EUR-Lex Access to European Union law

Back to EUR-Lex homepage

This document is an excerpt from the EUR-Lex website

Document 32023R1114

Verordening (EU) 2023/1114 van het Europees Parlement en de Raad van 31 mei 2023 betreffende cryptoactivamarkten en tot wijziging van Verordeningen (EU) nr. 1093/2010 en (EU) nr. 1095/2010 en Richtlijnen 2013/36/EU en (EU) 2019/1937 (Voor de EER relevante tekst)

PE/54/2022/REV/1

PB L 150 van 9.6.2023, p. 40–205 (BG, ES, CS, DA, DE, ET, EL, EN, FR, GA, HR, IT, LV, LT, HU, MT, NL, PL, PT, RO, SK, SL, FI, SV)

Legal status of the document In force: This act has been changed. Current consolidated version: 09/01/2024

ELI: http://data.europa.eu/eli/reg/2023/1114/oj

9.6.2023   

NL

Publicatieblad van de Europese Unie

L 150/40


VERORDENING (EU) 2023/1114 VAN HET EUROPEES PARLEMENT EN DE RAAD

van 31 mei 2023

betreffende cryptoactivamarkten en tot wijziging van Verordeningen (EU) nr. 1093/2010 en (EU) nr. 1095/2010 en Richtlijnen 2013/36/EU en (EU) 2019/1937

(Voor de EER relevante tekst)

HET EUROPEES PARLEMENT EN DE RAAD VAN DE EUROPESE UNIE,

Gezien het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie, en met name artikel 114,

Gezien het voorstel van de Europese Commissie,

Na toezending van het ontwerp van wetgevingshandeling aan de nationale parlementen,

Gezien het advies van de Europese Centrale Bank (1),

Gezien het advies van het Europees Economisch en Sociaal Comité (2),

Handelend volgens de gewone wetgevingsprocedure (3),

Overwegende hetgeen volgt:

(1)

Het is belangrijk ervoor te zorgen dat de wetgevingshandelingen van de Unie inzake financiële diensten geschikt zijn voor het digitale tijdperk en bijdragen aan een toekomstbestendige economie die werkt voor mensen, door onder meer het gebruik van innovatieve technologieën mogelijk te maken. De Unie heeft een beleidsbelang bij de ontwikkeling en het bevorderen van het bredere gebruik van transformatieve technologieën in de financiële sector, met inbegrip van het bredere gebruik van distributed-ledger-technologie (DLT). De talrijke en vaak nog niet volledig onderzochte toepassingen van distributed-ledger-technologie, met inbegrip van blockchaintechnologie, zullen naar verwachting nieuwe bedrijfsactiviteiten en bedrijfsmodellen blijven creëren die, samen met de cryptoactivasector zelf, zullen bijdragen tot economische groei en nieuwe werkgelegenheidskansen voor de burgers van de Unie.

(2)

Cryptoactiva zijn een van de belangrijkste toepassingen van distributed-ledger-technologie. Cryptoactiva zijn de digitale weergaven van waarde of van rechten die potentieel aanzienlijke voordelen kunnen opleveren voor marktdeelnemers, waaronder individuele cryptoactivahouders. De waardeweergaven omvatten de externe, niet-intrinsieke waarde die door de betrokkenen of marktdeelnemers aan een cryptoactivum wordt toegeschreven, wat betekent dat de waarde subjectief is en louter gebaseerd is op de interesse van de koper van het cryptoactivum. Doordat zij de processen voor het aantrekken van kapitaal stroomlijnen en de concurrentie versterken, kunnen aanbiedingen van cryptoactiva ruimte scheppen voor een innovatieve en inclusieve financieringsmethode, onder meer voor het kleine en middelgrote ondernemingen. Wanneer zij als betaalmiddel worden gebruikt, kunnen cryptoactiva kansen bieden in termen van goedkopere, snellere en efficiëntere betalingen, met name op grensoverschrijdende basis, doordat het aantal tussenpersonen wordt beperkt.

(3)

Sommige cryptoactiva, met name die welke als financiële instrumenten in de zin van Richtlijn 2014/65/EU van het Europees Parlement en de Raad (4) kunnen worden aangemerkt, vallen binnen het toepassingsgebied van de bestaande wetgevingshandelingen van de Unie inzake financiële diensten. Daarom is een volledige reeks regels van de Unie reeds van toepassing op uitgevers van dergelijke cryptoactiva en op ondernemingen die met dergelijke cryptoactiva verband houdende activiteiten verrichten.

(4)

Andere cryptoactiva vallen echter buiten het toepassingsgebied van de wetgevingshandelingen van Unie inzake financiële diensten. Momenteel bestaan er geen andere regels dan die met betrekking tot de bestrijding van het witwassen van geld voor het verrichten van diensten in verband met dergelijke niet-gereglementeerde cryptoactiva, onder meer voor de exploitatie van cryptoactivahandelsplatforms, het omwisselen van cryptoactiva voor geldmiddelen of andere cryptoactiva en de bewaring en het beheer van cryptoactiva namens cliënten. Door het ontbreken van dergelijke regels worden houders van dergelijke cryptoactiva aan risico’s blootgesteld, met name in sectoren die niet onder de regels inzake consumentenbescherming vallen. Het ontbreken van dergelijke regels kan ook tot aanzienlijke risico’s leiden voor de marktintegriteit, onder meer in de vorm van marktmisbruik en financiële criminaliteit. Om voor die risico’s een oplossing te bieden, hebben sommige lidstaten specifieke regels ingevoerd voor alle, of een subset van, cryptoactiva die buiten de wetgevingshandelingen van de Unie inzake financiële diensten vallen en overwegen andere lidstaten om op het gebied van cryptoactiva wetgeving vast te stellen.

(5)

Het ontbreken van een algemeen Uniekader voor cryptoactivamarkten kan bij gebruikers tot een gebrek aan vertrouwen in die activa leiden, hetgeen de ontwikkeling van een markt voor dergelijke activa aanzienlijk kan afremmen en kan leiden tot gemiste kansen in termen van innovatieve digitale diensten, alternatieve betaalinstrumenten of nieuwe financieringsbronnen voor ondernemingen in de Unie. Bovendien zouden ondernemingen die cryptoactiva gebruiken, geen rechtszekerheid hebben over de vraag hoe hun cryptoactiva in de verschillende lidstaten zouden worden behandeld, hetgeen hun inspanningen om cryptoactiva voor digitale innovatie te gebruiken, zou ondermijnen. Het feit dat er geen algemeen Uniekader voor cryptoactivamarkten is, kan ook leiden tot versnippering van de regelgeving, waardoor de mededinging op de interne markt verstoord zou raken, het voor aanbieders van cryptoactivadiensten moeilijker zou worden om hun activiteiten grensoverschrijdend op te schalen en er regelgevingsarbitrage zou kunnen gaan spelen. De cryptoactivamarkten zijn nog bescheiden in omvang en vormen nog geen bedreiging voor de financiële stabiliteit. De mogelijkheid bestaat echter dat een type van cryptoactiva die hun koers ten opzichte van een specifiek activum of een mand van activa willen stabiliseren, breed ingang vindt bij individuele houders, en dat een dergelijke ontwikkeling in de toekomst voor extra uitdagingen kan zorgen wat betreft de financiële stabiliteit, de goede werking van het betalingsverkeer, de transmissie van het monetaire beleid of de monetaire soevereiniteit.

(6)

Daarom is op Unieniveau een specifiek en geharmoniseerd kader voor cryptoactivamarkten noodzakelijk om specifieke regels vast te leggen voor cryptoactiva en daarmee verband houdende diensten en activiteiten die nog niet onder de wetgevingshandelingen van de Unie inzake financiële diensten vallen. Een dergelijk kader moet innovatie en eerlijke concurrentie ondersteunen en tegelijk zorgen voor een hoog niveau van bescherming van individuele houders en voor de integriteit op de cryptoactivamarkten. Dankzij een helder kader zouden aanbieders van cryptoactivadiensten hun bedrijven grensoverschrijdend kunnen opschalen en zouden zij gemakkelijker toegang tot bankdiensten kunnen krijgen zodat zij hun activiteiten soepel kunnen uitoefenen. Een Uniekader voor cryptoactivamarkten moet voorzien in de evenredige behandeling van uitgevers van cryptoactiva en aanbieders van cryptoactivadiensten, waardoor gelijke kansen worden geboden met betrekking tot markttoegang en de huidige en toekomstige ontwikkeling van cryptoactivamarkten. Ook moet dit kader de financiële stabiliteit en de goede werking van het betalingsverkeer bevorderen en een oplossing bieden voor risico’s voor het monetaire beleid die zouden kunnen ontstaan doordat cryptoactiva hun koers proberen te stabiliseren ten opzichte van een specifiek activum of een mand van activa. Passende regelgeving houdt het concurrentievermogen van de lidstaten op de internationale financiële en technologische markten in stand en levert cliënten aanzienlijke voordelen op wat de toegang tot goedkopere, snellere en veiligere financiële diensten en vermogensbeheer betreft. Het Uniekader voor cryptoactivamarkten mag de onderliggende technologie niet reguleren. De wetgevingshandelingen van de Unie mogen geen onnodige en onevenredige regelgevingslasten voor het gebruik van technologie veroorzaken, aangezien de Unie en de lidstaten ernaar streven concurrerend te blijven op een globale markt.

(7)

De consensusmechanismen die worden gebruikt voor de validering van transacties in cryptoactiva kunnen ernstige nadelige gevolgen hebben voor het klimaat en voor het milieu. Dergelijke consensusmechanismen moeten daarom milieuvriendelijker oplossingen toepassen en ervoor zorgen dat uitgevers van cryptoactiva en aanbieders van cryptoactivadiensten alle ernstige nadelige gevolgen voor het klimaat en het milieu adequaat identificeren en openbaar maken. Bij het bepalen of nadelige gevolgen ernstig zijn, moet rekening worden gehouden met het evenredigheidsbeginsel en met de omvang en het volume van het uitgegeven cryptoactivum. De bij Verordening (EU) nr. 1095/2010 van het Europees Parlement en de Raad (5) opgerichte Europese toezichthoudende autoriteit (Europese Autoriteit voor effecten en markten, ESMA) moet daarom, in samenwerking met de bij Verordening (EU) nr. 1093/2010 van het Europees Parlement en de Raad (6) opgerichte Europese toezichthoudende autoriteit (Europese Bankautoriteit, EBA), worden gemachtigd om ontwerpen van technische reguleringsnormen op te stellen tot nadere bepaling van de inhoud, methoden en presentatie van informatie inzake duurzaamheidsindicatoren met betrekking tot negatieve klimaat- en milieueffecten, en tot vaststelling van belangrijke energie-indicatoren. De ontwerpen van technische reguleringsnormen moeten ook zorgen voor samenhang tussen de informatie die openbaar wordt gemaakt door uitgevers van cryptoactiva en door aanbieders van cryptoactivadiensten. Bij het ontwikkelen van de ontwerpen van technische reguleringsnormen moet de ESMA rekening houden met de verschillende soorten consensusmechanismen die worden gebruikt voor de validering van transacties in cryptoactiva, de kenmerken ervan en de verschillen daartussen. De ESMA moet ook rekening houden met bestaande openbaarmakingsvereisten, zorgen voor complementariteit en consistentie en voorkomen dat de lasten voor ondernemingen toenemen.

(8)

De cryptoactivamarkten zijn mondiaal en dus inherent landsgrensoverschrijdend. Daarom moet de Unie de internationale inspanningen om de behandeling van cryptoactiva en cryptoactivadiensten op elkaar af te stemmen blijven ondersteunen via internationale organisaties of organen zoals de Raad voor financiële stabiliteit, het Bazels Comité voor bankentoezicht en de Financiëleactiegroep.

(9)

Wetgevingshandelingen van de Unie inzake financiële diensten moeten gebaseerd zijn op het beginsel “dezelfde activiteiten, dezelfde risico’s, dezelfde regels” en een technologisch neutrale aanpak volgen. Daarom moeten onder bestaande wetgevingshandelingen van de Unie inzake financiële diensten vallende cryptoactiva eerder onder het bestaande regelgevingskader dan onder deze verordening blijven vallen, ongeacht de technologie die voor de uitgifte of de overdracht ervan wordt gebruikt. Bijgevolg sluit deze verordening uitdrukkelijk cryptoactiva van haar toepassingsgebied uit die als financiële instrumenten in de zin van Richtlijn 2014/65/EU kunnen worden aangemerkt, cryptoactiva die kunnen worden aangemerkt als deposito’s in de zin van Richtlijn 2014/49/EU van het Europees Parlement en de Raad (7), met inbegrip van gestructureerde deposito’s in de zin van Richtlijn 2014/65/EU, cryptoactiva die kunnen worden aangemerkt als geldmiddelen in de zin van Richtlijn (EU) 2015/2366 van het Europees Parlement en de Raad (8), behalve indien zij kunnen worden aangemerkt als elektronischgeldtokens (“e-moneytokens”), cryptoactiva die kunnen worden aangemerkt als securitisatieposities in de zin van Verordening (EU) 2017/2402 van het Europees Parlement en de Raad (9), en cryptoactiva die als schade- of levensverzekeringscontracten, pensioenproducten of -regelingen en socialezekerheidsregelingen kunnen worden aangemerkt. Gezien het feit dat elektronisch geld en geldmiddelen die in ruil voor elektronisch geld worden ontvangen, niet mogen worden behandeld als deposito’s overeenkomstig Richtlijn 2009/110/EG van het Europees Parlement en de Raad (10), kunnen e-moneytokens niet worden behandeld als deposito’s die zijn uitgesloten van het toepassingsgebied van deze verordening.

(10)

Deze verordening mag niet van toepassing zijn op unieke cryptoactiva die niet fungibel met andere cryptoactiva zijn, met inbegrip van digitale kunst en digitale verzamelobjecten. De waarde van dergelijke unieke en niet-fungibele cryptoactiva is toe te schrijven aan de unieke kenmerken van elk cryptoactivum en het nut ervan voor de houder van de token. Deze verordening mag evenmin van toepassing zijn op cryptoactiva die diensten of fysieke activa vertegenwoordigen die uniek en niet fungibel zijn, zoals productgaranties of onroerend goed. Hoewel unieke en niet-fungibele cryptoactiva op marktplaatsen kunnen worden verhandeld en speculatief kunnen worden geaccumuleerd, zijn zij niet gemakkelijk uitwisselbaar en kan de relatieve waarde van een dergelijk cryptoactivum ten opzichte van een ander, elk uniek, niet worden vastgesteld aan de hand van een vergelijking met een bestaande markt of een gelijkwaardig activum. Dergelijke kenmerken beperken de mate waarin die cryptoactiva financieel kunnen worden gebruikt, waardoor de risico’s voor houders en het financiële stelsel worden beperkt en hun uitsluiting van het toepassingsgebied van deze verordening wordt gerechtvaardigd.

(11)

De fractionele delen van een uniek en niet-fungibel cryptoactivum mogen niet als uniek en niet-fungibel worden beschouwd. De uitgifte van cryptoactiva als niet-fungibele tokens in een grotere reeks of collectie moet worden beschouwd als een indicator van hun fungibiliteit. De loutere toekenning van een unieke identificatiecode aan een cryptoactivum volstaat op zich niet om het als uniek en niet-fungibel aan te merken. Om het cryptoactivum als uniek en niet-fungibel te kunnen beschouwen, moeten de activa of rechten waarop het betrekking heeft ook uniek en niet-fungibel zijn. De uitsluiting van unieke en niet-fungibele cryptoactiva van het toepassingsgebied van deze verordening laat de kwalificatie van dergelijke cryptoactiva als financiële instrumenten onverlet. Deze verordening moet ook van toepassing zijn op cryptoactiva die uniek en niet-fungibel lijken, maar waarvan de feitelijke kenmerken of de kenmerken die verband houden met hun feitelijke gebruik, deze ofwel fungibel ofwel niet uniek maken. In dat verband moeten de bevoegde autoriteiten bij de beoordeling en classificatie van cryptoactiva een inhoud-boven-vorm-benadering hanteren waarbij de kenmerken van het betrokken cryptoactivum en niet de aanduiding ervan door de uitgever bepalend zijn voor de classificatie.

(12)

Het is passend bepaalde intragroeptransacties en sommige publieke entiteiten van het toepassingsgebied van deze verordening uit te sluiten, aangezien zij geen risico’s inhouden voor de beleggersbescherming, de marktintegriteit, de financiële stabiliteit, de goede werking van het betalingsverkeer, de transmissie van het monetaire beleid of de monetaire soevereiniteit. Tot de vrijgestelde publiekrechtelijke internationale organisaties behoren het Internationaal Monetair Fonds en de Bank voor Internationale Betalingen.

(13)

Digitale activa die worden uitgegeven door centrale banken die in hun hoedanigheid van monetaire autoriteit handelen, met inbegrip van centralebankgeld in digitale vorm, of cryptoactiva die worden uitgegeven door andere overheidsinstanties, waaronder centrale, regionale en lokale overheden, mogen niet worden onderworpen aan het Uniekader voor cryptoactivamarkten. Evenmin mogen aanverwante diensten die worden geleverd door dergelijke centrale banken die in hun hoedanigheid van monetaire autoriteit handelen of door andere overheidsinstanties, worden onderworpen aan dat Uniekader.

(14)

Om te zorgen voor een duidelijke afbakening tussen enerzijds onder deze verordening vallende cryptoactiva en anderzijds financiële instrumenten, moet de ESMA worden gemachtigd richtsnoeren uit te vaardigen over de criteria en voorwaarden voor de kwalificatie van cryptoactiva als financiële instrumenten. Die richtsnoeren moeten ook een beter begrip mogelijk maken van de gevallen waarin cryptoactiva die anders als uniek en niet fungibel met andere cryptoactiva worden beschouwd, als financiële instrumenten kunnen worden aangemerkt. Om een gemeenschappelijke aanpak voor de classificatie van cryptoactiva te bevorderen, moeten de EBA, de ESMA en de bij Verordening (EU) nr. 1094/2010 van het Europees Parlement en de Raad (11) opgerichte Europese toezichthoudende autoriteit (Europese Autoriteit voor verzekeringen en bedrijfspensioenen; EIOPA) (de “Europese toezichthoudende autoriteiten” of “ETA’s”) discussies over een dergelijke classificatie bevorderen. De bevoegde autoriteiten moeten de ETA’s om advies kunnen vragen over de classificatie van cryptoactiva, met inbegrip van classificaties die zijn voorgesteld door aanbieders of personen die verzoeken om toelating tot de handel. Aanbieders of personen die verzoeken om toelating tot de handel, zijn primair verantwoordelijk voor de correcte classificatie van cryptoactiva, die door de bevoegde autoriteiten kan worden aangevochten, zowel vóór de datum van publicatie van de aanbieding als op enig moment daarna. Indien de classificatie van een cryptoactivum onverenigbaar blijkt te zijn met deze verordening of andere relevante wetgevingshandelingen van de Unie inzake financiële diensten, moeten de ETA’s gebruikmaken van hun bevoegdheden uit hoofde van de Verordeningen (EU) nr. 1093/2010, (EU) nr. 1094/2010 en (EU) nr. 1095/2010 om een consistente en coherente benadering van een dergelijke classificatie te waarborgen.

(15)

Op grond van artikel 127, lid 2, vierde streepje, van het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie (VWEU) is één van de via het Europees Stelsel van centrale banken (ESCB) uit te voeren fundamentele taken, het bevorderen van een goede werking van het betalingsverkeer. De Europese Centrale Bank (ECB) kan, op grond van artikel 22 van Protocol nr. 4 van de statuten van het Europees Stelsel van centrale banken en van de Europese Centrale Bank als gehecht aan de Verdragen, verordeningen vaststellen ter verzekering van doelmatige en deugdelijke verrekenings- en betalingssystemen binnen de Unie en met derde landen. Daartoe heeft de ECB verordeningen vastgesteld betreffende vereisten voor systeemkritische betalingssystemen. Deze verordening doet geen afbreuk aan de verantwoordelijkheden van de ECB en de nationale centrale banken in het ESCB ter verzekering van doelmatige en deugdelijke clearing- en betalingssystemen binnen de Unie en met derde landen. Bijgevolg moeten de EBA, de ESMA en de ECB bij het opstellen van de betrokken ontwerpen van technische standaarden uit hoofde van deze verordening nauw samenwerken, mede om het ontstaan van parallelle regelgeving te voorkomen. Voorts is het van cruciaal belang dat de ECB en de nationale centrale banken toegang hebben tot informatie bij het vervullen van hun taken die verband houden met het toezicht op betalingssystemen, met inbegrip van de clearing van betalingen. Bovendien mag deze verordening geen afbreuk doen aan Verordening (EU) nr. 1024/2013 van de Raad (12) en moet zij op zodanige wijze worden uitgelegd dat zij niet in strijd is met die verordening.

(16)

Elke wetgevingshandeling die op het gebied van cryptoactiva wordt aangenomen, moet specifiek en toekomstbestendig zijn, moet gelijke tred kunnen houden met innovatie en technologische ontwikkelingen en moet gebaseerd zijn op een stimulansgerichte benadering. De termen “cryptoactiva” en “distributed-ledger-technologie” moeten dan ook zo ruim mogelijk worden gedefinieerd zodat alle soorten cryptoactiva worden bestreken die momenteel buiten het toepassingsgebied van de wetgevingshandelingen van de Unie inzake financiële diensten vallen. Elke op het gebied van cryptoactiva vastgestelde wetgevingshandeling moet ook bijdragen aan de doelstelling van de bestrijding van het witwassen van geld en terrorismefinanciering. Om die reden moeten entiteiten die binnen het toepassingsgebied van deze verordening vallende diensten aanbieden, ook voldoen aan de toepasselijke Unieregels ter bestrijding van het witwassen van geld en terrorismefinanciering, waarin internationale normen zijn opgenomen.

(17)

Digitale activa die niet aan andere houders kunnen worden overgedragen, vallen niet onder de definitie van cryptoactiva. Daarom moeten digitale activa die alleen door de uitgever of de aanbieder worden aanvaard en die technisch onmogelijk rechtstreeks aan andere houders kunnen worden overgedragen, van het toepassingsgebied van deze verordening worden uitgesloten. Een voorbeeld van dergelijke digitale activa is onder meer systemen voor cliëntenbinding waarbij verzamelde punten alleen tegen een beloning kunnen worden geruild met de uitgever of aanbieder van die punten.

(18)

Deze verordening classificeert de cryptoactiva in drie typen, die van elkaar moeten worden onderscheiden en aan verschillende vereisten moeten worden onderworpen, afhankelijk van de risico’s die zij inhouden. De classificatie is gebaseerd op de vraag of de cryptoactiva hun waarde trachten te stabiliseren door te verwijzen naar andere activa. Het eerste type bestaat uit cryptoactiva die beogen hun waarde te stabiliseren door te verwijzen naar slechts één officiële valuta. De functie van dergelijke cryptoactiva gelijkt sterkt op de functie van elektronisch geld zoals gedefinieerd in Richtlijn 2009/110/EG. Net zoals elektronisch geld zijn dergelijke cryptoactiva een elektronisch vervangmiddel voor munten en bankbiljetten en worden zij waarschijnlijk gebruikt om betalingen te doen. Die cryptoactiva moeten in deze verordening worden gedefinieerd als “e-moneytokens”. Het tweede type cryptoactiva betreft “activagerelateerde tokens”, die beogen hun waarde te stabiliseren door te verwijzen naar een andere waarde of recht, of een combinatie daarvan, waaronder een of meer officiële valuta’s. Dat tweede type omvat alle andere cryptoactiva dan e-moneytokens, waarvan de waarde door activa wordt gedekt, teneinde omzeiling te voorkomen en deze verordening toekomstbestendig te maken. Tot slot betreft het derde type andere cryptoactiva dan activagerelateerde tokens of e-moneytokens, waar een grote verscheidenheid aan cryptoactiva onder valt, waaronder gebruikstokens.

(19)

Ondanks hun gelijkenissen verschillen elektronisch geld en naar een officiële valuta verwijzende cryptoactiva momenteel op een aantal belangrijke punten. Houders van elektronisch geld zoals gedefinieerd in Richtlijn 2009/110/EG krijgen altijd een vordering op de uitgever van elektronisch geld en hebben een contractueel recht om hun elektronisch geld te allen tijde en tegen de nominale waarde van die valuta te laten terugbetalen. Daarentegen bieden sommige naar een officiële valuta verwijzende cryptoactiva de houders daarvan geen dergelijke vordering op de uitgevers van dergelijke cryptoactiva en kunnen zij buiten het toepassingsgebied van Richtlijn 2009/110/EG vallen. Andere naar een officiële valuta verwijzende cryptoactiva bieden geen vordering tegen nominale waarde van de valuta waarnaar zij verwijzen, of beperken de periode voor terugbetaling. Het feit dat houders van dergelijke cryptoactiva geen vordering hebben op de uitgevers van dergelijke cryptoactiva of dat die vordering niet tegen nominale waarde is van de valuta waarnaar die cryptoactiva verwijzen, kan het vertrouwen van houders van die cryptoactiva ondermijnen. Daarom moet, om te voorkomen dat de in Richtlijn 2009/110/EG vastgestelde regels worden omzeild, een definitie van e-moneytokens zo ruim mogelijk zijn, zodat zij alle types cryptoactiva bestrijkt die verwijzen naar één officiële valuta. Bovendien moet worden voorzien in strikte voorwaarden voor de uitgifte van e-moneytokens, waaronder een verplichting dat e-moneytokens worden uitgegeven door een op grond van Richtlijn nr. 2013/36/EU van het Europees Parlement en de Raad (13) vergunde kredietinstelling of door een op grond van Richtlijn 2009/110/EG vergunde instelling voor elektronisch geld. Om diezelfde reden moeten uitgevers van e-moneytokens ervoor zorgen dat de houders van die tokens gebruik kunnen maken van hun recht om hun tokens te allen tijde tegen de nominale waarde te laten terugbetalen in de valuta waarnaar die tokens verwijzen. Omdat e-moneytokens ook cryptoactiva zijn en ook in termen van bescherming van individuele houders en marktintegriteit nieuwe uitdagingen kunnen doen ontstaan die specifiek met cryptoactiva verband houden, moeten zij ook worden onderworpen aan de in deze verordening vastgestelde regels om een oplossing te bieden voor die uitdagingen.

(20)

Gezien de uiteenlopende risico’s en kansen die cryptoactiva doen ontstaan, moeten regels worden bepaald voor aanbieders van en personen die om toelating verzoeken tot de handel van andere cryptoactiva dan activagerelateerde tokens en e-moneytokens, alsook voor uitgevers van activagerelateerde tokens en e-moneytokens. Uitgevers van cryptoactiva zijn entiteiten die zeggenschap hebben over de creatie van cryptoactiva. Gezien de uiteenlopende risico’s en kansen die cryptoactiva doen ontstaan, moeten regels worden bepaald voor aanbieders van en personen die om toelating verzoeken tot de handel van andere cryptoactiva dan activagerelateerde tokens en e-moneytokens, alsook voor uitgevers van activagerelateerde tokens en e-moneytokens. Uitgevers van cryptoactiva zijn entiteiten die zeggenschap hebben over de creatie van cryptoactiva.

