Choose the experimental features you want to try

This document is an excerpt from the EUR-Lex website

Document 52009XC1218(05)

Bericht betreffende antidumpingmaatregelen ten aanzien van de invoer van strijkplanken van oorsprong uit de Volksrepubliek China en een gedeeltelijke heropening van het antidumpingonderzoek betreffende de invoer van strijkplanken van oorsprong uit onder meer de Volksrepubliek China

PB C 308 van 18.12.2009, p. 44–46 (BG, ES, CS, DA, DE, ET, EL, EN, FR, IT, LV, LT, HU, MT, NL, PL, PT, RO, SK, SL, FI, SV)

18.12.2009   

NL

Publicatieblad van de Europese Unie

C 308/44


Bericht betreffende antidumpingmaatregelen ten aanzien van de invoer van strijkplanken van oorsprong uit de Volksrepubliek China en een gedeeltelijke heropening van het antidumpingonderzoek betreffende de invoer van strijkplanken van oorsprong uit onder meer de Volksrepubliek China

2009/C 308/12

Bij zijn arrest van 1 oktober 2009 in zaak C-141/08 P heeft het Hof van Justitie van de Europese Gemeenschappen („HJEG”) het arrest van het Gerecht van eerste aanleg van de Europese Gemeenschappen („GEA”) van 29 januari 2008 in zaak T-206/07 Foshan Shunde Yongjian Housewares & Hardware/Raad vernietigd. Daardoor heeft het Verordening (EG) nr. 452/2007 van de Raad van 23 april 2007 tot instelling van een definitief antidumpingrecht en tot definitieve inning van het voorlopige antidumpingrecht op strijkplanken van oorsprong uit de Volksrepubliek China en Oekraïne (1) („definitieve antidumpingverordening” of „de betwiste verordening”) nietig verklaard, voor zover zij betrekking heeft op de invoer in de Europese Gemeenschap van strijkplanken, vervaardigd door Foshan Shunde Yongjian Housewares and Hardware Co. Ltd. („Foshan” of „de betrokken onderneming”).

Als gevolg van het arrest van 1 oktober 2009 is de invoer in de Europese Gemeenschap van door Foshan Shunde Yongjian Housewares and Hardware Co. Ltd. vervaardigde strijkplanken niet langer onderworpen aan de antidumpingmaatregelen, opgelegd bij Verordening (EG) nr. 452/2007 van de Raad.

1.   Informatie voor de douaneautoriteiten

Bijgevolg moeten de definitieve antidumpingrechten die overeenkomstig Verordening (EG) nr. 452/2007 zijn betaald op de invoer in de Europese Unie van strijkplanken die momenteel vallen onder de GN-codes ex 3924 90 90, ex 4421 90 98, ex 7323 93 90, ex 7323 99 91, ex 7323 99 99, ex 8516 79 70 en ex 8516 90 00 (TARIC-codes 3924909010, 4421909810, 7323939010, 7323999110, 7323999910, 8516797010 en 8516900051), van oorsprong uit de Volksrepubliek China en vervaardigd door de hierboven vermelde onderneming (aanvullende TARIC-code A785), en de voorlopige rechten die overeenkomstig artikel 2 van Verordening (EG) nr. 452/2007 definitief zijn geïnd, worden terugbetaald of kwijtgescholden. De terugbetaling of kwijtschelding moet overeenkomstig de toepasselijke douanewetgeving bij de nationale douaneautoriteiten worden aangevraagd.

Bovendien is de invoer in de Europese Unie van door Foshan Shunde Yongjian Housewares and Hardware Co. Ltd. vervaardigde strijkplanken niet langer onderworpen aan de antidumpingmaatregelen, opgelegd bij Verordening (EG) nr. 452/2007 van de Raad.

2.   Gedeeltelijke heropening van het antidumpingonderzoek

Het HJEG heeft door zijn arrest van 1 oktober 2009 het arrest van het GEA van 29 januari 2008 in zaak T-206/07 vernietigd, voor zover het GEA had beslist dat de rechten van verdediging van Foshan niet waren aangetast door de schending van artikel 20, lid 5, van Verordening (EG) nr. 384/96 van de Raad van 22 december 1995 betreffende beschermende maatregelen tegen invoer met dumping uit landen die geen lid zijn van de Europese Gemeenschappen (2) („de basisverordening”).

