Choose the experimental features you want to try

This document is an excerpt from the EUR-Lex website

Document 41998D0037

    Het Schengenacquis - Besluit van het Uitvoerend Comité van 27 oktober 1998 betreffende het actieplan ter bestrijding van illegale immigratie (SCH/Com-ex(98) 37 def. 2)

    PB L 239 van 22.9.2000, p. 203–204 (ES, DA, DE, EL, EN, FR, IT, NL, PT, FI, SV)

    Dit document is verschenen in een speciale editie. (CS, ET, LV, LT, HU, MT, PL, SK, SL, BG, RO, HR)

    Legal status of the document In force

    ELI: http://data.europa.eu/eli/dec/1998/37(3)/oj

    41998D0037

    Het Schengenacquis - Besluit van het Uitvoerend Comité van 27 oktober 1998 betreffende het actieplan ter bestrijding van illegale immigratie (SCH/Com-ex(98) 37 def. 2)

    Publicatieblad Nr. L 239 van 22/09/2000 blz. 0203 - 0204


    BESLUIT VAN HET UITVOEREND COMITÉ

    van 27 oktober 1998

    betreffende het actieplan ter bestrijding van illegale immigratie

    (SCH/Com-ex(98) 37, def. 2)

    HET UITVOEREND COMITÉ,

    Gelet op de Overeenkomst ter uitvoering van het akkoord van Schengen, inzonderheid op artikel 132,

    Gelet op artikel 6 van deze Overeenkomst,

    - Nadrukkelijk wijzend op de noodzaak tot naleving van de mensenrechten en met onderstreping van de verplichtingen die voor de respectieve partnerstaten voortvloeien uit het Europees Verdrag tot bescherming van de rechten van de mens en de fundamentele vrijheden en de protocollen bij dat verdrag, het Verdrag van Genève betreffende de status van vluchtelingen en het Protocol van New York, het Verdrag tegen foltering en andere wrede, onmenselijke of onterende behandeling of bestraffing, het Verdrag inzake de uitbanning van alle vormen van discriminatie van vrouwen, alsmede het Verdrag inzake de rechten van het kind;

    - Rekening houdend met de door en in het kader van de Europese Unie genomen maatregelen ter bestrijding van de illegale immigratie en de noodzaak onderkennend tot een geïntegreerde aanpak van het probleem;

    - Zich rekenschap ervan gevend dat een beleid ter bestrijding van illegale immigratie dient te voorzien in een adequate behandeling van asielverzoeken in overeenstemming met de bepalingen van het volkenrecht;

    BESLUIT:

    De Schengenstaten worden thans op bijzondere wijze met grote immigratiegolven geconfronteerd.

    De Schengenstaten achten het noodzakelijk om de volgende maatregelen daartegen te nemen:

    1. Opstelling en regelmatige bijwerking van een rapport inzake de actuele situatie, alsmede uitwerking van voorstellen op basis waarvan de task force tot aanpassing van de maatregelen kan overgaan.

    2. Nauwe samenwerking met de verantwoordelijke diensten van de herkomst- en doorreisstaten, rekening houdend met het nationale recht van de Schengenstaten, en wel in de vorm van adviezen van en ondersteuning door contactambtenaren van de Schengenstaten.

    3. Het - onder de in punt 2 vermelde voorwaarden - ondersteunen van de herkomst- en doorreisstaten door contactambtenaren van de Schengenstaten, die adviezen kunnen verstrekken om op basis van het nationale recht van het desbetreffende land illegale migratie te verhinderen, teneinde onregelmatige binnenkomst in een Schengenstaat tegen te gaan.

    4. Permanente wederzijdse informatieverstrekking over de bevindingen van deskundigenteams die de herkomst- en doorreisstaten, en met name de staten die kandidaat zijn voor toetreding tot de Europese Unie, hebben bezocht, zodat daarmee rekening kan worden gehouden bij het vaststellen van ondersteunende maatregelen.

    5. Uitvoering van intensieve controles op de aangewezen grensdoorlaatposten aan de buitengrenzen volgens de Schengenstandaard, waarbij men zich vooral dient te richten op de grenszones waar immigratie plaatsvindt.

    6. Een zo volledig mogelijke bewaking van de land- en zeegrenzen tussen de aangewezen grensdoorlaatposten en van het gebied achter de grenzen, en in het bijzonder van de grensvakken die door illegale migratie worden getroffen, door een op de omstandigheden afgestemde inzet van mobiele bewakingseenheden.

    7. Controle van niet-openbare zones van havens met internationaal scheepvaartverkeer.

    8. Controle van het veerverkeer reeds bij de inscheping en afvaart.

    9. Intensivering van op het nationale recht gegronde politiële maatregelen in het binnenland, vooral op grote doorgaande verkeersroutes, zo mogelijk in overleg en in nauwe samenwerking met de overige Schengenstaten.

    10. Het afnemen van vingerafdrukken van iedere onregelmatig binnengekomen vreemdeling wiens identiteit niet met volledige zekerheid kan worden vastgesteld, en bewaring van deze vingerafdrukken met het oog op informatieverstrekking aan de autoriteiten van andere Schengenstaten, waarbij het nationale recht alsmede de in Schengen- en EU-verband geldende wettelijke beginselen inzake gegevensbescherming in acht dienen te worden genomen.

    11. Het - met inachtneming van het nationale recht - verhinderen dat illegaal binnengekomen vreemdelingen wier identiteit niet eenduidig kon worden vastgesteld, in de illegaliteit verdwijnen, totdat hun identiteit volledig vaststaat dan wel totdat de vereiste vreemdelingenrechtelijke maatregelen zijn vastgesteld en uitgevoerd.

    12. Het onverwijld en consequent teruggeleiden van onregelmatig in de Schengenstaten binnengekomen vreemdelingen, voorzover zij geen blijfrecht hebben en geen beletselen bestaan welke op zwaarwegende humanitaire gronden of op internationaal recht berusten.

    13. Het opleggen van sancties tegen vervoerders die passagiers zonder de vereiste documenten met het oog op binnenkomst in dan wel doorreis naar een Schengenstaat vervoeren.

    14. Het uitwisselen van informatie - in samenwerking met Europol, voorzover dit bij persoonsgegevens is toegestaan en voorzover de in de Europol-overeenkomst voorziene organen daarvoor hun toestemming geven - tussen de door de Schengenstaten aangewezen centrale diensten over de actuele situatie, genomen maatregelen en verrichte aanhoudingen, alsmede in het bijzonder over mensensmokkelorganisaties en smokkelroutes, en versnelde doorgeleiding van deze informatie aan de verantwoordelijke diensten.

    15. Het coördineren van de bestrijding van mensensmokkelcriminaliteit door informatie-uitwisseling - in samenwerking met Europol, voorzover dit bij persoonsgegevens is toegestaan en voorzover de in de Europol-overeenkomst voorziene organen daarvoor hun toestemming geven - tussen de bij het onderzoek betrokken diensten, met inachtneming van de bepalingen van de Schengenuitvoeringsovereenkomst en de bepalingen van het nationale recht, waarbij een onderlinge afstemming van de operationele maatregelen dient plaats te vinden.

    16. Het op adequate wijze uitvoering geven aan de relevante maatregelen van het op 26 januari 1998 door de Raad vastgestelde EU-actieplan "Toestroom van migranten uit Irak en het omliggende gebied" (EU-doc. 5573/98).

    Top