(21)

Specifieke regels moeten worden vastgesteld voor entiteiten die cryptoactivadiensten aanbieden. Een eerste categorie van dergelijke diensten omvat het exploiteren van een cryptoactivahandelsplatform, het omwisselen van cryptoactiva voor geldmiddelen of voor andere cryptoactiva het namens cliënten bewaren en beheren van cryptoactiva, en het namens cliënten verstrekken van overdrachtdiensten voor cryptoactiva. Een tweede categorie van dergelijke diensten omvat het plaatsen van cryptoactiva, het namens cliënten ontvangen of doorgeven van cryptoactivaorders, het namens cliënten uitvoeren van cryptoactivaorders, het verlenen van advies betreffende cryptoactiva en het verzorgen van portefeuillebeheer van cryptoactiva. Eenieder die cryptoactivadiensten op professionele basis aanbiedt, moet worden beschouwd als een “aanbieder van cryptoactivadiensten”.

(22)

Deze verordening moet van toepassing zijn op natuurlijke en rechtspersonen en bepaalde andere ondernemingen, en op de cryptoactivagerelateerde diensten en activiteiten die zij verrichten, aanbieden of waar zij direct dan wel indirect zeggenschap over hebben, ook wanneer een deel van dergelijke activiteiten of diensten op gedecentraliseerde wijze wordt verricht. Indien cryptoactivadiensten op volledig gedecentraliseerde wijze worden aangeboden zonder enige tussenpersoon, mogen zij niet binnen het toepassingsgebied van deze verordening vallen. Deze verordening heeft betrekking op de rechten en verplichtingen die van toepassing zijn op uitgevers van cryptoactiva, aanbieders, personen die verzoeken om toelating van cryptoactiva tot de handel en op aanbieders van cryptoactivadiensten. Indien cryptoactiva geen identificeerbare uitgever hebben, mogen zij niet binnen het toepassingsgebied van titel II, III of IV van deze verordening vallen. Aanbieders van cryptoactivadiensten die diensten met betrekking tot dergelijke cryptoactiva aanbieden, moeten echter wel onder deze verordening vallen.

(23)

Om ervoor te zorgen dat de bevoegde autoriteiten alle aanbiedingen aan het publiek van andere cryptoactiva dan activagerelateerde tokens of e-moneytokens die potentieel een financiële toepassing hebben of elke toelating van cryptoactiva tot de handel op een cryptoactivahandelsplatform (“toelating tot de handel”) in de Unie correct kunnen monitoren en daarop toezicht kunnen houden, moeten alle aanbieders of personen die verzoeken om toelating tot de handel, rechtspersonen zijn.

(24)

Om hun bescherming te garanderen, moeten individuele aspirant-cryptoactivahouders worden geïnformeerd over de kenmerken, functies en risico’s van de cryptoactiva die zij voornemens zijn aan te kopen. Indien aanbieders of personen die verzoeken om toelating tot de handel andere cryptoactiva dan activagerelateerde tokens of e-moneytokens in de Unie aan het publiek willen aanbieden of indien zij om toelating van dergelijke cryptoactiva tot de handel verzoeken, moeten zij een informatiedocument (een “cryptoactivawitboek”) met verplichte vermeldingen opstellen, daarvan kennis geven aan hun bevoegde autoriteit en dat publiceren. Dit cryptoactivawitboek moet algemene informatie bevatten over de uitgever, de aanbieder of de persoon die verzoekt om toelating tot de handel, over het met het opgehaalde kapitaal uit te voeren project, over de aanbieding aan het publiek van cryptoactiva of hun toelating tot de handel, over de aan de cryptoactiva verbonden rechten en verplichtingen, over de onderliggende technologie die voor dergelijke cryptoactiva wordt gebruikt en de daaraan verbonden risico’s. Het cryptoactivawitboek hoeft echter geen beschrijving bevatten van risico’s die onvoorzienbaar en zeer onwaarschijnlijk zijn. De informatie in het cryptoactivawitboek alsook in de relevante reclame-uitingen, zoals reclameboodschappen en marketingmededelingen, ook via nieuwe kanalen zoals socialemediaplatforms, moet correct, duidelijk en niet misleidend zijn. De reclameboodschappen en het marketingmateriaal moeten stroken met de informatie in het cryptoactivawitboek.

(25)

Cryptoactivawitboeken en de samenvattingen daarvan, en de exploitatieregels van cryptoactivahandelsplatforms worden opgesteld in ten minste één van de officiële talen van de lidstaat van herkomst en van een lidstaat van ontvangst dan wel in een taal die gangbaar is in de internationale financiële wereld. Ten tijde van de vaststelling van deze verordening is de Engelse taal de taal die gangbaar is in de internationale financiële wereld, maar dit zou in de toekomst kunnen veranderen.

(26)

Om een evenredige aanpak te waarborgen, mogen de vereisten van deze verordening niet van toepassing zijn op de aanbieding aan het publiek van andere cryptoactiva dan activagerelateerde tokens of e-moneytokens die kosteloos worden aangeboden of die automatisch worden gecreëerd als beloning voor het onderhoud van een distributed ledger of de validatie van transacties in het kader van een consensusmechanisme. Bovendien mogen de vereisten van deze verordening evenmin van toepassing zijn op de aanbieding van gebruikstokens die toegang bieden tot een bestaand goed of een bestaande dienst, waardoor de houder het goed kan ophalen of de dienst kan gebruiken of en wanneer de houder van de cryptoactiva het recht heeft ze enkel te gebruiken in ruil voor goederen en diensten in een beperkt netwerk van handelaren met contractuele regelingen met de aanbieder. Dergelijke vrijstellingen mogen geen betrekking hebben op cryptoactiva die opgeslagen goederen vertegenwoordigen die niet bedoeld zijn om na de aankoop door de koper te worden opgehaald. Evenmin mag de vrijstelling voor beperkte netwerken van toepassing zijn op cryptoactiva die typisch zijn ontworpen voor een voortdurend groeiend netwerk van dienstaanbieders. De vrijstelling voor beperkte netwerken moet door de bevoegde autoriteit worden beoordeeld telkens wanneer een aanbieding, of de geaggregeerde waarde van meer dan één aanbieding, een bepaalde drempel overschrijdt, wat betekent dat een nieuwe aanbieding niet automatisch in aanmerking mag komen voor een vrijstelling van een eerdere aanbieding. Die vrijstellingen mogen niet langer van toepassing zijn wanneer de aanbieder, of een andere persoon die namens de aanbieder handelt, meedeelt dat de aanbieder voornemens is om te verzoeken om toelating tot de handel of wanneer de vrijgestelde cryptoactiva tot de handel worden toegelaten.

(27)

Om te zorgen voor een evenredige aanpak, mogen de vereisten van deze verordening om een cryptoactivawitboek op te stellen en te publiceren, niet gelden voor aanbiedingen van andere cryptoactiva dan activagerelateerde tokens of e-moneytokens die aan minder dan 150 personen per lidstaat worden aangeboden, of die uitsluitend worden aangeboden aan gekwalificeerde beleggers wanneer de cryptoactiva uitsluitend door dergelijke gekwalificeerde beleggers mogen worden gehouden. Kleine en middelgrote ondernemingen en aan start-ups mogen niet onderworpen worden aan buitensporige en onevenredige administratieve lasten. Aanbiedingen aan het publiek van andere cryptoactiva dan activagerelateerde tokens of e-moneytokens in de Unie waarvan de totale tegenprestatie over een periode van twaalf maanden een bedrag van 1 000 000 EUR niet overschrijdt, moeten eveneens worden vrijgesteld van de verplichting om een cryptoactivawitboek op te stellen.

(28)

De loutere toelating tot de handel of de publicatie van bied- en laatprijzen mag op zich niet worden beschouwd als een aanbieding aan het publiek van cryptoactiva. Een dergelijke toelating of publicatie mag alleen een aanbieding aan het publiek van cryptoactiva vormen indien zij een mededeling omvat die een aanbieding aan het publiek in de zin van deze verordening vormt.

(29)

Hoewel sommige aanbiedingen van andere cryptoactiva dan activagerelateerde tokens of e-moneytokens zijn vrijgesteld van verschillende verplichtingen van deze verordening, blijven wetgevingshandelingen van de Unie die consumentenbescherming waarborgen, zoals Richtlijn 2005/29/EG van het Europees Parlement en de Raad (14) of Richtlijn 93/13/EEG van de Raad (15), en alle daarin vervatte informatieverplichtingen, van toepassing op die aanbiedingen aan het publiek van cryptoactiva indien zij betrekkingen tussen ondernemingen en consumenten betreffen..

(30)

Indien een aanbieding aan het publiek betrekking heeft op gebruikstokens voor goederen die nog niet bestaan of voor diensten die nog niet in bedrijf zijn, mag de looptijd van de aanbieding aan het publiek als beschreven in het cryptoactivawitboek niet meer dan twaalf maanden bedragen. Die beperking van de looptijd van de aanbieding aan het publiek staat los van het moment waarop de goederen of diensten tot stand komen of operationeel worden en door de houder van een gebruikstoken kunnen worden gebruikt na afloop van de aanbieding aan het publiek.

(31)

Om toezicht mogelijk te maken, moeten aanbieders en personen die verzoeken om toelating tot de handel van andere cryptoactiva dan activagerelateerde tokens of e-moneytokens, voordat cryptoactiva in de Unie aan het publiek worden aangeboden of voordat die cryptoactiva tot de handel op een cryptoactivahandelsplatform worden toegelaten, van hun cryptoactivawitboek en, op verzoek van de bevoegde autoriteit, van hun reclame-uitingen kennis geven aan de bevoegde autoriteit van de lidstaat waar zij hun statutaire zetel hebben of, indien zij geen statutaire zetel in de Unie hebben, van de lidstaat waar zij een bijkantoor hebben. Aanbieders die in een derde land zijn gevestigd, moeten kennis geven van hun cryptoactivawitboek en, op verzoek van de bevoegde autoriteit, van hun reclame-uitingen, aan de bevoegde autoriteit van de lidstaat waar zij voornemens zijn de cryptoactiva aan te bieden.

(32)

De exploitant van een handelsplatform moet verantwoordelijk zijn voor het voldoen aan de vereisten van titel II van deze verordening wanneer cryptoactiva op eigen initiatief tot de handel zijn toegelaten en het cryptoactivawitboek nog niet is gepubliceerd in de door deze verordening vereiste gevallen. De exploitant van een handelsplatform moet ook verantwoordelijk zijn voor het voldoen aan die vereisten wanneer hij daartoe een schriftelijke overeenkomst heeft gesloten met de persoon die verzoekt om toelating tot de handel. De persoon die verzoekt om toelating tot de handel, moet verantwoordelijk blijven wanneer hij de exploitant van het handelsplatform onjuiste of misleidende informatie verstrekt. De persoon die verzoekt om toelating tot de handel, moet ook verantwoordelijk blijven voor aangelegenheden die niet aan de exploitant van het handelsplatform zijn gedelegeerd.

(33)

Om onnodige administratieve lasten te vermijden, mag van de bevoegde autoriteiten niet worden verlangd dat zij een cryptoactivawitboek goedkeuren vóór de publicatie ervan. De bevoegde autoriteiten moeten echter de bevoegdheid hebben om te verzoeken om wijzigingen van het cryptoactivawitboek en van alle reclame-uitingen en, indien nodig, te verzoeken om de opname van aanvullende informatie in het cryptoactivawitboek.

(34)

De bevoegde autoriteiten moeten een aanbieding aan het publiek van andere cryptoactiva dan activagerelateerde tokens of e-moneytokens of de toelating van dergelijke cryptoactiva tot de handel kunnen opschorten of verbieden indien een dergelijke aanbieding aan het publiek of toelating tot de handel niet voldoet aan de toepasselijke vereisten van deze verordening, onder meer indien het cryptoactivawitboek of de reclame-uitingen niet correct, niet duidelijk of misleidend zijn. Ook moeten de bevoegde autoriteiten de bevoegdheid hebben om op hun website dan wel via een persbericht ervoor te waarschuwen dat de aanbieder of de persoon die verzoekt om toelating tot de handel, die vereisten niet in acht heeft genomen.

(35)

Cryptoactivawitboeken waarvan correct is kennisgegeven aan een bevoegde autoriteit en reclame-uitingen moeten worden gepubliceerd. Na een dergelijke publicatie moeten aanbieders en personen die om toelating tot de handel van andere cryptoactiva dan activagerelateerde tokens of e-moneytokens verzoeken, die cryptoactiva in de hele Unie kunnen aanbieden en kunnen verzoeken om toelating tot de handel van dergelijke cryptoactiva in de Unie.

(36)

Aanbieders van andere cryptoactiva dan activagerelateerde tokens of e-moneytokens moeten beschikken over doeltreffende regelingen om de tijdens hun aanbieding aan het publiek opgehaalde geldmiddelen of andere cryptoactiva te monitoren en veilig te stellen. Die regelingen moeten er ook voor zorgen dat geldmiddelen of andere cryptoactiva die bij houders of aspirant-houders zijn opgehaald, zo spoedig mogelijk naar behoren worden teruggegeven wanneer een aanbieding aan het publiek om eender welke reden wordt geannuleerd. De aanbieder moet ervoor zorgen dat de tijdens de aanbieding aan het publiek opgehaalde geldmiddelen of andere cryptoactiva worden bewaard door een derde.

(37)

Om verder te zorgen voor de bescherming van individuele cryptoactivahouders, moeten individuele houders die andere cryptoactiva dan activagerelateerde tokens of e-moneytokens verwerven, hetzij rechtstreeks van de aanbieder, hetzij via een aanbieder van cryptoactivadiensten die de cryptoactiva namens de aanbieder plaatst, gedurende een periode van 14 dagen na de verwerving ervan een herroepingsrecht krijgen. Om ervoor te zorgen dat een in de tijd beperkte aanbieding aan het publiek van cryptoactiva vlot kan worden afgerond, mag dit herroepingsrecht door de individuele houders niet worden uitgeoefend na het einde van de intekenperiode. Voorts mag het herroepingsrecht niet gelden indien andere cryptoactiva dan activagerelateerde tokens of e-moneytokens tot de handel worden toegelaten, omdat in dat geval de koers van dergelijke cryptoactiva afhangt van de schommelingen op de cryptoactivamarkten. Wanneer de individuele houder krachtens deze verordening een herroepingsrecht heeft, mag het herroepingsrecht uit hoofde van Richtlijn 2002/65/EG van het Europees Parlement en van de Raad (16) niet van toepassing zijn.

(38)

Aanbieders en personen die verzoeken om toelating tot de handel in andere cryptoactiva dan activagerelateerde tokens of e-moneytokens, moeten eerlijk, rechtvaardig en professioneel handelen, moeten op een correcte, heldere en niet-misleidende wijze communiceren met houders en aspirant-houders van cryptoactiva, moeten belangenconflicten vaststellen, voorkomen, beheren en openbaar maken, en moeten beschikken over effectieve administratieve regelingen om ervoor te zorgen dat hun systemen en beveiligingsprotocollen aan de Unienormen voldoen. Om de bevoegde autoriteiten in hun toezichthoudende verantwoordelijkheden bij te staan, moet de ESMA, in nauwe samenwerking met de EBA, worden gemachtigd om voor die systemen en beveiligingsprotocollen richtsnoeren uit te vaardigen waarin die Unienormen nader worden ingevuld.

(39)

Om cryptoactivahouders verder te beschermen, moeten ten aanzien van de informatie die in het cryptoactivawitboek aan het publiek wordt verstrekt, regels inzake civielrechtelijke aansprakelijkheid gelden voor aanbieders en personen die verzoeken om toelating tot de handel en leden van hun leidinggevend orgaan.

(40)

Activagerelateerde tokens kunnen breed ingang vinden bij houders om waarde over te dragen of als ruilmiddel, en houden dus, in vergelijking met andere cryptoactiva, verhoogde risico’s in wat betreft de bescherming van cryptoactivahouders, met name individuele houders, en de marktintegriteit. Voor uitgevers van activagerelateerde tokens moeten dan ook strengere voorwaarden gelden dan voor uitgevers van andere cryptoactiva.

(41)

Wanneer een cryptoactivum onder de definitie van een activagerelateerde token of e-moneytoken valt, moeten titel III of IV van deze verordening van toepassing zijn, ongeacht de wijze waarop de uitgever voornemens is het cryptoactivum te ontwerpen, met inbegrip van het mechanisme voor het handhaven van een stabiele waarde van het cryptoactivum. Hetzelfde geldt voor zogenoemde algoritmische “stablecoins”, die beogen een stabiele waarde te behouden ten opzichte van een officiële valuta of ten opzichte van een of meer activa door middel van protocollen die het aanbod van dergelijke cryptoactiva verhogen of verlagen in reactie op veranderingen in de vraag. Aanbieders of personen die verzoeken om toelating tot de handel van algoritmische cryptoactiva die niet beogen de waarde van de cryptoactiva te stabiliseren door te verwijzen naar een of meer activa, moeten in elk geval voldoen aan titel II van deze verordening.

(42)

Om te zorgen voor een goed toezicht op en een goede monitoring van aanbiedingen aan het publiek van activagerelateerde tokens, moeten uitgevers van activagerelateerde tokens een statutaire zetel in de Unie hebben.

(43)

Aanbiedingen aan het publiek van activagerelateerde tokens in de Unie of verzoeken om toelating van dergelijke cryptoactiva tot de handel mogen alleen toegestaan zijn indien de bevoegde autoriteit aan de uitgever van dergelijke cryptoactiva daartoe een vergunning heeft afgegeven en het relevante cryptoactivawitboek heeft goedgekeurd. Het vergunningvereiste mag echter niet gelden indien de activagerelateerde tokens alleen worden aangeboden aan gekwalificeerde beleggers of indien de aanbieding aan het publiek van de activagerelateerde tokens lager is dan 5 000 000 EUR. In die gevallen moet van de uitgever van dergelijke activagerelateerde tokens wel nog steeds worden verlangd dat hij een cryptoactivawitboek opstelt om kopers in kennis te stellen van de kenmerken en risico’s van de activagerelateerde tokens en moet tevens van hem worden verlangd dat hij vóór de publicatie van het cryptoactivawitboek van dit cryptoactivawitboek kennis geeft aan de bevoegde autoriteit.

(44)

Op grond van Richtlijn 2013/36/EU vergunde kredietinstellingen mogen geen andere vergunning uit hoofde van deze verordening nodig hebben om activagerelateerde tokens aan te bieden of om te verzoeken om toelating van daarvan tot de handel. De overeenkomstig die richtlijn vastgestelde nationale procedures moeten van toepassing zijn, maar moeten worden aangevuld met een verplichting om de bevoegde autoriteit van de krachtens deze verordening aangewezen lidstaat van herkomst in kennis te stellen van de elementen aan de hand waarvan die autoriteit kan nagaan of de uitgever in staat is om activagerelateerde tokens aan te bieden of om toelating tot de handel daarvan te verzoeken. Kredietinstellingen die activagerelateerde tokens aanbieden of om toelating tot de handel daarvan verzoeken, moeten onderworpen zijn aan alle vereisten die van toepassing zijn op uitgevers van activagerelateerde tokens, met uitzondering van vergunningsvereisten, eigenvermogensvereisten en de goedkeuringsprocedure met betrekking tot gekwalificeerde aandeelhouders, aangezien die aangelegenheden onder Richtlijn 2013/36/EU en Verordening (EU) nr. 575/2013 van het Europees Parlement en de Raad (17) vallen. Een door een dergelijke kredietinstelling opgesteld cryptoactivawitboek moet vóór publicatie door de bevoegde autoriteit van de lidstaat van herkomst worden goedgekeurd. Kredietinstellingen die vergund zijn op grond van de nationaalrechtelijke bepalingen tot omzetting van Richtlijn 2013/36/EU en die activagerelateerde tokens aanbieden of om tot de handel daarvan verzoeken, moeten onderworpen zijn aan de overeenkomstig die richtlijn en deze verordening uiteengezette administratieve bevoegdheden, waaronder een beperking of begrenzing van de bedrijfsactiviteiten van een kredietinstelling en een opschorting van of verbod op een aanbieding van activagerelateerde tokens aan het publiek. Wanneer de verplichtingen die uit hoofde van deze verordening op dergelijke kredietinstellingen van toepassing zijn, overlappen met die van Richtlijn 2013/36/EU, moeten de kredietinstellingen voldoen aan de specifiekere of strengere vereisten, zodat beide sets regelgeving worden nageleefd. De kennisgevingsprocedure voor kredietinstellingen die voornemens zijn op grond van deze verordening activagerelateerde tokens aan te bieden of om toelating tot de handel daarvan te verzoeken, mag geen afbreuk doen aan de nationaalrechtelijke bepalingen tot omzetting van Richtlijn 2013/36/EU die procedures uiteenzetten voor de vergunningverlening aan kredietinstellingen voor het verrichten van de in bijlage I bij die richtlijn vermelde diensten.

(45)

Een bevoegde autoriteit moet een vergunning weigeren op objectieve en aantoonbare gronden, ook indien het bedrijfsmodel van de aanvragende uitgever van activagerelateerde tokens een ernstige bedreiging kan vormen voor de marktintegriteit, de financiële stabiliteit of de goede werking van het betalingsverkeer. De bevoegde autoriteit moet, voordat zij een vergunning toekent of weigert, de EBA, de ESMA en de ECB raadplegen en, indien de uitgever is gevestigd in een lidstaat waarvan de euro niet de officiële valuta is of indien de activagerelateerde tokens verwijzen naar een andere officiële valuta van een lidstaat dan de euro, de centrale bank van die lidstaat. Niet-bindende adviezen van de EBA en de ESMA moeten betrekking hebben op de classificatie van het cryptoactivum, terwijl de ECB en, in voorkomend geval, de centrale bank van de betrokken lidstaat de bevoegde autoriteit een advies moeten verstrekken over de risico’s voor de financiële stabiliteit, de goede werking van het betalingsverkeer, de transmissie van het monetaire beleid of monetaire soevereiniteit. De bevoegde autoriteiten moeten de vergunning weigeren indien de ECB of de centrale bank van een lidstaat een negatief advies uitbrengt op grond van een risico voor de goede werking van het betalingsverkeer, de transmissie van het monetaire beleid of de monetaire soevereiniteit. Indien een vergunning wordt verleend aan een aanvragende uitgever van activagerelateerde tokens, moet het door die uitgever opgestelde cryptoactivawitboek ook worden geacht te zijn goedgekeurd. De vergunning die de bevoegde autoriteit verleent, moet gelden in de hele Unie en moet de uitgever van activagerelateerde tokens in staat stellen die cryptoactiva op de interne markt aan te bieden en om toelating daarvan tot de handel te vragen. Evenzo moet ook het cryptoactivawitboek gelden voor de hele Unie, zonder dat lidstaten de mogelijkheid hebben om aanvullende vereisten op te leggen.

(46)

In verschillende gevallen waarin de ECB uit hoofde van deze verordening wordt geraadpleegd, dient haar advies bindend te zijn voor zover het een bevoegde autoriteit verplicht een vergunning van de uitgever van activagerelateerde tokens te weigeren, in te trekken of te beperken, of om specifieke maatregelen op te leggen aan de uitgever van activagerelateerde tokens. Artikel 263, eerste alinea, VWEU bepaalt dat het Hof van Justitie van de Europese Unie (het “Hof van Justitie”) de wettigheid nagaat van handelingen van de ECB voor zover het geen aanbevelingen of adviezen betreft. In herinnering moet echter worden gebracht dat het aan het Hof staat om die bepaling uit te leggen in het licht van de inhoud en de gevolgen van een advies van de ECB.

(47)

Om te zorgen voor de bescherming van individuele houders moeten uitgevers van dergelijke tokens steeds volledige, correcte, duidelijke en niet-misleidende informatie aan houders van activagerelateerde tokens verstrekken. Cryptoactivawitboeken voor activagerelateerde tokens moeten informatie bevatten over het stabiliseringsmechanisme, over het beleggingsbeleid van de reserveactiva, de regelingen voor de bewaring van de reserveactiva en over de rechten van houders.

(48)

Naast de in het cryptoactivawitboek verstrekte informatie moeten uitgevers van activagerelateerde tokens aan houders van dergelijke tokens op doorlopende basis informatie verschaffen. Meer bepaald moeten zij het bedrag aan in omloop zijnde activagerelateerde tokens en de waarde en samenstelling van de reserveactiva op hun website openbaar maken. Uitgevers van activagerelateerde tokens moeten ook elke gebeurtenis openbaar maken die een significante impact op de waarde van de activagerelateerde tokens of de reserveactiva heeft of dreigt te hebben, ongeacht of die cryptoactiva tot de handel zijn toegelaten.

(49)

Om individuele houders te beschermen, moeten uitgevers van activagerelateerde tokens steeds eerlijk, rechtvaardig en professioneel handelen en in het belang van de houders van activagerelateerde tokens. Uitgevers van activagerelateerde tokens moeten ook voorzien in een duidelijke procedure voor de behandeling van klachten van houders van activagerelateerde tokens.

(50)

Uitgevers van activagerelateerde tokens moeten een beleid uitwerken voor het identificeren, voorkomen, beheren en openbaar maken van belangenconflicten die zich kunnen voordoen in hun betrekkingen met hun aandeelhouders of leden, of met alle aandeelhouders of leden die, direct of indirect, een gekwalificeerde deelneming in de uitgevers hebben, of met de leden van hun leidinggevend orgaan, hun werknemers, houders van activagerelateerde tokens of externe dienstverrichters kunnen voordoen.

(51)

Uitgevers van activagerelateerde tokens moeten beschikken over robuuste governanceregelingen, waaronder een duidelijke organisatiestructuur met welomschreven, transparante en samenhangende verantwoordelijkheden en effectieve procedures voor het identificeren, beheren, monitoren en rapporteren van de risico’s waaraan zij blootstaan of bloot kunnen komen te staan. De leden van het leidinggevende orgaan van dergelijke uitgevers moeten deskundig en betrouwbaar zijn en mogen met name niet veroordeeld zijn voor een strafbaar feit op het gebied van het witwassen van geld of terrorismefinanciering of voor enig ander strafbaar feit dat hun goede reputatie zou aantasten. De aandeelhouders of leden, natuurlijke of rechtspersonen die, direct of indirect, een gekwalificeerde deelneming in dergelijke uitgevers hebben, moeten een voldoende goede reputatie hebben en mogen met name niet veroordeeld zijn voor een strafbaar feit in verband met het witwassen van geld of terrorismefinanciering of enig ander strafbaar feit dat hun goede reputatie zou aantasten. Uitgevers van activagerelateerde tokens moeten ook middelen inzetten die evenredig zijn aan de schaal van hun activiteiten, en moeten steeds zorgen voor de continuïteit en regelmatigheid bij de uitvoering van hun activiteiten. Daartoe moeten uitgevers van activagerelateerde tokens een bedrijfscontinuïteitsplan vaststellen dat er, in het geval van een verstoring van hun systemen en procedures, voor moet zorgen dat hun kernactiviteiten met betrekking tot de activagerelateerde token worden uitgevoerd. Uitgevers van activagerelateerde tokens moeten ook over stevige internecontrolemechanismen en doeltreffende risicobeheersprocedures beschikken, alsook over een systeem dat de integriteit en de vertrouwelijkheid van de ontvangen informatie waarborgt. Die verplichtingen beogen de bescherming van houders van activagerelateerde tokens, met name individuele houders, te waarborgen zonder onnodige belemmeringen op te werpen.

