het grondgebied van een of meer regio's van de Unie.

Amendement 42

Voorstel voor een verordening

Artikel 5 – lid 1

1.   In kritieke omstandigheden worden voorlopige vrijwaringsmaatregelen genomen wanneer vertraging moeilijk te herstellen schade zou veroorzaken, nadat voorlopig is vastgesteld dat er duidelijke bewijzen zijn voor een toename van de invoer van een goed van oorsprong uit de Republiek Korea als gevolg van de verlaging of afschaffing van een douanerecht ingevolge de overeenkomst, en dat dergelijke invoer ernstige schade veroorzaakt of dreigt te veroorzaken voor de bedrijfstak van de EU. Voorlopige maatregelen worden genomen op basis van de procedure van artikel 11, lid 1.

1.   In kritieke omstandigheden worden voorlopige vrijwaringsmaatregelen genomen wanneer vertraging moeilijk te herstellen schade zou veroorzaken, nadat voorlopig is vastgesteld , op grond van de in artikel 4, lid 5, vermelde factoren, dat er voldoende bewijs is voor een toename van de invoer van een goed van oorsprong uit de Republiek Korea als gevolg van de verlaging of afschaffing van een douanerecht ingevolge de overeenkomst, en dat dergelijke invoer ernstige schade veroorzaakt of dreigt te veroorzaken voor de bedrijfstak van de EU. Voorlopige maatregelen worden genomen op basis van de procedure van artikel 11, lid 1.

Amendement 43

Voorstel voor een verordening

Artikel 5 – lid 2

2.   Wanneer een lidstaat om een onmiddellijk optreden van de Commissie verzoekt en aan de voorwaarden van lid 1 is voldaan, neemt de Commissie binnen vijf werkdagen na de ontvangst van het verzoek een besluit hierover.

2.   Wanneer een lidstaat , het Europees Parlement of de bedrijfstak van de Unie om een onmiddellijk optreden van de Commissie verzoekt en aan de voorwaarden van lid 1 is voldaan, neemt de Commissie binnen vijf werkdagen na de ontvangst van het verzoek een besluit hierover. De in artikel 4, lid 3, vermelde onderzoeksperiode begint op de dag waarop het besluit om voorlopige vrijwaringsmaatregelen in te stellen, wordt genomen.

Amendement 44

Voorstel voor een verordening

Artikel 5 – lid 4 bis (nieuw)

 

4 bis.     De in dit artikel bedoelde maatregelen zijn van toepassing op elk product dat na inwerkingtreding van deze maatregelen in het vrije verkeer wordt gebracht. Deze maatregelen vormen evenwel geen belemmering voor het vrije verkeer van producten die reeds op weg zijn naar de Unie, op voorwaarde dat de bestemming van dergelijke producten niet kan worden gewijzigd.

Amendement 45

Voorstel voor een verordening

Artikel 6

Wanneer het onnodig wordt geacht bilaterale vrijwaringsmaatregelen te nemen , worden het onderzoek en de procedure volgens de in artikel 11, lid 2 , bedoelde procedure beëindigd.

1.    Wanneer de bilaterale vrijwaringsmaatregelen niet voldoen aan de vereisten van deze verordening , worden het onderzoek en de procedure volgens de in artikel 11, lid 1 , bedoelde procedure beëindigd.

2.     Onverminderd lid 1 herziet de Commissie haar ontwerpbesluit om geen vrijwaringsmaatregelen in te stellen indien het Europees Parlement een bezwaar tegen dit ontwerpbesluit kenbaar maakt omdat het zou indruisen tegen de intentie van de wetgever. Rekening houdend met de redenen voor de bezwaren en binnen de termijnen van de lopende procedure kan de Commissie het comité een nieuw ontwerpbesluit voorleggen of bij het Europees Parlement en de Raad een voorstel op basis van het Verdrag indienen. De Commissie stelt het Europees Parlement, de Raad en het comité in kennis van de actie die zij overweegt te ondernemen en van de redenen daarvoor.

3.     De Commissie publiceert een verslag met haar bevindingen en gemotiveerde conclusies over alle relevante feitelijke en juridische kwesties waarbij naar behoren rekening wordt gehouden met de bescherming van vertrouwelijke informatie in de zin van artikel 9.

Amendement 46

Voorstel voor een verordening

Artikel 7

Wanneer definitief wordt vastgesteld dat er sprake is van een van de in artikel 2, lid 1, bedoelde omstandigheden, wordt volgens de in artikel 11, lid 2 , bedoelde procedure besloten tot instelling van definitieve bilaterale vrijwaringsmaatregelen.

