Choose the experimental features you want to try

This document is an excerpt from the EUR-Lex website

Document 42018Y1218(01)

    Resolutie van de Raad van de Europese Unie en van de vertegenwoordigers van de regeringen van de lidstaten, in het kader van de Raad bijeen over een kader voor Europese samenwerking in jeugdzaken: De EU-strategie voor jongeren 2019-2027

    ST/14944/2018/INIT

    PB C 456 van 18.12.2018, p. 1–22 (BG, ES, CS, DA, DE, ET, EL, EN, FR, HR, IT, LV, LT, HU, MT, NL, PL, PT, RO, SK, SL, FI, SV)

    18.12.2018   

    NL

    Publicatieblad van de Europese Unie

    C 456/1


    Resolutie van de Raad van de Europese Unie en van de vertegenwoordigers van de regeringen van de lidstaten, in het kader van de Raad bijeen over een kader voor Europese samenwerking in jeugdzaken:

    De EU-strategie voor jongeren 2019-2027

    (2018/C 456/01)

    DE RAAD VAN DE EUROPESE UNIE EN DE VERTEGENWOORDIGERS VAN DE REGERINGEN DER LIDSTATEN, IN HET KADER VAN DE RAAD BIJEEN,

    SPREKEN HUN WAARDERING UIT voor de Europese samenwerking in het kader van het jeugdbeleid tot 2019. De EU kent al sinds 2002 specifieke EU-samenwerking in het kader van het jeugdbeleid op basis van actieve deelname en gelijke toegang tot kansen (1); dit beleid gaat samen met ander op jongeren gericht beleid zoals onderwijs, opleiding en werkgelegenheid. De samenwerking heeft geleid tot bijsturingen van het beleid en de wetgeving in de lidstaten en heeft bijgedragen tot capaciteitsopbouw van jeugdorganisaties.

    WIJZEN EROP dat het doel van deze resolutie, te weten een Europese strategie voor jongeren in het leven roepen die een antwoord kan bieden op de uitdagingen waarmee jongeren overal in de EU geconfronteerd worden, een gemeenschappelijke en samenhangende respons van de Unie op deze uitdagingen bieden, en de inspanningen en initiatieven van de lidstaten op dit terrein aanvullen, beter bereikt kan worden op EU-niveau dan door de lidstaten afzonderlijk. De Raad kan dan ook in overeenstemming met het in artikel 5 van het Verdrag betreffende de Europese Unie neergelegde subsidiariteitsbeginsel een initiatief nemen om dat doel te bereiken. Overeenkomstig het in hetzelfde artikel neergelegde evenredigheidsbeginsel gaat deze verordening niet verder dan nodig is om dit doel te bereiken.

    ERKENNEN het volgende:

    1.   Jongeren hebben een specifieke rol in de maatschappij en hebben te maken met specifieke uitdagingen

    Jongeren willen graag hun leven zelf in handen nemen en anderen tegemoet treden en steunen. Wanneer dat moment gekomen is, krijgen ze te maken met veranderingen in hun persoonlijke leven en leefomgeving, zoals de overgang van onderwijs naar werk, zelfstandig wonen, het aangaan van een relatie of het beginnen met een gezin. Veel jongeren krijgen te maken met onzekerheden over hun toekomst ten gevolge van mondialisering en klimaatverandering, technologische veranderingen, demografische en sociaaleconomische ontwikkelingen, populisme. discriminatie, sociale uitsluiting en nepnieuws - verschijnselen met nog onvoorspelbare effecten op banen, vaardigheden en de manier waarop onze democratieën functioneren.

    Er moet speciale aandacht zijn voor jongeren die gevaar lopen op marginalisering ten gevolge van discriminatie om een of andere reden, zoals etnische afkomst, gender, seksuele geaardheid, beperking, geloof of levensbeschouwing, of politieke mening.

    Sociaal-economische en democratische uitsluiting gaan hand in hand (2). Kansarme jongeren zijn over het algemeen minder betrokken burgers en hebben minder vertrouwen in de maatschappelijke instituties. Europa kan zich geen verspilling van talent of sociale uitsluiting veroorloven, noch dat jongeren de samenleving de rug toekeren. Jongeren moeten niet alleen hun eigen leven kunnen uittekenen, maar ook kunnen bijdragen tot positieve verandering in de maatschappij. Willen zij de vruchten van EU-optreden ten volle kunnen plukken, dan moeten hun aspiraties, hun creativiteit en hun talenten terug te vinden zijn in dit optreden en moet de EU hier ook een antwoord op bieden. Op hun beurt verrijken jongeren dan weer de ambities van de EU: volgens het EU-jeugdverslag (3) is de huidige generatie de best opgeleide ooit en met name bedreven in het gebruik van informatie- en communicatietechnologieën en sociale media.

    2.   Er is behoefte aan een EU-strategie voor jongeren 2019-2027

    Voortbouwend op de ervaringen en besluiten in het kader van de samenwerking in jeugdzaken van de afgelopen jaren (4), is de nieuwe EU-strategie voor jongeren 2019-2027 toegespitst op bestaande en toekomstige uitdagingen voor jongeren in de gehele Unie. De EU-strategie voor jongeren vormt een kader van doelstellingen, beginselen, prioriteiten, kerngebieden en maatregelen voor samenwerking in jeugdbeleid voor alle betrokkenen, met inachtneming van ieders bevoegdheden en van het subsidiariteitsbeginsel.

    Betrokken partijen zijn onder andere de EU-lidstaten, de bevoegde Europese instellingen en andere internationale organisaties zoals de Raad van Europa, plaatselijke en regionale overheden, jeugdraden, jeugdorganisaties, organisaties die met jongeren werken, jeugdwerkers, jeugdonderzoekers en organisaties uit het maatschappelijk middenveld, alsook Erasmus+, het Europees Solidariteitskorps en de opvolgers van deze programma’s.

    Door jongeren te betrekken en te leren het heft in eigen hand te nemen, kan jeugdbeleid iets betekenen voor het waarmaken van de visie van een continent waar jongeren kansen kunnen grijpen en zich met Europese waarden kunnen identificeren.

    3.   De Europese jeugddoelstellingen bieden een visie voor Europa

    Tijdens de zesde cyclus van de gestructureerde dialoog onder de titel „Jongeren in Europa: wat is de volgende stap?” hebben besluitvormers, jongeren en onderzoekers via een EU-brede raadpleging gezamenlijk geïnventariseerd welke onderwerpen van belang zijn voor jongeren. Deze onderwerpen zijn in elf gebieden samengebracht. Dit project, waaraan jongeren uit geheel Europa hebben deelgenomen, heeft de 11 Europese jeugddoelstellingen opgeleverd. Deze weerspiegelen de standpunten van de Europese jongeren en vertegenwoordigen de visie van mensen die actief zijn in de gestructureerde dialoog.

    Zij getuigen van het enthousiasme van veel Europese jongeren om hun stem te laten horen bij het bepalen van de koers van de Europese samenwerking in jeugdzaken. De EU-strategie voor jongeren moet ertoe bijdragen dat deze visie van jongeren werkelijkheid wordt door het inzetten van Europese beleidsinstrumenten en door het nemen van maatregelen op nationaal, regionaal en plaatselijk niveau door alle betrokkenen.

    Ter weergave van de authentieke stem van de deelnemers worden de Europese jeugddoelstellingen onverkort opgenomen in bijlage 3 teneinde, met inachtneming van het subsidiariteitsbeginsel, de nationale bevoegdheden en de vrijheid van vereniging, als inspiratie en oriëntatie te dienen voor de EU, de lidstaten en alle betrokkenen en overheden.

    ZIJN INGENOMEN MET

    de Commissiemededeling „Jongeren betrekken, verbinden en versterken: een nieuwe EU-strategie voor jongeren” van 28 mei 2018 (5).

    SPREKEN DIENOVEREENKOMSTIG HET VOLGENDE AF

    1.   Algemene doelstellingen

    De EU-samenwerking in jeugdzaken moet het potentieel van jeugdbeleid zo veel mogelijk waarmaken. Zij moedigt de deelneming van jongeren aan het democratische leven aan, overeenkomstig artikel 165 van het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie. Ook steunt zij sociale en maatschappelijke betrokkenheid en streeft zij ernaar dat alle jongeren over de nodige middelen beschikken om te participeren in de samenleving.

    De komende jaren heeft de strategie tot doel:

    jongeren de kans te geven hun eigen leven vorm te geven, hun persoonlijke ontwikkeling en hun groei naar zelfstandigheid te steunen, hun veerkracht te verstevigen, en hen uit te rusten met de levensvaardigheden waarmee zij om kunnen gaan met een veranderende wereld;

    jongeren aan te moedigen en hen te voorzien van de nodige middelen om actieve en betrokken burgers te worden en - geïnspireerd door de waarden van de EU en de identiteit van Europa - zich sterk te maken voor solidariteit en positieve verandering;

    beleidsbeslissingen te verbeteren wat betreft de impact ervan op jongeren in alle maatschappelijke sectoren, met name werkgelegenheid, onderwijs, gezondheidszorg en sociale inclusie;

    ertoe bij te dragen dat armoede onder jongeren en discriminatie, in welke vorm dan ook, verdwijnt, en de sociale inclusie van jongeren te stimuleren.

