Choose the experimental features you want to try

This document is an excerpt from the EUR-Lex website

Document 32025R2241

Uitvoeringsverordening (EU) 2025/2241 van de Commissie van 5 november 2025 tot wijziging van Uitvoeringsverordening (EU) 2019/627 wat betreft post-mortemkeuringen van runderen, schapen en geiten

C/2025/7384

PB L, 2025/2241, 6.11.2025, ELI: http://data.europa.eu/eli/reg_impl/2025/2241/oj (BG, ES, CS, DA, DE, ET, EL, EN, FR, GA, HR, IT, LV, LT, HU, MT, NL, PL, PT, RO, SK, SL, FI, SV)

Legal status of the document In force

ELI: http://data.europa.eu/eli/reg_impl/2025/2241/oj

European flag

Publicatieblad
van de Europese Unie

NL

L-serie


2025/2241

6.11.2025

UITVOERINGSVERORDENING (EU) 2025/2241 VAN DE COMMISSIE

van 5 november 2025

tot wijziging van Uitvoeringsverordening (EU) 2019/627 wat betreft post-mortemkeuringen van runderen, schapen en geiten

(Voor de EER relevante tekst)

DE EUROPESE COMMISSIE,

Gezien het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie,

Gezien Verordening (EU) 2017/625 van het Europees Parlement en de Raad van 15 maart 2017 betreffende officiële controles en andere officiële activiteiten die worden uitgevoerd om de toepassing van de levensmiddelen- en diervoederwetgeving en van de voorschriften inzake diergezondheid, dierenwelzijn, plantgezondheid en gewasbeschermingsmiddelen te waarborgen, tot wijziging van de Verordeningen (EG) nr. 999/2001, (EG) nr. 396/2005, (EG) nr. 1069/2009, (EG) nr. 1107/2009, (EU) nr. 1151/2012, (EU) nr. 652/2014, (EU) 2016/429 en (EU) 2016/2031 van het Europees Parlement en de Raad, de Verordeningen (EG) nr. 1/2005 en (EG) nr. 1099/2009 van de Raad en de Richtlijnen 98/58/EG, 1999/74/EG, 2007/43/EG, 2008/119/EG en 2008/120/EG van de Raad, en tot intrekking van de Verordeningen (EG) nr. 854/2004 en (EG) nr. 882/2004 van het Europees Parlement en de Raad, de Richtlijnen 89/608/EEG, 89/662/EEG, 90/425/EEG, 91/496/EEG, 96/23/EG, 96/93/EG en 97/78/EG van de Raad en Besluit 92/438/EEG van de Raad (verordening officiële controles) (1), en met name artikel 18, lid 8, punt d),

Overwegende hetgeen volgt:

(1)

In Uitvoeringsverordening (EU) 2019/627 van de Commissie (2) zijn eenvormige praktische regelingen vastgelegd voor de uitvoering van officiële controles en maatregelen met betrekking tot de productie van voor menselijke consumptie bestemde producten van dierlijke oorsprong overeenkomstig Verordening (EU) 2017/625, waaronder voor post-mortemkeuringen.

(2)

Artikel 19 van Uitvoeringsverordening (EU) 2019/627 bevat procedures voor de post-mortemkeuring van runderen, anders dan runderen jonger dan acht maanden, en van runderen, anders dan runderen jonger dan twintig maanden, indien zij gedurende hun hele leven geen toegang tot weidegrond hebben gehad in een lidstaat of zones daarvan die officieel tuberculosevrij zijn overeenkomstig Uitvoeringsverordening (EU) 2021/620 van de Commissie (3). In artikel 19, lid 1, punt f), van Uitvoeringsverordening (EU) 2019/627 is met name bepaald dat deze dieren een visueel onderzoek van het maag-darmkanaal, het mesenterium, de lymfklieren van de magen en het mesenterium (Lnn. gastrici, mesenterici, craniales en caudales) en een palpatie van de lymfklieren van de magen en het mesenterium moeten ondergaan.