(52)

Uitgevers van activagerelateerde tokens bevinden zich doorgaans in het knooppunt van een netwerk van entiteiten die de uitgifte van dergelijke cryptoactiva, de overdracht ervan en de distributie onder de houders ervan verzorgen. Van uitgevers van activagerelateerde tokens moet dan ook worden verlangd dat zij met derde entiteiten passende contractuele regelingen opzetten en in stand houden die het stabiliseringsmechanisme en de belegging van de reserveactiva die de waarde van de tokens dekken, de bewaring van dergelijke reserveactiva en, in voorkomend geval, de distributie van de activagerelateerde tokens aan het publiek zeker stellen.

(53)

Om de risico’s voor de financiële stabiliteit van het bredere financiële bestel aan te pakken, moeten uitgevers van activagerelateerde tokens aan eigenvermogensvereisten worden onderworpen. Die vereisten moeten evenredig zijn aan de omvang van de uitgifte van de activagerelateerde tokens en moeten dan ook worden berekend als een percentage van de activareserve die de waarde van de activagerelateerde tokens dekt. Bevoegde autoriteiten moeten evenwel het vereiste bedrag aan eigen vermogen kunnen optrekken op basis van onder meer de evaluatie van de risicobeheersprocedure en de internecontrolemechanismen van de uitgever, de kwaliteit en volatiliteit van de activareserve die de activagerelateerde tokens dekt of de geaggregeerde waarde van en de geaggregeerde hoeveelheid transacties die in activagerelateerde tokens worden afgewikkeld.

(54)

Om hun aansprakelijkheid jegens houders van activagerelateerde tokens te dekken, moeten uitgevers van activagerelateerde tokens een activareserve aanleggen en aanhouden die overeenstemt met door een dergelijke aansprakelijkheid weerspiegelde risico’s. De activareserve moet worden gebruikt in het voordeel van de houders van de activagerelateerde tokens indien de uitgever niet in staat is zijn verplichtingen ten opzichte van de houders na te komen, zoals bij insolventie. De activareserve moet dusdanig worden samengesteld en beheerd dat de markt- en valutarisico’s gedekt zijn. Uitgevers van activagerelateerde tokens moeten zorgen voor het prudente beheer van de activareserve en moeten er met name voor zorgen dat de waarde van de reserve ten minste de overeenkomstige waarde van de tokens in omloop bedraagt en dat veranderingen in de reserve adequaat worden beheerd om ongunstige effecten op de markten voor de reserveactiva te voorkomen. Uitgevers van activagerelateerde tokens moeten dan ook duidelijke en gedetailleerde beleidslijnen hanteren met een beschrijving van onder meer de samenstelling van de reserveactiva, de allocatie van daarin opgenomen activa, een omvattende beoordeling van de risico’s die de reserveactiva inhouden, de procedure voor de uitgifte en terugbetaling van de activagerelateerde tokens, de procedure voor de toename en afname van de reserveactiva en, indien de reserveactiva worden belegd, het door de uitgevers gehanteerde beleggingsbeleid. Uitgevers van activagerelateerde tokens die zowel in de Unie als in derde landen op de markt worden gebracht, moeten ervoor zorgen dat hun activareserve beschikbaar is om de aansprakelijkheid van uitgevers jegens houders in de Unie te dekken. Het vereiste om de activareserve aan te houden bij onder het Unierecht vallende ondernemingen, moet daarom van toepassing zijn in verhouding tot het aandeel activagerelateerde tokens dat naar verwachting in de Unie in de handel zal worden gebracht.

(55)

Om het verliesrisico voor activagerelateerde tokens te beperken en om de waarde van die activa te beschermen, moeten uitgevers van activagerelateerde tokens over een adequaat beleid voor de bewaring van hun reserveactiva beschikken. Dat beleid moet ervoor zorgen dat de reserveactiva te allen tijde volledig gescheiden zijn van de eigen activa van de uitgever, dat de reserveactiva niet worden bezwaard of verpand als onderpand en dat de uitgever van activagerelateerde tokens onmiddellijke toegang tot die reserveactiva heeft. De reserveactiva moeten, afhankelijk van de aard ervan, in bewaring worden gehouden door een aanbieder van cryptoactivadiensten, door een op grond van Richtlijn 2013/36/EU vergunde kredietinstelling of door een op grond van Richtlijn 2014/65/EU vergunde beleggingsonderneming. Dit sluit niet uit dat het houden van fysieke activa aan een andere entiteit kan worden gedelegeerd. Aanbieders van cryptoactivadiensten, kredietinstellingen of beleggingsondernemingen die optreden als bewaarnemers van reserveactiva moeten voor het verlies van die reserveactiva aansprakelijk zijn ten aanzien van de uitgever of de houders van activagerelateerde tokens, tenzij zij kunnen aantonen dat een dergelijk verlies het gevolg is van een externe gebeurtenis buiten hun redelijke controle. Concentraties van de bewaarnemers van reserveactiva moeten worden voorkomen. In bepaalde situaties is dat echter misschien niet mogelijk omdat passende alternatieve ontbreken. In dergelijke gevallen moet een tijdelijke concentratie aanvaardbaar worden geacht.

(56)

Om houders van activagerelateerde tokens te beschermen tegen een waardedaling van de activa die de waarde van de tokens dekken, mogen uitgevers van activagerelateerde tokens de reserveactiva enkel beleggen in veilige activa met een laag risico en met een minimaal markt-, concentratie- en kredietrisico. Aangezien de activagerelateerde tokens als ruilmiddel zouden kunnen worden gebruikt, moet alle winst of verlies uit de belegging van de reserveactiva voor rekening komen van de uitgever van activagerelateerde tokens.

(57)

Houders van activagerelateerde tokens moeten een permanent terugbetalingsrecht hebben, zodat de uitgever te allen tijde verplicht is de activagerelateerde tokens terug te betalen op verzoek van de houders van de activagerelateerde tokens. De uitgever van activagerelateerde tokens moet de tokens terugbetalen hetzij door een bedrag in andere geldmiddelen dan elektronisch geld te betalen dat gelijk is aan de marktwaarde van de activa waarnaar de activagerelateerde tokens verwijzen, hetzij door de activa te leveren waarnaar de tokens verwijzen. De uitgever van activagerelateerde tokens moet de houder altijd de optie geven om de activagerelateerde tokens terug te ontvangen in andere geldmiddelen dan elektronisch geld in dezelfde officiële valuta als de uitgever heeft aanvaard bij de verkoop van de tokens. De uitgever moet voldoende gedetailleerde en gemakkelijk te begrijpen informatie verstrekken over de verschillende vormen van terugbetaling die beschikbaar zijn.

(58)

Om het risico te verminderen dat activagerelateerde tokens voor waardeopslag worden gebruikt, mogen uitgevers van activagerelateerde tokens en aanbieders van cryptoactivadiensten bij het aanbieden van activagerelateerde tokens verband houdende cryptoactivadiensten geen rente toekennen aan houders van activagerelateerde tokens voor de tijdsduur waarbinnen die houders die activagerelateerde tokens houden.

(59)

Activagerelateerde tokens en e-moneytokens moeten als significant worden beschouwd indien zij aan bepaalde criteria voldoen of waarschijnlijk zullen voldoen, waaronder een grote cliëntenbasis, een grote marktkapitalisatie of een groot aantal transacties. Als zodanig kunnen zij door een groot aantal houders worden gebruikt en kan hun gebruik voor specifieke uitdagingen zorgen in termen van financiële stabiliteit, transmissie van het monetaire beleid of monetaire soevereiniteit. Dergelijke significante activagerelateerde tokens en e-moneytokens moeten daarom aan strengere voorwaarden worden onderworpen dan andere activagerelateerde tokens of e-moneytokens die niet als significant worden beschouwd. Meer bepaald moeten uitgevers van significante e-moneytokens worden onderworpen aan hogere kapitaalvereisten en aan interoperabiliteitsvereisten, en moeten zij een beleid inzake liquiditeitsbeheer voeren. De Commissie moet in het kader van haar evaluatie van de toepassing van deze verordening nagaan of de drempels om een activagerelateerde token of e-moneytoken als significant in te delen, passend zijn. Die evaluatie moet in voorkomend geval vergezeld gaan van een wetgevingsvoorstel.

(60)

Een alomvattende monitoring van het gehele ecosysteem van uitgevers van activagerelateerde tokens is belangrijk om de echte omvang en impact van dergelijke tokens te bepalen. Om alle transacties met betrekking tot een bepaalde activagerelateerde token in aanmerking te nemen, omvat de monitoring van dergelijke tokens de monitoring van alle transacties die worden afgewikkeld, ongeacht of zij worden afgewikkeld op de distributed ledger (“on-chain”) dan wel buiten de distributed ledger (“off-chain”), met inbegrip van transacties tussen cliënten van dezelfde aanbieder van cryptoactivadiensten.

(61)

Het is met name belangrijk om de transacties met activagerelateerde tokens te ramen die verband houden met het gebruik als ruilmiddel binnen een gebied met één munt, met name die in verband met betalingen van schulden zoals in de context van transacties met handelaren. Die transacties mogen geen transacties omvatten die verband houden met beleggingsfuncties en -diensten zoals een ruilmiddel voor geldmiddelen of andere cryptoactiva, tenzij er bewijs is dat de activagerelateerde token wordt gebruikt voor de afwikkeling van transacties in andere cryptoactiva. Er is sprake van een gebruik voor de afwikkeling van transacties in andere cryptoactiva in gevallen waarin een transactie met twee delen cryptoactiva, die verschillen van de activagerelateerde tokens, in de activagerelateerde tokens wordt afgewikkeld. Wanneer activagerelateerde tokens op grote schaal worden gebruikt als ruilmiddel binnen een gebied met één munt, moeten uitgevers bovendien worden verplicht het activiteitsniveau te verminderen. Een activagerelateerde token moet als grootschalig gebruikt ruilmiddel worden beschouwd indien het gemiddelde aantal en de gemiddelde geaggregeerde waarde van de transacties per dag die verband houden met het gebruik als ruilmiddel binnen een gebied met één munt hoger zijn dan respectievelijk 1 000 000 en 200 000 000 EUR.

(62)

Wanneer activagerelateerde tokens een ernstige bedreiging vormen voor de goede werking van het betalingsverkeer, de transmissie van het monetaire beleid of de monetaire soevereiniteit, moeten centrale banken de bevoegde autoriteit kunnen verzoeken om de vergunning van de uitgever van die activagerelateerde tokens in te trekken. Wanneer activagerelateerde tokens een bedreiging vormen voor de goede werking van het betalingsverkeer, de transmissie van het monetaire beleid of de monetaire soevereiniteit, moeten centrale banken de bevoegde autoriteit kunnen verzoeken het aantal van die uit te geven activagerelateerde tokens te beperken, of een minimumdenominatiebedrag op te leggen.

(63)

Deze verordening geldt onverminderd het nationale recht inzake het gebruik van nationale en buitenlandse valuta bij transacties tussen ingezetenen, dat is vastgesteld door niet tot de eurozone behorende lidstaten bij de uitoefening van hun prerogatief van monetaire soevereiniteit.

(64)

Uitgevers van activagerelateerde tokens moeten een herstelplan voorbereiden dat voorziet in door de uitgever te nemen maatregelen om opnieuw te voldoen aan de vereisten die van toepassing zijn op de activareserve, onder meer in gevallen waarin het voldoen aan terugbetalingsverzoeken tijdelijke onbalansen in de activareserve veroorzaakt. De bevoegde autoriteit moet de bevoegdheid hebben om de terugbetaling van activagerelateerde tokens tijdelijk op te schorten om de belangen van de houders van activagerelateerde tokens en de financiële stabiliteit te beschermen.

(65)

Uitgevers van activagerelateerde tokens moeten beschikken over een plan voor de gecontroleerde terugbetaling van de tokens zodat de rechten van de houders van de activagerelateerde tokens beschermd worden indien de uitgevers niet in staat zijn hun verplichtingen na te komen, onder meer in geval van stopzetting van de uitgifte van activagerelateerde tokens. Indien de uitgever van activagerelateerde tokens een kredietinstelling of een entiteit is die binnen het toepassingsgebied van Richtlijn 2014/59/EU van het Europees Parlement en de Raad (18) valt, moet de bevoegde autoriteit de betrokken afwikkelingsautoriteit raadplegen. Die afwikkelingsautoriteit moet worden toegestaan om het terugbetalingsplan te onderzoeken om na te gaan welke elementen daarin de afwikkelbaarheid of de afwikkelingsstrategie van de uitgever of de in het afwikkelingsplan van de uitgever opgenomen maatregelen nadelig kunnen beïnvloeden, en aanbevelingen te doen aan de bevoegde autoriteit met betrekking tot die aangelegenheden. Daarbij moet het de afwikkelingsautoriteit ook worden toegestaan na te gaan of er wijzigingen in het afwikkelingsplan of de afwikkelingsstrategie nodig zijn, in overeenstemming met de bepalingen van Richtlijn 2014/59/EU en Verordening (EU) nr. 806/2014 van het Europees Parlement en de Raad (19), naargelang het geval. Een dergelijk onderzoek door de afwikkelingsautoriteit mag geen afbreuk doen aan de bevoegdheden van de prudentiële toezichthoudende autoriteit of van de afwikkelingsautoriteit, naargelang het geval, om crisispreventie- of crisisbeheersmaatregelen te nemen.

(66)

Uitgevers van e-moneytokens moeten beschikken over een vergunning als kredietinstelling op grond van Richtlijn 2013/36/EU dan wel als instelling voor elektronisch geld op grond van Richtlijn 2009/110/EG. E-moneytokens moeten worden beschouwd als “elektronisch geld” zoals die term is gedefinieerd in Richtlijn 2009/110/EG en de uitgevers ervan moeten, tenzij in deze verordening anders is bepaald, voldoen aan de relevante vereisten van Richtlijn 2009/110/EG voor de toegang tot, de uitoefening van en het prudentieel toezicht op de werkzaamheden van instellingen voor elektronisch geld en de vereisten inzake de uitgifte en terugbetaalbaarheid van e-moneytokens. Uitgevers van e-moneytokens moeten een cryptoactivawitboek opstellen en hun bevoegde autoriteit daarvan in kennis stellen. Vrijstellingen met betrekking tot beperkte netwerken, betreffende bepaalde transacties door aanbieders van elektronische-communicatienetwerken en betreffende instellingen voor elektronisch geld die slechts een beperkt maximumbedrag aan elektronisch geld uitgeven, op basis van de in Richtlijn 2009/110/EG gespecificeerde facultatieve vrijstellingen, moeten ook van toepassing zijn op e-moneytokens. Uitgevers van e-moneytokens moeten echter nog steeds worden verplicht een cryptoactivawitboek op te stellen om kopers te informeren over de kenmerken en risico’s van de e-moneytokens en moeten ook worden verplicht de bevoegde autoriteit in kennis te stellen van het cryptoactivawitboek vóór de publicatie ervan.

(67)

Houders van e-moneytokens moeten een vordering krijgen op de uitgever van de betrokken e-moneytokens. Houders van e-moneytokens moeten steeds een recht krijgen op terugbetaling tegen de nominale waarde in geldmiddelen in de officiële valuta waarnaar de e-moneytoken verwijst. De bepalingen van Richtlijn 2009/110/EG betreffende de mogelijkheid om een vergoeding aan te rekenen voor terugbetaling zijn niet relevant in de context van e-moneytokens.

(68)

Om het risico te verminderen dat e-moneytokens voor waardeopslag worden gebruikt, mogen uitgevers van e-moneytokens en aanbieders van cryptoactivadiensten bij het aanbieden van met e-moneytokens verband houdende cryptoactivadiensten geen rente toekennen aan gebruikers van e-moneytokens, ook geen rente die niet gerelateerd is aan de tijdsduur waarbinnen die gebruikers dergelijke e-moneytokens houden.

(69)

Het cryptoactivawitboek dat een uitgever van e-moneytokens opstelt, moet alle informatie over die uitgever en over de aanbieding van e-moneytokens of de toelating daarvan tot de handel bevatten die noodzakelijk is om aspirant-kopers een weloverwogen aankoopbeslissing te laten nemen en de “aan de aanbieding van e-moneytokens verbonden risico’s te laten begrijpen. Het cryptoactivawitboek moet ook uitdrukkelijk verwijzen naar het recht van houders van e-moneytokens om hun e-moneytokens tegen nominale waarde te allen tijde te doen terugbetalen in geldmiddelen in de officiële valuta waarnaar de e-moneytokens verwijzen.

(70)

Indien een uitgever van e-moneytokens de in ruil voor e-moneytokens ontvangen geldmiddelen belegt, moeten dergelijke geldmiddelen worden belegd in activa die in dezelfde officiële valuta luiden als dat waarnaar de e-moneytoken verwijst, teneinde valutarisico’s te vermijden.

(71)

Significante e-moneytokens zouden grotere risico’s voor de financiële stabiliteit kunnen inhouden dan e-moneytokens die niet significant zijn en traditioneel elektronisch geld. Daarom moeten uitgevers van significante e-moneytokens die instellingen voor elektronisch geld zijn aan aanvullende voorwaarden worden onderworpen. Dergelijke uitgevers van significante e-moneytokens moeten met name worden onderworpen aan hogere kapitaalvereisten dan uitgevers van andere e-moneytokens en aan interoperabiliteitsvereisten, en moeten een beleid inzake liquiditeitsbeheer voeren. Ze moeten ook sommige dezelfde vereisten in acht nemen die gelden voor uitgevers van activagerelateerde tokens met betrekking tot de activareserve, zoals die inzake bewaring en belegging van de activareserve. Die vereisten voor uitgevers van significante e-moneytokens moeten van toepassing zijn in plaats van de artikelen 5 en 7 van Richtlijn 2009/110/EG. Aangezien die bepalingen van Richtlijn 2009/110/EG niet van toepassing zijn op kredietinstellingen bij de uitgifte van elektronisch geld, mogen de aanvullende vereisten voor significante e-moneytokens uit hoofde van deze verordening evenmin van toepassing zijn.

(72)

Uitgevers van e-moneytokens moeten herstel- en terugbetalingsplannen hebben om ervoor te zorgen dat de rechten van de houders van de e-moneytokens worden beschermd wanneer uitgevers niet in staat zijn hun verplichtingen na te komen.

(73)

In de meeste lidstaten is de aanbieding van cryptoactivadiensten nog niet gereguleerd, ondanks de potentiële risico’s die zij inhouden voor de beleggersbescherming, de marktintegriteit en de financiële stabiliteit. Om dergelijke risico’s aan te pakken, voorziet deze verordening in operationele, organisatorische en prudentiële vereisten op Unieniveau die van toepassing zijn op aanbieders van cryptoactivadiensten.

(74)

Om doeltreffend toezicht mogelijk te maken en de mogelijkheid van ontwijking of omzeiling van het toezicht uit te sluiten, mogen cryptoactivadiensten alleen worden aangeboden door rechtspersonen die een statutaire zetel hebben in een lidstaat waar zij substantiële bedrijfsactiviteiten verrichten, waaronder het aanbieden van cryptoactivadiensten. Ondernemingen die geen rechtspersonen zijn, zoals commerciële partnerschappen, moeten onder bepaalde voorwaarden ook worden toegestaan om cryptoactivadiensten te aan te bieden. Het is van essentieel belang dat aanbieders van cryptoactivadiensten hun activiteiten in de Unie doeltreffend blijven beheren om te voorkomen dat doeltreffend prudentieel toezicht wordt ondermijnd en om te zorgen voor de handhaving van de vereisten uit hoofde van deze verordening die zijn bedoeld om de bescherming van investeerders, de integriteit van de markt en de financiële stabiliteit te waarborgen. Regelmatig nauw rechtstreeks contact tussen toezichthouders en het verantwoordelijke management van aanbieders van cryptoactivadiensten moet een essentieel onderdeel van dit toezicht zijn. Aanbieders van cryptoactivadiensten moeten daarom hun plaats van werkelijke leiding in de Unie hebben, en ten minste één van de directeuren moet woonachtig zijn in de Unie. De plaats van werkelijke leiding is de plaats waar de belangrijkste bestuurs- en commerciële beslissingen worden genomen die nodig zijn voor de bedrijfsvoering.

(75)

Deze verordening mag geen afbreuk doen aan de mogelijkheid voor in de Unie gevestigde personen om op eigen initiatief cryptoactiva te ontvangen van een onderneming uit een derde land. Indien een onderneming uit een derde land op eigen initiatief van een in de Unie gevestigde persoon diensten aanbiedt, mogen de cryptoactiva niet worden aangemerkt als zijnde in de Unie aangeboden. Indien een onderneming uit een derde land cliënten of potentiële cliënten in de Unie benadert, dan wel cryptoactivadiensten of -activiteiten promoot of daarvoor adverteert, mogen die diensten niet als op eigen initiatief van de cliënt aangeboden cryptoactivadiensten worden aangemerkt. In een dergelijk geval moet de onderneming uit een derde land een vergunning als aanbieder van cryptoactivadiensten krijgen.

(76)

Gezien de tot op heden betrekkelijk kleine omvang van aanbieders van cryptoactivadiensten, moet de bevoegdheid inzake vergunningverlening aan en toezicht op dergelijke dienstenaanbieders aan nationale bevoegde autoriteiten worden toevertrouwd. Een vergunning als aanbieder van cryptoactivadiensten moet worden verleend, geweigerd of ingetrokken door de bevoegde autoriteit van de lidstaat waar de entiteit haar statutaire zetel heeft. Indien een vergunning wordt verleend, moet daarin worden vermeld voor welke cryptoactivadiensten de aanbieder van cryptoactivadiensten een vergunning krijgt, en zij moet gelden voor de hele Unie.

(77)

Om te zorgen voor de voortdurende bescherming van het financiële stelsel van de Unie tegen de risico’s van het witwassen van geld en terrorismefinanciering, moet ervoor worden gezorgd dat aanbieders van cryptoactivadiensten verscherpte controles uitvoeren op financiële verrichtingen waarbij cliënten en financiële instellingen uit derde landen betrokken zijn die zijn opgenomen in de lijst van derde landen met een hoog risico omdat het jurisdicties zijn die strategische tekortkomingen vertonen in hun nationale regelingen ter bestrijding van het witwassen van geld en terrorismefinanciering die aanzienlijke bedreigingen vormen voor het financiële stelsel van de Unie als bedoeld in Richtlijn (EU) 2015/849 van het Europees Parlement en de Raad (20).

(78)

Bepaalde ondernemingen die onder de wetgevingshandelingen van de Unie inzake financiële diensten vallen, moeten de mogelijkheid krijgen om alle of sommige cryptoactivadiensten aan te bieden zonder dat zij uit hoofde van deze verordening een vergunning als aanbieder van cryptoactivadiensten hoeven te verkrijgen indien zij hun bevoegde autoriteiten bepaalde informatie meedelen alvorens die diensten voor het eerst aan te bieden. In dergelijke gevallen moeten die ondernemingen worden beschouwd als aanbieders van cryptoactivadiensten en moeten de relevante administratieve bevoegdheden waarin deze verordening voorziet, met inbegrip van de bevoegdheid om bepaalde cryptoactivadiensten op te schorten of te verbieden, op hen van toepassing zijn. Die ondernemingen moeten onderworpen zijn aan alle vereisten die uit hoofde van deze verordening op aanbieders van cryptoactivadiensten van toepassing zijn, met uitzondering van vergunningsvereisten, eigenvermogensvereisten en de goedkeuringsprocedure met betrekking tot aandeelhouders en leden die een gekwalificeerde deelneming bezitten, aangezien die aangelegenheden vallen onder de respectieve wetgevingshandelingen van de Unie op grond waarvan zij een vergunning hebben gekregen. De kennisgevingsprocedure voor kredietinstellingen die voornemens zijn op grond van deze verordening cryptoactivadiensten aan te bieden, mag geen afbreuk doen aan de nationaalrechtelijke bepalingen tot omzetting van Richtlijn 2013/36/EU die procedures uiteenzetten voor de vergunningverlening aan kredietinstellingen voor het aanbieden van de in bijlage I bij die richtlijn vermelde diensten.

(79)

Om bescherming van consumenten, de marktintegriteit en de financiële stabiliteit te garanderen, moeten aanbieders van cryptoactivadiensten steeds eerlijk, rechtvaardig en professioneel en in het belang van hun cliënten handelen. Cryptoactivadiensten moeten als financiële diensten zoals gedefinieerd in Richtlijn 2002/65/EG van het Europees Parlement en de Raad worden beschouwd in gevallen waarin zij aan de criteria van die richtlijn voldoen. Wanneer de overeenkomsten tussen aanbieders van cryptoactivadiensten en consumenten van op afstand worden verkocht, moeten zij ook onder Richtlijn 2002/65/EG vallen, tenzij in deze verordening uitdrukkelijk anders is bepaald. Aanbieders van cryptoactivadiensten moeten hun cliënten volledige, correcte, duidelijke en niet-misleidende informatie verschaffen en hen waarschuwen over de “aan cryptoactiva verbonden risico’s. Aanbieders van cryptoactivadiensten moeten hun tariefbeleid openbaar maken, moeten een klachtenbehandelingsprocedure opzetten en moeten beschikken over een robuust beleid om belangenconflicten te identificeren, te voorkomen, te beheren en openbaar te maken.

(80)

Om de bescherming van consumenten te waarborgen, moeten uit hoofde van deze verordening vergunde aanbieders van cryptoactivadiensten bepaalde prudentiële vereisten in acht nemen. Die prudentiële vereisten moeten worden bepaald als een vast bedrag of in verhouding tot de vaste kosten van aanbieders van cryptoactivadiensten van het voorgaande jaar, afhankelijk van de soorten diensten die zij aanbieden.

(81)

Voor aanbieders van cryptoactivadiensten moeten strenge organisatorische vereisten gelden. De leden van het leidinggevende orgaan van aanbieders van cryptoactivadiensten moeten deskundig en betrouwbaar zijn en mogen met name niet veroordeeld zijn voor een strafbaar feit op het gebied van het witwassen van geld of terrorismefinanciering of voor enig ander strafbaar feit dat hun goede reputatie zou aantasten. De aandeelhouders of leden, natuurlijke of rechtspersonen zijnde, die, direct of indirect, een gekwalificeerde deelneming in aanbieders van cryptoactivadiensten hebben, moeten een voldoende goede reputatie hebben en mogen met name niet veroordeeld zijn voor met het witwassen van geld of terrorismefinanciering verband houdende strafbare feiten of enig ander strafbaar feit dat hun goede reputatie zou aantasten. Bovendien moeten de bevoegde autoriteiten, indien de invloed die wordt uitgeoefend door aandeelhouders en leden die gekwalificeerde deelnemingen in aanbieders van cryptoactivadiensten hebben, naar verwachting nadelig zal zijn voor de gedegen en prudente bedrijfsvoering van de aanbieder van cryptoactivadiensten, rekening houdend met onder meer hun eerdere activiteiten, het risico dat zij illegale activiteiten verrichten, of de invloed of zeggenschap van de overheid van een derde land, de bevoegdheid hebben om die risico’s het hoofd te bieden. Aanbieders van cryptoactivadiensten moeten leidinggevenden en personeel in dienst hebben die over voldoende kennis, vaardigheden en ervaring beschikken en moeten alle redelijke maatregelen nemen voor het vervullen van hun taken, onder meer door het voorbereiden van een bedrijfscontinuïteitsplan. Zij moeten over gedegen internecontrolemechanismen en risicobeoordelingsmechanismen beschikken, alsook over passende systemen en procedures om de integriteit en de vertrouwelijkheid van ontvangen informatie te waarborgen. Aanbieders van cryptoactivadiensten moeten over de nodige regelingen beschikken om van alle transacties, orders en diensten die zij met betrekking tot cryptoactivadiensten aanbieden, alle gegevens te kunnen bijhouden. Zij moeten beschikken ook over systemen die mogelijk marktmisbruik door cliënten aan het licht brengen.