    2.   Leidende beginselen

    Het Europees jeugdbeleid en alle maatregelen in het kader van de EU-strategie voor jongeren 2019-2027 moeten stevig verankerd zijn in het internationale mensenrechtenbestel. De volgende beginselen moeten sturing geven aan alle beleid en activiteiten die jongeren raken:

    A.

    gelijkheid en non-discriminatie: het bestrijden van iedere vorm van discriminatie en het bevorderen van gendergelijkheid, het onderkennen van het feit dat jongeren het risico lopen te worden geconfronteerd met verschillende vormen van discriminatie - waaronder discriminatie op grond van leeftijd — en het eerbiedigen van de beginselen die onder meer in de artikelen 21 en 23 van het Handvest van de grondrechten van de Europese Unie zijn neergelegd;

    B.

    inclusie: in de EU-strategie voor jongeren moet erkend worden dat jongeren geen homogene groep vormen en dus uiteenlopende behoeften, achtergronden, levenssituaties en belangen hebben en op basis van dit inzicht moeten beleid en activiteiten gestimuleerd worden die inclusief zijn voor alle jongeren, in het bijzonder kansarme jongeren en/of jongeren wier stem gemakkelijk niet gehoord wordt;

    C.

    deelneming: uitgaande van de gedachte dat iedere jongere iets kan betekenen voor de samenleving moeten beleid en activiteiten ten aanzien van jongeren gericht zijn op handhaving van hun recht om te participeren in de ontwikkeling, de uitvoering en de follow-up van beleidsmaatregelen die hen aangaan, en wel door jongeren en jeugdorganisaties op een zinvolle manier daarbij te betrekken. In dit verband moet ieder beleid rekening houden met de veranderingen als gevolg van de digitale communicatie die van invloed zijn op democratische en burgerparticipatie;

    D.

    de wereldwijde, de Europese, de nationale, de regionale en de lokale dimensie: wil het EU-jeugdbeleid een blijvende betekenis hebben voor de jeugd, dan moet bij de uitvoering ervan rekening worden gehouden met de interactie tussen de regionale en de lokale niveaus en moeten maatregelen worden genomen die het jeugdbeleid aan de basis steunen. Ook moet in het debat over mondiale problemen naar jongeren geluisterd worden;

    E.

    tweeledige aanpak: beleidsmaatregelen ter verbetering van het leven van jongeren mogen nooit beperkt blijven tot het terrein van jeugdzaken zelf. Daarom is de tweeledige aanpak die in het eerdere samenwerkingskader 2010-2018 werd afgesproken, nog steeds onmisbaar aangezien deze erop is gericht jeugdzaken aan te pakken, enerzijds door initiatieven in verschillende beleidsterreinen te integreren en anderzijds door specifieke initiatieven in de jeugdsector.

    SPREKEN VOORTS AF

    1.   Te werken aan effectieve, doelgerichte en gecoördineerde uitvoering binnen en tussen sectoren

    Het leven van jongeren wordt gevormd door beleid dat geworteld is in diverse beleidsdomeinen en dat bepaald wordt op verschillende uitvoeringsniveaus. Daarom kan alleen door jeugdzaken prioritair te integreren in verschillende beleidssectoren worden gegarandeerd dat rekening wordt gehouden met de specifieke behoeften van jongeren en met de effecten van gepland beleid of geplande programma’s op jongeren. De EU moet het goede voorbeeld geven en een sectoroverschrijdende aanpak als noodzakelijk uitgangspunt nastreven. Integratie van jongeren kan bovendien alleen succes hebben als zij ook inspraak hebben bij alle beleid dat hen aangaat.

    Op alle besluitvormingsniveaus moet meer werk worden gemaakt van sectoroverschrijdende samenwerking en gestreefd worden naar synergieën en complementariteit tussen maatregelen; ook moeten jongeren meer betrokken worden.

    2.   De kerndomeinen van de jeugdsector aanpakken: Betrekken, Verbinden, Versterken.

    a.   Betrekken

    Jongeren in hun alledaagse leven maar ook in het democratische leven mogelijkheden bieden om hen te betrekken is van cruciaal belang voor een goed functionerende democratie en voor de samenleving als geheel. Participatie van jongeren is zo belangrijk omdat de besluiten die vandaag genomen worden, het langst gevolgen zullen hebben op de huidige generatie van jonge mensen. Daar komt bij dat jongeren minder goed vertegenwoordigd zijn in politieke organen en minder kansen hebben dan andere leeftijdsgroepen om invloed uit te oefenen op en deel te nemen aan besluitvorming. De EU-strategie voor jongeren is dan ook gericht op een zinvolle burgerlijke, economische, sociale, culturele en politieke participatie van jonge mensen.

    Het betrekken van jongeren moet daarom een hoeksteen zijn van de toekomstige Europese samenwerking inzake jeugdbeleid. Dit betekent ook dat jongeren inspraak moeten hebben in de ontwikkeling, uitvoering en beoordeling van beleidsmaatregelen die hen aangaan, zoals de EU-strategie voor jongeren en nationale jeugdstrategieën. Om zo inclusief mogelijk te zijn en aangepast aan bestaande en toekomstige uitdagingen, is het van essentieel belang nieuwe en alternatieve vormen van deelneming te verkennen.

    VERZOEKT DE LIDSTATEN EN DE COMMISSIE, OVEREENKOMSTIG HUN RESPECTIEVE BEVOEGDHEDEN:

    inclusieve democratische participatie van alle jongeren in de samenleving en in democratische processen aan te moedigen en te bevorderen;

    jongeren, jeugdorganisaties en andere organisatoren van jeugdwerk actief te betrekken bij de ontwikkeling, de uitvoering en de evaluatie van beleid dat invloed heeft op het leven van jongeren op lokaal, regionaal, nationaal en Europees niveau;

    de oprichting en uitbouw te steunen van jeugdrepresentatie op lokaal, regionaal en nationaal niveau, onder erkenning van het recht van jongeren op deelneming en zelforganisatie, en van representatieve jeugdstructuren, en de integratie ervan in het werk van lokale, regionale, nationale en Europese overheden;

    de EU-jeugddialoog (6) in dier voege te ondersteunen en uit te dragen, dat de mening van jongeren in besluitvormingsprocessen op alle niveaus gehoord wordt, en burgerschap te bevorderen door middel van burgerschapseducatie en leerstrategieën;

    mogelijkheden voor „leren participeren” te steunen en te ontwikkelen, de interesse in participatie aan te wakkeren, en jongeren te helpen zich voor te bereiden op participatie;

    na te gaan of innovatieve en alternatieve vormen van democratische participatie — zoals digitale democratie-instrumenten - kunnen worden gebruikt en bevorderd, en de toegang daartoe van jongeren te faciliteren teneinde hun participatie aan de democratie te bevorderen en hen op een inclusieve manier daarbij te betrekken, een en ander in het besef dat sommige jongeren geen toegang hebben tot het internet en tot digitale technologieën hebben, noch de vaardigheden om die technologieën te gebruiken;

    b.   Verbinden

    Jongeren in Europa raken meer en meer met elkaar verbonden. Banden, relaties en uitwisseling van ervaring zijn van wezenlijk belang zijn voor solidariteit en de toekomstige ontwikkeling van de Europese Unie. Deze verbondenheid kan het best bevorderd worden door verschillende vormen van mobiliteit.

    Daarom moeten alle jongeren de kans krijgen mee te doen aan uitwisselingen, samenwerking, en culturele en maatschappelijke activiteiten op Europees niveau. Hierdoor kunnen zij hun persoonlijke, sociale en burgerschapsvaardigheden ontwikkelen en versterken, kritisch leren denken en creatief leren zijn, alsmede hun inzetbaarheid vergroten en actieve Europese burgers worden. Uitwisselingsprogramma’s en -projecten in het kader van Erasmus +, het Europees Solidariteitskorps en hun opvolgers zijn bronnen voor intercultureel leren en empowerment, met name voor kansarme jongeren.

    De Europese samenwerking in jeugdzaken moet deze mogelijkheden voor jongeren ondersteunen. Zij moet gesteund worden door EU-programma’s zoals Erasmus +, het Europees Solidariteitskorps en de opvolgers daarvan, teneinde meer kennis te verkrijgen over jongeren en hun aspiraties en om beleidssamenwerking en gemeenschapsopbouw te intensiveren.

    De EU-strategie voor jongeren moet eveneens de onderlinge verbondenheid van jongeren in de EU, in kandidaat-lidstaten, in oostelijke partnerlanden en in Westelijke-Balkanpartners bevorderen (7), alsmede de verbondenheid van jongeren met andere derde landen waarmee de EU associatie- of samenwerkingsovereenkomsten heeft, bevorderen, waar passend met de hulp van de EU via EU-financieringsprogramma’s die hiervoor bestemd zijn.

    VERZOEKT DE LIDSTATEN EN DE EUROPESE COMMISSIE, IN HET KADER VAN HUN RESPECTIEVE BEVOEGDHEDEN:

    alle jongeren, alsmede jeugdwerkers, toegang te geven tot grensoverschrijdende mobiliteitsmogelijkheden, zoals vrijwilligerswerk in het maatschappelijk middenveld, door belemmeringen weg te werken en uitvoering te geven aan steunmaatregelen, met bijzondere aandacht voor kansarme jongeren;

    jongeren aan te moedigen zich in te zetten voor solidariteitsactiviteiten, steunregelingen te bevorderen en te streven naar complementariteit en synergieën tussen EU-financieringsinstrumenten en nationale, regionale en lokale regelingen;

    jongeren en jeugdorganisaties actief te betrekken bij het ontwerp, de uitvoering en de evaluatie van relevante EU-financieringsprogramma’s;

    beste praktijken te delen en verder werk te maken van effectieve systemen voor de validering en erkenning van vaardigheden en competenties die via niet-formeel en informeel leren zijn verworven, onder meer in het kader van solidariteits- en vrijwilligersactiviteiten, waarbij verder uitvoering wordt gegeven aan de aanbeveling van de Raad van 2012 betreffende de validatie van niet-formeel en informeel leren.

    c.   Empowerment

    Empowerment van jongeren houdt in dat ze worden aangemoedigd hun leven in eigen handen te nemen. Dit vergt de nodige middelen, instrumenten en een omgeving die bereid is passende aandacht te besteden aan wat jongeren te zeggen hebben. Vandaag worden jongeren in heel Europa geconfronteerd met uiteenlopende uitdagingen, zoals moeilijkheden om hun sociale rechten uit te oefenen, sociale uitsluiting en discriminatie, alsmede met bedreigingen die uitgaan van nepnieuws en propaganda.