(3)

Volgens een wetenschappelijk advies van de Europese Autoriteit voor voedselveiligheid (EFSA) over gevaren voor de volksgezondheid waarop tijdens het onderzoek van vlees (runderen) moet worden gelet (4), kunnen palpaties een risico voor de volksgezondheid met zich meebrengen vanwege de kans op kruisbesmetting met door voedsel overgedragen ziekteverwekkers die aanwezig kunnen zijn op karkassen of slachtafval. In het advies van de EFSA wordt niettemin aanbevolen om een aantal palpaties en insnijdingen uit te voeren van de luchtwegen van dieren om op de aanwezigheid van tuberculose te monitoren. Aangezien de lymfklieren van de magen en het mesenterium zich niet in de luchtwegen bevinden en teneinde de praktische regelingen van de post-mortemkeuring te vereenvoudigen, moet de verplichting om de lymfeklieren van de magen en het mesenterium van runderen tijdens routinematige post-mortemkeuringen te palperen, worden geschrapt. Artikel 19, lid 1, punt f), moet dienovereenkomstig worden gewijzigd.

(4)

Het wetenschappelijke advies van de EFSA over gevaren voor de volksgezondheid waarop tijdens het onderzoek van vlees van schapen en van geiten moet worden gelet (5), biedt de mogelijkheid om de praktische regelingen voor de post-mortemkeuringen van schapen en geiten op de leeftijd van de dieren af te stemmen. Artikel 20, lid 1, en artikel 21, lid 1, van Uitvoeringsverordening (EU) 2019/627 bevatten procedures voor de post-mortemkeuringen van respectievelijk jonge als landbouwhuisdier gehouden schapen en geiten en andere als landbouwhuisdier gehouden schapen en geiten. Deze procedures verschillen afhankelijk van of de schapen ouder of jonger zijn dan twaalf maanden dan wel of hun blijvende snijtanden al dan niet zijn doorgebroken en of de geiten ouder of jonger zijn dan zes maanden. Uit de resultaten van post-mortemkeuringen in slachthuizen blijkt dat de tijdens de post-mortemkeuring vastgestelde gevaren voor de volksgezondheid en de diergezondheid vergelijkbaar zijn bij geiten jonger dan zes maanden en geiten tussen de zes en twaalf maanden oud. Daarnaast moet in het slachthuis gespecificeerd risicomateriaal van de karkassen van schapen en geiten van minstens twaalf maanden oud worden verwijderd overeenkomstig bijlage V bij Verordening (EG) nr. 999/2001 van het Europees Parlement en de Raad (6). Ter vereenvoudiging van de wetgeving en aangezien er geen negatieve gevolgen voor de voedselveiligheid zouden ontstaan, moet de leeftijd van twaalf maanden die als uitgangspunt wordt gebruikt om te bepalen of schapen de procedures voor post-mortemkeuringen van artikel 20 of die van artikel 21 van Uitvoeringsverordening (EU) 2019/627 moeten ondergaan, ook worden gebruikt om te bepalen welke procedures voor post-mortemkeuringen van toepassing zijn op geiten. De artikelen 20 en 21 moeten dienovereenkomstig worden gewijzigd.

(5)

Daarnaast bevat artikel 21, lid 2, van Uitvoeringsverordening (EU) 2019/627 procedures voor de post-mortemkeuring van als landbouwhuisdier gehouden schapen en geiten anders dan jonge schapen en geiten, wanneer er tijdens de eerste routine-inspectie aanwijzingen zijn voor een mogelijk risico voor de menselijke gezondheid, de diergezondheid of het dierenwelzijn. Op grond van artikel 21, lid 2, punt b), moet een insnijding in de slokdarm worden gemaakt om te controleren op de aanwezigheid van bepaalde parasieten waarvan het belang voor de volksgezondheid en de diergezondheid verwaarloosbaar is. Insnijding van de slokdarm kan een hoog risico met zich meebrengen op kruisbesmetting met mogelijk aanwezige ziekteverwekkers. Om deze redenen moet de verplichting tot insnijding van de slokdarm worden geschrapt. Artikel 21, lid 2, punt b), moet dienovereenkomstig worden gewijzigd.