(82)

Om de bescherming van hun cliënten te waarborgen, moeten aanbieders van cryptoactivadiensten over passende regelingen beschikken om de eigendomsrechten van cliënten ten aanzien van de cryptoactiva die zij bezitten, veilig te stellen. Indien hun bedrijfsmodel van hen verlangt dat zij geldmiddelen zoals gedefinieerd in Richtlijn (EU) 2015/2366 aanhouden in de vorm van bankbiljetten, muntstukken, giraal geld of elektronisch geld dat eigendom is van hun cliënten, moeten aanbieders van cryptoactivadiensten dergelijke geldmiddelen bij een kredietinstelling of een centrale bank plaatsen, indien een rekening bij de centrale bank beschikbaar is. Aanbieders van cryptoactivadiensten wordt alleen toegestaan betalingstransacties te verrichten met betrekking tot de cryptoactivadiensten die zij aanbieden, indien zij over een vergunning als betalingsinstelling overeenkomstig die richtlijn beschikken.

(83)

Afhankelijk van de diensten die zij aanbieden en als gevolg van de specifieke risico’s die elk type diensten met zich brengt, moeten aanbieders van cryptoactivadiensten worden onderworpen aan voor die diensten specifieke vereisten. Aanbieders van cryptoactivadiensten die namens cliënten bewarings- en beheerdiensten voor cryptoactiva aanbieden, moeten met hun cliënten een overeenkomst met bepaalde bindende bepalingen sluiten en moeten een bewaringsbeleid vaststellen en ten uitvoer leggen dat op verzoek aan cliënten in een elektronisch formaat beschikbaar moet worden gesteld. In een dergelijke overeenkomst moet onder meer de aard van de verleende dienst worden gespecificeerd, waaronder het aanhouden van cryptoactiva die aan cliënten toebehoren of de middelen om toegang te krijgen tot dergelijke cryptoactiva, in welk geval de cliënt de controle over de cryptoactiva kan houden. Als alternatief kunnen de cryptoactiva of de toegangsmiddelen onder de volledige controle van de aanbieder van cryptoactivadiensten komen. Aanbieders van cryptoactivadiensten die aan cliënten toebehorende cryptoactiva of de middelen voor toegang tot dergelijke cryptoactiva aanhouden, moeten ervoor zorgen dat die cryptoactiva niet voor eigen rekening worden gebruikt. De aanbieders van cryptoactivadiensten moeten ervoor zorgen dat alle aangehouden cryptoactiva nooit bezwaard zijn. Die aanbieders van cryptoactivadiensten moeten ook aansprakelijk worden gehouden voor eventuele verliezen die resulteren uit een met informatie- en communicatietechnologie (“ICT”) verband houdend incident, met inbegrip van een door een cyberaanval veroorzaak incident, diefstal of storing. Hardware- of softwareaanbieders van niet-gehoste portemonnees mogen niet binnen het toepassingsgebied van deze verordening vallen.

(84)

Om te zorgen voor de ordelijke werking van cryptoactivamarkten, moeten aanbieders van cryptoactivadiensten die een cryptoactivahandelsplatform exploiteren, over gedetailleerde exploitatieregels beschikken, moeten zij ervoor zorgen dat hun systemen en procedures voldoende weerbaar zijn, moeten zij worden onderworpen aan pre- en posttransactionele transparantievereisten die aan de cryptoactivamarkten zijn aangepast en moeten zij transparante en niet-discriminerende regels op basis van objectieve criteria vaststellen die de toegang tot hun platformen reguleren. Aanbieders van cryptoactivadiensten die een cryptoactivahandelsplatform exploiteren, moeten ook over een transparante vergoedingsstructuur voor de aangeboden diensten beschikken, om te vermijden dat orders worden geplaatst die aan marktmisbruik of ongecontroleerde transactievoorwaarden kunnen bijdragen. Aanbieders van cryptoactivadiensten die een cryptoactivahandelsplatform exploiteren, moeten de mogelijkheid hebben om transacties on-chain en off-chain af te wikkelen en moeten streven naar een tijdige afwikkeling. De afwikkeling van transacties moet worden geïnitieerd binnen 24 uur nadat een transactie op het handelsplatform is uitgevoerd. In het geval van een off-chainafwikkeling moet de afwikkeling op dezelfde werkdag worden geïnitieerd, terwijl in het geval van een on-chainafwikkeling de afwikkeling langer kan duren omdat de aanbieder van cryptoactivadiensten die het handelsplatform exploiteert, er geen zeggenschap over uitoefent.

(85)

Om de consumentenbescherming te waarborgen, moeten aanbieders van cryptoactivadiensten die cryptoactiva omwisselen voor geldmiddelen of voor andere cryptoactiva door hun eigen kapitaal te gebruiken, een niet-discriminerend commercieel beleid vaststellen. Zij moeten ofwel vaste bied- en laatkoersen bekendmaken ofwel de methode die zij gebruiken om de koers te bepalen van de cryptoactiva die zij willen uitwisselen, en zij moeten eventuele limieten publiceren die zij ten aanzien van de uitwisseling wensen vast te stellen. Zij moeten ook aan posttransactionele transparantievereisten worden onderworpen.

(86)

Aanbieders van cryptoactivadiensten die namens cliënten cryptoactivaorders uitvoeren, moeten een uitvoeringsbeleid opstellen en moeten steeds trachten het best mogelijke resultaat voor hun cliënten te bereiken, zelfs wanneer zij als de tegenpartij van een cliënt optreden. Zij moeten alle noodzakelijke maatregelen treffen om te voorkomen dat hun personeelsleden informatie over orders van cliënten misbruiken. Aanbieders van cryptoactivadiensten die orders ontvangen en die orders aan andere aanbieders van cryptoactivadiensten doorgeven, moeten procedures voor de snelle en correcte toezending van die orders toepassen. Aanbieders van cryptoactivadiensten mogen geen geldelijke of niet-geldelijke voordelen ontvangen voor het doorgeven van die orders aan een bepaald cryptoactivahandelsplatform of aan andere aanbieders van cryptoactivadiensten. Zij moeten toezien op de doeltreffendheid van hun orderuitvoeringsregelingen en -uitvoeringsbeleid, waarbij zij nagaan of de in het orderuitvoeringsbeleid opgenomen plaatsen van uitvoering tot het best mogelijke resultaat voor de cliënt leiden dan wel of zij hun uitvoeringsregelingen moeten wijzigen, en zij moeten cliënten met wie zij een lopende cliëntrelatie hebben, in kennis stellen van materiële wijzigingen in hun orderuitvoeringsregelingen of -uitvoeringsbeleid.

(87)

Wanneer een aanbieder van cryptoactivadiensten die namens cliënten cryptoactivaorders uitvoert, de tegenpartij van de cliënt is, kunnen er gelijkenissen zijn met de diensten van omwisseling van cryptoactiva voor geldmiddelen of andere cryptoactiva. Bij de omwisseling van cryptoactiva voor geldmiddelen of andere cryptoactiva wordt de koers voor dergelijke uitwisselingen echter vrij bepaald door de aanbieder van cryptoactivadiensten als een wisselkoers. Bij de uitvoering van cryptoactivaorders namens cliënten moet de aanbieder van cryptoactivadiensten echter altijd ervoor zorgen dat hij, in overeenstemming met zijn beste uitvoeringsbeleid, het best mogelijke resultaat voor zijn cliënt verkrijgt, ook wanneer hij optreedt als tegenpartij van de cliënt. De omwisseling van cryptoactiva voor geldmiddelen of andere cryptoactiva door de uitgever of aanbieder mag geen cryptoactivadienst zijn.

(88)

Aanbieders van cryptoactivadiensten die cryptoactiva voor aspirant-houders plaatsen, moeten, voordat een overeenkomst wordt gesloten, aan die personen informatie meedelen over de wijze waarop zij hun dienst willen uitvoeren. Om te zorgen voor de bescherming van hun cliënten, moeten aanbieders van cryptoactivadiensten die beschikken over een vergunning voor het plaatsen van cryptoactiva, beschikken over specifieke en passende procedures om belangenconflicten te voorkomen, te monitoren, te beheren en openbaar te maken wanneer zij cryptoactiva bij hun cliënten plaatsen en wanneer de voorgestelde prijs voor het plaatsen van cryptoactiva te hoog of te laag is geraamd. Het plaatsen van cryptoactiva namens een aanbieder mag niet als een afzonderlijke aanbieding worden beschouwd.

(89)

Om de consumentenbescherming te waarborgen, moeten aanbieders van cryptoactivadiensten die advies geven over cryptoactiva, hetzij op verzoek van een cliënt, hetzij op eigen initiatief, of die portefeuillebeheer van cryptoactiva verzorgen, beoordelen of die cryptoactivadiensten of cryptoactiva geschikt zijn voor de cliënten, rekening houdend met hun ervaring, kennis, doelstellingen en vermogen om verliezen te dragen. Indien de cliënten de aanbieders van cryptoactivadiensten geen informatie verstrekken over hun ervaring, kennis, doelstellingen en vermogen om verliezen te dragen, of indien het duidelijk is dat de cryptoactiva niet geschikt zijn voor de cliënten, mogen aanbieders van cryptoactivadiensten dergelijke cryptoactivadiensten of cryptoactiva niet aan die cliënten aanbevelen, noch aanvangen met het verzorgen van portefeuillebeheer van cryptoactiva. Bij het verstrekken van advies over cryptoactiva moeten aanbieders van cryptoactivadiensten cliënten een verslag verstrekken dat de geschiktheidsbeoordeling moet omvatten waarin wordt gespecificeerd welk advies is verstrekt en hoe het aan de voorkeuren en doelstellingen van cliënten beantwoordt. Bij het verzorgen van portefeuillebeheer van cryptoactiva moeten aanbieders van cryptoactivadiensten hun cliënten periodieke overzichten verstrekken, met inbegrip van een evaluatie van hun activiteiten en van de prestaties van de portefeuille, alsook een bijgewerkte verklaring over de geschiktheidsbeoordeling.

(90)

Sommige cryptoactivadiensten, met name het bewaren en beheren van cryptoactiva namens cliënten, het plaatsen van cryptoactiva en cryptoactivaoverdrachtdiensten namens cliënten, kunnen overlappen met betalingsdiensten zoals gedefinieerd in Richtlijn (EU) 2015/2366.

(91)

De instrumenten die uitgevers van elektronisch geld aan hun cliënten ter beschikking stellen om een e-moneytoken te beheren, zijn mogelijk niet te onderscheiden van de activiteit van het aanbieden van bewarings- en beheersdiensten zoals geregeld in deze verordening. instellingen voor elektronisch geld moeten dan ook bewaringsdiensten kunnen aanbieden zonder voorafgaande vergunning uit hoofde van deze verordening om alleen met betrekking tot de door hen uitgegeven e-moneytokens cryptoactivadiensten aan te kunnen bieden.

(92)

De activiteit van traditionele distributeurs van elektronisch geld, namelijk die van de distributie van elektronisch geld namens uitgevers, zou neerkomen op het plaatsen van cryptoactiva voor de toepassing van deze verordening. Natuurlijke of rechtspersonen die op grond van Richtlijn 2009/110/EG elektronisch geld mogen distribueren, moeten echter ook e-moneytokens kunnen distribueren namens uitgevers van e-moneytokens zonder dat zij uit hoofde van deze verordening een voorafgaande vergunning moeten krijgen om cryptoactivadiensten aan te bieden. Dergelijke distributeurs moeten derhalve vrijgesteld zijn van het vereiste om een vergunning aan te vragen als aanbieder van cryptoactivadiensten voor het plaatsen van cryptoactiva.

(93)

Een aanbieder van cryptoactivaoverdrachtdiensten moet een entiteit zijn die voorziet in de overdracht, namens een cliënt, van cryptoactiva van één distributed-ledger-adres of -rekening naar een andere. Een dergelijke overdrachtdienst mag geen validators, knooppunten of miners omvatten die een rol spelen bij de bevestiging van een transactie en het bijwerken van de toestand van de onderliggende distributed ledger. Veel aanbieders van cryptoactivadiensten bieden ook een soort cryptoactivaoverdrachtdienst aan als onderdeel, bijvoorbeeld van de dienst van het bewaren en beheren van cryptoactiva namens cliënten, het omwisselen van cryptoactiva voor geldmiddelen of andere cryptoactiva, of het uitvoeren van cryptoactivaorders namens cliënten. Afhankelijk van de precieze kenmerken van de met de overdracht van e-moneytokens verband houdende diensten kunnen dergelijke diensten vallen onder de definitie van betalingsdiensten van Richtlijn (EU) 2015/2366. In dergelijke gevallen moeten die overdrachten worden verricht door een entiteit die overeenkomstig die richtlijn vergund is betalingsdiensten aan te bieden.

(94)

Deze verordening mag geen betrekking hebben op het verstrekken en aangaan van leningen in cryptoactiva, waaronder e-moneytokens, en mag derhalve geen afbreuk doen aan het toepasselijke nationale recht. De haalbaarheid en noodzaak van de regulering van dergelijke activiteiten moeten nader worden beoordeeld.

(95)

Het is belangrijk om het vertrouwen in cryptoactivamarkten en in de marktintegriteit te waarborgen. Daarom moeten regels worden vastgesteld die marktmisbruik ontraden voor tot de handel toegelaten cryptoactiva. Aangezien uitgevers van cryptoactiva en aanbieders van cryptoactivadiensten echter zeer vaak kleine en middelgrote ondernemingen zijn, zou het onevenredig zijn om alle bepalingen van Verordening (EU) nr. 596/2014 van het Europees Parlement en de Raad (21) op hen toe te passen. Daarom is het noodzakelijk om te voorzien in specifieke regels die bepaalde gedragingen verbieden die het gebruikersvertrouwen in cryptoactivamarkten en de integriteit van die markten dreigen aan te tasten, zoals handel met voorwetenschap, onrechtmatige openbaarmaking van voorwetenschap en marktmanipulatie in verband met cryptoactiva. Die specifieke regels inzake marktmisbruik ten aanzien van cryptoactiva moeten ook worden toegepast indien cryptoactiva tot de handel zijn toegelaten.

(96)

Aan deelnemers van cryptoactivamarkten moet meer rechtszekerheid worden geboden door een karakterisering te geven van twee elementen die essentieel zijn voor de specificatie van voorwetenschap, met name de precieze aard van die informatie en het belang van de potentiële gevolgen ervan voor de koersen van cryptoactiva. Die elementen moeten ook in aanmerking worden genomen voor het voorkomen van marktmisbruik in de context van cryptoactivamarkten en de werking ervan, waarbij bijvoorbeeld rekening moet worden gehouden met het gebruik van sociale media, het gebruik van slimme contracten voor de uitvoering van orders en de concentratie van mining pools.

(97)

Derivaten die kunnen worden aangemerkt als financiële instrumenten zoals gedefinieerd in Richtlijn 2014/65/EU en waarvan het onderliggende activum een cryptoactivum is, vallen onder Verordening (EU) nr. 596/2014 wanneer zij worden verhandeld op een gereglementeerde markt, een multilaterale handelsfaciliteit of een georganiseerde handelsfaciliteit. Binnen het toepassingsgebied van deze verordening vallende cryptoactiva, dat wil zeggen de onderliggende cryptoactiva van die derivaten, moeten onder de bepalingen inzake marktmisbruik van deze verordening vallen.

(98)

Aan bevoegde autoriteiten moeten voldoende bevoegdheden worden verleend om toezicht te houden op de uitgifte, de aanbieding aan het publiek en de toelating tot de handel van cryptoactiva, met inbegrip van activagerelateerde tokens of e-moneytokens, en om toezicht te houden op aanbieders van cryptoactivadiensten. Die bevoegdheden moeten de bevoegdheid inhouden om een aanbieding aan het publiek of een toelating tot de handel van cryptoactiva of het aanbieden van een cryptoactivadienst op te schorten of te verbieden, en om een onderzoek in te stellen naar inbreuken op de regels inzake marktmisbruik. De uitgevers van andere cryptoactiva dan activagerelateerde tokens of e-moneytokens mogen niet onderworpen zijn aan toezicht uit hoofde van deze verordening wanneer de uitgever geen aanbieder is of een persoon die verzoekt om toelating tot de handel.

(99)

De bevoegde autoriteiten moeten ook de bevoegdheid krijgen om sancties op te leggen aan uitgevers, aanbieders of personen die verzoeken om toelating tot de handel van cryptoactiva, met inbegrip van activagerelateerde tokens of e-moneytokens, en aan aanbieders van cryptoactivadiensten. Bij het bepalen van het type en de hoogte van een administratieve sanctie of andere administratieve maatregel moeten de bevoegde autoriteiten rekening houden met alle relevante omstandigheden, waaronder de ernst en de duur van de inbreuk en de vraag of deze opzettelijk is gepleegd.

(100)

Gezien het grensoverschrijdende karakter van cryptoactivamarkten moeten bevoegde autoriteiten onderling samenwerken om inbreuken op deze verordening aan het licht te brengen en te ontmoedigen.

(101)

Om de transparantie met betrekking tot cryptoactiva en aanbieders van cryptoactivadiensten te bevorderen, moet de ESMA voorzien in een register van cryptoactivawitboeken, uitgevers van activagerelateerde tokens, uitgevers van e-moneytokens en aanbieders van cryptoactivadiensten.

(102)

Significante activagerelateerde tokens kunnen als ruilmiddel worden gebruikt en om grote volumes betalingstransacties uit te voeren. Aangezien zulke grote volumes specifieke risico’s met zich mee kunnen brengen voor monetaire transmissiekanalen en de monetaire soevereiniteit, moet de EBA de taak krijgen om toezicht te houden op de uitgevers van activagerelateerde tokens zodra dergelijke tokens als significant zijn ingedeeld. Een dergelijke toewijzing moet rekening houden met de zeer specifieke aard van de risico’s van activagerelateerde tokens en mag geen precedent scheppen voor andere wetgevingshandelingen van de Unie inzake financiële diensten.

(103)

De op grond van Richtlijn 2009/110/EG met het toezicht belaste bevoegde autoriteiten moeten toezicht uitoefenen op uitgevers van e-moneytokens. Gezien evenwel het potentieel wijdverbreide gebruik van significante e-moneytokens als betaalmiddel en de risico’s die zij voor de financiële stabiliteit kunnen inhouden, is een duaal toezicht door zowel de bevoegde autoriteiten als de EBA op uitgevers van significante e-moneytokens noodzakelijk. De EBA moet toezicht houden op de inachtneming door uitgevers van significante e-moneytokens van de specifieke aanvullende vereisten die in deze verordening voor dergelijke tokens worden vastgesteld. Aangezien de specifieke aanvullende vereisten alleen van toepassing mogen zijn op instellingen voor elektronisch geld die significante e-moneytokens uitgeven, moeten kredietinstellingen die significante e-moneytokens uitgeven waarop dergelijke vereisten niet van toepassing zijn, onder toezicht blijven staan van hun respectieve bevoegde autoriteiten. Het dubbele toezicht moet gericht zijn op de zeer specifieke aard van de risico’s van e-moneytokens en mag geen precedent scheppen voor andere wetgevingshandelingen van de Unie inzake financiële diensten.

(104)

Significante e-moneytokens in een officiële valuta van een andere lidstaat dan de euro, die worden gebruikt als ruilmiddel en om grote volumes betalingstransacties af te wikkelen, kunnen, hoewel het onwaarschijnlijk is dat dit zich voordoet, specifieke risico’s vormen voor de monetaire soevereiniteit van de lidstaat in de officiële valuta waarvan zij luiden. Indien ten minste 80 % van het aantal houders en van het transactievolume van die significante e-moneytokens geconcentreerd wordt in de lidstaat van herkomst, mogen de toezichthoudende verantwoordelijkheden niet aan de EBA worden overgedragen.

(105)

De EBA moet een college van toezichthouders oprichten voor elke uitgever van activagerelateerde tokens en significante e-moneytokens. Aangezien uitgevers van significante activagerelateerde tokens en van significante e-moneytokens gewoonlijk centraal staan in een netwerk van entiteiten die zorgen voor de uitgifte, overdracht en distributie van dergelijke cryptoactiva, moeten de leden van het college van toezichthouders voor elke uitgever daarom onder meer de bevoegde autoriteiten van de relevantste cryptoactivahandelsplatforms omvatten in gevallen waarin de significante activagerelateerde tokens of de significante e-moneytokens tot de handel zijn toegelaten, en de bevoegde autoriteiten van de relevantste entiteiten en aanbieders van cryptoactivadiensten die namens de houders zorgen voor de bewaring en het beheer van de significante activagerelateerde tokens en significante e-moneytokens. Het college van toezichthouders voor uitgevers van significante activagerelateerde tokens en significante e-moneytokens moet bijdragen tot de samenwerking en informatie-uitwisseling tussen zijn leden en moet niet-bindende adviezen uitbrengen over onder meer wijzigingen in vergunningverlening of toezichtmaatregelen ten aanzien van dergelijke uitgevers.

(106)

Om toezicht te kunnen houden op de uitgevers van significante activagerelateerde tokens en van significante e-moneytokens, moet de EBA de bevoegdheid hebben om onder meer inspecties ter plaatse uit voeren, toezichtmaatregelen te nemen en geldboeten op te leggen.

(107)

De EBA moet aan uitgevers van significante activagerelateerde tokens en van significante e-moneytokens vergoedingen aanrekenen om haar kosten, waaronder haar vaste kosten, te dekken. Voor de uitgevers van significante activagerelateerde tokens moet de vergoeding in verhouding staan tot de omvang van hun activareserve. Voor uitgevers van significante e-moneytokens moet de vergoeding in verhouding staan tot het bedrag van de in ruil voor de significante e-moneytokens ontvangen geldmiddelen.

(108)

Teneinde de doeltreffendheid van deze verordening te waarborgen, moet aan de Commissie de bevoegdheid worden overgedragen om overeenkomstig artikel 290 VWEU handelingen vast te stellen ten aanzien van de nadere specificatie van de technische elementen van de definities in deze verordening teneinde deze aan te passen aan markt- en technologische ontwikkelingen, waarbij bepaalde criteria nader worden gespecificeerd om te bepalen of een activagerelateerde token of een e-moneytoken als significant moet worden ingedeeld, waarbij wordt bepaald wanneer er sprake is van een significante reden tot bezorgdheid over de beleggersbescherming of een bedreiging voor de goede werking en integriteit van cryptoactivamarkten of voor de stabiliteit van het geheel of een deel van het financiële stelsel van de Unie, tot nadere bepaling van de procedureregels voor de uitoefening van de bevoegdheid van de EBA om geldboeten of dwangsommen op te leggen, met inbegrip van bepalingen inzake de rechten van verdediging, termijnbepalingen en de inning van geldboeten of dwangsommen, en de verjaringstermijnen voor het opleggen en afdwingen van geldboeten en dwangsommen, en tot nadere bepaling van het soort en het bedrag van de toezichtvergoedingen die de EBA kan aanrekenen aan de uitgevers van significante activagerelateerde tokens of significante e-moneytokens. Het is van bijzonder belang dat de Commissie bij haar voorbereidende werkzaamheden tot passende raadplegingen overgaat, onder meer op deskundigenniveau, en dat die raadplegingen gebeuren in overeenstemming met de beginselen die zijn vastgelegd in het Interinstitutioneel Akkoord van 13 april 2016 over beter wetgeven (22). Met name om te zorgen voor gelijke deelname aan de voorbereiding van gedelegeerde handelingen ontvangen het Europees Parlement en de Raad alle documenten op hetzelfde tijdstip als de deskundigen van de lidstaten en hebben hun deskundigen systematisch toegang tot de vergaderingen van de deskundigengroepen van de Commissie die zich bezighouden met de voorbereiding van de gedelegeerde handelingen.

(109)

Om de coherente toepassing van deze verordening in de hele Unie te bevorderen, met inbegrip van een passende bescherming van cryptoactivahouders en cliënten van de aanbieders van cryptoactivadiensten in de Unie, met name wanneer het consumenten betreft, moeten technische normen worden ontwikkeld. Het is doelmatig en passend om de EBA en de ESMA, als organen met hooggespecialiseerde expertise, te belasten met de ontwikkeling van aan de Commissie voor te leggen ontwerpen van technische reguleringsnormen die geen beleidskeuzen inhouden.