    Om deze uitdagingen het hoofd te bieden en jongeren daadwerkelijk te kunnen empoweren, moet worden samengewerkt rond beleidsmaatregelen die gericht zijn op de specifieke situatie van jongeren en die dan ook het leven van jongeren in de EU verbeteren.

    In dit verband kan jeugdwerk in al zijn vormen fungeren als katalysator voor empowerment: jeugdwerk levert jongeren unieke voordelen op tijdens hun overgang naar volwassenheid (8), omdat het hun een veilige omgeving biedt waarin zij zelfvertrouwen kunnen opdoen en op niet-formele wijze kunnen bijleren. Jeugdwerk staat erom bekend jongeren uit te rusten met belangrijke persoonlijke, beroeps- en ondernemingscompetenties en -vaardigheden als teamwerk, leiderschap, interculturele competenties, projectbeheer, probleemoplossing en kritisch denken. In sommige gevallen is jeugdwerk de brug naar onderwijs, opleiding of werk, waardoor uitsluiting wordt voorkomen.

    Om deze voordelen te realiseren, moet niet-formeel en informeel leren via jeugdwerk meer worden erkend, hetgeen met name jongeren met geringe formele kwalificaties ten goede zou komen, als een middel om inzetbaarheid te bevorderen. De erkenning kan worden verbeterd door een meer systematisch gebruik van kwaliteitsinstrumenten.

    VERZOEKT DE LIDSTATEN EN DE EUROPESE COMMISSIE, IN HET KADER VAN HUN RESPECTIEVE BEVOEGDHEDEN:

    een Europese jeugdwerkagenda voor kwaliteit, innovatie en erkenning van jeugdwerk op te stellen en uit te voeren. Om het volledige potentieel te ontsluiten moet de deskundigheid van jongerenvertegenwoordigingen, jeugdorganisaties, jeugdwerkers en onderzoekers hierin worden geïntegreerd. Verdere synergieën met de werkzaamheden van de Raad van Europa op dit gebied zouden moeten worden aangemoedigd;

    de ontwikkeling te ondersteunen van kwalitatief jeugdwerk op lokaal, regionaal, nationaal en Europees niveau, met inbegrip van beleidsontwikkeling op het terrein, opleiding voor jeugdwerkers, het opstellen van rechtskaders en het toewijzen van voldoende middelen;

    jeugdwerkactiviteiten op alle niveaus, ook aan de basis, te ondersteunen, en jeugdbewegingen te erkennen als organisaties die bijdragen aan de ontwikkeling van competenties en sociale inclusie door middel van jeugdwerk en niet-formele onderwijsactiviteiten, met inachtneming van nationale, regionale en lokale activiteiten op dit gebied;

    indien en waar mogelijk vlot toegankelijke contactpunten voor jongeren in te stellen en verder te ontwikkelen; die contactpunten zouden een ruim scala aan diensten verlenen en/of informatie verstrekken, onder meer met betrekking tot financiële sturing, begeleiding en ondersteuning op het gebied van loopbaan, gezondheid, relaties en onderwijs-, cultuur- en werkgelegenheidsmogelijkheden.

    VERZOEKT DERHALVE DE LIDSTATEN EN DE EUROPESE COMMISSIE, IN HET KADER VAN HUN RESPECTIEVE BEVOEGDHEDEN:

    3.   Samen te werken op basis van instrumenten en governance

    Om de EU-strategie voor jongeren daadwerkelijk in de hele EU en de lidstaten te kunnen uitvoeren, zijn concrete instrumenten nodig. De volgende maatregelen zullen worden ingezet ter verwezenlijking van de doelstellingen van de EU-strategie voor jongeren, naargelang het geval op lokaal, regionaal, nationaal, Europees en mondiaal niveau:

    a.

    Empirisch onderbouwde beleidsvorming en kennisopbouw in jeugdzaken: het EU-jeugdbeleid zou empirisch onderbouwd moeten zijn en moeten uitgaan van de reële behoeften en situaties van jongeren. Daartoe zijn continu onderzoek, kennisontwikkeling en overleg met jongeren en jeugdorganisaties nodig. Het verzamelen van uitgesplitste gegevens over jongeren is van bijzonder belang om een beter inzicht te krijgen in de behoeften van verschillende groepen jongeren, met name kansarme jongeren. Empirisch onderbouwde beleidsvorming zou tot stand moeten komen met de steun van Youthwiki, jeugdonderzoeksnetwerken, samenwerking met internationale organisaties zoals de Raad van Europa, de OESO en andere instanties, met inbegrip van jeugdorganisaties.

    b.

    Wederzijds leren en verspreiding: wederzijds leren tussen de lidstaten, de Europese Commissie en de relevante stakeholders zou een hulpmiddel moeten zijn voor de ontwikkeling van jeugdbeleid zowel op kerngebieden als op sectoroverschrijdende gebieden. Deskundigengroepen zullen verder beleidsrichtsnoeren opstellen, praktische instrumenten ontwikkelen en goede praktijken delen; met deze strategie zullen nieuwe hulpmiddelen voor wederzijds leren worden aangereikt, zoals collegiale toetsing en collegiaal advies, fora op hoog niveau, analyses en studies, waarbij de prioriteiten van de EU-strategie voor jongeren in het algemeen worden gevolgd in het kader van de driejarige werkplannen. Er zal een meer systematische benadering worden gevolgd wat betreft kwalitatieve informatie voor jongeren, outreach en verspreiding, voortbouwend op de bestaande netwerken van de strategie.

    c.

    Participatieve governance: om jongeren te erkennen als deskundigen van hun eigen leven, is het van essentieel belang ervoor te zorgen dat jongeren en hun representatieve organisaties worden betrokken bij de verschillende stadia van uitvoering van de EU-strategie voor jongeren. Deelname verhoogt de zichtbaarheid van jongeren en vestigt de aandacht op wat hen bezighoudt, maar zij verhoogt tevens onder de jongeren de zichtbaarheid van de makers van jeugdbeleid. Deelname heeft ook ten doel de legitimiteit en de erkenning van het jeugdbeleid te verhogen. Om de fundamenten voor een regelmatige burgerdialoog te leggen, stakeholders een grotere rol toe te kennen bij het coördineren van de uitvoering van de strategie, en mogelijkheden te bieden voor het uitwisselen van informatie over activiteiten en resultaten, zal participatieve governance en coördinatie van de EU-strategie voor jongeren worden vergemakkelijkt door in het kader daarvan een platform in te stellen. De Commissie wordt verzocht specifieke bijeenkomsten te organiseren waarop vertegenwoordigers van de EU-instellingen, de lidstaten, nationale agentschappen van Erasmus+ en het Europees Solidariteitskorps, jeugdorganisaties en andere relevante stakeholders, alsmede lokale en regionale instanties, naargelang het geval, bijeen worden gebracht.

    d.

    Mobiliseren van EU-programma’s en -middelen: de strategie zal het doeltreffende gebruik bevorderen van EU-programma’s en -middelen, zoals Erasmus+, het Europees Solidariteitskorps, de Europese structuur- en investeringsfondsen, Horizon 2020, waaronder de Marie Skłodowska-Curieacties, Creatief Europa en hun opvolgers. De lidstaten wordt verzocht synergieën te verkennen tussen financieringsbronnen op uniaal, nationaal, regionaal en lokaal niveau.

    e.

    Monitoring van EU-middelen: transparantie op het gebied van EU-maatregelen voor jongeren zou de monitoring van EU-uitgaven voor jeugdzaken moeten omvatten, waarbij in voorkomend geval bestaande mechanismen worden gebruikt.

    f.

    Communiceren van de EU-strategie voor jongeren: rekening houdend met de verschillende stakeholders die bij de besluitvorming voor jongeren zijn betrokken, is het belangrijk het doel en de inhoud van de EU-strategie voor jongeren op alomvattende wijze te communiceren in een op jongeren afgestemde taal. De EU-strategie voor jongeren kan samen met de Europese jeugddoelstellingen sturing bieden aan mensen die nauw zijn betrokken bij de ontwikkeling van jeugdbeleid en aan anderen, waardoor een nieuw en positief verhaal wordt gecreëerd over het EU-jeugdbeleid en het jeugdwerk in Europa.

    g.

    Toekomstige nationale actieplanner (9): de toekomstige nationale actieplanner (Future National Activities Planner — FNAP) is bedoeld om de lidstaten in staat te stellen hun prioriteiten in het kader van de EU-strategie voor jongeren vrijwillig met elkaar te delen. Hierdoor zal de uitvoering van jeugdbeleid op regionaal, nationaal en EU-niveau transparanter worden. Zo zou het vinden van geschikte partners voor activiteiten op het vlak van wederzijds leren gemakkelijker moeten verlopen en wordt er ingespeeld op de individuele behoeften van de lidstaten. Om extra administratieve lasten te voorkomen, zouden de FNAPs moeten voortbouwen op bestaande nationale jeugdbeleidskaders/nationale jeugdstrategieën.

    h.

