(1)

Het Verdrag inzake het Energiehandvest (het “EHV”) werd bij Besluit 98/181/EG, EGKS, Euratom van de Raad en de Commissie (2) door de Unie gesloten, en is op 16 april 1998 in werking getreden.

(2)

Aangezien het EHV sinds de jaren 1990 niet wezenlijk is geactualiseerd, is het gaandeweg achterhaald.

(3)

In 2019 hebben de partijen bij het EHV onderhandelingen gevoerd om het EHV te moderniseren en zo in overeenstemming te brengen met de beginselen van de Overeenkomst van Parijs (3), de vereisten van duurzame ontwikkeling en de strijd tegen de klimaatverandering, alsook met moderne normen voor de bescherming van investeringen.

(4)

Tijdens een ad-hocconferentie op 24 juni 2022 bereikten de partijen bij het EHV een beginselakkoord over de gemoderniseerde tekst. Daarmee werden de onderhandelingen afgesloten zonder vooruit te lopen op de definitieve beoordeling door de partijen bij het EHV. Bedoeling was het resultaat van de onderhandelingen tijdens de 33e vergadering van de Conferentie over het Energiehandvest (de “conferentie”) op 22 november 2022 goed te keuren.

(5)

De Unie had in de aanloop naar die vergadering geen standpunt over de modernisering van het EHV vastgesteld.

(6)

Bij gebrek daaraan kon de Unie tijdens de conferentie geen stem over de vaststelling van het gemoderniseerde EHV uitbrengen.

(7)

Gezien het voorgaande moet de Unie zich uit het EHV terugtrekken.

(8)

Verscheidene lidstaten hebben kenbaar gemaakt de voorgestelde wijzigingen van het EHV te steunen en partij bij het EHV te willen blijven, mits het gemoderniseerd wordt. Die lidstaten moeten daarom, via een afzonderlijk besluit van de Raad, de toestemming krijgen om tijdens de conferentie die de modernisering van het EHV zal vaststellen, die modernisering goed te keuren of zich er niet tegen te verzetten.

(9)

Een partij bij het EHV kan het EHV op grond van artikel 47, lid 1, ervan opzeggen door middel van een schriftelijke kennisgeving aan de depositaris van het EHV, de Portugese Republiek. Op grond van artikel 47, lid 2, van het EHV wordt een dergelijke terugtrekking van kracht één jaar na de datum waarop de depositaris de kennisgeving heeft ontvangen.

(10)

De Unie moet zich uit het EHV terugtrekken,