Wanneer definitief wordt vastgesteld dat er sprake is van een van de in artikel 2, lid 1, bedoelde omstandigheden, wordt volgens de in artikel 11, lid 1 , bedoelde procedure besloten tot instelling van definitieve bilaterale vrijwaringsmaatregelen.

De Commissie publiceert een verslag met een samenvatting van de concrete feiten en de overwegingen die verband houden met het besluit, waarbij naar behoren rekening wordt gehouden met de bescherming van vertrouwelijke informatie in de zin van artikel 9.

Amendement 47

Voorstel voor een verordening

Artikel 8 – lid 1 bis (nieuw)

 

1 bis.     Een vrijwaringsmaatregel blijft van kracht gedurende de verlengingstermijn in afwachting van de uitkomst van de herziening.

Amendement 48

Voorstel voor een verordening

Artikel 9 – lid 1 bis (nieuw)

 

1 bis.     De Commissie draagt er zorg voor dat alle gegevens en statistieken die noodzakelijk zijn voor een onderzoek, beschikbaar, begrijpelijk, transparant en verifieerbaar zijn. De Commissie verbindt zich ertoe om, zodra de technische omstandigheden dit mogelijk maken, een door haar te beheren, door een wachtwoord beveiligde portaalsite op te zetten, via welke alle relevante en niet-vertrouwelijke informatie, als bedoeld in dit artikel, kan worden doorgegeven. De lidstaten, de geregistreerde bedrijfstak van de Unie, de interne adviesgroep en het Europees Parlement moet op verzoek toegang tot dit online platform worden verleend. De informatie omvat statistische gegevens die relevant zijn om te bepalen of bewijsmateriaal voldoet aan de in artikel 2, lid 1, vervatte voorwaarden, alsmede alle verdere gegevens die relevant zijn in verband met het onderzoek.

De via dit online platform ontvangen informatie wordt uitsluitend gebruikt voor het doel waarvoor zij werd gevraagd. Informatie van vertrouwelijke aard of op vertrouwelijke basis verstrekte informatie die op grond van deze verordening werd ontvangen, wordt niet bekendgemaakt zonder de uitdrukkelijke toestemming van degene die de informatie heeft verstrekt.

Amendement 49

Voorstel voor een verordening

Artikel 10

De Commissie wordt bijgestaan door het comité dat is ingesteld bij artikel 4, lid 1, van Verordening (EG) nr. 260/2009 van de Raad betreffende de gemeenschappelijke invoerregeling. Artikel 4 van Verordening (EG) nr. 260/2009 van de Raad is van overeenkomstige toepassing.

De Commissie wordt bijgestaan door het comité dat is ingesteld bij artikel 4, lid 1, van Verordening (EG) nr. 260/2009 van de Raad betreffende de gemeenschappelijke invoerregeling.

Amendement 50

Voorstel voor een verordening

Artikel 10 bis (nieuw)

 

Artikel 10 bis

Verslag

1.     De Commissie publiceert elk jaar een verslag over de toepassing en de tenuitvoerlegging van de overeenkomst. Het verslag bevat informatie over de activiteiten van de diverse organen die belast zijn met het toezicht op de tenuitvoerlegging van de overeenkomst en de naleving van de verplichtingen uit hoofde van de overeenkomst, waaronder de verplichtingen inzake handelsbelemmeringen.

2.     Een specifiek deel van het verslag is gewijd aan de naleving van de verplichtingen van hoofdstuk 13 van de overeenkomst en aan de werkzaamheden van de interne adviesgroep en het maatschappelijk forum.

3.     Het verslag geeft tevens een overzicht van de statistieken en van de ontwikkeling van de handel met Korea. De resultaten van het toezicht op de teruggave van douanerechten worden specifiek vermeld.

4.     Het Europees Parlement of de Raad kan binnen een maand een ad-hocvergadering van de bevoegde commissie van het Europees Parlement respectievelijk van de Raad beleggen waarin deze alle aspecten met betrekking tot de tenuitvoerlegging van de overeenkomst uiteenzet en toelicht.