    EU-jeugddialoog (10): voortbouwend op de verwezenlijkingen van de gestructureerde dialoog met jongeren en jeugdorganisaties zal een nieuwe EU-jeugddialoog met de nodige instrumenten tot stand worden gebracht, met als doel meer besluitvormers en jongeren, met name degenen naar wie niet wordt geluisterd en/of kansarme jongeren, te betrekken bij de besluitvormingsprocessen en de uitvoering van de EU-strategie voor jongeren, waardoor hun engagement en hun politieke deelname aan de EU en de maatschappij in het algemeen worden gestimuleerd. Daarnaast zou een regelmatiger uitwisseling tussen de nationale werkgroepen van de EU-jeugddialoog en de Europese Commissie vergemakkelijkt moeten worden.

    i.

    De EU-jeugdcoördinator: de EU verwelkomt het voornemen om een EU-jeugdcoördinator binnen de Europese Commissie in te stellen, met als doel de sectoroverschrijdende samenwerking te verbeteren en kennis over jeugdzaken te ontwikkelen en te delen binnen de diensten van de Europese Commissie. De EU-jeugdcoördinator moet met diverse stakeholders samenwerken met het oog op een samenhangende communicatie naar de jongeren.

    j.

    Informatie voor en ondersteuning van jongeren: door te voorzien in kwalitatieve informatiediensten en platforms voor jongeren op alle niveaus, waaronder de Europese jeugdsite, en met de steun van organisaties op Europese schaal, kan de gelijke toegang van jongeren tot kwalitatieve informatie over hun rechten en mogelijkheden en over jeugddiensten en EU-programma’s voor jongeren worden bevorderd;

    k.

    EU-jeugdwerkplannen: de EU-strategie voor jongeren verloopt in driejarige werkperioden die zich telkens uitstrekken over twee voorzitterschapstrio’s. De prioriteiten en acties van de respectieve werkperioden zullen worden gepresenteerd in de EU-jeugdwerkplannen. De Raad zal deze EU-werkplannen samen met de Commissie opstellen, te beginnen met een werkplan voor 2019-2021 (11). Deze plannen zouden moeten stoelen op de leidende beginselen en prioriteiten van de jeugdstrategie, met aandacht voor jeugdvraagstukken in andere Raadsformaties en hun voorbereidende instanties op relevante beleidsgebieden.

    l.

    Monitoring, verslaglegging, evaluatie: om de vorderingen met de beleidscoördinatie te kunnen evalueren en faciliteren, zouden deze vorderingen op gezette tijden moeten worden gemonitord. Goede praktijken en de voorwaarden voor de overdraagbaarheid ervan zouden in kaart moeten worden gebracht om wederzijds leren tussen de lidstaten te vergemakkelijken. De Commissie zal om de drie jaar verslag uitbrengen over de uitvoering van de EU-strategie voor jongeren, onder meer op basis van informatie van de lidstaten en van de Youthwiki. De Youthwiki zal informatie blijven verstrekken over de opstelling van nationaal jeugdbeleid. Op EU-niveau zullen jeugdorganisaties en andere relevante stakeholders via het platform van de EU-strategie voor jongeren nauw worden betrokken bij het monitoren van de gemaakte vorderingen. Het dashboard van EU-jeugdindicatoren kan worden gebruikt om de algemene situatie van jongeren in de lidstaten te monitoren. De lidstaten en de Europese Commissie wordt verzocht het dashboard opnieuw te bezien in het eerste jaar na de aanneming van de EU-strategie voor jongeren. Kwantitatieve en kwalitatieve indicatoren en benchmarks kunnen worden vastgesteld op maat van de behoeften van de lidstaten en de betrokken sectoren, als middel om beste praktijken te vergelijken en de uitvoering van de strategie te monitoren. Vanaf 2019 zou een beleidsevaluatie van door de EU gefinancierde onderzoeksprojecten moeten worden verricht om tot relevante bevindingen voor het jeugdbeleid te komen.

    m.

    Tussentijdse evaluatie: de Raad zal een tussentijdse evaluatie van de EU-strategie voor jongeren uitvoeren op basis van een evaluatieverslag dat de Commissie uiterlijk op 31 december 2023 moet indienen. Hij zal deze resolutie in voorkomend geval opnieuw bezien in 2024, teneinde deze aan te passen aan mogelijke nieuwe ontwikkelingen en behoeften.


    (1)  Resolutie van de Raad over een hernieuwd systeem voor Europese samenwerking in jeugdzaken (2010-2018)

    en de resolutie van de Raad en van de vertegenwoordigers van de regeringen van de lidstaten, in het kader van de Raad bijeen, van 27 juni 2002 over het kader voor Europese samenwerking in jeugdzaken.

    (2)  Eurofound — afdeling NEET’s: https://www.eurofound.europa.eu/topic/NEETs

    (3)  Doc. 9264/18 ADD 2 — SWD(2018) 169 final deel 1-7

    (4)  Mededeling van de Commissie - Investeren in de jongeren van Europa (doc. COM(2016) 940) en conclusies van de Raad over strategische perspectieven voor Europese samenwerking in jeugdzaken na 2018 (mei 2017).

    (5)  Doc. 9264/18 + ADD 1 tot en met ADD 8 — COM(2018) 269 definitief.

    (6)  Voor meer informatie zie bijlage 1 inzake de EU-jeugddialoog.

    (7)  https://ec.europa.eu/neighbourhood-enlargement/policy/eu-and-western-balkans_en

    (8)  Deskundigengroep over de „bijdrage van jeugdwerk en niet-formeel en informeel leren aan het oplossen van de problemen van jongeren, met name de overgang van leren naar werken”. http://ec.europa.eu/assets/eac/youth/library/reports/contribution-youth-work-summary_en.pdf

    (9)  Voor meer informatie zie bijlage 2 inzake de toekomstige nationale actieplanner.

    (10)  Voor meer informatie zie bijlage 1 inzake de EU-jeugddialoog.

    (11)  Voor meer informatie zie bijlage 4 over het EU-jeugdwerkplan 2019-2021.


    BIJLAGE 1

    inzake de EU-jeugddialoog

    1.   Inleiding

    „EU-jeugddialoog”: de dialoog met jongeren en jeugdorganisaties, waarbij beleidsmakers en besluitvormers, evenals deskundigen, onderzoekers en, in voorkomend geval, andere relevante actoren uit het maatschappelijk middenveld betrokken zijn. Deze biedt een forum voor permanente gezamenlijke bezinning en beraadslaging over de prioriteiten, de uitvoering en de follow- up van de Europese samenwerking in jeugdzaken (1).

    De EU-jeugddialoog vormt een ontwikkeling van de gestructureerde dialoog die is ingesteld bij de resolutie inzake een hernieuwd kader voor samenwerking in jeugdzaken (2010-2018) en die verder is ontwikkeld in de daaropvolgende jaren, op basis van de resultaten van permanente monitoring en evaluatie (2).

    In de in mei 2017 aangenomen resolutie van de Raad over de toekomstige ontwikkeling van de gestructureerde dialoog is de lidstaten en de Commissie verzocht „een evaluatie te verrichten van de procedure voor en de doelstellingen van de gestructureerde dialoog voor de Europese samenwerking in jeugdzaken na 2018, en na te denken over innovatieve en doeltreffende manieren om een stimulans te geven aan zinvolle en constructieve dialoog en overleg met jongeren van verschillende achtergronden, jeugdorganisaties, onderzoekers en beleidsmakers op jeugdgebied, onder wie belanghebbenden uit andere relevante sectoren.” (3)

    2.   Doelstellingen van de EU-jeugddialoog

    De EU-jeugddialoog zou moeten bijdragen aan de algemene doelstellingen van de EU-strategie voor jongeren en de leidende beginselen ervan in acht moeten nemen, zoals geformuleerd in bovengenoemde resolutie.

    De specifieke doelstellingen van de EU-jeugddialoog zijn:

    a)

    de deelname van jongeren aan het democratisch leven van Europa aanmoedigen overeenkomstig artikel 165 VWEU;

    b)

    gelijke deelname tussen jonge vrouwen en jonge mannen bevorderen;

    c)

    diverse stemmen laten horen en ervoor zorgen dat de beleidsvorming openstaat voor bijdragen van alle jongeren;

    d)

    positieve veranderingen in het jeugdbeleid bewerkstelligen op lokaal, regionaal, nationaal en Europees niveau;

    e)

    de burgerschapsvaardigheden van jongeren versterken, alsmede hun gevoel dat zij bij de samenleving en de Europese Unie behoren.

    3.   Uitvoering van de EU-jeugddialoog

    De EU-jeugddialoog zou bij voorkeur moeten verlopen in werkcycli van 18 maanden, met één thematische prioriteit per cyclus die nauw verband houdt met de prioriteiten van de EU-strategie voor jongeren en, in voorkomend geval, de EU-jeugddoelstellingen.

    Elke cyclus zou moeten voortbouwen op de ervaringen met de vorige. Permanente follow-up is essentieel om de kwaliteit van de resultaten en de gevolgen in het algemeen van het hele proces te monitoren. Procedures om kwalitatieve en/of kwantitatieve gevolgen te meten zouden in alle fasen van het proces en door alle betrokken partners op het passende niveau moeten worden toegepast.

    Conform bovengenoemde doelstellingen zou de jeugddialoog moeten worden gebaseerd op benaderingswijzen die deelname op verschillende niveaus in de hand werken:

    a)

    informatie over deelnamemogelijkheden en over het algemene thema; die informatie wordt verstrekt van het lokale tot en met het Europese niveau;

    b)

    raadpleging, met inbegrip van online- en offline-interactiemethoden en empirisch onderbouwde onderzoeksresultaten;

    c)

    directe dialoog tussen beleidsmakers en jongeren, op basis van beste praktijken inzake methodologische benaderingswijzen die tot dusver in de gestructureerde dialoog zijn ontwikkeld, alsmede op basis van permanente innovatie op dit gebied;

    d)

    permanent partnerschap voor de governance van het proces op nationaal en Europees niveau, in voorkomend geval met inbegrip van partnerschappen met relevante sectoren volgens het thema van de cyclus.