Het Gerecht van eerste aanleg en het Hof van Justitie (3) erkennen dat, wanneer een procedure uit verschillende administratieve stappen bestaat, de nietigverklaring van een van deze stappen niet de volledige procedure nietig verklaart. De antidumpingprocedure is een voorbeeld van een dergelijke uit verschillende stappen bestaande procedure. Bijgevolg houdt de nietigverklaring van delen van de definitieve antidumpingverordening niet de nietigverklaring van de gehele procedure vóór de vaststelling van de verordening in kwestie in. Verder zijn de instellingen van de Europese Unie overeenkomstig artikel 266 van het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie verplicht het arrest van 1 oktober 2009 van het Hof van Justitie uit te voeren. Bijgevolg hebben de instellingen van de Unie bij de uitvoering van het arrest de mogelijkheid om alleen de aspecten van de betwiste verordening te corrigeren die tot de nietigverklaring van de verordening hebben geleid en de niet-betwiste delen waarop het arrest geen betrekking heeft ongewijzigd te laten (4). Er zij op gewezen dat alle andere bevindingen in de betwiste verordening die niet betwist werden binnen de hiervoor vastgestelde termijnen en derhalve niet door het Gerecht en het Hof werden onderzocht en geen aanleiding hebben gegeven tot de nietigverklaring van de betwiste verordening van kracht blijven.

De Commissie heeft bijgevolg besloten om het antidumpingonderzoek betreffende de invoer van strijkplanken van oorsprong uit onder meer de Volksrepubliek China, geopend overeenkomstig de basisverordening, te heropenen. De heropening is beperkt tot de uitvoering van het hierboven vermelde arrest, voor zover het betrekking heeft op Foshan Shunde Yongjian Housewares and Hardware Co. Ltd.

3.   Procedure

De Commissie heeft na raadpleging van het Raadgevend Comité besloten dat de gedeeltelijke heropening van het antidumpingonderzoek gerechtvaardigd is. Daarom gaat zij over tot gedeeltelijke heropening van het antidumpingonderzoek betreffende de invoer van strijkplanken van oorsprong uit onder meer de Volksrepubliek China, dat op grond van artikel 5 van de basisverordening bij een in het Publicatieblad van de Europese Unie gepubliceerd bericht werd geopend (5).

De heropening is beperkt tot de uitvoering van het hierboven vermelde arrest, voor zover het betrekking heeft op Foshan Shunde Yongjian Housewares and Hardware Co. Ltd.

Alle belanghebbenden wordt verzocht hun standpunt uiteen te zetten en informatie en bewijsmateriaal te verstrekken. De Commissie moet deze informatie en het bewijsmateriaal binnen de in punt 4, onder a), vermelde termijn hebben ontvangen.

Bovendien kan de Commissie belanghebbenden horen indien zij daarom verzoeken en kunnen aantonen dat er bijzondere redenen zijn om hen te horen. Dit verzoek moet binnen de in punt 4, onder b), vermelde termijn worden ingediend.

4.   Termijnen

a)   Om zich kenbaar te maken en informatie te verstrekken

Belanghebbenden die wensen dat bij het onderzoek met hun opmerkingen rekening wordt gehouden, moeten, tenzij anders vermeld, binnen twintig dagen na de bekendmaking van dit bericht in het Publicatieblad van de Europese Unie contact met de Commissie opnemen, hun standpunt uiteenzetten en informatie verstrekken. De aandacht wordt erop gevestigd dat de meeste in de basisverordening vermelde procedurele rechten slechts kunnen worden uitgeoefend indien de betrokkene zich binnen de genoemde termijn bij de Commissie kenbaar maakt.

b)   Om een mondeling onderhoud aan te vragen

Binnen dezelfde termijn van 20 dagen kunnen belanghebbenden ook vragen door de Commissie te worden gehoord.