(110)

De Commissie moet worden gemachtigd om technische reguleringsnormen vast te stellen die door de ESMA en de EBA zijn ontwikkeld met betrekking tot: de inhoud, methodologieën en presentatie van informatie in een cryptoactivawitboek over de belangrijkste ongunstige effecten op het klimaat en andere milieugerelateerde negatieve effecten van het consensusmechanisme dat wordt gebruikt om het cryptoactivum uit te geven; de procedure voor de goedkeuring van cryptoactivawitboeken die door kredietinstellingen worden ingediend bij de uitgifte van activagerelateerde tokens; de informatie die een aanvraag voor een vergunning als uitgever van activagerelateerde tokens moet bevatten; de methode voor de raming van het gemiddelde aantal per kwartaal en de gemiddelde geaggregeerde waarde van transacties per dag die verband houden met het gebruik van activagerelateerde tokens en e-moneytokens in een valuta die niet de officiële valuta van een lidstaat is als een betaalmiddel in elke zone van één munt, de vereisten, templates en procedures voor de behandeling van klachten van houders van activagerelateerde tokens en van cliënten van aanbieders van cryptoactivadiensten; de vereisten voor de beleidslijnen en procedures voor het identificeren, voorkomen, beheren en openbaar maken van belangenconflicten van uitgevers van activagerelateerde tokens en de details en methodologie voor de inhoud van die openbaarmaking; de procedure en het tijdschema voor de aanpassing van een uitgever van activagerelateerde tokens en significante e-moneytokens aan hogere eigenvermogensvereisten, de criteria voor het eisen van hoger eigen vermogen en de minimumvereisten voor het ontwerp van stresstestprogramma’s; de liquiditeitsvereisten voor de activareserve; de financiële instrumenten waarin de activareserve kan worden belegd; gedetailleerde inhoud van de informatie die nodig is voor de beoordeling van de voorgenomen verwerving van de gekwalificeerde deelneming in een uitgever van activagerelateerde tokens, vereisten voor aanvullende verplichtingen voor uitgevers van significante activagerelateerde tokens; de informatie die kredietinstellingen, centrale effectenbewaarinstellingen, beleggingsondernemingen, marktexploitanten, instellingen voor elektronisch geld, icbe-beheermaatschappijen en abi-beheerders die voornemens zijn cryptoactivadiensten te verrichten, daarvan in kennis stellen aan de bevoegde autoriteiten; de informatie die een vergunningsaanvraag voor een aanbieder van cryptoactivadiensten bevat; de inhoud, methoden en presentatie van informatie die de aanbieder van cryptoactivadiensten openbaar maakt en die verband houdt met de belangrijkste negatieve effecten op het klimaat en andere milieugerelateerde negatieve effecten van het consensusmechanisme dat wordt gebruikt voor de uitgifte van elk cryptoactivum waarvoor zij diensten verlenen; maatregelen ter waarborging van de continuïteit en regelmatigheid van de uitvoering van de cryptoactivadiensten en de bij te houden vastleggingen van alle cryptoactivadiensten, -orders en -transacties die zij verrichten; de vereisten voor het beleid inzake het identificeren, voorkomen, beheren en openbaar maken van belangenconflicten van aanbieders van cryptoactivadiensten en de details en methodologie voor de inhoud van die openbaarmaking; de wijze waarop transparantiegegevens van de exploitant van een handelsplatform moeten worden aangeboden en de inhoud en het formaat van de orderboekgegevens met betrekking tot het handelsplatform; de gedetailleerde inhoud van de informatie die nodig is om de voorgenomen verwerving van de gekwalificeerde deelneming in een aanbieder van cryptoactivadiensten te beoordelen; de passende regelingen, systemen en procedures voor het monitoren en opsporen van marktmisbruik; het meldingsmodel voor het melden van vermoedens van marktmisbruik en coördinatieprocedures tussen de relevante bevoegde autoriteiten voor de opsporing van marktmisbruik; de tussen de bevoegde autoriteiten uit te wisselen informatie; een modeldocument voor samenwerkingsovereenkomsten tussen de bevoegde autoriteiten van lidstaten en de toezichthoudende autoriteiten van derde landen; de gegevens die nodig zijn voor de classificatie van cryptoactivawitboeken in het register van de ESMA en de praktische regelingen om ervoor te zorgen dat deze gegevens machineleesbaar zijn; de voorwaarden waaronder bepaalde leden van het college van toezichthouders voor uitgevers van significante activagerelateerde tokens en uitgevers van significante e-moneytokens als het meest relevant in hun categorie moeten worden beschouwd; en de voorwaarden waaronder activagerelateerde tokens of e-moneytokens op grote schaal worden gebruikt voor het kwalificeren van bepaalde leden van dat college en nadere bijzonderheden over de praktische regelingen voor de werking van dat college. De Commissie moet die technische reguleringsnormen vaststellen bij gedelegeerde handelingen op grond van artikel 290 VWEU en overeenkomstig de artikelen 10 tot en met 14 van Verordening (EU) nr. 1093/2010 respectievelijk (EU) nr. 1095/2010.

(111)

De Commissie moet de bevoegdheid worden verleend om door de EBA en de ESMA opgestelde technische uitvoeringsnormen vast te stellen met betrekking tot; de vaststelling van standaardformulieren, formats en templates voor cryptoactivawitboeken; de vaststelling van standaardformulieren, templates en procedures voor de doorgifte van informatie ten behoeve van de aanvraag van een vergunning als uitgever van activagerelateerde tokens; de vaststelling van standaardformulieren, formats en templates voor de rapportering over activagerelateerde tokens en e-money tokens in een valuta die niet de officiële valuta van een lidstaat is en die worden uitgegeven met een waarde van meer dan 100 000 000 EUR; de vaststelling van standaardformulieren, templates en procedures voor de kennisgeving van informatie aan de bevoegde autoriteiten door kredietinstellingen, centrale effectenbewaarinstellingen, beleggingsondernemingen, marktexploitanten, instellingen voor elektronisch geld, icbe-beheermaatschappijen en abi-beheerders die voornemens zijn cryptoactivadiensten aan te bieden; vaststelling van standaardformulieren, templates en procedures voor de aanvraag van een vergunning als aanbieder van cryptoactivadiensten; het bepalen van de technische middelen voor de openbaarmaking van voorwetenschap en voor het uitstellen van de openbaarmaking van voorwetenschap; en de vaststelling van standaardformulieren, templates en procedures voor de samenwerking en informatie-uitwisseling tussen bevoegde autoriteiten onderling en tussen de bevoegde autoriteiten, de EBA en de ESMA. De Commissie moet deze technische uitvoeringsnormen vaststellen door middel van uitvoeringshandelingen overeenkomstig artikel 291 VWEU en artikel 15 van Verordening (EU) nr. 1093/2010 en artikel 15 van Verordening (EU) nr. 1095/2010.

(112)

Daar de doelstellingen van deze verordening, namelijk het aanpakken van de versnippering van het rechtskader dat van toepassing is op aanbieders of personen die verzoeken om toelating tot de handel van andere cryptoactiva dan activagerelateerde tokens en e-moneytokens, van uitgevers van activagerelateerde tokens en e-moneytokens en van aanbieders van cryptoactivadiensten, en het verzekeren van het correcte functioneren van cryptoactivamarkten terwijl wordt gezorgd voor de bescherming van cliënten van aanbieders van cryptoactivadiensten, met name individuele houders, alsook voor de bescherming van marktintegriteit en financiële stabiliteit, niet voldoende door de lidstaten kunnen worden verwezenlijkt, maar door het creëren van een kader waarbinnen zich een bredere grensoverschrijdende cryptoactivamarkt en aanbieders van cryptoactivadiensten kan ontwikkelen, beter door de Unie kunnen worden verwezenlijkt, kan de Unie, overeenkomstig het in artikel 5 van het Verdrag betreffende de Europese Unie neergelegde subsidiariteitsbeginsel, maatregelen nemen. Overeenkomstig het in hetzelfde artikel neergelegde evenredigheidsbeginsel gaat deze verordening niet verder dan nodig is om deze doelstellingen te verwezenlijken.

(113)

Om te vermijden dat verstoring plaatsvindt van marktdeelnemers die diensten en activiteiten verrichten met betrekking tot andere cryptoactiva dan activagerelateerde tokens en e-moneytokens die vóór de datum van toepassing van deze verordening zijn uitgegeven, moeten uitgevers van dergelijke cryptoactiva worden vrijgesteld van de verplichting om een cryptoactivawitboek te publiceren en van bepaalde andere vereisten van deze verordening. Bepaalde verplichtingen moeten echter van toepassing zijn wanneer die cryptoactiva vóór de datum van toepassing van deze verordening tot de handel werden toegelaten. Om verstoring van bestaande marktdeelnemers te voorkomen, zijn overgangsbepalingen nodig voor uitgevers van activagerelateerde tokens die operationeel waren op het moment van inwerkingtreding van deze verordening.

(114)

Aangezien de nationale regelgevingskaders die van toepassing zijn op aanbieders van cryptoactivadiensten voordat deze verordening van toepassing wordt, van lidstaat tot lidstaat verschillen, is het van essentieel belang dat de lidstaten die momenteel niet beschikken over strenge prudentiële vereisten voor aanbieders van cryptoactivadiensten die momenteel onder hun regelgevingskaders opereren, de mogelijkheid hebben om van dergelijke aanbieders van cryptoactivadiensten te verlangen dat zij aan strengere vereisten worden onderworpen dan die van de nationale regelgevingskaders. In dergelijke gevallen moet het de lidstaten worden toegestaan de overgangsperiode van 18 maanden die aanbieders van cryptoactivadiensten anders zou toestaan diensten aan te bieden op basis van hun bestaande nationale regelgevingskader, niet toe te passen of te verkorten. Een dergelijke mogelijkheid voor de lidstaten mag geen precedent scheppen voor andere wetgevingshandelingen van de Unie inzake financiële diensten.

(115)

Klokkenluiders moeten nieuwe informatie onder de aandacht van bevoegde autoriteiten kunnen brengen, hetgeen laatstgenoemden helpt om inbreuken op deze verordening aan het licht te brengen en sancties op te leggen. Deze verordening moet er dan ook voor zorgen dat er passende regelingen worden ingevoerd waarmee klokkenluiders de bevoegde autoriteiten op daadwerkelijke of potentiële inbreuken op deze verordening attent kunnen maken, en tegen represailles worden beschermd. Dat moet gebeuren door Richtlijn (EU) 2019/1937 van het Europees Parlement en de Raad (23) te wijzigen teneinde ze voor inbreuken op deze verordening te laten gelden.

(116)

Aangezien de EBA moet worden belast met het rechtstreekse toezicht op uitgevers van significante activagerelateerde tokens en van significante e-moneytokens en de ESMA moet worden gemachtigd om haar bevoegdheden in te zetten ten aanzien van significante aanbieders van cryptoactivadiensten, moet ervoor worden gezorgd dat de EBA en de ESMA al hun bevoegdheden en taken kunnen uitoefenen om hun doelstellingen van bescherming van het algemeen belang te verwezenlijken door bij te dragen tot de stabiliteit en doeltreffendheid van het financiële stelsel op korte, middellange en lange termijn, voor de economie van de Unie, haar burgers en ondernemingen, en om ervoor te zorgen dat uitgevers van cryptoactiva en aanbieders van cryptoactivadiensten onder de Verordeningen (EU) nr. 1093/2010 en (EU) nr. 1095/2010 vallen. Die verordeningen moeten derhalve dienovereenkomstig worden gewijzigd.

(117)

De uitgifte, aanbieding of aanvraag voor het in de handel brengen van cryptoactiva en het aanbieden van cryptoactivadiensten kunnen gepaard gaan met de verwerking van persoonsgegevens. De verwerking van persoonsgegevens in het kader van deze verordening moet worden uitgevoerd in overeenstemming met het toepasselijke Unierecht inzake de bescherming van persoonsgegevens. Deze verordening doet geen afbreuk aan de rechten en plichten uit hoofde van Verordening (EU) 2016/679 van het Europees Parlement en de Raad (24) en Verordening (EU) 2018/1725 van het Europees Parlement en de Raad (25).

(118)

Overeenkomstig artikel 42, lid 1, van Verordening (EU) 2018/1725 is de Europese Toezichthouder voor gegevensbescherming geraadpleegd, en op 24 juni 2021 heeft hij een advies uitgebracht (26).

(119)

De toepassing van deze verordening moet worden uitgesteld zodat technische reguleringsnormen, technische uitvoeringsnormen en gedelegeerde handelingen kunnen worden vastgesteld die noodzakelijk zijn om bepaalde onderdelen van deze verordening nader in te vullen,

HEBBEN DE VOLGENDE VERORDENING VASTGESTELD:

TITEL I

ONDERWERP, TOEPASSINGSGEBIED EN DEFINITIES

Artikel 1

Onderwerp

1.   Deze verordening voorziet in eenvormige vereisten voor de aanbieding aan het publiek en de toelating tot de handel op een handelsplatform van andere cryptoactiva dan activagerelateerde tokens en e-money-tokens, van activagerelateerde tokens en e-moneytokens, alsook in vereisten voor aanbieders van cryptoactivadiensten.

2.   In deze verordening worden met name vastgesteld:

a)

transparantie- en openbaarmakingsvereisten voor de uitgifte, de aanbieding aan het publiek en de toelating van cryptoactiva tot de handel op een cryptoactivahandelsplatform (“toelating tot de handel”);

b)

vereisten voor de vergunningverlening aan en het toezicht op aanbieders van cryptoactivadiensten, uitgevers van activagerelateerde tokens en uitgevers van e-moneytokens, alsmede voor hun werking, organisatie en bestuur;

c)

vereisten inzake de bescherming van cryptoactivahouders bij de uitgifte, aanbieding aan het publiek en toelating tot de handel van cryptoactiva;

d)

vereisten inzake de bescherming van cliënten van aanbieders van cryptoactivadiensten;

e)

maatregelen om handel met voorwetenschap, onrechtmatige openbaarmaking van voorwetenschap en marktmanipulatie in verband met cryptoactiva te voorkomen, teneinde de integriteit van cryptoactivamarkten te waarborgen.

Artikel 2

Toepassingsgebied

1.   Deze verordening is van toepassing op natuurlijke en rechtspersonen en bepaalde andere ondernemingen die zich in de Unie met de uitgifte, de aanbieding aan het publiek of de toelating tot de handel van cryptoactiva bezighouden of cryptoactivagerelateerde diensten aanbieden.

2.   Deze verordening is niet van toepassing op:

a)

personen die uitsluitend cryptoactivadiensten aanbieden voor hun moederondernemingen, voor hun eigen dochterondernemingen of voor andere dochterondernemingen van hun moederondernemingen;

b)

een vereffenaar of een bewindvoerder die handelt in het kader van een insolventieprocedure, behalve voor de toepassing van artikel 47;

c)

de ECB, centrale banken van de lidstaten wanneer zij handelen in hun hoedanigheid van monetaire autoriteiten, of andere overheidsinstanties van de lidstaten;

d)

de Europese Investeringsbank en haar dochterondernemingen;

e)

de Europese Faciliteit voor financiële stabiliteit en het Europees stabiliteitsmechanisme;

f)

publiekrechtelijke internationale organisaties.

3.   Deze verordening is niet van toepassing op unieke cryptoactiva die niet fungibel met andere cryptoactiva zijn.

4.   Deze verordening is evenwel niet van toepassing op cryptoactiva die kunnen worden aangemerkt als een of meer van het volgende:

a)

financiële instrumenten;

b)

deposito’s, met inbegrip van gestructureerde deposito’s;

c)

geldmiddelen, behalve indien zij als e-moneytokens kunnen worden aangemerkt;

d)

securitisatieposities in het kader van een securitisatie zoals gedefinieerd in artikel 2, punt 1, van Verordening (EU) 2017/2402;

e)

schade- of levensverzekeringsproducten die vallen onder de in de bijlagen I en II bij Richtlijn 2009/138/EG van het Europees Parlement en de Raad (27) genoemde verzekeringsbranches of in die richtlijn bedoelde herverzekerings- en retrocessieovereenkomsten;

f)

pensioenproducten die naar nationaal recht worden geacht voornamelijk tot doel te hebben de belegger van een pensioeninkomen te voorzien, en die de belegger het recht geven op bepaalde uitkeringen;

g)

officieel erkende bedrijfspensioenregelingen die binnen het toepassingsgebied van Richtlijn (EU) 2016/2341 van het Europees Parlement en de Raad (28) of Richtlijn 2009/138/EG vallen;

h)

individuele pensioenproducten waarvoor naar nationaal recht een financiële bijdrage van de werkgever is vereist en waarbij de werkgever of de werknemer geen vrijheid heeft in de keuze van het pensioenproduct of de aanbieder;

i)

een pan-Europees persoonlijk pensioenproduct zoals gedefinieerd in artikel 2, punt 2, van Verordening (EU) 2019/1238 van het Europees Parlement en de Raad (29);

j)

socialezekerheidsregelingen die vallen onder Verordeningen (EG) nr. 883/2004 (30) en (EG) 987/2009 van het Europees Parlement en de Raad (31).

5.   Uiterlijk op 30 december 2024 vaardigt de ESMA, voor de toepassing van lid 4, punt a), van dit artikel richtsnoeren uit overeenkomstig artikel 16 van Verordening (EU) nr. 1095/2010 betreffende de voorwaarden en criteria voor de kwalificatie van cryptoactiva als financiële instrumenten.

6.   Deze verordening doet geen afbreuk aan Verordening (EU) nr. 1024/2013.

Artikel 3

Definities

1.   Voor de toepassing van deze verordening wordt verstaan onder:

1)

“distributed-ledger-technologie” of “DLT”: een technologie die de werking en het gebruik van distributed ledgers mogelijk maakt;

2)

“distributed ledger”: een informatieopslagplaats waar afschriften van transacties worden geregistreerd en die wordt gedeeld over en gesynchroniseerd tussen een reeks DLT-netwerkknooppunten (DLT network nodes) door middel van een consensusmechanisme;

3)

“consensusmechanisme”: de regels en procedures waarmee tussen DLT-netwerkknooppunten wordt overeengekomen dat een transactie wordt gevalideerd;

4)

“DLT-netwerkknooppunt”: een apparaat of proces dat deel uitmaakt van een netwerk en een volledige of gedeeltelijke kopie bevat van de gegevens van alle transacties in een distributed ledger;

5)

“cryptoactivum”: een digitale weergave van een waarde of een recht die elektronisch kan worden overgedragen en opgeslagen, met gebruikmaking van distributed-ledger-technologie of vergelijkbare technologie;

6)

“activagerelateerde token”: een type cryptoactivum dat geen e-moneytoken is en dat een stabiele waarde tracht te behouden door te verwijzen naar een andere waarde of een ander recht of een combinatie daarvan, met inbegrip van een of meer officiële valuta;

7)

“elektronischgeldtoken” of “e-moneytoken”: een type cryptoactivum dat een stabiele waarde tracht te behouden door te verwijzen naar de waarde van een officiële valuta;

8)

“officiële valuta”: een door een centrale bank of een andere monetaire autoriteit uitgegeven officiële valuta van een land;

9)

“gebruikstoken” (utility token): een type cryptoactivum dat alleen bedoeld is om toegang te verlenen tot een goed dat of een dienst die door de uitgever ervan wordt aangeboden;

10)

“uitgever”: een natuurlijke of rechtspersoon, of andere onderneming, die cryptoactiva uitgeeft;

11)

“aanvragende uitgever”: een uitgever van activagerelateerde tokens of e-moneytokens die machtiging vraagt om die cryptoactiva aan het publiek te mogen aanbieden of verzoekt om toelating om in die cryptoactiva te mogen handelen;

12)

“aanbieding aan het publiek”: een in eender welke vorm en met eender welk middel tot personen gerichte mededeling waarin voldoende informatie over de voorwaarden van de aanbieding en de aangeboden cryptoactiva wordt verstrekt om aspirant-houders in staat te stellen te beslissen of zij die cryptoactiva al dan niet willen aankopen;

13)

“aanbieder”: een natuurlijke of rechtspersoon, of andere onderneming, of de uitgever, die cryptoactiva aanbiedt aan het publiek;

14)

“geldmiddelen”: geldmiddelen zoals gedefinieerd in artikel 4, punt 25), van Richtlijn (EU) 2015/2366;

15)

“aanbieder van cryptoactivadiensten”: een rechtspersoon of andere onderneming waarvan de activiteit of het bedrijf bestaat in het beroepsmatig aanbieden van één of meer cryptoactivadiensten aan cliënten, en die overeenkomstig artikel 59 cryptoactivadiensten mag aanbieden;

16)

“cryptoactivadienst”: elk van de hierna genoemde diensten en activiteiten die verband houden met een cryptoactivum:

a)

het bewaren en beheren van cryptoactiva namens cliënten;

b)

het exploiteren van een cryptoactivahandelsplatform;

c)

het omwisselen van cryptoactiva voor geldmiddelen;

d)

het omwisselen van cryptoactiva voor andere cryptoactiva;

e)

het uitvoeren van cryptoactivaorders namens cliënten;

f)

het plaatsen van cryptoactiva;

g)

het ontvangen en doorgeven van cryptoactivaorders namens cliënten;

h)

het verlenen van advies over cryptoactiva;

i)

het verzorgen van portefeuillebeheer voor cryptoactiva;

j)

het verlenen van cryptoactivaoverdrachtdiensten namens cliënten;

17)

“het bewaren en beheren van cryptoactiva namens cliënten”: het namens cliënten bewaren of beheren van cryptoactiva of van de toegangsmiddelen tot dergelijke cryptoactiva, in voorkomend geval in de vorm van geheime cryptografische sleutels;

18)

“het exploiteren van een cryptoactivahandelsplatform”: het beheren van een of meer multilaterale systemen, die op zodanige wijze meerdere aankoop- en verkoopintenties van derden met betrekking tot cryptoactiva samenbrengen of vergemakkelijken, in het systeem en in overeenstemming met de regels ervan, dat er een overeenkomst uit voortvloeit, door de omwisseling van cryptoactiva voor geldmiddelen dan wel door de omwisseling van cryptoactiva voor andere cryptoactiva;

19)

“het omwisselen van cryptoactiva voor geldmiddelen”: het sluiten van aan- of verkoopovereenkomsten voor cryptoactiva tegen geldmiddelen met cliënten met gebruikmaking van eigen kapitaal;

20)

“het omwisselen van cryptoactiva voor andere cryptoactiva”: het sluiten van aan- of verkoopovereenkomsten voor cryptoactiva tegen andere cryptoactiva met cliënten met gebruikmaking van eigen kapitaal;

21)

“het uitvoeren van cryptoactivaorders namens cliënten”: het sluiten, namens cliënten, van overeenkomsten tot aan- of verkoop van een of meer cryptoactiva of het inschrijven namens cliënten op een of meer cryptoactiva, met inbegrip van het sluiten van overeenkomsten tot verkoop van cryptoactiva op het moment van hun aanbieding aan het publiek of toelating tot de handel;

22)

“het plaatsen van cryptoactiva”: het op de markt brengen, namens of voor rekening van de aanbieder of van een met de aanbieder verbonden partij, van cryptoactiva aan kopers;

23)

“het ontvangen en doorgeven van cryptoactivaorders namens cliënten”: het van een persoon ontvangen van een order om één of meer cryptoactiva te kopen of te verkopen dan wel in te schrijven op één of meer cryptoactiva en het doorgeven van dat order aan een derde partij voor uitvoering;

24)

“het verlenen van advies over cryptoactiva”: het aan een cliënt op verzoek van de cliënt dan wel op initiatief van de adviesverlenende aanbieder van cryptoactivadiensten aanbieden, geven of instemmen om te geven, van gepersonaliseerde aanbevelingen met betrekking tot een of meer cryptoactivagerelateerde transacties, of het gebruik van cryptoactivadiensten;

25)

“het verzorgen van portefeuillebeheer voor cryptoactiva”: het per cliënt op discretionaire basis beheren van portefeuilles overeenkomstig een door de cliënten gegeven opdrachten, voor zover die portefeuilles een of meer cryptoactiva bevatten;

26)

“het verlenen van cryptoactivaoverdrachtdiensten namens cliënten”: het verlenen, namens een natuurlijke of rechtspersoon, van diensten van overdracht van cryptoactiva van één distributed-ledgeradres of -rekening naar een andere;

27)

“leidinggevend orgaan”: het orgaan of de organen van een uitgever, aanbieder of persoon die verzoekt om toelating tot de handel, of van een aanbieder van cryptoactivadiensten, die overeenkomstig het nationale recht zijn aangewezen en die gemachtigd zijn de strategie, doelstellingen en algemene leiding van de entiteit vast te stellen en fungeren als toezichthouder op en bewaker van de leidinggevende besluitvorming van de entiteit en die personen omvatten die effectief leiding geven aan het bedrijf van de entiteit;

28)

“kredietinstelling”: een kredietinstelling zoals gedefinieerd in artikel 4, lid 1, punt 1, van Verordening (EU) nr. 575/2013 en toegelaten uit hoofde van Richtlijn 2013/36/EU;

29)

“beleggingsonderneming”: een beleggingsonderneming zoals gedefinieerd in artikel 4, lid 1, punt 2, van Verordening (EU) nr. 575/2013 en toegelaten uit hoofde van Richtlijn 2014/65/EU;

30)

“gekwalificeerde beleggers”: personen of entiteiten die worden vermeld in de punten 1 tot met 4 van deel I van bijlage II bij Richtlijn 2014/65/EU;

31)

“nauwe banden”: nauwe banden zoals gedefinieerd in artikel 4, lid 1, punt 35, van Richtlijn 2014/65/EU;

32)

“activareserve”: de mand van reserveactiva die de vordering ten opzichte van de uitgever;

33)

“lidstaat van herkomst”:

a)

indien de aanbieder of persoon die verzoekt om toelating tot de handel van andere cryptoactiva dan activagerelateerde tokens of e-moneytokens zijn statutaire zetel in de Unie heeft: de lidstaat waar die aanbieder of persoon zijn statutaire zetel heeft;

b)

indien de aanbieder of persoon die verzoekt om toelating tot de handel van andere cryptoactiva dan activagerelateerde tokens of e-moneytokens geen statutaire zetel in de Unie heeft doch een of meer bijkantoren in de Unie heeft: de lidstaat die die aanbieder of persoon die om toelating verzoekt heeft gekozen uit de lidstaten waar hij zijn bijkantoren heeft;

c)

indien de aanbieder of persoon die verzoekt om toelating tot de handel van andere cryptoactiva dan activagerelateerde tokens of e-moneytokens is gevestigd in een derde land en geen bijkantoor in de Unie heeft: de lidstaat waar de cryptoactiva voor het eerst aan het publiek zullen worden aangeboden dan wel, naar keuze van de aanbieder of persoon die verzoekt om toelating tot de handel, de lidstaat waar de eerste aanvraag wordt gedaan om die cryptoactiva tot de handel toe te laten;

d)

in geval van een uitgever van activagerelateerde tokens: de lidstaat waar die uitgever van activagerelateerde tokens zijn statutaire zetel heeft;

e)

in geval van een uitgever van e-moneytokens: de lidstaat waar de uitgever van e-moneytokens beschikt over een vergunning als kredietinstelling op grond van Richtlijn 2013/36/EU of als een instelling voor elektronisch geld op grond van Richtlijn 2009/110/EG;

f)

in geval van aanbieders van cryptoactivadiensten: de lidstaat waar de aanbieder van cryptoactivadiensten zijn statutaire zetel heeft;

34)

“lidstaat van ontvangst”: de lidstaat waar een aanbieder of persoon die verzoekt om toelating tot de handel een aanbieding van cryptoactiva aan het publiek heeft gedaan of waar hij om toelating tot de handel heeft verzocht, of waar een aanbieder van cryptoactivadiensten aanbiedt, indien deze verschilt van de lidstaat van herkomst;

35)

“bevoegde autoriteit”: één of meer autoriteiten die

a)

door elke lidstaat overeenkomstig artikel 93 zijn aangewezen met betrekking tot aanbieders, personen die om toelating verzoeken tot de handel in andere cryptoactiva dan activagerelateerde tokens en e-moneytokens, uitgevers van activagerelateerde tokens of aanbieders van cryptoactivadiensten;

b)

door elke lidstaat voor de toepassing van Richtlijn 2009/110/EG zijn aangewezen met betrekking tot uitgevers van e-moneytokens;

36)

“gekwalificeerde deelneming”: het direct of indirect houden van een deelneming in een uitgever van activagerelateerde tokens of in een aanbieder van cryptoactivadiensten van ten minste 10 % van het kapitaal of van de stemrechten, zoals respectievelijk uiteengezet in de artikelen 9 en 10 van Richtlijn 2004/109/EG van het Europees Parlement en de Raad (32), rekening houdend met de in artikel 12, leden 4 en 5, van die richtlijn bedoelde voorwaarden voor samenvoeging daarvan, dan wel van een deelneming die het mogelijk maakt een significante invloed uit te oefenen op het beheer van de uitgever van activagerelateerde tokens of op het beheer van een aanbieder van cryptoactivadiensten waarin wordt deelgenomen;

37)

“individuele houder”: een natuurlijke persoon die handelt voor doeleinden die geen verband houden met zijn of haar handels-, bedrijfs-, ambachts- of beroepsactiviteit;

38)

“online interface”: software, met inbegrip van een website, een deel van een website of een applicatie, die wordt beheerd door of namens een aanbieder of een aanbieder van cryptoactivadiensten, en die dient om cryptoactivahouders toegang te verlenen tot hun cryptoactiva en cliënten toegang te geven tot cryptoactivadiensten;

39)

“cliënt”: een natuurlijke of rechtspersoon aan wie een aanbieder van cryptoactivadiensten aanbiedt;

40)

“matched principal trading”: matched principal trading zoals gedefinieerd in artikel 4, lid 1, punt 38, van Richtlijn 2014/65/EU;

41)

“betalingsdiensten”: betalingsdiensten zoals gedefinieerd in artikel 4, punt 3, van Richtlijn (EU) 2015/2366;

42)

“betalingsdienstaanbieder”: een betalingsdienstaanbieder zoals gedefinieerd in artikel 4, punt 11, van Richtlijn (EU) 2015/2366;

43)

“instelling voor elektronisch geld”: een instelling voor elektronisch geld zoals gedefinieerd in artikel 2, punt 1, van Richtlijn 2009/110/EG;

44)

“elektronisch geld”: elektronisch geld zoals gedefinieerd in artikel 2, punt 2, van Richtlijn 2009/110/EG;

45)

“persoonsgegevens”: persoonsgegevens zoals gedefinieerd in artikel 4, punt 1, van Verordening (EU) 2016/679;

46)

“betalingsinstelling”: een betalingsinstelling zoals gedefinieerd in artikel 4, punt 4, van Richtlijn (EU) 2015/2366;

47)

“icbe-beheermaatschappij”: een beheermaatschappij zoals gedefinieerd in artikel 2, lid 1, punt b), van Richtlijn 2009/65/EG van het Europees Parlement en de Raad (33);

48)

“abi-beheerder”: een abi-beheerder zoals gedefinieerd in artikel 4, lid 1, punt b), van Richtlijn 2011/61/EU van het Europees Parlement en de Raad (34);

49)

“financieel instrument”: financiële instrumenten zoals gedefinieerd in artikel 4, lid 1, punt 15, van Richtlijn 2014/65/EU;

50)

“deposito”: een deposito zoals gedefinieerd in artikel 2, lid 1, punt 3, van Richtlijn 2014/49/EU;

51)

“gestructureerd deposito” een gestructureerd deposito zoals gedefinieerd in artikel 4, lid 1, punt 43, van Richtlijn 2014/65/EU.