    4.   Governance van de EU-jeugddialoog

    De governance van de EU-jeugddialoog zou verder moeten bouwen op ervaringen uit het verleden, waarbij ernaar wordt gestreefd het proces te verduidelijken en te vereenvoudigen.

    Ter ondersteuning van de uitvoering en de governance van de EU-jeugddialoog kunnen diverse partnerschappen op verschillende niveaus tot voordeel strekken, in het bijzonder met jeugdraden, jeugdorganisaties en andere stakeholders op jongerengebied, alsmede met partners uit andere sectoren.

    De lidstaten worden aangemoedigd de deelname van jongeren aan alle stadia van uitvoering van de EU-jeugddialoog mogelijk te maken, door onder meer de nationale jeugdraad een leidende rol in de nationale werkgroep te geven.


    (1)  Doc. 11865/18, Voorstel voor een verordening van het Europees Parlement en de Raad tot vaststelling van „Erasmus”: het programma van de Unie voor onderwijs, opleiding, jeugd en sport, en tot intrekking van Verordening (EU) nr. 1288/2013.

    (2)  Doc. 9264/18 ADD 1 Werkdocument van de diensten van de Commissie over de resultaten van de open coördinatiemethode in jeugdzaken 2010-2018, gevoegd bij de mededeling van de Commissie „Jongeren betrekken, verbinden en versterken: een nieuwe EU-strategie voor jongeren”.

    (3)  Doc. 9632/17 — Resolutie van de Raad over de gestructureerde dialoog en de toekomstige ontwikkeling van de dialoog met jongeren in het kader van beleid voor Europese samenwerking in jeugdzaken na 2018.


    BIJLAGE 2

    inzake de toekomstige nationale actieplanner

    Met het oog op meer transparantie in de uitvoering van het jeugdbeleid op regionaal, nationaal en EU-niveau, zijn toekomstige nationale actieplanners (FNAPs) bedoeld om de lidstaten in staat te stellen hun prioriteiten in het kader van de EU-strategie voor jongeren vrijwillig te delen.

    Het jeugdbeleid van de lidstaten is een van de belangrijkste instrumenten voor de uitvoering van de EU-strategie voor jongeren. Dat beleid wordt vaak geconsolideerd in een nationale jeugdstrategie of een gelijkwaardig planningsdocument voor het jeugdbeleid. De inhoud van zulke nationale jeugdstrategieën kan voor andere lidstaten zeer belangrijk zijn om hen in staat te stellen synergieën te bepalen, peer learning te vergemakkelijken en verschillende belangen en specifieke behoeften van de lidstaten bij het opstellen van het jeugdbeleid te helpen in kaart te brengen en te bundelen.

    Het groeperen van toekomstige nationale prioriteiten op jeugdgebied heeft ten doel:

    een kennisbasis tot stand te brengen die de aanzet kan geven voor mogelijke bilaterale of multilaterale projecten en activiteiten op het gebied van jeugdbeleid;

    de lidstaten de mogelijkheid te bieden om strategisch met andere lidstaten te overleggen over nationale behoeften en toekomstige strategieën;

    gebieden voor wederzijds leren tussen de lidstaten in kaart te brengen;

    nationale en regionale activiteiten een rol op het Europese toneel te geven.

    In het kader van hun FNAPs kunnen de lidstaten:

    verantwoordelijken aanwijzen;

    schetsen hoe de Europese prioriteiten zullen worden vertaald naar de nationale context en hoe deze worden gekoppeld aan concrete acties;

    schetsen hoe de geplande acties aansluiten op nationale en EU-financieringsprogramma’s voor jongeren, zoals Erasmus+, het Europees Solidariteitscorps, de jongerengarantie en hun vervolgprogramma’s in het kader van het meerjarig financieel kader 2021-2027.

    FNAPs worden idealiter opgesteld volgens het beginsel van deelname van jongeren aan de beleidsvorming. Ook de betrokkenheid van de nationale agentschappen voor Erasmus+ en het Europees Solidariteitscorps bij dit proces kan worden aangemoedigd, naast samenwerking met verschillende sectoroverschrijdende actoren.

    Teneinde de mogelijkheden voor wederzijds leren en synergie optimaal te benutten zouden de FNAPs openbaar moeten worden gemaakt.


    BIJLAGE 3

    over Europese jeugddoelstellingen

    De Europese jeugddoelstellingen (1) zijn het resultaat van de 6e cyclus van de gestructureerde dialoog met jongeren, besluitvormers, onderzoekers en andere belanghebbenden, die plaatsvond onder de titel „Jongeren in Europa: Wat is de volgende stap?”. Deze cyclus strekte ertoe meningen van jongeren te verzamelen en samen bij te dragen tot het uitstippelen van de EU-strategie voor jongeren 2019-2027.

    De Europese jeugddoelstellingen presenteren een visie voor een Europa waarin jongeren hun potentieel ten volle kunnen benutten. De doelstellingen stellen sectoroverschrijdende gebieden vast die het leven van jongeren beïnvloeden en geven aan welke uitdagingen moeten worden aangepakt.

    De eerste fase van de 6e cyclus van de gestructureerde dialoog richtte zich op „blue-sky-thinking” en het vaststellen van een gemeenschappelijke opvatting over het thema van de cyclus. Met betrekking tot beleidsvorming op het gebied van jongeren brachten deze laatsten samen met besluitvormers relevante onderwerpen in kaart die voor de betrokken onderzoekers als uitgangspunt dienden om een pan-Europese raadpleging te ontwikkelen. In de daaropvolgende raadplegingsfase werden jongeren uit heel Europa met diverse achtergronden betrokken via focusgroepen, enquêtes en andere methoden. Voortbouwend op de resultaten van deze raadpleging stelden afgevaardigden van de jongeren samen met besluitvormers de 11 onderstaande Europese jeugddoelstellingen op, die de ministers in het daaropvolgende oriënterende debat van de EU-Jeugdraad met brede instemming toejuichten. De laatste cyclusfase richtte zich op het plannen van concrete acties en op het onderzoeken van manieren voor de tenuitvoerlegging van de Europese jeugddoelstellingen.

    In het kader van hun respectieve bevoegdheden wordt de lidstaten en de Europese Commissie verzocht onder meer inspiratie uit de Europese jeugddoelstellingen te putten en deze visie, waar dat passend is, in alle verwante beleidsgebieden en agenda’s op te nemen.

    Met inachtneming van het subsidiariteitsbeginsel moeten de Europese jeugddoelstellingen worden behandeld overeenkomstig de nationale en Uniewetgeving en nationale omstandigheden. De Europese jeugddoelstellingen zijn geen juridisch bindende doelstellingen.

    Image

    #1 DE EU DICHTER BIJ JONGEREN BRENGEN

    Achtergrond: een groeiend aantal jongeren heeft geen vertrouwen in de EU, ondervindt moeilijkheden bij het begrijpen van haar beginselen, waarden, en werking. Democratische tekorten bij EU-beleid werden ook aangeduid als een van de redenen voor het toenemende euroscepticisme bij jongeren.

    Doelstelling: stimuleren van het gevoel van jongeren dat zij tot het Europese project behoren en een brug bouwen tussen de EU en jongeren om het vertrouwen te herwinnen en de betrokkenheid te vergroten.

    Streefdoelen

    Garanderen van een zinvolle betrokkenheid van jongeren en dialoog in alle stadia van de besluitvorming van de EU door bestaande participatiemechanismen te verbeteren en er nieuwe te creëren.

    Zorgen voor een gelijke toegang tot hoogwaardige onpartijdige en op jongeren afgestemde informatie over hoe de EU functioneert, hoe erin mee te werken en de kansen die zij biedt.

    Introduceren en uitbreiden van onderwijs over Europa en de EU in formele en niet-formele contexten.

    Garanderen van een eerlijke vertegenwoordiging van alle lidstaten in politieke en bestuursrechtelijke EU-instanties, overeenkomstig het beginsel van gelijk burgerschap.

    Verhogen van de begroting en het vergroten van de impact van de EU-programma’s voor jongeren.

    Zorgen voor meer vertrouwen bij jongeren in het EU-project door het democratische tekort en het gebrek aan transparantie en zichtbaarheid aan te pakken.

    Institutionaliseren van de beoordeling van de afstemming op jongeren, de impact en de gevolgen van EU-beleidsvormen.

    Image

    #2 GELIJKHEID VAN ALLE GENDERTYPEN  (2)

    Achtergrond: gendergerelateerde discriminatie treft nog steeds vele jongeren, vooral jonge vrouwen. Gelijke kansen en een gelijke toegang tot rechten moeten worden geboden aan jongeren van alle gendertypen, onder wie non-binaire jongeren en LHBTQI+-jongeren  (3).

    Doelstelling: garanderen van gelijkheid van alle gendertypen en gendergevoelige benaderingen in alle levensaspecten van een jongere.

    Streefdoelen

    Bestrijden van discriminatie en zorgen voor gelijke rechten voor alle gendertypen in het culturele, politieke en socio-economische leven.

    Tot stand brengen van een algemeen besef van gendergerelateerde ongelijkheid en discriminatie, in het bijzonder in de media.

    Een einde maken aan gendergerelateerd geweld door het op doeltreffende wijze en in al zijn vormen aan te pakken en te bestrijden.