5.   Schriftelijke opmerkingen en correspondentie

Alle opmerkingen en verzoeken moeten schriftelijk (niet elektronisch, tenzij anders vermeld) worden ingediend onder opgave van naam, adres, e-mailadres en telefoon- en faxnummer van de belanghebbende. Alle schriftelijke opmerkingen, met inbegrip van de in dit bericht gevraagde informatie en correspondentie, die door de belanghebbenden op vertrouwelijke basis worden verstrekt, moeten van het opschrift „Limited” (6) zijn voorzien en moeten, overeenkomstig artikel 19, lid 2, van de basisverordening, vergezeld gaan van een niet-vertrouwelijke versie waarop is vermeld „For inspection by interested parties”.

Correspondentieadres van de Commissie:

Europese Commissie

Directoraat-generaal Handel

Directoraat H

Kamer: N-105 04/92

1049 Brussel

BELGIË

Fax +32 22956505

6.   Niet-medewerking

Indien een belanghebbende toegang tot de nodige gegevens weigert of deze niet binnen de vastgestelde termijnen verstrekt, dan wel het onderzoek aanmerkelijk belemmert, kunnen overeenkomstig artikel 18 van de basisverordening aan de hand van de beschikbare gegevens conclusies worden getrokken, zowel in positieve als in negatieve zin.

Wanneer blijkt dat een belanghebbende onjuiste of misleidende informatie heeft verstrekt, wordt deze buiten beschouwing gelaten en kan overeenkomstig artikel 18 van de basisverordening gebruik worden gemaakt van de beschikbare gegevens. Indien een belanghebbende geen of slechts gedeeltelijk medewerking verleent en gebruik wordt gemaakt van de beschikbare gegevens, kunnen de resultaten voor deze belanghebbende minder gunstig zijn dan wanneer hij wel medewerking had verleend,

7.   Verwerking van persoonsgegevens

Persoonsgegevens die in het kader van dit onderzoek worden verzameld, zullen worden behandeld in overeenstemming met Verordening (EG) nr. 45/2001 van het Europees Parlement en de Raad van 18 december 2000 betreffende de bescherming van natuurlijke personen in verband met de verwerking van persoonsgegevens door de communautaire instellingen en organen en betreffende het vrije verkeer van die gegevens (7).

8.   Hearing

Indien belanghebbenden van mening zijn dat zij bij de uitoefening van hun recht van verweer moeilijkheden ondervinden, kunnen zij vragen dat de bevoegde ambtenaar van DG Handel wordt ingeschakeld. Hij fungeert als tussenpersoon tussen de belanghebbenden en de diensten van de Commissie en kan zo nodig aanbieden te bemiddelen in procedurele kwesties aangaande de bescherming van de belangen van de belanghebbenden tijdens de procedure, met name voor kwesties inzake toegang tot het dossier, vertrouwelijkheid, verlenging van termijnen en behandeling van schriftelijke en/of mondelinge opmerkingen. Belanghebbenden die contact willen opnemen, vinden de nodige gegevens en nadere informatie op de webpagina's van de voor de hearing bevoegde ambtenaar op de website van DG Handel (http://ec.europa.eu/trade).


(1)  PB L 109 van 26.4.2007, blz. 12.

(2)  PB L 56 van 6.3.1996, blz. 1.

(3)  Zaak T-2/95 Industrie des poudres sphériques (IPS)/Raad (1998) Jurispr. II-3939.

(4)  Zaak C-458/98 P Industrie des poudres sphériques (IPS)/Raad [2000] Jurispr. I-08147.

(5)  PB C 29 van 4.2.2006, blz. 2.

(6)  Dit betekent dat het document uitsluitend voor intern gebruik bestemd is. Het document is beschermd krachtens artikel 4 van Verordening (EG) nr. 1049/2001 van het Europees Parlement en de Raad inzake de toegang van het publiek tot documenten van het Europees Parlement, de Raad en de Commissie (PB L 145 van 31.5.2001, blz. 43). Het document is vertrouwelijk in de zin van artikel 19 van de basisverordening en artikel 6 van de WTO-Overeenkomst inzake de toepassing van artikel VI van de GATT 1994 (Antidumpingovereenkomst).

(7)  PB L 8 van 12.1.2001, blz. 1.


Top