2.   De Commissie stelt overeenkomstig artikel 139 gedelegeerde handelingen vast tot aanvulling van deze verordening door technische elementen van de in lid 1 van dit artikel bepaalde definities nader in te vullen en die definities aan te passen aan markt- en technologische ontwikkelingen.

TITEL II

ANDERE CRYPTOACTIVA DAN ACTIVAGERELATEERDE TOKENS OF E-MONEYTOKENS

Artikel 4

Aanbiedingen aan het publiek van andere cryptoactiva dan activagerelateerde tokens of e-moneytokens

1.   Een persoon mag in de Unie geen ander cryptoactivum dan een activagerelateerde token of e-moneytoken aan het publiek aanbieden tenzij die persoon:

a)

een rechtspersoon is;

b)

voor dat cryptoactivum een cryptoactivawitboek heeft opgesteld overeenkomstig artikel 6;

c)

kennis heeft gegeven van het cryptoactivawitboek overeenkomstig artikel 8;

d)

het cryptoactivawitboek heeft gepubliceerd overeenkomstig artikel 9;

e)

voor dat cryptoactivum de eventuele reclame-uitingen heeft opgesteld overeenkomstig artikel 7;

f)

voor dat cryptoactivum de eventuele reclame-uitingen heeft gepubliceerd overeenkomstig artikel 9;

g)

voldoet aan de in artikel 14 vastgestelde voorschriften voor aanbieders.

2.   Lid 1, punten b), c), d), en f), zijn niet van toepassing op de volgende soorten aanbiedingen aan het publiek van andere cryptoactiva dan activagerelateerde tokens of e-moneytokens:

a)

een aanbieding aan minder dan 150 natuurlijke of rechtspersonen per lidstaat indien dergelijke personen voor eigen rekening handelen;

b)

een aanbieding aan het publiek van een cryptoactivum in de Unie waarvan de totale tegenwaarde over een periode van twaalf maanden te rekenen vanaf het begin van de aanbieding niet meer bedraagt dan 1 000 000 EUR of het equivalent daarvan in een andere valuta of in cryptoactiva;

c)

een aanbieding van een cryptoactivum die uitsluitend is gericht tot gekwalificeerde beleggers indien het cryptoactivum alleen door dergelijke gekwalificeerde beleggers mag worden gehouden.

3.   Deze titel is niet van toepassing op aanbiedingen aan het publiek van andere cryptoactiva dan activagerelateerde tokens of e-moneytokens indien:

a)

het cryptoactivum kosteloos wordt aangeboden;

b)

het cryptoactivum automatisch wordt gecreëerd als beloning voor het onderhoud van de distributed ledger of de validering van transacties;

c)

de aanbieding betrekking heeft op een gebruikstoken dat toegang biedt tot een goed dat of dienst die bestaat of in gebruik is;

d)

de houder van het cryptoactivum het recht heeft dit alleen te gebruiken in ruil voor goederen en diensten in een beperkt netwerk van handelaren met contractuele regelingen met de aanbieder.

Voor de toepassing van punt a) van de eerste alinea mag een cryptoactivum niet als kosteloos aangeboden worden beschouwd indien kopers in ruil voor dat cryptoactivum persoonlijke gegevens aan de aanbieder moeten verstrekken of moeten toezeggen dat zij die zullen verstrekken, of indien de aanbieder van een cryptoactivum van de aspirant-houders van dat cryptoactivum in ruil voor dat cryptoactivum provisies, commissies of geldelijke of niet-geldelijke voordelen ontvangt.

Indien voor elke periode van twaalf maanden vanaf het begin van de oorspronkelijke aanbieding aan het publiek de geaggregeerde waarde van een aanbieding aan het publiek van een cryptoactivum onder de in de eerste alinea, punt d), bedoelde omstandigheden in de Unie meer dan 1 000 000 EUR bedraagt, zendt de aanbieder de bevoegde autoriteit een kennisgeving met een beschrijving van de aanbieding en een toelichting waarom de aanbieding van deze titel is vrijgesteld op grond van de eerste alinea, punt d).

Op basis van de in de derde alinea bedoelde kennisgeving neemt de bevoegde autoriteit een naar behoren gerechtvaardigd besluit wanneer zij van oordeel is dat de activiteit niet in aanmerking komt voor een vrijstelling als beperkt netwerk uit hoofde van de eerste alinea, punt d), en stelt zij de aanbieder daarvan in kennis.

4.   De in de leden 2 en 3 genoemde vrijstellingen zijn niet van toepassing wanneer de aanbieder of een andere namens de aanbieder handelende persoon in een mededeling zijn voornemen kenbaar maakt om te verzoeken om toelating tot de handel van een ander cryptoactivum dan een activagerelateerde token of een e-moneytoken.

5.   Een vergunning als aanbieder van cryptoactivadiensten overeenkomstig artikel 59 is niet vereist voor het bewaren en beheren van cryptoactiva namens cliënten of voor het verlenen van cryptoactivaoverdrachtdiensten met betrekking tot cryptoactiva waarvan de aanbiedingen aan het publiek zijn vrijgesteld op grond van lid 3 van dit artikel, tenzij:

a)

er een andere aanbieding aan het publiek van hetzelfde cryptoactivum bestaat en die aanbieding niet in aanmerking komt voor de vrijstelling, of

b)

het aangeboden cryptoactivum tot een handelsplatform is toegelaten.

6.   Indien de aanbieding aan het publiek van het ander cryptoactivum dan een activagerelateerde token of e-moneytoken betrekking heeft op een gebruikstoken dat toegang biedt tot goederen of diensten die nog niet bestaan of nog niet in gebruik zijn genomen, mag de in het cryptoactivawitboek beschreven looptijd van de aanbieding aan het publiek niet meer bedragen dan twaalf maanden vanaf de datum van publicatie van het cryptoactivawitboek.

7.   Elke latere aanbieding aan het publiek van het ander cryptoactivum dan een activagerelateerde token of e-moneytoken wordt beschouwd als een afzonderlijke aanbieding aan het publiek waarop de vereisten van lid 1 van toepassing zijn, onverminderd de mogelijke toepassing van lid 2 of lid 3 op de latere aanbieding aan het publiek.

Er is geen bijkomend cryptoactivawitboek vereist voor een latere aanbieding aan het publiek van het andere cryptoactivum dan een activagerelateerde token of e-moneytoken, zolang er overeenkomstig de artikelen 9 en 12 een cryptoactivawitboek is gepubliceerd en de persoon die verantwoordelijk is voor het opstellen van dat witboek schriftelijk instemt met het gebruik ervan.

8.   Indien een aanbieding aan het publiek van een ander cryptoactivum dan een activagerelateerde token of e-moneytoken krachtens lid 2 of lid 3 is vrijgesteld van de verplichting om een cryptoactivawitboek te publiceren, maar er niettemin vrijwillig een witboek wordt opgesteld, is deze titel van toepassing.

Artikel 5

Toelating tot de handel van andere cryptoactiva dan activagerelateerde tokens of e-moneytokens

1.   Een persoon mag niet verzoeken om toelating tot de handel binnen de Unie van een ander cryptoactivum dan een activagerelateerde token of e-moneytoken tenzij die persoon:

a)

een rechtspersoon is;

b)

voor dat cryptoactivum een cryptoactivawitboek heeft opgesteld overeenkomstig artikel 6;

c)

kennisgeving heeft gedaan van het cryptoactivawitboek overeenkomstig artikel 8;

d)

het cryptoactivawitboek heeft gepubliceerd overeenkomstig artikel 9;

e)

voor dat cryptoactivum de eventuele reclame-uitingen heeft opgesteld overeenkomstig artikel 7;

f)

voor dat cryptoactivum de eventuele reclame-uitingen heeft gepubliceerd overeenkomstig artikel 9;

g)

voldoet aan de in artikel 14 vastgelegde voorschriften voor personen die verzoeken om toelating tot de handel.

2.   Wanneer een cryptoactivum door de exploitant op initiatief van de exploitant van het handelsplatform tot de handel wordt toegelaten en er in de bij deze verordening vereiste gevallen geen cryptoactivawitboek is gepubliceerd overeenkomstig artikel 9, voldoet de exploitant van dat cryptoactivahandelsplatform aan de in lid 1 van dit artikel uiteengezette vereisten.

3.   In afwijking van lid 1 kunnen een persoon die verzoekt om toelating tot de handel van een ander cryptoactivum dan een activagerelateerde token of e-moneytoken en de desbetreffende exploitant van het handelsplatform schriftelijk overeenkomen dat de exploitant van het handelsplatform verplicht is aan alle of een deel van de in lid 1, punten b) tot en met g), bedoelde vereisten te voldoen.

De in de eerste alinea van dit lid bedoelde schriftelijke overeenkomst geeft duidelijk aan dat de persoon die verzoekt om toelating tot de handel verplicht is de exploitant van het handelsplatform alle nodige informatie te verstrekken om die exploitant in staat te stellen te voldoen aan de vereisten van lid 1, punten b) tot en met g), naargelang het geval.

4.   Lid 1, de punten b), c) en d) zijn niet van toepassing indien:

a)

het cryptoactivum reeds is toegelaten tot de handel op een ander cryptoactivahandelsplatform in de Unie, en

b)

overeenkomstig artikel 6 een cryptoactivawitboek is opgesteld dat is bijgewerkt overeenkomstig artikel 12, en de persoon die verantwoordelijk is voor het opstellen van een dergelijk witboek schriftelijk instemt met het gebruik ervan.

Artikel 6

Inhoud en vorm van het cryptoactivawitboek

1.   Een cryptoactivawitboek bevat alle volgende informatie, zoals nader gespecificeerd in bijlage I:

a)

informatie over de aanbieder of de persoon die verzoekt om toelating tot de handel;

b)

informatie over de uitgever, indien het gaat om een andere persoon dan de aanbieder of de persoon die verzoekt om toelating tot de handel;

c)

informatie over de exploitant van het handelsplatform in gevallen waarin deze het cryptoactivawitboek opstelt;

d)

informatie over het cryptoactivaproject;

e)

informatie over de aanbieding aan het publiek van het cryptoactivum of de toelating daarvan tot de handel;

f)

informatie over het cryptoactivum;

g)

informatie over de aan het cryptoactivum verbonden rechten en verplichtingen;

h)

informatie over de onderliggende technologie;

i)

informatie over de risico’s;

j)

informatie over de belangrijkste negatieve effecten op het klimaat en andere milieugerelateerde negatieve effecten van het consensusmechanisme dat wordt gebruikt om het cryptoactivum uit te geven.

In gevallen waarin het cryptoactivawitboek niet is opgesteld door de in de eerste alinea, punten a), b) en c), bedoelde personen, bevat het cryptoactivawitboek ook de identiteit van de persoon die het cryptoactivawitboek heeft opgesteld en de reden waarom die specifieke persoon het heeft opgesteld.

2.   Alle in lid 1 genoemde informatie is correct, duidelijk en niet misleidend. Het cryptoactivawitboek laat geen materiële informatie weg en presenteert de informatie op beknopte en begrijpelijke wijze.

3.   Het cryptoactivawitboek bevat op de eerste bladzijde de volgende duidelijke en opvallende verklaring:

“Dit cryptoactivawitboek is niet goedgekeurd door een bevoegde autoriteit in een lidstaat van de Europese Unie. De aanbieder van het cryptoactivum is als enige verantwoordelijk voor de inhoud van dit cryptoactivawitboek”.

Indien het cryptoactivawitboek wordt opgesteld door de persoon die verzoekt om toelating tot de handel of door een exploitant van een handelsplatform, wordt in plaats van de term “aanbieder” een verwijzing naar “persoon die verzoekt om toelating tot de handel” of “exploitant van het handelsplatform” opgenomen in de in eerste alinea bedoelde verklaring.

4.   Het cryptoactivawitboek bevat geen andere verklaringen over de toekomstige waarde van het cryptoactivum dan de in lid 5 bedoelde verklaring.

5.   Het cryptoactivawitboek bevat een duidelijke en ondubbelzinnige verklaring dat:

a)

het cryptoactivum zijn waarde gedeeltelijk of volledig kan verliezen;

b)

het cryptoactivum niet altijd kan worden overgedragen;

c)

het cryptoactivum mogelijk niet liquide is;

d)

wanneer de aanbieding betrekking heeft op een aan het publiek gebruikstoken is dat gebruikstoken misschien niet fungibel met het in het cryptoactivawitboek beloofde goed of de daarin beloofde dienst, met name in het geval van een falen of stopzetten van het cryptoactivaproject;

e)

het cryptoactivum niet onder de beleggerscompensatiestelsels uit hoofde van Richtlijn 97/9/EG van het Europees Parlement en de Raad (35) valt;

f)

het cryptoactivum niet onder de depositogarantiestelsels uit hoofde van Richtlijn 2014/49/EU valt.

6.   Het cryptoactivawitboek bevat een verklaring van het leidinggevende orgaan van de aanbieder, de persoon die verzoekt om toelating tot de handel of de exploitant van het handelsplatform. In die verklaring, die na de in lid 3 bedoelde verklaring wordt ingevoegd, wordt bevestigd dat het cryptoactivawitboek voldoet aan deze titel en dat, naar het beste weten van het leidinggevende orgaan, de informatie in het cryptoactivawitboek correct, duidelijk en niet misleidend is en dat er geen gegevens zijn weggelaten die gevolgen zouden kunnen hebben voor het belang ervan.

7.   Het cryptoactivawitboek bevat een samenvatting, die na de in lid 6 bedoelde verklaring wordt ingevoegd, en die in beknopte en niet-technische bewoordingen essentiële informatie biedt over de aanbieding van het cryptoactivum aan het publiek of de voorgenomen toelating tot de handel. De samenvatting is gemakkelijk te begrijpen en wordt gepresenteerd en vormgegeven in een duidelijk en volledig format, met gebruik van tekens van leesbare grootte. De samenvatting van het cryptoactivawitboek biedt passende informatie over de kenmerken van het betrokken cryptoactivum, om aspirant-houders van het cryptoactivum te helpen een weloverwogen beslissing te nemen.

De samenvatting bevat een waarschuwing dat:

a)

zij moet worden gelezen als een inleiding op het cryptoactivawitboek;

b)

de aspirant-houder een besluit tot aankoop van het cryptoactivum moet baseren op de inhoud van het volledige cryptoactivawitboek en niet louter op de samenvatting;

c)

de aanbieding aan het publiek van het cryptoactivum geen aanbod of vraag is om financiële instrumenten te kopen en dat een dergelijk aanbod of een dergelijke vraag enkel kan gebeuren door middel van een prospectus of andere aanbiedingsdocumenten overeenkomstig het toepasselijke nationale recht;

d)

het cryptoactivawitboek geen prospectus is zoals bedoeld in Verordening (EU) 2017/1129 van het Europees Parlement en de Raad (36), noch een ander aanbiedingsdocument overeenkomstig het Unie- of nationale recht.

8.   Het cryptoactivawitboek bevat de datum van kennisgeving ervan en een inhoudsopgave.

9.   Het cryptoactivawitboek wordt opgesteld in een officiële taal van de lidstaat van herkomst of in een taal die gangbaar is in de internationale financiële wereld.

Indien het cryptoactivum ook wordt aangeboden in een andere lidstaat dan de lidstaat van herkomst wordt het cryptoactivawitboek ook opgesteld in een officiële taal van de lidstaat van ontvangst of in een taal die gangbaar is in de internationale financiële wereld.

10.   Het cryptoactivawitboek wordt beschikbaar gesteld in een machineleesbaar format.

11.   De ESMA stelt, in samenwerking met de EBA, ontwerpen van technische uitvoeringsnormen op om de standaardformulieren, formats en templates ten behoeve van lid 10 vast te stellen.

De ESMA dient de in de eerste alinea bedoelde ontwerpen van technische uitvoeringsnormen uiterlijk op 30 juni 2024 in bij de Commissie.

Aan de Commissie wordt de bevoegdheid toegekend om de in de eerste alinea bedoelde technische uitvoeringsnormen vast te stellen overeenkomstig artikel 15 van Verordening (EU) nr. 1095/2010.

12.   De ESMA ontwikkelt, in samenwerking met de EBA, ontwerpen van technische reguleringsnormen voor de inhoud, methoden en presentatie van de in lid 1, eerste alinea, punt j), bedoelde informatie over de duurzaamheidsindicatoren voor negatieve effecten op het klimaat en andere milieugerelateerde negatieve effecten.

Bij het ontwikkelen van de in de eerste alinea bedoelde ontwerpen van technische reguleringsnormen houdt de ESMA rekening met de verschillende soorten consensusmechanismen die worden gebruikt om transacties in cryptoactiva te valideren, hun stimuleringsstructuren, het gebruik van energie, hernieuwbare energie en natuurlijke hulpbronnen, de afvalproductie en de broeikasgasemissies. De ESMA actualiseert die technische reguleringsnormen in het licht van de regelgevende en technologische ontwikkelingen.

De ESMA dient de in de eerste alinea bedoelde ontwerpen van technische reguleringsnormen uiterlijk op 30 juni 2024 in bij de Commissie.

Aan de Commissie wordt de bevoegdheid gedelegeerd om deze verordening aan te vullen door de in de eerste alinea van dit lid bedoelde technische reguleringsnormen vast te stellen overeenkomstig de artikelen 10 tot en met 14 van Verordening (EU) nr. 1095/2010.

Artikel 7

Reclame-uitingen

1.   Reclame-uitingen die betrekking hebben op een aanbieding aan het publiek van een ander cryptoactivum dan een activagerelateerde token of e-moneytoken of op de toelating tot de handel van een dergelijk cryptoactivum voldoen aan elk van de volgende vereisten:

a)

de reclame-uitingen zijn duidelijk als zodanig herkenbaar;

b)

de informatie in de reclame-uitingen is correct, duidelijk en niet misleidend;

c)

de informatie in de reclame-uitingen strookt met de informatie in het cryptoactivawitboek indien er overeenkomstig artikel 4 of 5 een cryptoactivawitboek is vereist;

d)

de reclame-uitingen geven duidelijk aan dat een cryptoactivawitboek is gepubliceerd en maken duidelijk melding van het adres van de website van de aanbieder, de persoon die verzoekt om toelating tot de handel of de exploitant van het handelsplatform voor het betrokken cryptoactivum, alsmede een telefoonnummer en een e-mailadres waarop contact kan worden opgenomen met die persoon;

e)

de reclame-uitingen bevatten de volgende duidelijke en opvallende verklaring:

“Deze reclame-uiting voor cryptoactiva is niet getoetst of goedgekeurd door een bevoegde autoriteit in een lidstaat van de Europese Unie. De aanbieder van het cryptoactivum is als enige verantwoordelijk voor de inhoud van deze reclame-uiting”.

Indien de reclame-uiting voor cryptoactiva wordt opgesteld door de persoon die verzoekt om toelating tot de handel of door de exploitant van een handelsplatform, wordt in plaats van “aanbieder” een verwijzing naar “persoon die verzoekt om toelating tot de handel” of “exploitant van het handelsplatform” opgenomen in de in punt e) van de eerste alinea bedoelde verklaring.

2.   Indien een cryptoactivawitboek vereist is krachtens artikel 4 of 5, worden vóór de publicatie van het cryptoactivawitboek geen reclame-uitingen verspreid. Dit doet geen afbreuk aan de mogelijkheid voor de aanbieder, de persoon die verzoekt om toelating tot de handel of de exploitant van een handelsplatform om marktonderzoeken te verrichten.

3.   De bevoegde autoriteit van de lidstaat waar de reclame-uitingen worden verspreid, heeft de bevoegdheid om te beoordelen of lid 1 met betrekking tot die reclame-uitingen is nageleefd.

Waar nodig staat de bevoegde autoriteit van de lidstaat van herkomst de bevoegde autoriteit van de lidstaat waar de reclame-uitingen worden verspreid, bij tijdens het beoordelen of de reclame-uitingen in overeenstemming zijn met de informatie in het cryptoactivawitboek.

4.   Wanneer de bevoegde autoriteit van een lidstaat van ontvangst de in artikel 94 omschreven toezichthoudende en onderzoeksbevoegdheden met betrekking tot de handhaving van dit artikel uitoefent, wordt hiervan onverwijld kennisgegeven aan de bevoegde autoriteit van de lidstaat van herkomst van de aanbieder, de persoon die verzoekt om toelating tot de handel of de exploitant van een cryptoactivahandelsplatform.

Artikel 8

Kennisgeving van het cryptoactivawitboek en van de reclame-uitingen

1.   Aanbieders, personen die verzoeken om toelating tot de handel of exploitanten van handelsplatforms van andere cryptoactiva dan activagerelateerde tokens of e-moneytokens geven aan de bevoegde autoriteit van hun lidstaat van herkomst kennis van hun cryptoactivawitboek.

2.   Van reclame-uitingen wordt op verzoek kennisgegeven aan de bevoegde autoriteit van de lidstaat van herkomst en aan de bevoegde autoriteit van de lidstaat van ontvangst, wanneer zij gericht zijn tot aspirant-houders van andere cryptoactiva dan activagerelateerde tokens of e-moneytokens in die lidstaten.

3.   De bevoegde autoriteiten verlangen geen voorafgaande goedkeuring van cryptoactivawitboeken, noch van enige daarmee verband houdende reclame-uitingen, vóór de respectievelijke bekendmaking daarvan.

4.   De in lid 1 bedoelde kennisgeving van het cryptoactivawitboek gaat vergezeld van een toelichting waarom het in het cryptoactivawitboek beschreven cryptoactivum niet mag worden beschouwd als:

a)

een cryptoactivum dat overeenkomstig artikel 2, lid 4, van het toepassingsgebied van deze verordening wordt uitgesloten;

b)

een e-moneytoken, of

c)

een activagerelateerde token.

5.   De in de leden 1 en 4 bedoelde elementen worden ten minste 20 werkdagen vóór de datum van publicatie van het cryptoactivawitboek ter kennis gebracht van de bevoegde autoriteit van de lidstaat van herkomst.

6.   Aanbieders en personen die verzoeken om toelating tot de handel van andere cryptoactiva dan activagerelateerde tokens of e-moneytokens verschaffen de bevoegde autoriteit van hun lidstaat van herkomst, samen met de in lid 1 bedoelde kennisgeving, een lijst van lidstaten van ontvangst waar zij, in voorkomend geval, voornemens zijn hun cryptoactiva aan het publiek aan te bieden of voornemens zijn om te verzoeken om toelating tot de handel. Zij delen de bevoegde autoriteit van hun lidstaat van herkomst ook de aanvangsdatum mee van de voorgenomen aanbieding aan het publiek of de voorgenomen toelating tot de handel en van enige wijziging van die datum.

Binnen vijf werkdagen na de ontvangst van de in de eerste alinea bedoelde lijst van lidstaten van ontvangst stelt de bevoegde autoriteit van de lidstaat van herkomst het centrale contactpunt van de lidstaten van ontvangst in kennis van de voorgenomen aanbieding aan het publiek of de voorgenomen toelating tot de handel en van het desbetreffende cryptoactivawitboek.

7.   De bevoegde autoriteit van de lidstaat van herkomst deelt de in de alinea’s 1, 2 en 4 gespecificeerde informatie mee aan de ESMA, samen met de aanvangsdatum van de voorgenomen aanbieding aan het publiek of de voorgenomen toelating tot de handel en eventuele wijzigingen van die datum. Die bevoegde autoriteit deelt dergelijke informatie mee binnen vijf werkdagen na ontvangst daarvan van de aanbieder of van de persoon die verzoekt om toelating tot de handel.

Uiterlijk vanaf de aanvangsdatum van de aanbieding aan het publiek of de toelating tot de handel stelt de ESMA het cryptoactivawitboek uit hoofde van artikel 109, lid 2, beschikbaar in het register.

Artikel 9

Publicatie van het cryptoactivawitboek en van de reclame-uitingen

1.   Aanbieders en personen die verzoeken om toelating tot de handel van andere cryptoactiva dan activagerelateerde tokens of e-moneytokens publiceren hun cryptoactivawitboeken en, in voorkomend geval, hun reclame-uitingen op hun publiek toegankelijke website, op een redelijk tijdstip voorafgaand aan, en in ieder geval voor de aanvangsdatum van de aanbieding aan het publiek van die cryptoactiva of de toelating tot de handel van die cryptoactiva. De cryptoactivawitboeken en, in voorkomend geval, de reclame-uitingen blijven zo lang beschikbaar op de website van de aanbieders of de personen die verzoeken om toelating tot de handel als de cryptoactiva door het publiek worden aangehouden.

2.   De gepubliceerde cryptoactivawitboeken en, in voorkomend geval, de reclame-uitingen zijn identiek aan de versie waarvan bevoegde autoriteit in kennis is gesteld overeenkomstig artikel 8 of in voorkomend geval, aan de versie die overeenkomstig artikel 12 is gewijzigd.

Artikel 10

Resultaat van de aanbieding aan het publiek en regelingen voor beveiliging

1.   Aanbieders van andere cryptoactiva dan activagerelateerde tokens of e-moneytokens die voor hun aanbieding aan het publiek van die cryptoactiva een termijn bepalen, publiceren binnen 20 werkdagen na het einde van de inschrijvingsperiode de uitkomst van de aanbieding aan het publiek op hun website.