    Uitbannen van stereotypische genderrollen en omarmen van onderscheiden genderidentiteiten in onderwijsstelsels, het familieleven, de werkplek en andere levensaspecten.

    Een einde maken aan gendergerelateerde structurele discriminatie op de arbeidsmarkt en zorgen voor gelijke rechten, toegang en kansen.

    Zorgen voor een gelijke beloning voor gelijk werk en de gelijke verdeling van verantwoordelijkheden inzake zorg.

    Zorgen voor een gelijke toegang tot formeel en niet-formeel onderwijs, en voor de opzet van onderwijsstelsels die gendergevoeligheid in acht nemen.

    Image

    #3 INCLUSIEVE SAMENLEVINGEN

    Achtergrond: een derde van de jongeren in Europa lopen een risico op armoede en sociale uitsluiting. Vele jongeren hebben geen toegang tot hun sociale rechten. Vele jongeren hebben nog steeds te kampen met meervoudige discriminatie, vooroordelen en haatmisdrijven. Nieuwe migratieverschijnselen brachten verschillende sociale en inclusieproblemen met zich mee. Daarom is het van essentieel belang om te werken aan de verwezenlijking van de rechten van alle jongeren in Europa, met inbegrip van de meest gemarginaliseerde en uitgesloten.

    Doelstelling: mogelijk maken en garanderen van de inclusie van alle jongeren in de samenleving.

    Streefdoelen

    Bieden van juridische bescherming en handhaving van internationale juridische instrumenten ter bestrijding van alle vormen van discriminatie en haatzaaiende uitlatingen, erkennende dat jongeren met meervoudige discriminatie te maken hebben.

    Beter verstrekken van informatie aan gemarginaliseerde jongeren, om ervoor te zorgen dat zij zich bewust zijn van de ruimten, kansen en ervaringen die hen ter beschikking staan.

    Ervoor zorgen dat alle gemarginaliseerde jongeren gelijke toegang hebben tot formele en niet-formele leeromgevingen, waarbij alle dimensies van inclusie worden behandeld.

    Ervoor zorgen dat leraren beter in staat zijn te werken met gemarginaliseerde jongeren.

    Zorgen voor meer ruimten, kansen, middelen en programma’s ter bevordering van dialoog en sociale cohesie, en ter bestrijding van discriminatie en segregatie.

    Versterken van de sociale ondersteuning, door de uitoefening van het recht op een leefbaar loon, eerlijke arbeidsvoorwaarden, universele toegang tot gezondheidszorg van goede kwaliteit, en treffen van specifieke maatregelen voor gemarginaliseerde jongeren.

    Ervoor zorgen dat gemarginaliseerde jongeren participeren aan alle besluitvormingsprocessen en belangrijke spelers zijn, met name in processen met betrekking tot hun eigen rechten, welzijn en belangen.

    Image

    #4 INFORMATIE EN CONSTRUCTIEVE DIALOOG

    Achtergrond: jongeren hebben problemen om de juistheid en betrouwbaarheid van de informatie na te gaan. Zij moeten adequater worden toegerust om hun weg te vinden in het medialandschap en om deel te nemen aan een constructieve dialoog.

    Doelstelling: ervoor zorgen dat jongeren betere toegang hebben tot betrouwbare informatie, ondersteunen van hun vermogen om informatie kritisch te beoordelen en een participatieve en constructieve dialoog aan te gaan.

    Streefdoelen

    Ervoor zorgen dat jongeren kritische en verantwoordelijke gebruikers en producenten van informatie worden.

    Ervoor zorgen dat jongeren in staat zijn herhaaldelijk misleidend nieuws te herkennen en te melden en de juistheid van de gebruikte nieuwsbronnen na te gaan.

    Ervoor zorgen dat jongeren in staat zijn haatzaaiende uitlatingen en discriminatie, online en offline, te herkennen en te melden.

    Ervoor zorgen dat jongeren een respectvolle, tolerante en geweldloze dialoog, online en offline, kunnen aangaan.

    Zorgen voor eenvoudige toegang tot begrijpelijke en op jongeren afgestemde informatie die ethische codes en kwaliteitsnormen volgt.

    Ervoor zorgen dat ouders en verzorgers, en allen die betrokken zijn bij het voorlichten en opleiden van jongeren, worden toegerust met vaardigheden inzake media- en digitale geletterdheid, en dat zij betrouwbare informatiebronnen voor jongeren zijn.

    Image

    # 5 GEESTELIJKE GEZONDHEID EN GEESTELIJK WELZIJN

    Achtergrond: een significant en toenemend aantal jongeren in heel Europa uit zijn bezorgdheid over de prevalentie van geestelijke gezondheidsproblemen zoals hoge stress, angst, depressie of andere psychische aandoeningen onder hun leeftijdsgenoten. Jongeren halen de immense maatschappelijke druk aan waarmee zij vandaag worden geconfronteerd, en zeggen dat zij betere geestelijke gezondheidsvoorzieningen voor jongeren nodig hebben.

    Doelstelling: verbeteren van het geestelijk welzijn en een einde maken aan de stigmatisering van geestelijke gezondheidsproblemen, ter bevordering van de sociale inclusie van alle jongeren.

    Streefdoelen

    Aanmoedigen van de ontwikkeling van zelfbewustzijn en een minder concurrerende houding door het bevorderen van de waardering voor individuele vaardigheden en sterke eigenschappen.

    Beschermen van de rechten om te werken en te studeren van mensen met geestelijke gezondheidsproblemen tijdens en na het gezondheidsprobleem teneinde te garanderen dat zij hun ambities kunnen nastreven.

    Ontwikkelen van een inclusieve intersectionele benadering van geestelijke gezondheidsvoorzieningen voor iedereen, met name voor gemarginaliseerde groepen.

    Toerusten van alle beroepsbeoefenaars die met jongeren werken, alsook familie en vrienden, met een hoogwaardige opleiding inzake eerstehulpverlening op het gebied van geestelijke gezondheid.

    Zorgen voor een inclusieve, respectvolle en goed gefinancierde behandeling door in een hoogwaardige geestelijke gezondheidszorg in alle medische instellingen te voorzien.

    Aandacht besteden aan preventieve maatregelen die ervoor zorgen dat jongeren worden toegerust met de kennis en de vaardigheden die vereist zijn voor een beter geestelijk welzijn.

    Bestrijden van stigmatisering over geestelijke gezondheidsproblemen door het ontwikkelen van bewustmakingsprogramma’s.

    Image

    # 6 PLATTELANDSJONGEREN VOORUITHELPEN

    Achtergrond: ondanks de brede inzet van de EU voor plattelandsontwikkeling en gezien het feit dat in 2015 bijna een derde van de EU-bevolking in plattelandsgebieden woonde, heersen er verschillen tussen het leven in stedelijke en in plattelandsgebieden  (4) . Daarom is het van belang om te zorgen voor gelijkheid tussen jongeren in de steden en op het platteland.

    Doelstelling: scheppen van voorwaarden die jongeren in staat stellen zich in plattelandsgebieden te ontplooien.

    Streefdoelen

    Garanderen van een passende infrastructuur in plattelandsgebieden, teneinde te zorgen voor een billijke verstrekking van openbare diensten, gegevensverbindingen en huisvesting voor jongeren.

    Ervoor zorgen dat duurzame, kwalitatief hoogwaardige banen voor jongeren worden gecreëerd in plattelandsgebieden.

    Zorgen voor de decentralisatie van verschillende activiteiten door, voor en met jongeren, ter ondersteuning van hun inclusie en ter bevordering van de lokale gemeenschappen.

    Ervoor zorgen dat jongeren op het platteland actief aan besluitvormingsprocessen participeren.

    Zorgen voor gelijke toegang tot hoogwaardig onderwijs voor jongeren in plattelandsgebieden.

    Scheppen van een positief beeld van plattelandsgebieden.

    Waarborgen van de bescherming van plattelandstradities.

    Image

    #7 HOOGWAARDIGE WERKGELEGENHEID VOOR IEDEREEN

    Achtergrond: jongeren hebben te maken met een hoge jongerenwerkloosheid, precaire arbeidsomstandigheden en uitbuiting en discriminatie op de arbeidsmarkt en de werkplek. Het gebrek aan informatie en geschikte vaardigheden voor toekomstige werkgelegenheid verhindert dat jongeren volledig in de arbeidsmarkt kunnen worden geïntegreerd. Derhalve moeten maatregelen worden genomen teneinde hoogwaardige werkgelegenheid voor iedereen te garanderen.

    Doelstelling: waarborgen van een toegankelijke arbeidsmarkt met kansen die tot hoogwaardige banen voor alle jongeren leiden.

    Streefdoelen

    Scheppen van hoogwaardige banen die eerlijke arbeidsomstandigheden, rechten op arbeid en het recht op een leefbaar loon garanderen voor alle jongeren.

    Waarborgen van sociale bescherming en gezondheidszorg voor alle jonge werknemers.

    Garanderen van een eerlijke behandeling en gelijke kansen voor alle jongeren om een einde te maken aan discriminatie op de arbeidsmarkt.

    Zorgen voor gelijke kansen voor alle jongeren zodat zij de nodige vaardigheden ontwikkelen en praktische ervaring opdoen om de overgang van het onderwijs naar de arbeidsmarkt vlotter te laten verlopen.

    Waarborgen van de erkenning en validering van vaardigheden die zijn verworven via stages, leerlingplaatsen en andere vormen van werkplekleren, alsook van vrijwilligerswerk en niet-formeel onderwijs.

    Betrekken van jongeren en jeugdorganisaties als gelijke partners in de ontwikkeling, tenuitvoerlegging, monitoring en evaluatie van het werkgelegenheidsbeleid op alle niveaus.