Amendement 51

Voorstel voor een verordening

Artikel 11 – lid 2

2.     Wanneer naar dit lid wordt verwezen, zijn de artikelen 4 en 7 van Besluit 1999/468/EG van toepassing.

Schrappen

Amendement 52

Voorstel voor een verordening

Artikel 11 – lid 3

3.     De in artikel 5, lid 6, van Besluit 1999/468/EG bedoelde termijn wordt vastgesteld op één maand.

Schrappen

Amendement 53

Voorstel voor een verordening

Artikel 11 bis (nieuw)

 

Artikel 11 bis

Rapportering

1.     De Commissie publiceert een jaarlijks verslag met betrekking tot de toepassing en werking van de vrijwaringsclausule. Het verslag bevat een samenvatting van de verzoeken tot inleiding van een procedure, de onderzoeken en uitkomsten hiervan, de beëindiging van onderzoeken en procedures zonder maatregelen, instelling van tijdelijke vrijwaringsmaatregelen of definitieve maatregelen en de verantwoording voor ieder besluit inzake deze kwesties vergezeld van een samenvatting van de relevante informatie en feiten.

2.     Het verslag geeft tevens een overzicht van de statistieken en van de ontwikkeling van de handel met Korea. Er wordt speciaal melding gemaakt van de resultaten van het toezicht op de teruggave van douanerechten.

3.     Het Europees Parlement of de Raad kan de Commissie binnen een maand ontbieden voor een ad-hocvergadering van het bevoegde comité van het Europees Parlement of de Raad teneinde informatie en uitleg te verschaffen over ieder willekeurig onderwerp dat verband houdt met de toepassing van de vrijwaringsclausule, de teruggave van douanerechten of de overeenkomst in het algemeen.

Amendement 54

Voorstel voor een verordening

Artikel 11 ter (nieuw)

 

Artikel 11 ter

Procedure voor de toepassing van artikel 14 van het protocol betreffende de oorsprongsregels

1.     Ten behoeve van de toepassing van artikel 14 (teruggave of vrijstelling van douanerechten) van het protocol betreffende de oorsprongsregels, houdt de Commissie nauwgezet toezicht op het verloop van relevante invoer- en uitvoerstatistieken, met betrekking tot zowel de waarde als de kwantiteit, deelt zij deze gegevens geregeld met en rapporteert haar bevindingen aan het Europees Parlement, de Raad en de betrokken bedrijfstakken van de Unie. Het toezicht begint vanaf het moment van tijdelijke toepassing en de gegevens worden uitgewisseld op tweemaandelijkse basis.

In aanvulling op de in artikel 14, lid 1, van het protocol betreffende de oorsprongsregels vervatte tarieflijnen stelt de Commissie, in samenwerking met de bedrijfstak van de Unie, een lijst van voornaamste tarieflijnen op die niet specifiek betrekking hebben op motorvoertuigen, maar wel belangrijk zijn voor de auto-industrie en aanverwante sectoren. Specifieke controle wordt uitgevoerd overeenkomstig artikel 14, lid 1, van het protocol betreffende de oorsprongsregels.

2.     Op verzoek van een lidstaat of op eigen initiatief onderzoekt de Commissie onverwijld of aan de voorwaarden wordt voldaan om een beroep te doen op artikel 14 van het protocol betreffende de oorsprongsregels en zij brengt binnen 10 werkdagen na een verzoek verslag uit van haar bevindingen. Na beraadslaging in het kader van het in artikel 207, lid 3, punt 3, van het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie vermelde speciale comité, doet de Commissie, indien aan de voorwaarden van artikel 14 van het protocol betreffende de oorsprongsregels wordt voldaan, een verzoek tot overleg met Korea. De Commissie neemt in overweging dat onder meer aan de voorwaarden wordt voldaan wanneer de onder punt 3 vermelde drempelwaarden worden bereikt.

3.     Bij de beoordeling van de toename van het invoerpercentage van onderdelen of componenten in Korea in vergelijking met het uitvoerpercentage van eindproducten vanuit Korea naar de EU wordt, voor de toepassing van artikel 14, lid 2, punt 1, onder a, van het protocol betreffende de oorsprongsregels, een verschil van 10 procentpunten als „substantieel” beschouwd. Bij de beoordeling van de toename van de export van eindproducten vanuit Korea naar de EU in absolute cijfers wordt, voor de toepassing van artikel 14, lid 2, punt 1, onder b, van het protocol betreffende de oorsprongsregels, een toename van 10 % als „substantieel” beschouwd. Een toename die onder deze drempelwaarden ligt kan ook als „substantieel” worden beschouwd, maar dit moet per geval worden beoordeeld.


(1)  De zaak werd dan terugverwezen naar de commissie overeenkomstig artikel 57, lid 2, alinea 2 van het Reglement (A7-0210/2010).

(2)   PB L 406 van 30.12.2006, blz. 1.


Top