2.   Aanbieders van andere cryptoactiva dan activagerelateerde tokens of e-moneytokens die voor hun aanbieding aan het publiek van die cryptoactiva geen termijn bepalen, publiceren doorlopend, en ten minste maandelijks, het aantal in omloop zijnde eenheden van de cryptoactiva op hun website.

3.   Aanbieders van andere cryptoactiva dan activagerelateerde tokens of e-moneytokens die voor hun aanbieding aan het publiek van die cryptoactiva een termijn bepalen, beschikken over doeltreffende regelingen om de geldmiddelen of andere cryptoactiva die bij de aanbieding aan het publiek zijn opgehaald, te monitoren en te bewaren. Daartoe zorgen die aanbieders ervoor dat de bij de aanbieding aan het publiek opgehaalde geldmiddelen of cryptoactiva worden bewaard door een van de volgende partijen:

a)

een kredietinstelling in het geval waarin geldmiddelen zijn opgehaald tijdens de aanbieding aan het publiek;

b)

een aanbieder van cryptoactivadiensten met een vergunning voor de bewaring en het beheer van cryptoactiva namens cliënten.

4.   Indien de aanbieding aan het publiek geen termijn heeft, voldoet de aanbieder aan lid 3 van dit artikel totdat het in artikel 13 bedoelde herroepingsrecht van de individuele houder is verstreken.

Artikel 11

Rechten van aanbieders en personen die verzoeken om toelating tot de handel van andere cryptoactiva dan activagerelateerde tokens of e-moneytokens

1.   Na de publicatie van het cryptoactivawitboek overeenkomstig artikel 9 en, in voorkomend geval, van het gewijzigde cryptoactivawitboek overeenkomstig artikel 12 mogen aanbieders overal in de Unie andere cryptoactiva dan activagerelateerde tokens of e-moneytokens aanbieden en kunnen dergelijke cryptoactiva worden toegelaten tot de handel op een cryptoactivahandelsplatform in de Unie.

2.   Voor aanbieders en personen die verzoeken om toelating tot de handel van andere cryptoactiva dan activagerelateerde tokens of e-moneytokens die een cryptoactivawitboek hebben gepubliceerd overeenkomstig artikel 9 en, in voorkomend geval, een gewijzigd cryptoactivawitboek hebben gepubliceerd overeenkomstig artikel 12, gelden geen aanvullende informatieverplichtingen ten aanzien van de aanbieding aan het publiek of de toelating tot de handel van dat cryptoactivum.

Artikel 12

Wijziging van gepubliceerde cryptoactivawitboeken en van gepubliceerde reclame-uitingen

1.   Aanbieders, personen die verzoeken om toelating tot de handel of exploitanten van een handelsplatform voor andere cryptoactiva dan activagerelateerde tokens of e-moneytokens wijzigen hun gepubliceerde cryptoactivawitboeken en, in voorkomend geval, hun gepubliceerde reclame-uitingen telkens wanneer er sprake is van een significante nieuwe factor, een materiële vergissing of een materiële onnauwkeurigheid die gevolgen kan hebben voor de beoordeling van de cryptoactiva. Dat vereiste geldt voor de duur van de aanbieding aan het publiek of zolang het cryptoactivum tot de handel is toegelaten.

2.   Aanbieders, personen die verzoeken om toelating tot de handel of exploitanten van een handelsplatform voor andere cryptoactiva dan activagerelateerde tokens of e-moneytokens stellen de bevoegde autoriteit van hun lidstaat van herkomst in kennis van hun gewijzigde cryptoactivawitboeken en, in voorkomend geval, van hun gewijzigde reclame-uitingen en de beoogde publicatiedatum, met inbegrip van de redenen voor die wijziging, en dit ten minste zeven werkdagen vóór de publicatie ervan.

3.   Op de publicatiedatum of eerder indien de bevoegde autoriteit dit verlangt, informeert de aanbieder, de persoon die verzoekt om toelating tot de handel of de exploitant van het handelsplatform het publiek onmiddellijk op zijn website van de kennisgeving aan de bevoegde autoriteit van de lidstaat van herkomst van een gewijzigd cryptoactivawitboek en geeft hij een samenvatting van de redenen waarom hij van een gewijzigd cryptoactivawitboek heeft kennisgegeven.

4.   De volgorde van de informatie in een gewijzigd cryptoactivawitboek en, in voorkomend geval, in gewijzigde reclame-uitingen sluit aan bij die van het cryptoactivawitboek of de reclame-uitingen die overeenkomstig artikel 9 zijn gepubliceerd.

5.   Binnen vijf werkdagen na ontvangst van het gewijzigde cryptoactivawitboek en, in voorkomend geval, van de gewijzigde reclame-uitingen stelt de bevoegde autoriteit van de lidstaat van herkomst de bevoegde autoriteit van de in artikel 8, lid 6, bedoelde lidstaten van ontvangst in kennis van het gewijzigde cryptoactivawitboek en, in voorkomend geval, van de gewijzigde reclame-uitingen en deelt zij de kennisgeving en de publicatiedatum mee aan de ESMA.

De ESMA stelt het gewijzigde cryptoactivawitboek na publicatie beschikbaar in het register overeenkomstig artikel 109, lid 2.

6.   Aanbieders, personen die verzoeken om toelating tot de handel of exploitanten van handelsplatforms voor andere cryptoactiva dan activagerelateerde tokens of e-moneytokens publiceren het gewijzigde cryptoactivawitboek en, in voorkomend geval, de gewijzigde reclame-uitingen, met inbegrip van de redenen voor de wijziging, op hun website overeenkomstig artikel 9.

7.   Het gewijzigde cryptoactivawitboek en, in voorkomend geval, de gewijzigde reclame-uitingen dragen een tijdstempel. Het recentst gewijzigde cryptoactivawitboek en, in voorkomend geval, de gewijzigde reclame-uitingen worden als de toepasselijke versie aangemerkt. Alle gewijzigde cryptoactivawitboeken en, in voorkomend geval, de gewijzigde reclame-uitingen blijven zo lang beschikbaar als de cryptoactiva door het publiek worden aangehouden.

8.   Indien de aanbieding aan het publiek betrekking heeft op een gebruikstoken dat toegang biedt tot goederen en diensten die nog niet bestaan of nog niet in gebruik zijn genomen, mag met de veranderingen in het gewijzigde cryptoactivawitboek en, in voorkomend geval, de gewijzigde reclame-uitingen de in artikel 4, lid 6, genoemde termijn van twaalf maanden niet worden verlengd.

9.   Oudere versies van het cryptoactivawitboek en de reclame-uitingen blijven gedurende ten minste 10 jaar na de datum van publicatie van die oudere versies openbaar beschikbaar op de website van de aanbieders, personen die verzoeken om toelating tot de handel of exploitanten van handelsplatforms, met een duidelijke waarschuwing dat zij niet langer geldig zijn en met een hyperlink naar de specifieke pagina op de website waar de recentste versie van die documenten wordt gepubliceerd.

Artikel 13

Herroepingsrecht

1.   Individuele houders die andere cryptoactiva dan activagerelateerde tokens en e-moneytokens rechtstreeks bij een aanbieder dan wel bij een aanbieder van cryptoactivadiensten kopen die namens die aanbieder cryptoactiva plaatsen, hebben een herroepingsrecht.

Individuele houders hebben 14 kalenderdagen de tijd om hun instemming met de aankoop van andere cryptoactiva dan activagerelateerde tokens en e-moneytokens te herroepen zonder hiervoor vergoedingen te hoeven betalen of kosten te hoeven maken en zonder dat ze redenen hoeven op te geven. De herroepingsperiode gaat in op de datum waarop de individuele houder instemt met de aankoop van die cryptoactiva.

2.   Alle van een individuele houder ontvangen betalingen, met inbegrip van eventuele kosten, worden onverwijld terugbetaald en hoe dan ook uiterlijk 14 dagen vanaf de datum waarop de aanbieder of de aanbieder van cryptoactivadiensten die cryptoactiva namens die aanbieder plaatst, op de hoogte wordt gebracht van het besluit van de individuele houder om zich uit de overeenkomst tot aankoop van die cryptoactiva terug te trekken.

Een dergelijke terugbetaling vindt plaats onder gebruikmaking van hetzelfde betaalmiddel als hetgeen werd gebruikt door de individuele houder tijdens de oorspronkelijke transactie, tenzij de individuele houder uitdrukkelijk anders is overeengekomen en op voorwaarde dat de individuele houder als gevolg van een dergelijke terugbetaling geen vergoedingen hoeft te betalen of kosten hoeft te maken.

3.   Aanbieders van cryptoactiva verstrekken in hun cryptoactivawitboek informatie over het in lid 1 bedoelde herroepingsrecht.

4.   Het in lid 1 bedoelde herroepingsrecht is niet van toepassing indien de cryptoactiva werden toegelaten tot de handel op een cryptoactivahandelsplatform voorafgaand aan hun aankoop door de individuele houder.

5.   Indien aanbieders overeenkomstig artikel 10 voor hun aanbieding aan het publiek van dergelijke cryptoactiva een termijn hebben bepaald, mag het herroepingsrecht niet worden uitgeoefend na afloop van de inschrijvingsperiode.

Artikel 14

Verplichtingen van aanbieders en personen die verzoeken om toelating tot de handel van andere cryptoactiva dan activagerelateerde tokens of e-moneytokens

1.   Aanbieders en personen die verzoeken om toelating tot de handel van andere cryptoactiva dan activagerelateerde tokens of e-moneytokens:

a)

handelen eerlijk, billijk en professioneel;

b)

communiceren op een correcte, duidelijke en niet-misleidende wijze met de houders en aspirant-houders van de cryptoactiva;

c)

identificeren eventuele belangenconflicten, voorkomen en beheersen deze, en maken ze openbaar;

d)

zorgen ervoor dat al hun toegangsbeveiligingssystemen en -protocollen aan de betreffende Unienormen voldoen.

Voor de toepassing van punt d) van de eerste alinea vaardigt de ESMA, in samenwerking met de EBA, uiterlijk op 30 december 2024 overeenkomstig artikel 16 van Verordening (EU) nr. 1095/2010 richtsnoeren uit tot nadere invulling van die Unienormen.

2.   Aanbieders en personen die verzoeken om toelating tot de handel van andere cryptoactiva dan activagerelateerde tokens of e-moneytokens handelen in het belang van de houders van dergelijke cryptoactiva en behandelen hen gelijk, tenzij enige voorkeursbehandeling van specifieke houders en de redenen voor die voorkeursbehandeling in het cryptoactivawitboek en, in voorkomend geval, de reclame-uitingen openbaar worden gemaakt.

3.   Indien een aanbieding aan het publiek van een ander cryptoactivum dan een activagerelateerde token of e-moneytoken wordt geannuleerd, zorgen de aanbieders van een dergelijk cryptoactivum ervoor dat geldmiddelen die bij houders of aspirant-houders zijn opgehaald, binnen 25 kalenderdagen na de datum van annulering, correct aan hen worden teruggegeven.

Artikel 15

Aansprakelijkheid voor de in een cryptoactivawitboek verschafte informatie

1.   Indien een aanbieder, een persoon die verzoekt om toelating tot de handel of een exploitant van een handelsplatform inbreuk heeft gemaakt op artikel 6 door in zijn cryptoactivawitboek of in een gewijzigd cryptoactivawitboek informatie te verschaffen die onvolledig, niet correct, onduidelijk of misleidend is, zijn die aanbieder, die persoon die verzoekt om toelating tot de handel of die exploitant van een handelsplatform en de leden van zijn bestuurs-, leidinggevend of toezichthoudend orgaan jegens een houder van het cryptoactivum aansprakelijk voor elk verlies dat is geleden ten gevolge van die inbreuk.

2.   Contractuele uitsluitingen of beperkingen van de in lid 1 bedoelde civielrechtelijke aansprakelijkheid hebben geen rechtsgevolg.

3.   Indien het cryptoactivawitboek en de reclame-uitingen overeenkomstig artikel 5, lid 3, door de exploitant van het handelsplatform worden opgesteld, is de persoon die verzoekt om toelating tot de handel ook verantwoordelijk wanneer hij de exploitant van het handelsplatform onvolledige, niet correcte, onduidelijke of misleidende informatie verstrekt.

4.   Het staat aan de houder van de activagerelateerde token om bewijs te leveren waaruit blijkt dat de aanbieder, de persoon die verzoekt om toelating tot de handel of de exploitant van het handelsplatform voor andere cryptoactiva dan activagerelateerde tokens of e-moneytokens inbreuk heeft gemaakt op artikel 6 door informatie te verschaffen die onvolledig, niet correct, onduidelijk of misleidend is, en dat het vertrouwen op dergelijke informatie gevolgen heeft gehad voor de beslissing van de houder om dat cryptoactivum te kopen, te verkopen of om te wisselen.

5.   De aanbieder, de persoon die verzoekt om toelating tot de handel of de exploitant van het handelsplatform en de leden van zijn bestuurs-, leidinggevend of toezichthoudend orgaan zijn niet aansprakelijk tegenover een houder van een cryptoactivum voor verliezen die zijn geleden als gevolg van het vertrouwen op de informatie die is verstrekt in een samenvatting als bedoeld artikel 6, lid 7, met inbegrip van een vertaling daarvan, tenzij de samenvatting:

a)

misleidend, inaccuraat of inconsistent is wanneer zij wordt gelezen in samenhang met de andere delen van het cryptoactivawitboek, of

b)

niet de essentiële informatie verstrekt die de aspirant-houders van het cryptoactivum moet helpen wanneer zij overwegen dergelijke cryptoactivum te kopen wanneer zij wordt gelezen in samenhang met de andere delen van het cryptoactivawitboek.

6.   Dit artikel doet geen afbreuk aan enige andere civielrechtelijke aansprakelijkheid op grond van het nationale recht.

TITEL III

ACTIVAGERELATEERDE TOKENS

HOOFDSTUK 1

Vergunning om activagerelateerde tokens aan te bieden aan het publiek en om te verzoeken om de toelating daarvan tot de handel

Artikel 16

Vergunning

1.   Een persoon mag geen activagerelateerde token aan het publiek aanbieden of om toelating tot de handel daarvan verzoeken, binnen de Unie, tenzij die persoon de uitgever van die activagerelateerde token en:

a)

een in de Unie gevestigde rechtspersoon of andere onderneming is die daartoe overeenkomstig artikel 21 van de bevoegde autoriteit van haar lidstaat van herkomst een vergunning heeft gekregen, of

b)

een kredietinstelling die voldoet aan artikel 17.

Niettegenstaande de eerste alinea mogen andere personen, na schriftelijke toestemming van de uitgever van een activagerelateerde token, die activagerelateerde token aanbieden aan het publiek of om toelating tot de handel van die activagerelateerde token verzoeken. Die personen moeten voldoen aan de artikelen 27, 29 en 40.

Voor de toepassing van de eerste alinea, punt a), mogen andere ondernemingen enkel activagerelateerde tokens uitgeven indien hun rechtsvorm een niveau van bescherming van de belangen van derden waarborgt dat gelijkwaardig is aan het door rechtspersonen geboden beschermingsniveau en indien zij onderworpen zijn aan een gelijkwaardig prudentieel toezicht dat aan hun rechtsvorm is aangepast.

2.   Lid 1 is niet van toepassing indien:

a)

over een periode van twaalf maanden, berekend aan het eind van elke kalenderdag, de gemiddelde uitstaande waarde van de door een uitgever uitgegeven activagerelateerde token nooit meer dan 5 000 000 EUR heeft bedragen, of het gelijkwaardige bedrag in een andere officiële valuta, en de uitgever niet verbonden is met een netwerk van andere vrijgestelde uitgevers, of

b)

de aanbieding aan het publiek van de activagerelateerde token uitsluitend is gericht tot gekwalificeerde beleggers en de activagerelateerde token alleen mag worden aangehouden door dergelijke gekwalificeerde beleggers.

Indien dit lid van toepassing is, stellen uitgevers van activagerelateerde tokens een cryptoactivawitboek als bedoeld in artikel 19 op en geven kennis van dat cryptoactivawitboek en, op verzoek, van eventuele reclame-uitingen aan de bevoegde autoriteit van hun lidstaat van herkomst.

3.   De door de bevoegde autoriteit aan een in lid 1, eerste alinea, punt a), bedoelde persoon afgegeven vergunning geldt voor de hele Unie en staat een uitgever toe een activagerelateerde token waarvoor hij een vergunning heeft gekregen, overal in de Unie aan te bieden of om te verzoeken om toelating tot de handel van een dergelijke activagerelateerde token.

4.   De door de bevoegde autoriteit op grond van artikel 17, lid 1, of artikel 21, lid 1, verleende goedkeuring van het cryptoactivawitboek van een uitgever of de door die bevoegde autoriteit op grond van artikel 25 verleende goedkeuring van het gewijzigde cryptoactivawitboek geldt voor de hele Unie.

Artikel 17

Vereisten voor kredietinstellingen

1.   Een door een kredietinstelling uitgegeven activagerelateerde token mag aan het publiek worden aangeboden of tot de handel worden toegelaten indien de kredietinstelling:

a)

voor de activagerelateerde token een in artikel 19 bedoeld cryptoactivawitboek opstelt, dat cryptoactivawitboek ter goedkeuring voorlegt aan de bevoegde autoriteit van haar lidstaat van herkomst volgens de procedure die is uiteengezet in de overeenkomstig lid 8 van dit artikel vastgestelde technische reguleringsnormen, en het cryptoactivawitboek heeft laten goedkeuren door de bevoegde autoriteit;

b)

de betrokken bevoegde autoriteit ten minste 90 werkdagen vóór de eerste uitgifte van de activagerelateerde token in kennis stelt van de volgende informatie:

i)

een programma van werkzaamheden, met opgave van het bedrijfsmodel dat de kredietinstelling voornemens is toe te passen;

ii)

een juridisch advies dat de activagerelateerde tokens niet kunnen worden aangemerkt als een van het volgende:

een cryptoactivum dat overeenkomstig artikel 2, lid 4, van het toepassingsgebied van deze verordening wordt uitgesloten;

een e-moneytoken;

iii)

een gedetailleerde beschrijving van de in artikel 34, lid 1, bedoelde governanceregelingen;

iv)

de in artikel 34, lid 5, eerste alinea, vermelde beleidslijnen en procedures;

v)

een beschrijving van de in artikel 34, lid 5, tweede alinea, bedoelde contractuele regelingen met derden;

vi)

een beschrijving van het in artikel 34, lid 9, bedoelde bedrijfscontinuïteitsbeleid;

vii)

een beschrijving van de in artikel 34, lid 10, bedoelde internecontrolemechanismen en risicobeheersprocedures;

viii)

een beschrijving van de ingevoerde systemen en procedures om de in artikel 34, lid 11, bedoelde beschikbaarheid, authenticiteit, integriteit en vertrouwelijkheid van informatie te waarborgen.

2.   Een kredietinstelling die de bevoegde autoriteit reeds eerder overeenkomstig lid 1, punt b), in kennis heeft gesteld bij de uitgifte van een andere activagerelateerde token hoeft informatie die zij eerder bij de bevoegde autoriteit heeft ingediend, niet opnieuw in te dienen indien die informatie identiek is. Bij de indiening van de in lid 1, punt b), bedoelde informatie vermeldt de kredietinstelling uitdrukkelijk dat de niet opnieuw ingediende informatie nog actueel is.

3.   De bevoegde autoriteit die een in lid 1, punt b), bedoelde kennisgeving ontvangen beoordeelt binnen 20 werkdagen na ontvangst van de daarin opgesomde informatie of de krachtens dat punt vereiste informatie is verstrekt. Indien de bevoegde autoriteit concludeert dat een kennisgeving niet volledig is omdat er informatie ontbreekt, deelt zij dat onmiddellijk mee aan de kennisgevende kredietinstelling en stelt zij een termijn vast waarbinnen die kredietinstelling de ontbrekende informatie moet verstrekken.

De termijn voor het verstrekken van ontbrekende informatie mag niet langer zijn dan 20 werkdagen vanaf de datum van het verzoek. Tot het verstrijken van die termijn wordt de in de lid 1, punt b), genoemde termijn opgeschort. Verdere verzoeken van de bevoegde autoriteit om vervollediging of verduidelijking van de informatie worden naar haar eigen goeddunken gedaan, maar leiden niet tot opschorting van de in lid 1, punt b), gestelde termijn.

De kredietinstelling biedt de activagerelateerde token niet aan aan het publiek noch verzoekt zij om toelating tot de handel van de activagerelateerde token zolang de kennisgeving onvolledig is.

4.   Een kredietinstelling die activagerelateerde token uitgeeft, waaronder significante activagerelateerde tokens, is niet onderworpen aan de artikelen 16, 18, 20, 21, 24, 35, 41 en 42.

5.   De bevoegde autoriteit deelt de uit hoofde van lid 1 ontvangen informatie onverwijld mee aan de ECB en, indien de uitgever is gevestigd in een lidstaat die de euro niet als officiële valuta heeft, of indien de activagerelateerde token verwijst naar een andere officiële valuta van een lidstaat dan de euro, eveneens aan de centrale bank van die lidstaat.

De ECB en, in voorkomend geval, de in de eerste alinea bedoelde centrale bank van de lidstaat brengen binnen 20 werkdagen na ontvangst van de volledige informatie een advies uit over die informatie en zenden dat advies toe aan de bevoegde autoriteit.

De bevoegde autoriteit verlangt van de kredietinstelling dat zij de activagerelateerde token niet aan het publiek aanbiedt of om toelating tot de handel ervan verzoekt in gevallen waarin de ECB of, in voorkomend geval, de in de eerste alinea bedoelde centrale bank van de lidstaat een negatief advies uitbrengt op grond van een risico voor de goede werking van het betalingsverkeer, de transmissie van het monetaire beleid of de monetaire soevereiniteit.

6.   De bevoegde autoriteit stelt de ESMA in kennis van de in artikel 109, lid 3, gespecificeerde informatie nadat zij de volledigheid van de uit hoofde van lid 1 van dit artikel ontvangen informatie heeft geverifieerd.

De ESMA stelt dergelijke informatie overeenkomstig artikel 109, lid 3, beschikbaar in het register vanaf de aanvangsdatum van de aanbieding aan het publiek of de toelating tot de handel.

7.   De relevante bevoegde autoriteit stelt de ESMA binnen twee werkdagen na de intrekking van de vergunning in kennis van de intrekking van de vergunning van een kredietinstelling die activagerelateerde tokens uitgeeft. De ESMA stelt de informatie over een dergelijke intrekking overeenkomstig artikel 109, lid 3, onverwijld beschikbaar in het register.

8.   De EBA ontwikkelt, in nauwe samenwerking met de ESMA en de ECB, ontwerpen van technische reguleringsnormen om de in lid 1, punt a), bedoelde procedure voor de goedkeuring van een cryptoactivawitboek nader in te vullen.

De EBA dient de in de eerste alinea bedoelde ontwerpen van technische reguleringsnormen uiterlijk op 30 juni 2024 in bij de Commissie.

Aan de Commissie wordt de bevoegdheid gedelegeerd om deze verordening aan te vullen door de in de eerste alinea van dit lid bedoelde technische reguleringsnormen overeenkomstig de artikelen 10 tot en met 14 van Verordening (EU) nr. 1093/2010 vast te stellen.

Artikel 18

Vergunningsaanvraag

1.   Rechtspersonen of andere ondernemingen die voornemens zijn activagerelateerde tokens aan het publiek aan te bieden of te verzoeken om toelating tot de handel van activagerelateerde tokens dienen hun aanvraag voor een in artikel 16 bedoelde vergunning in bij de bevoegde autoriteit van hun lidstaat van herkomst.

2.   De in lid 1 bedoelde aanvraag omvat alle volgende informatie:

a)

het adres van de aanvragende uitgever;

b)

de identificatiecode voor juridische entiteiten van de aanvragende uitgever;

c)

de statuten van de aanvragende uitgever, waar van toepassing;

d)

een programma van werkzaamheden, met opgave van het bedrijfsmodel dat de aanvragende uitgever voornemens is toe te passen;

e)

een juridisch advies dat de activagerelateerde token niet kan worden aangemerkt als een van het volgende:

i)

een cryptoactivum dat overeenkomstig artikel 2, lid 4, van het toepassingsgebied van deze verordening is uitgesloten, of

ii)

een e-moneytoken;

f)

een nadere beschrijving van de in artikel 34, lid 1, bedoelde governanceregelingen van de aanvragende uitgever;

g)

indien er samenwerkingsregelingen met specifieke aanbieders van cryptoactivadiensten bestaan, een beschrijving van hun internecontrolemechanismen en -procedures die ervoor zorgen dat de verplichtingen met betrekking tot het voorkomen van witwassen en terrorismefinanciering uit hoofde van Richtlijn (EU) 2015/849 worden nageleefd;

h)

de identiteit van de leden van het leidinggevende orgaan van de aanvragende uitgever;

i)

het bewijs dat de in punt h) bedoelde personen een voldoende goede reputatie hebben en over de nodige kennis, vaardigheden en ervaring beschikken om de aanvragende uitgever te leiden;

j)

bewijs dat aandeelhouders of leden die, direct of indirect, een gekwalificeerde deelneming bezitten in de aanvragende uitgever een voldoende goede reputatie hebben;

k)

een cryptoactivawitboek als bedoeld in artikel 19;

l)

de in artikel 34, lid 5, eerste alinea, bedoelde beleidslijnen en procedures;

m)

een beschrijving van de in artikel 34, lid 5, tweede alinea, bedoelde contractuele regelingen met derde entiteiten;

n)

een beschrijving van het in artikel 34, lid 9, bedoelde bedrijfscontinuïteitsbeleid van de aanvragende uitgever;

o)

een beschrijving van de in artikel 34, lid 10, bedoelde internecontrolemechanismen en risicobeheersprocedures;

p)

een beschrijving van de systemen en procedures om de in artikel 34, lid 11, bedoelde beschikbaarheid, authenticiteit, integriteit en vertrouwelijkheid van informatie te waarborgen;

q)

een beschrijving van de in artikel 31 bedoelde klachtenbehandelingsprocedures van de aanvragende uitgever;

r)

indien van toepassing, een lijst van lidstaten van ontvangst waar de aanvragende uitgever voornemens is de activagerelateerde token aan het publiek aan te bieden of voornemens is om toelating tot de handel van de activagerelateerde token te verzoeken.

3.   Uitgevers die reeds een vergunning hebben gekregen voor de uitgifte van één bepaalde activagerelateerde token hoeven informatie die zij eerder bij de bevoegde autoriteit hebben ingediend, niet opnieuw in te dienen voor de vergunning van een andere activagerelateerde token indien die informatie identiek is. Bij de indiening van de in lid 2 bedoelde informatie bevestigt de uitgever uitdrukkelijk dat niet opnieuw ingediende informatie nog actueel is.

4.   De bevoegde autoriteit zendt onverwijld, en in ieder geval binnen twee werkdagen na ontvangst van een aanvraag overeenkomstig lid 1, een schriftelijke ontvangstbevestiging daarvan aan de aanvragende uitgever.