    Garanderen van gelijke toegang tot kwaliteitsvolle informatie en toereikende ondersteuningsmechanismen om jongeren voor te bereiden op de veranderende arbeidsmarkt en de toekomst van werk.

    Image

    #8 HOOGWAARDIG LEREN

    Achtergrond: onderwijs blijft cruciaal voor actief burgerschap, een inclusieve samenleving en inzetbaarheid. Daarom moeten we onze visie op onderwijs voor de 21e eeuw uitbreiden, met meer nadruk op overdraagbare vaardigheden, studentgericht leren en niet-formeel onderwijs om te komen tot een werkelijk gelijke en universele toegang tot hoogwaardig leren.

    Doelstelling: integreren en verbeteren van diverse leervormen voor jongeren zodat zij opgewassen zijn tegen de uitdagingen van het steeds veranderende leven in de 21e eeuw.

    Streefdoelen

    Garanderen van universele en gelijke toegang tot hoogwaardig onderwijs en een leven lang leren.

    Ervoor zorgen dat alle jongeren toegang hebben tot adequaat gefinancierd niet-formeel onderwijs op alle niveaus, dat wordt erkend en gevalideerd.

    Bevorderen van openheid en ondersteunen van de ontwikkeling van intermenselijke en interculturele vaardigheden.

    Opzetten en uitvoeren van meer gepersonaliseerde, participatieve en coöperatieve leerlinggerichte methoden in elke stap van het onderwijsproces.

    Waarborgen dat het onderwijs alle jongeren toerust met levensvaardigheden zoals financieel beheer en gezondheidsvoorlichting, met inbegrip van seksuele en reproductieve gezondheid.

    Opnemen van methoden in formele en niet-formele onderwijsomgevingen waarmee de leerling persoonlijke vaardigheden kan ontwikkelen zoals kritisch en analytisch denken, creativiteit en leren.

    Ervoor zorgen dat jongeren toegang hebben tot burgerschapsonderwijs zodat hun een grondige kennis wordt geboden over politieke stelsels, democratie en mensenrechten, die ook wordt bereikt via gemeenschapsgebaseerde ervaringen ter bevordering van actieve burgerparticipatie.

    Image

    #9 RUIMTE EN PARTICIPATIE VOOR IEDEREEN

    Achtergrond: jongeren zijn ondervertegenwoordigd in de besluitvormingsprocessen die hen aangaan, hoewel hun betrokkenheid van cruciaal belang is voor de democratie. Zij moeten toegang krijgen tot fysieke ruimten in hun gemeenschappen ter ondersteuning van hun persoonlijke, culturele en politieke ontwikkeling.

    Doelstelling: versterken van de democratische participatie en autonomie van jongeren en zorgen voor speciale ruimten voor jongeren in alle geledingen van de maatschappij.

    Streefdoelen

    Ervoor zorgen dat jongeren terdege invloed kunnen uitoefenen in alle geledingen van de samenleving en van de besluitvormingsprocessen, vanaf het bepalen van de agenda tot en met uitvoering, monitoring en evaluatie via op jongeren afgestemde en toegankelijke mechanismen en structuren, waarbij ervoor wordt gezorgd dat de beleidsmaatregelen op de behoeften van jongeren inspelen.

    Zorgen voor gelijke toegang tot de dagelijkse besluitvorming voor alle jongeren met verschillende achtergronden.

    Verhogen van jongerenparticipatie en aldus van de gelijke jongerenvertegenwoordiging in het verkiezingsproces en in gekozen organen en andere besluitvormende organen op alle niveaus van de samenleving.

    Zorgen voor door jongeren geleide fysieke faciliteiten en infrastructuur die als ruimten voor jongeren worden gedefinieerd omdat zij autonoom, open en veilig, en toegankelijk voor iedereen zijn en professionele ondersteuning bieden voor de ontwikkeling en het waarborgen van kansen voor jongerenparticipatie.

    Ervoor zorgen dat alle jongeren toegang hebben tot veilige virtuele op jongeren gerichte ruimten, die toegang tot informatie en diensten verstrekken, en ook mogelijkheden tot jongerenparticipatie bieden.

    Zorgen voor een duurzame financiering, gemeenschappelijke erkenning en de ontwikkeling van kwaliteitsvol jeugdwerk ter versterking van jeugdorganisaties en hun rol bij inclusie, participatie en niet-formeel onderwijs.

    Verstrekken van op jongeren afgestemde, relevante, uitgebreide informatie, die tevens is ontwikkeld door en met jongeren, teneinde jongerenparticipatie mogelijk te maken.

    Image

    #10 DUURZAAM GROEN EUROPA

    Achtergrond: we verbruiken vandaag op een manier die het milieu niet aankan. De samenleving moet optreden tegen klimaatverandering en de toenemende bedreigingen voor het milieu. Maar onze samenleving kan geen probleem oplossen dat zij niet bereid is te erkennen. Daarom moet iedereen, ook jongeren, verantwoordelijkheid beginnen opnemen voor zijn handelingen, en zijn impact op het leven van toekomstige generaties. Duurzaamheid is geen keuze, het is een verplichting.

    Doelstelling: tot stand brengen van een samenleving waarin alle jongeren zich actief voor het milieu inzetten, milieu-educatie krijgen en een verschil kunnen maken in hun dagelijks leven.

    Streefdoelen

    Ervoor zorgen dat iedereen, ook jongeren, zich bewust is van de gevolgen van zijn handelingen op het milieu.

    Ervoor zorgen dat de gehele samenleving en met name jongeren fungeren als aanjagers van verandering inzake ecologische en duurzame ontwikkeling.

    Rekening houden met de milieueffecten van iedere beleidsmaatregel en ieder bestaansbeïnvloedend besluit, waarbij ervoor wordt gezorgd dat jongeren worden betrokken bij beleidsvorming inzake duurzame ontwikkeling op alle niveaus.

    Versterken van de internationale samenwerking om een einde te maken aan ecologisch schadelijke productie en consumptie.

    Ondersteunen en versterken van de kansen voor jongeren om als vrijwilliger in de milieusector te werken.

    Ervoor zorgen dat iedereen, en vooral jongeren, toegang heeft tot milieuvriendelijke infrastructuur voor een duurzamere levensstijl.

    Uitbreiden van onderzoek en innovatie betreffende milieuvriendelijke oplossingen en technologieën.

    Image

    #11 JONGERENORGANISATIES EN EUROPESE PROGRAMMA’S

    Achtergrond: miljoenen jongeren worden door jeugdorganisaties en Europese jeugdprogramma’s ondersteund in hun actieve burgerschap en bij het ontwikkelen van hun vaardigheden. Jongerenorganisaties en Europese jeugdprogramma’s blijven echter ondergefinancierd en missen erkenning en toegankelijkheid.

    Doelstelling: zorgen voor gelijke toegang voor alle jongeren tot jeugdorganisaties en Europese jeugdprogramma’s, teneinde een samenleving te bouwen die gebaseerd is op de Europese waarden en identiteit.

    Streefdoelen

    Zorgen voor zichtbaarheid en bieden van kwaliteitsinformatie over jeugdorganisaties en Europese jeugdprogramma’s aan alle jongeren.

    Zorgen voor voldoende middelen uit de EU-programma’s voor jeugdorganisaties teneinde projecten te kunnen ontwikkelen en toegang bieden tot structurele steun om hun taken uit te voeren en hun werkzaamheden te bevorderen.

    Zorgen voor een betere koppeling tussen jeugdorganisaties en Europese jeugdprogramma’s met de onderwijsstelsels en deze organisaties en programma’s erkennen als actoren die levensvaardigheden en actief burgerschap bevorderen.

    Vergroten van de toegankelijkheid van Europese jeugdprogramma’s, zorgen voor een op jongeren afgestemd administratieproces en bieden van ondersteuning en hoogwaardige informatie voor alle deelnemers en aanvragers.

    Bereiken van gemarginaliseerde jongeren en hen ondersteunen om actief te zijn in jeugdorganisaties, jeugdgroepen en EU-jeugdprogramma’s.

    Verhogen van de middelen en uitbreiden van de verscheidenheid van subsidies en de verscheidenheid van de initiatieven voor jeugdorganisaties en -groepen.

    Zorgen voor participatie van jongeren in de bestuursprocessen van Europese jeugdprogramma’s.


    (1)  www.youthgoals.eu

    De jeugddoelstellingenpictogrammen zijn door Mireille van Bremen ontworpen en kunnen samen met de conceptuele handleiding worden gedownload.

    (2)  Met inachtneming van het subsidiariteitsbeginsel moeten „alle gendertypen” worden behandeld overeenkomstig de nationale en Uniewetgeving en nationale omstandigheden.

    (3)  De afkorting „LHBTQI+” streeft ernaar niet-heteroseksuele en/of non-binaire gender identiteiten op te sommen, de letters staan voor Lesbisch, Homoseksueel, Biseksueel, Transgender, Queer/Questioning, Interseksueel, en het plusteken geeft aan dat het om een niet-limitatieve lijst gaat

    (4)  https://ec.europa.eu/eurostat/statistics-explained/index.php/Statistics_on_rural_areas_in_the_EU


    BIJLAGE 4

    over het werkplan voor de EU-strategie voor jongeren 2019-2021

    Datum

    Werkmethode/instrument

    Indicatief streefdoel en resultaten

    Verwante jeugddoelstellingen

    Voorgesteld door

    Algemene resultaten

    Eenmaal per jaar

    EU-jeugdstrategieplatform

    Ten minste eenmaal per jaar (met tussenin vergaderingen met belanghebbenden).

    Platformverslag dat onder een breed publiek moet worden verspreid.