(6)

De in deze verordening vervatte maatregelen zijn in overeenstemming met het advies van het Permanent Comité voor planten, dieren, levensmiddelen en diervoeders,

HEEFT DE VOLGENDE VERORDENING VASTGESTELD:

Artikel 1

Uitvoeringsverordening (EU) 2019/627 wordt als volgt gewijzigd:

1)

in artikel 19, lid 1, wordt punt f) vervangen door:

“f)

een visueel onderzoek van het maag-darmkanaal, het mesenterium en de lymfklieren van de magen en het mesenterium (Lnn. gastrici, mesenterici, craniales en caudales);”;

2)

artikel 20 wordt als volgt gewijzigd:

a)

de titel wordt vervangen door:

Jonge als landbouwhuisdier gehouden schapen en geiten ”;

b)

in lid 1 wordt de inleidende zin vervangen door:

“Karkassen en slachtafval van schapen en geiten waarvan de blijvende snijtanden niet zijn doorgebroken of van schapen en geiten die jonger zijn dan twaalf maanden, worden tijdens de post-mortemkeuring aan de volgende procedures onderworpen:”;

3)

artikel 21 wordt als volgt gewijzigd:

a)

in lid 1 wordt de inleidende zin vervangen door:

“Karkassen en slachtafval van schapen en geiten waarvan de blijvende snijtanden zijn doorgebroken of van schapen en geiten die minstens twaalf maanden oud zijn, worden tijdens de post-mortemkeuring aan de volgende procedures onderworpen:”;

b)

in lid 2 wordt punt b) vervangen door:

“b)

een insnijding van de longen, de luchtpijp en de bronchiale en de mediastinale lymfklieren;”.

Artikel 2

Deze verordening treedt in werking op de twintigste dag na die van de bekendmaking ervan in het Publicatieblad van de Europese Unie.

Deze verordening is verbindend in al haar onderdelen en is rechtstreeks toepasselijk in elke lidstaat.

Gedaan te Brussel, 5 november 2025.

Voor de Commissie

De voorzitter

Ursula VON DER LEYEN


(1)   PB L 95 van 7.4.2017, blz. 1, ELI: http://data.europa.eu/eli/reg/2017/625/oj.

(2)  Uitvoeringsverordening (EU) 2019/627 van de Commissie van 15 maart 2019 tot vaststelling van eenvormige praktische regelingen voor de uitvoering van officiële controles van voor menselijke consumptie bestemde producten van dierlijke oorsprong overeenkomstig Verordening (EU) 2017/625 van het Europees Parlement en de Raad en tot wijziging van Verordening (EG) nr. 2074/2005 van de Commissie wat officiële controles betreft (PB L 131 van 17.5.2019, blz. 51, ELI: http://data.europa.eu/eli/reg_impl/2019/627/oj).

(3)  Uitvoeringsverordening (EU) 2021/620 van de Commissie van 15 april 2021 tot vaststelling van bepalingen ter uitvoering van Verordening (EU) 2016/429 van het Europees Parlement en de Raad wat betreft de goedkeuring van de ziektevrije en non-vaccinatiestatus van bepaalde lidstaten of zones of compartimenten daarvan ten aanzien van bepaalde in de lijst opgenomen ziekten en de goedkeuring van uitroeiingsprogramma’s voor die in de lijst opgenomen ziekten (PB L 131 van 16.4.2021, blz. 78, ELI: http://data.europa.eu/eli/reg_impl/2021/620/oj).

(4)   “Scientific Opinion on the public health hazards to be covered by inspection of meat (bovine animals)”, EFSA Journal 2013;11(6):3266.

(5)   “Scientific Opinion on the public health hazards to be covered by inspection of meat from sheep and goats”, EFSA Journal 2013;11(6):3265.

(6)  Verordening (EG) nr. 999/2001 van het Europees Parlement en de Raad van 22 mei 2001 houdende vaststelling van voorschriften inzake preventie, bestrijding en uitroeiing van bepaalde overdraagbare spongiforme encefalopathieën (PB L 147 van 31.5.2001, blz. 1, ELI: http://data.europa.eu/eli/reg/2001/999/oj).


ELI: http://data.europa.eu/eli/reg_impl/2025/2241/oj

ISSN 1977-0758 (electronic edition)


Top