    De EU dichter bij jongeren brengen

    Inclusieve samenlevingen

    Informatie en Constructieve Dialoog

    COM

    RO, FI, HR voorzitterschapstrio

    Algemeen thema: „Kansen voor jongeren creëren”

    Medio 2019

    Deskundigengroep over indicatoren

    Beleidsindicatoren om te helpen toezien op de vorderingen bij de uitvoering van de strategie voor jongeren

    Informatie en Constructieve Dialoog

    COM

    2019

    Deskundigengroep over grensoverschrijdende solidariteit

    Beleidsaanbevelingen die moeten worden meegenomen in de evaluatie van de aanbeveling van de Raad over de mobiliteit van jonge vrijwilligers in de Europese Unie

    De EU dichter bij jongeren brengen

    Jongerenorganisaties en Europese Programma’s

    DE, (COM)

    2019 (1e helft)

    Conclusies van de Raad over het vergroten van het aanpassingsvermogen van jongeren aan de uitdagingen van de toekomst van werk

     

    Hoogwaardige Werkgelegenheid voor Iedereen

    Hoogwaardig Leren

    RO

    2019 (1e helft)

    Conferentie/seminar over gelijke toegang tot hoogwaardige werkgelegenheid voor jongeren

    Beleidsaanbevelingen opgesteld samen met jongeren inzake het faciliteren van de intrede op de arbeidsmarkt

    Hoogwaardige Werkgelegenheid voor Iedereen

    Informatie en Constructieve Dialoog

    RO

    2019 (1e helft)

    EU-proefprogramma inzake jongerenafvaardiging

    Proefprogramma waarbij vertegenwoordigers van jongeren uit het land van het fungerende voorzitterschap kunnen bijdragen tot het uitvoeren en/of bevorderen van activiteiten van het voorzitterschap op het gebied van jeugd, zowel op EU- als op nationaal niveau.

    Informatie en Constructieve Dialoog

    Ruimte en Participatie voor Iedereen

    RO

    2019 (2e helft)

    Conclusies van de Raad over het onderwijs en de opleiding van jeugdwerkers

    Aanneming door de Raad

    Bevordering van de kwaliteit van jeugdwerk door middel van onderwijs en opleiding van jeugdwerkers

    Ruimte en Participatie voor Iedereen

    Informatie en Constructieve Dialoog

    Hoogwaardig Leren

    FI

    2019 (2e helft)

    Conclusies van de Raad over digitaal jeugdwerk

    Aanneming door de Raad

    Bevorderen van de gemeenschappelijke opvatting en strategische ontwikkeling van digitaal jeugdwerk

    Ruimte en Participatie voor Iedereen

    Informatie en Constructieve Dialoog

    Inclusieve samenlevingen

    FI

    2020

    Ontwikkeling van een onlinecursus over jeugdwerk

    Onlinecursus over jeugdwerk;

    Verdere verspreiding van de Handleiding „Improving youth work: your guide to quality development” (2017)

    Verdere verspreiding van het verslag van de deskundigengroep „Digitaal jeugdwerk ontwikkelen” (2018)

    Ruimte en Participatie voor Iedereen

    Informatie en Constructieve Dialoog

    COM

    2020

    Peer-learningactiviteit over sectoroverschrijdende benaderingen in jeugdwerk

    Compendium van voorbeelden van goede praktijken

     

    COM

    2020

    Studie die erop is gericht een toolkit voor jeugdbeleid op lokaal niveau voor te stellen

    Ontwikkelen van een praktische toolkit voor beleidsmakers op lokaal en regionaal niveau met betrekking tot het inspelen op de behoeften van jongeren, met bijzondere aandacht voor sectoroverschrijdende partnerschappen

    Ruimte en Participatie voor Iedereen

    COM

    2020

    Deskundigengroep over een op rechten gebaseerde benadering van jeugdbeleid

    Beleidsaanbevelingen over de bevordering van een op rechten gebaseerde benadering van jongeren

    Hoogwaardige Werkgelegenheid voor Iedereen

    Ruimte en Participatie voor Iedereen

    PT

    2020

    Peer-learningactiviteit

    Mogelijk gezamenlijk project met het Comité van de Regio’s.

    Meerlagig bestuur en participatie

    Versterken van meerlagig bestuur bij het bevorderen van de participatie van jongeren aan politieke en andere besluitvormingsprocessen op lokaal, regionaal, nationaal en Europees niveau

    Ruimte en Participatie voor Iedereen

    PT

    2020 (1e helft)

    (evt.) Conclusies van de Raad over jeugdwerk in plattelandsgebieden en bevorderen van solidariteit tussen de generaties

     

    Plattelandsjongeren vooruithelpen

    Inclusieve samenlevingen

    HR

    2020 (1e helft)

    (evt.) Conclusies van de Raad over de bevordering van jeugdwerk door bewustmaking van de jeugdsector via voorlichting en versterking van de middelen

     

    Ruimte en Participatie voor Iedereen

    HR

    2020 (1e helft)

    (evt.) onderwerp voor de DG-vergadering Bevordering van sociaal ondernemerschap onder jongeren

     

    Hoogwaardige Werkgelegenheid voor Iedereen

    Inclusieve samenlevingen

    HR

    DE, PT, SI voorzitterschapstrio

    2020 (2e helft)

    Actualiseren van de Aanbeveling van de Raad uit 2008 over de mobiliteit van jonge vrijwilligers in de Europese Unie

    Aanneming door de Raad

    Versterken van het potentieel van de Europese jeugdprogramma’s om jongeren te bereiken en te helpen bij het opbouwen van een gemeenschap.

    Ruimte en Participatie voor Iedereen

    De EU dichter bij jongeren brengen

    Jongerenorganisaties en Europese Programma’s

    DE, (COM)

    2020 (2e helft)

    Resolutie van de Raad „Jeugdwerkagenda” (formulering in overeenstemming met de definitieve EU-strategie voor jongeren)

    Aanneming door de Raad

    Samenvatten/samenvoegen/consolideren van acties en resoluties op het gebied van jeugdwerk in Europa en vaststellen van synergieën in de samenwerking met de Raad van Europa.

    Jongerenorganisaties en Europese Programma’s

    Ruimte en Participatie voor Iedereen

    DE

    December 2020

    Derde Europese Jeugdwerkconventie

    Start van het uitvoeringsproces van de Europese Jeugdwerkagenda en aanbeveling van de Raad van Europa over jeugdwerk.

    Jongerenorganisaties en Europese Programma’s

    Ruimte en Participatie voor Iedereen

    DE

    2020 (2e helft)

    Conclusies van de Raad over jongeren en democratie

    Aanneming door de Raad

    De EU dichter bij jongeren brengen

    Ruimte en Participatie voor Iedereen

    DE

    2020 (2e helft)

    (evt.) Gezamenlijke vergadering DG en hoofden van nationale agentschappen voor Erasmus+ Jeugd in actie/Europees Solidariteitskorps

    Debat over de bijdrage van de nieuwe Europese jongerenprogramma’s vanaf 2021 tot de verwezenlijking van de politieke doelstellingen van het EU-jeugdbeleid.

    Jongerenorganisaties en Europese Programma’s

    DE

    2020 of 2021

    (evt.) Peer-learningoefening over digitaal jeugdwerk

     

    Ruimte en Participatie voor Iedereen

    Informatie en Constructieve Dialoog

    FI

    2020 2021

    Peer-learningactiviteiten over nationale solidariteitsactiviteiten

    Peer-learningactiviteiten voor de uitwisseling van goede praktijken

    De EU dichter bij jongeren brengen

    Jongerenorganisaties en Europese Programma’s

    COM

    Mei 2021

    Internationaal seminar

    Niet-formeel en informeel onderwijs als instrumenten om met jongeren te werken ter verwezenlijking van de duurzameontwikkelingsdoelstellingen.

    (evt.) Conclusies van het voorzitterschap

    Duurzaam Groen Europa

    Hoogwaardig Leren

    PT

    2021 (1e helft)

    (evt.) Conclusies van de Raad over een op rechten gebaseerde benadering van jeugdbeleid

    Aanneming door de Raad

    (daarbij rekening houdend met de conclusies van de Raad van 12 december 2014 over het bevorderen van de toegang van jongeren tot rechten om hun autonomie en participatie in het maatschappelijk middenveld te vergroten)

    Hoogwaardige Werkgelegenheid voor Iedereen

    Ruimte en Participatie voor Iedereen

    PT

    2021 (1e helft)

    (evt.) Conclusies van de Raad over het versterken van meerlagig bestuur bij het bevorderen van de participatie van jongeren aan politieke en andere besluitvormingsprocessen op lokaal, regionaal, nationaal en Europees niveau

    Aanneming door de Raad

    Ter gelegenheid van de 10e verjaardag van de resolutie van de Raad over het aanmoedigen van nieuwe en doeltreffende vormen van participatie van alle jongeren aan het democratisch leven in Europa

    Ruimte en Participatie voor Iedereen

    De EU dichter bij jongeren brengen

    PT

    2021

    Peer-learningactiviteit rond innovatieve vormen van financiering voor jeugdwerk

    Compendium van voorbeelden van goede praktijken

    Ruimte en Participatie voor Iedereen

    COM

    2021 (2e helft)

    Gezamenlijk verslag van de Raad en de Commissie over de uitvoering van de EU-strategie voor jongeren

    Verslag over de vooruitgang die is geboekt in de periode 2019-2021 bij de uitvoering van de strategie voor jongeren, met inbegrip van het driejaarlijkse werkplan

     

    SI, (COM)

    2021 (2e helft)

    Werkplan 2022-2024

     

     

    SI

    2021 (2e helft)

    EU-jeugddialoog, Conclusies van de Raad

     

     

    SI


    Top