5.   Voor de toepassing van lid 2, punten i) en j), levert de aanvragende uitgever van de activagerelateerde token het bewijs voor elk van de volgende elementen:

a)

voor alle leden van het leidinggevende orgaan: dat zij geen veroordelingen hebben op hun strafblad of dat hun geen sancties zijn opgelegd krachtens het toepasselijke handelsrecht, met inbegrip van het insolventierecht en het recht inzake financiële diensten, of in verband met de bestrijding van het witwassen van geld en terrorismefinanciering, fraude of beroepsaansprakelijkheid;

b)

dat de leden van het leidinggevende orgaan van de uitgever van de activagerelateerde token gezamenlijk beschikken over de passende kennis, vaardigheden en ervaring om de uitgever van de activagerelateerde token te leiden en dat die personen verplicht zijn om voldoende tijd te besteden aan het uitvoeren van hun taken;

c)

voor alle aandeelhouders en leden die, direct of indirect, een gekwalificeerde deelneming in de aanvragende uitgever hebben: dat zij geen veroordelingen hebben op hun strafblad en dat hun geen sancties zijn opgelegd krachtens het toepasselijke handelsrecht, het insolventierecht en het recht inzake financiële diensten, of in verband met de bestrijding van het witwassen van geld en terrorismefinanciering, fraude of beroepsaansprakelijkheid.

6.   De EBA ontwikkelt, in nauwe samenwerking met de ESMA en de ECB, ontwerpen van technische reguleringsnormen de in lid 2 bedoelde informatie nader te bepalen.

De EBA dient de in de eerste alinea bedoelde ontwerpen van technische reguleringsnormen uiterlijk op 30 juni 2024 in bij de Commissie.

Aan de Commissie wordt de bevoegdheid gedelegeerd om deze verordening aan te vullen door de in de eerste alinea van dit lid bedoelde technische reguleringsnormen overeenkomstig de artikelen 10 tot en met 14 van Verordening (EU) nr. 1093/2010 vast te stellen.

7.   De EBA ontwikkelt, in nauwe samenwerking met de ESMA, ontwerpen van technische uitvoeringsnormen om standaardformulieren, templates en procedures vast te stellen voor de informatie die moet worden opgenomen in de vergunningsaanvraag, om te zorgen voor uniformiteit in de hele Unie.

De EBA dient de in de eerste alinea bedoelde ontwerpen van technische uitvoeringsnormen uiterlijk op 30 juni 2024 in bij de Commissie.

Aan de Commissie wordt de bevoegdheid gedelegeerd om de in de eerste alinea genoemde technische uitvoeringsnormen vast te stellen overeenkomstig artikel 15 van Verordening (EU) nr. 1093/2010.

Artikel 19

Inhoud en vorm van het cryptoactivawitboek voor activagerelateerde tokens

1.   Een cryptoactivawitboek voor een activagerelateerde token bevat alle volgende informatie, zoals nader gespecificeerd in bijlage II:

a)

informatie over de uitgever van de activagerelateerde token;

b)

informatie over de activagerelateerde token;

c)

informatie over de aanbieding aan het publiek van de activagerelateerde token of de toelating daarvan tot de handel;

d)

informatie over de aan de activagerelateerde token verbonden rechten en verplichtingen;

e)

informatie over de onderliggende technologie;

f)

informatie over de risico’s;

g)

informatie over de activareserve;

h)

informatie over de belangrijkste negatieve effecten op het klimaat en andere milieugerelateerde negatieve effecten van het consensusmechanisme dat wordt gebruikt om de activagerelateerde token uit te geven.

Het cryptoactivawitboek bevat ook de identiteit van de andere persoon dan de uitgever die overeenkomstig artikel 16, lid 1, tweede alinea, activagerelateerde tokens aan het publiek aanbiedt of om toelating daarvan tot de handel verzoekt, en de reden waarom die specifieke persoon die die activagerelateerde token aanbiedt of om toelating daarvan tot de handel verzoekt. In gevallen waarin het cryptoactivawitboek niet is opgesteld door de uitgever, bevat het cryptoactivawitboek ook de identiteit van de persoon die het cryptoactivawitboek heeft opgesteld en de reden waarom die specifieke persoon het heeft opgesteld.

2.   Alle in lid 1 genoemde informatie is correct, duidelijk en niet misleidend. Het cryptoactivawitboek voor activagerelateerde tokens laat geen materiële informatie weg en presenteert de informatie op beknopte en begrijpelijke wijze.

3.   Het cryptoactivawitboek bevat geen andere verklaringen over de toekomstige waarde van de cryptoactiva dan de in lid 4 bedoelde verklaring.

4.   Het cryptoactivawitboek bevat een duidelijke en ondubbelzinnige verklaring dat:

a)

de activagerelateerde token zijn waarde gedeeltelijk of volledig kan verliezen;

b)

de activagerelateerde token niet altijd kan worden overgedragen;

c)

de activagerelateerde token niet liquide mag zijn;

d)

de activagerelateerde token niet onder de beleggerscompensatiestelsels uit hoofde van Richtlijn 97/9/EG valt;

e)

de activagerelateerde token niet onder de depositogarantiestelsels uit hoofde van Richtlijn 2014/49/EU valt.

5.   Het cryptoactivawitboek bevat een verklaring van het leidinggevende orgaan van de uitgever van de activagerelateerde token. In die verklaring wordt bevestigd dat het cryptoactivawitboek voldoet aan deze titel en dat, naar het beste weten van het leidinggevende orgaan, de informatie in het cryptoactivawitboek correct, duidelijk en niet misleidend is en dat het cryptoactivawitboek geen gegevens heeft weggelaten die gevolgen zouden kunnen hebben voor het belang ervan.

6.   Het cryptoactivawitboek bevat een samenvatting, die na de in lid 5 bedoelde verklaring wordt ingevoegd, waarin in beknopte en niet-technische bewoordingen essentiële informatie wordt verstrekt over de aanbieding van de activagerelateerde token aan het publiek of de voorgenomen toelating van de activagerelateerde token tot de handel. De samenvatting is gemakkelijk te begrijpen en wordt gepresenteerd en vormgegeven in een duidelijk en begrijpelijk format, met gebruikmaking van tekens van leesbare grootte. De samenvatting van het cryptoactivawitboek biedt passende informatie over de kenmerken van de activagerelateerde token, om aspirant-houders van die activagerelateerde token te helpen een weloverwogen beslissing te nemen.

De samenvatting bevat een waarschuwing dat:

a)

zij moet worden gelezen als een inleiding op het cryptoactivawitboek;

b)

de aspirant-houder zijn besluit tot aankoop van de activagerelateerde token moet baseren op de inhoud van het volledige cryptoactivawitboek en niet louter op de samenvatting;

c)

de aanbieding aan het publiek van de activagerelateerde token geen aanbod of vraag is om financiële instrumenten te kopen en dat een dergelijk aanbod of een dergelijke vraag alleen kan gebeuren door middel van een prospectus of andere aanbiedingsdocumenten overeenkomstig het toepasselijke nationale recht;

d)

het cryptoactivawitboek geen prospectus is als bedoeld in Verordening (EU) 2017/1129, noch een ander aanbiedingsdocument overeenkomstig het Unie- of nationale recht.

De samenvatting geeft aan dat de houders van activagerelateerde tokens te allen tijde recht hebben op terugbetaling en vermeldt de voorwaarden voor een dergelijke terugbetaling.

7.   Het cryptoactivawitboek bevat de datum van kennisgeving ervan en een inhoudsopgave.

8.   Het cryptoactivawitboek wordt opgesteld in een officiële taal van de lidstaat van herkomst of in een taal die gangbaar is in de internationale financiële wereld.

Indien de activagerelateerde token ook in een andere lidstaat dan de lidstaat van herkomst van de uitgever wordt aangeboden, wordt het cryptoactivawitboek ook opgesteld in een officiële taal van de lidstaat van ontvangst of in een taal die gangbaar is in de internationale financiële wereld.

9.   Het cryptoactivawitboek wordt beschikbaar gesteld in een machineleesbaar format.

10.   De ESMA stelt, in samenwerking met de EBA, ontwerpen van technische uitvoeringsnormen op om de standaardformulieren, formats en templates ten behoeve van lid 9 vast te stellen.

De ESMA dient de in de eerste alinea bedoelde ontwerpen van technische uitvoeringsnormen uiterlijk op 30 juni 2024 in bij de Commissie.

Aan de Commissie wordt de bevoegdheid verleend om de in de eerste alinea genoemde technische uitvoeringsnormen vast te stellen overeenkomstig artikel 15 van Verordening (EU) nr. 1095/2010.

11.   De ESMA ontwikkelt, in samenwerking met de EBA, ontwerpen van technische reguleringsnormen voor de inhoud, methoden en presentatie van de in lid 1, eerste alinea, punt h), bedoelde informatie over de duurzaamheidsindicatoren wat betreft negatieve effecten op het klimaat en andere milieugerelateerde negatieve effecten.

Bij het ontwikkelen van de in de eerste alinea bedoelde ontwerpen van technische reguleringsnormen houdt de ESMA rekening met de verschillende soorten consensusmechanismen die worden gebruikt om transacties in cryptoactiva te valideren, hun stimuleringsstructuren, en het gebruik van energie, hernieuwbare energie en natuurlijke hulpbronnen, de afvalproductie en de broeikasgasemissies. De ESMA actualiseert die technische reguleringsnormen in het licht van de regelgevende en technologische ontwikkelingen.

De ESMA dient de in de eerste alinea bedoelde ontwerpen van technische reguleringsnormen uiterlijk op 30 juni 2024 in bij de Commissie.

Aan de Commissie wordt de bevoegdheid gedelegeerd om deze verordening aan te vullen door de in de eerste alinea van dit lid bedoelde technische reguleringsnormen vast te stellen overeenkomstig de artikelen 10 tot en met 14 van Verordening (EU) nr. 1095/2010.

Artikel 20

Beoordeling van de vergunningsaanvraag

1.   De bevoegde autoriteiten die een in artikel 18 bedoelde vergunningsaanvraag ontvangen, gaan binnen 25 werkdagen na ontvangst van een dergelijke aanvraag na of die aanvraag, met inbegrip van het in artikel 19, bedoelde cryptoactivawitboek, alle vereiste informatie bevat. Zij informeren de aanvragende uitgever onmiddellijk of er in de aanvraag, met inbegrip van het cryptoactivawitboek, vereiste informatie ontbreekt. Wanneer de aanvraag, met inbegrip van het cryptoactivawitboek, niet volledig is, bepalen de bevoegde autoriteiten een termijn waarbinnen de aanvragende uitgever alle ontbrekende informatie moet verschaffen.

2.   De bevoegde autoriteiten gaan binnen 60 werkdagen na ontvangst van een volledige aanvraag na of de aanvragende uitgever voldoet aan de in deze titel vastgelegde vereisten, waarna zij een volledig met redenen omkleed ontwerpbesluit opstellen waarbij de vergunning wordt toegekend of geweigerd. Tijdens die termijn van 60 werkdagen kunnen de bevoegde autoriteiten bij de aanvragende uitgever alle informatie over de aanvraag, met inbegrip van het in artikel 19 bedoelde cryptoactivawitboek, opvragen.

Tijdens het beoordelingsproces kunnen de bevoegde autoriteiten samenwerken met bevoegde autoriteiten voor de bestrijding van het witwassen van geld en terrorismefinanciering, financiële-inlichtingeneenheden of andere overheidsinstanties.

3.   De beoordelingsperiode uit hoofde van de leden 1 en 2 wordt opgeschort gedurende de periode tussen de datum van het verzoek om ontbrekende informatie door de bevoegde autoriteiten en de ontvangst door hen van een antwoord hierop door de verzoekende uitgever. De opschorting mag niet langer duren dan 20 werkdagen. Eventuele verdere verzoeken van de bevoegde autoriteiten om vervollediging of verduidelijking van de informatie worden naar hun eigen goeddunken gedaan, maar leiden niet tot opschorting van de beoordelingsperiode uit hoofde van de leden 1 en 2.

4.   De bevoegde autoriteiten doen, na de in lid 2 genoemde termijn van 60 werkdagen, hun ontwerpbesluit en de aanvraag toekomen aan de EBA, de ESMA en de ECB. Indien de aanvragende uitgever is gevestigd in een lidstaat waarvan de euro niet de officiële valuta is of indien de activagerelateerde token verwijst naar een officiële valuta van een lidstaat die niet de euro is, zenden de bevoegde autoriteiten hun ontwerpbesluit en de aanvraag ook door aan de centrale bank van die lidstaat.

5.   Op verzoek van de bevoegde autoriteit en binnen 20 werkdagen na ontvangst van het ontwerpbesluit en de aanvraag brengen de EBA en de ESMA advies uit over hun beoordeling van het in artikel 18, lid 2, punt e), bedoelde juridisch advies, en zenden zij hun respectieve adviezen toe aan de betrokken bevoegde autoriteit.

De ECB of, in voorkomend geval, de in lid 4 bedoelde centrale bank brengt binnen 20 werkdagen na ontvangst van het ontwerpbesluit en de aanvraag een advies uit over haar evaluatie van de risico’s die de uitgifte van die activagerelateerde token kan opleveren voor de financiële stabiliteit, de goede werking van het betalingsverkeer, de transmissie van het monetaire beleid en de monetaire soevereiniteit, en doet zij haar advies aan de betrokken bevoegde autoriteit toekomen.

Onverminderd artikel 21, lid 4, zijn de in de eerste en tweede alinea van dit lid bedoelde adviezen niet bindend.

De bevoegde autoriteit houdt evenwel terdege rekening met de in de eerste en tweede alinea van dit lid bedoelde adviezen.

Artikel 21

Toekenning of weigering van een vergunning

1.   De bevoegde autoriteiten stellen, binnen 25 werkdagen na ontvangst van de in artikel 20, lid 5, bedoelde adviezen, een volledig met redenen omkleed besluit vast waarbij zij de aanvragende uitgever een vergunning toekennen of weigeren, en brengen dat besluit, binnen vijf werkdagen na het nemen van dat besluit, ter kennis van de aanvragende uitgevers. Indien een aanvragende uitgever een vergunning krijgt, wordt zijn cryptoactivawitboek geacht te zijn goedgekeurd.

2.   De bevoegde autoriteiten weigeren de vergunning indien er objectief en aantoonbaar bewijs is dat:

a)

het leidinggevende orgaan van de aanvragende uitgever een bedreiging kan vormen voor de efficiënte, gedegen en prudente bedrijfsvoering en de bedrijfscontinuïteit ervan en voor de passende inaanmerkingneming van de belangen van zijn cliënten en de integriteit van de markt;

b)

de leden van het leidinggevende orgaan niet voldoen aan de in artikel 34, lid 2, uiteengezette criteria;

c)

de aandeelhouders en leden die, direct of indirect, een gekwalificeerde deelneming hebben, niet voldoen aan de in artikel 34, lid 4, uiteengezette criteria van voldoende betrouwbaarheid;

d)

de aanvragende uitgever niet aan enigerlei voorwaarden van deze titel voldoet of dreigt te voldoen;

e)

het bedrijfsmodel van de aanvragende uitgever een ernstige bedreiging kan vormen voor de marktintegriteit, de financiële stabiliteit en de goede werking van het betalingsverkeer, of de uitgever of de sector blootstellen aan ernstige risico’s van witwassen van geld en terrorismefinanciering.

3.   Uiterlijk op 30 juni 2024 vaardigen de EBA en de ESMA overeenkomstig artikel 16 van Verordening (EU) nr. 1093/2010 respectievelijk artikel 16 van Verordening (EU) nr. 1095/2010 gezamenlijk richtsnoeren uit voor de beoordeling van de geschiktheid van de leden van het leidinggevende orgaan van de uitgevers van activagerelateerde tokens en van de aandeelhouders en leden die, direct of indirect, gekwalificeerde deelnemingen in de uitgevers van activagerelateerde tokens hebben.

4.   De bevoegde autoriteiten weigeren de vergunning eveneens indien de ECB of, in voorkomend geval, de centrale bank overeenkomstig artikel 20, lid 5, een negatief advies uitbrengt op grond van een risico voor de goede werking van het betalingsverkeer, de transmissie van het monetaire beleid of de monetaire soevereiniteit.

5.   De bevoegde autoriteiten delen het centrale contactpunt van de lidstaten van ontvangst, de ESMA, de EBA en de ECB, en waar van toepassing de in artikel 20, lid 4, bedoelde centrale bank, binnen twee werkdagen na de verlening van de vergunning de in artikel 109, lid 3, bedoelde informatie mee.

De ESMA stelt dergelijke informatie beschikbaar in het register uit hoofde van 109, lid 3, vanaf de aanvangsdatum van de aanbieding aan het publiek of de toelating tot de handel.

6.   De bevoegde autoriteiten stellen de EBA, de ESMA, de ECB, en, in voorkomend geval, de in artikel 20, lid 4, bedoelde centrale bank, tevens in kennis van alle geweigerde vergunningaanvragen en verstrekken de onderliggende redenen voor het besluit en, indien van toepassing, een toelichting op elke afwijking van de in artikel 20, lid 5, bedoelde adviezen.

Artikel 22

Rapportering over activagerelateerde tokens

1.   Voor elke activagerelateerde token met een uitgiftewaarde van meer dan 100 000 000 EUR rapporteert de uitgever driemaandelijks aan de bevoegde autoriteit de volgende informatie:

a)

het aantal houders;

b)

de waarde van het uitgegeven activagerelateerde token en de omvang van de activareserve;

c)

het gemiddelde aantal en de gemiddelde geaggregeerde waarde van de transacties per dag gedurende het desbetreffende kwartaal;

d)

een schatting van het gemiddelde aantal en de gemiddelde geaggregeerde waarde van de transacties per dag gedurende het desbetreffende kwartaal die verband houden met het gebruik ervan als ruilmiddel binnen een gebied met één munt.

Voor de toepassing van de punten c) en d) van de eerste alinea wordt onder “transactie” verstaan elke wijziging van de natuurlijke of rechtspersoon die recht heeft op de activagerelateerde token als gevolg van de overdracht van de activagerelateerde token van een distributed-ledger-adres of -rekening naar een ander distributed-ledger-adres of naar een andere distributed-ledger-rekening.

Transacties die verband houden met de omwisseling voor geldmiddelen of andere cryptoactiva bij de uitgever of bij een aanbieder van cryptoactivadiensten worden niet beschouwd als verband houdend met het gebruik van de activagerelateerde token als ruilmiddel, tenzij er bewijs is dat de activagerelateerde token wordt gebruikt voor de afwikkeling van transacties in andere cryptoactiva.

2.   De bevoegde autoriteit kan van uitgevers van activagerelateerde tokens verlangen dat zij voldoen aan de in lid 1 bedoelde rapporteringsverplichting met betrekking tot uitgegeven activagerelateerde tokens met een waarde van minder dan 100 000 000 EUR.

3.   Aanbieders van cryptoactivadiensten die diensten verlenen die verband houden met activagerelateerde tokens, verstrekken de uitgever van de activagerelateerde token de informatie die noodzakelijk is om het in lid 1 bedoelde verslag voor te bereiden, onder meer door transacties buiten de distributed ledger te rapporteren.

4.   De bevoegde autoriteit deelt de ontvangen informatie met de ECB en, indien van toepassing, met de in artikel 20, lid 4, bedoelde centrale bank en de bevoegde autoriteiten van de lidstaten van ontvangst.

5.   De ECB en, in voorkomend geval, de in artikel 20, lid 4, bedoelde centrale bank kunnen de bevoegde autoriteit hun eigen schattingen verstrekken van het gemiddelde aantal per kwartaal en van de gemiddelde geaggregeerde waarde van de transacties per dag die verband houden met het gebruik van de activagerelateerde token als ruilmiddel binnen een gebied met één munt.

6.   De EBA ontwikkelt, in nauwe samenwerking met de ECB, ontwerpen van technische reguleringsnormen waarin de methode wordt gespecificeerd voor de schatting van het gemiddelde aantal per kwartaal en de gemiddelde geaggregeerde waarde van de transacties per dag die verband houden met het gebruik van de activagerelateerde token als ruilmiddel binnen een gebied met één munt.

De EBA dient de in de eerste alinea bedoelde ontwerpen van technische reguleringsnormen uiterlijk op 30 juni 2024 in bij de Commissie.

Aan de Commissie wordt de bevoegdheid gedelegeerd om deze verordening aan te vullen door de in de eerste alinea van dit lid bedoelde technische reguleringsnormen overeenkomstig de artikelen 10 tot en met 14 van Verordening (EU) nr. 1093/2010 vast te stellen.

7.   De EBA ontwikkelt ontwerpen van technische uitvoeringsnormen met het oog op de vaststelling van de standaardformulieren, formats en templates voor de toepassing van de in lid 1 bedoelde rapportering en de in lid 3 bedoelde verstrekking van informatie.

De EBA dient de in de eerste alinea bedoelde ontwerpen van technische uitvoeringsnormen uiterlijk op 30 juni 2024 in bij de Commissie.

Aan de Commissie wordt de bevoegdheid verleend om de in de eerste alinea van dit lid bedoelde technische uitvoeringsnormen vast te stellen overeenkomstig artikel 15 van Verordening (EU) nr. 1093/2010.

Artikel 23

Beperkingen op de uitgifte van activagerelateerde tokens die op grote schaal als ruilmiddel worden gebruikt

1.   Indien voor een activagerelateerde token het geschatte gemiddelde aantal per kwartaal en de geschatte gemiddelde geaggregeerde waarde van de transacties per dag die verband houden met het gebruik als ruilmiddel binnen een gebied met één munt hoger zijn dan respectievelijk 1 miljoen transacties en 200 000 000 EUR, moet de uitgever:

a)

de uitgifte van die activagerelateerde token staken, en

b)

binnen 40 werkdagen na het bereiken van die drempel bij de bevoegde autoriteit een plan indienen om ervoor te zorgen dat het geschatte gemiddelde aantal per kwartaal en de geschatte geaggregeerde waarde van die transacties per dag onder respectievelijk 1 miljoen transacties en 200 000 000 EUR worden gehouden.

2.   De bevoegde autoriteit gebruikt hetzij de door de uitgever verstrekte gegevens, haar eigen ramingen, hetzij de ramingen van de ECB of, in voorkomend geval, van de in artikel 20, lid 4, bedoelde centrale bank, wat het hoogste is, om te beoordelen of de in lid 1 bedoelde drempel is bereikt.

3.   Indien verschillende uitgevers dezelfde activagerelateerde token uitgeven, worden de in lid 1 bedoelde criteria door de bevoegde autoriteit beoordeeld na aggregatie van de gegevens van alle uitgevers.

4.   De uitgever legt het in lid 1, punt b), bedoelde plan ter goedkeuring voor aan de bevoegde autoriteit. In voorkomend geval verlangt de bevoegde autoriteit wijzigingen, zoals het opleggen van een minimumdenominatiebedrag, om een tijdige afname van het gebruik van de activagerelateerde token als ruilmiddel te garanderen.

5.   De bevoegde autoriteit mag de uitgever alleen toestaan opnieuw de activagerelateerde token uit te geven wanneer zij bewijs heeft dat het geschatte gemiddelde aantal per kwartaal en de geschatte gemiddelde geaggregeerde waarde van transacties per dag die verband houden met het gebruik ervan als ruilmiddel lager zijn dan respectievelijk 1 miljoen transacties en 200 000 000 EUR binnen een gebied met één munt.

Artikel 24

Intrekking van de vergunning

1.   De bevoegde autoriteiten trekken de vergunning van een uitgever van een activagerelateerde token in de volgende situaties in:

a)

de uitgever heeft gedurende zes opeenvolgende maanden zijn werkzaamheden gestaakt of binnen twaalf opeenvolgende maanden nadat de vergunning is afgegeven, niet gebruikgemaakt van de vergunning;

b)

de uitgever heeft zijn vergunning op onregelmatige wijze verkregen, bijvoorbeeld door valse verklaringen af te leggen in de in artikel 18 bedoelde vergunningsaanvraag of in een overeenkomstig artikel 25 gewijzigd cryptoactivawitboek;

c)

de uitgever voldoet niet langer aan de voorwaarden waarop de vergunning is toegekend;

d)

de uitgever heeft een ernstige inbreuk gemaakt op de bepalingen van deze titel;

e)

de uitgever is onderworpen aan een terugbetalingsplan;

f)

de uitgever heeft uitdrukkelijk afgezien van zijn vergunning of heeft besloten zijn activiteiten stop te zetten;

g)

de activiteiten van de uitgever vormen een ernstige bedreiging voor de marktintegriteit, de financiële stabiliteit en de goede werking van het betalingsverkeer, of stellen de uitgever of de sector bloot aan ernstige risico’s van het witwassen van geld en terrorismefinanciering.

De uitgever van de activagerelateerde token stelt zijn bevoegde autoriteit in kennis van de in de eerste alinea, punten e) en f), bedoelde situaties.

2.   De bevoegde autoriteiten trekken de vergunning van een uitgever van een activagerelateerde token ook in indien de ECB of, in voorkomend geval, de in artikel 20, lid 4, bedoelde centrale bank een advies uitbrengt dat de activagerelateerde token een ernstige bedreiging vormt voor de goede werking van het betalingsverkeer, de transmissie van het monetaire beleid of de monetaire soevereiniteit.

3.   De bevoegde autoriteiten beperken het bedrag van een uit te geven activagerelateerde token of leggen een minimumdenominatiebedrag op aan de activagerelateerde token wanneer de ECB of, in voorkomend geval, de in artikel 20, lid 4, bedoelde centrale bank een advies uitbrengt dat de activagerelateerde token een ernstige bedreiging vormt voor de goede werking van het betalingsverkeer, de transmissie van het monetaire beleid of de monetaire soevereiniteit, en specificeren de toepasselijke limiet of het minimumdenominatiebedrag.

4.   De relevante bevoegde autoriteiten stellen de bevoegde autoriteit van een uitgever van een activagerelateerde token onverwijld in kennis van de volgende situaties:

a)

een in artikel 34, lid 5, eerste alinea, punt h), van deze verordening bedoelde derde entiteit beschikt niet langer over haar vergunning als kredietinstelling als bedoeld in artikel 8 van Richtlijn 2013/36/EU, als aanbieder van cryptoactivadiensten als bedoeld in artikel 59 van deze verordening, als betalingsinstelling of als instelling voor elektronisch geld;

b)

de leden van het leidinggevende orgaan van de uitgever of de aandeelhouders of leden die, direct of indirect, gekwalificeerde deelnemingen in de uitgever bezitten, hebben inbreuk gemaakt op de nationaalrechtelijke bepalingen ter omzetting van Richtlijn (EU) 2015/849.

5.   De bevoegde autoriteiten trekken de vergunning van een uitgever van een activagerelateerde token in indien zij van oordeel zijn dat de in lid 4 van dit artikel bedoelde situatie gevolgen hebben voor de goede reputatie van het leidinggevende orgaan van die uitgever of van de goede reputatie van aandeelhouders of leden die, direct of indirect, gekwalificeerde deelnemingen in de uitgever bezitten, of indien er een aanwijzing is dat de in artikel 34 bedoelde governanceregelingen of internecontrolemechanismen hebben gefaald.

Wanneer de vergunning wordt ingetrokken, past de uitgever van de activagerelateerde token de procedure van artikel 47 toe.

6.   De bevoegde autoriteiten stellen de ESMA binnen twee werkdagen na de intrekking van de vergunning in kennis van de intrekking van de vergunning van de uitgever van de activagerelateerde token. De ESMA stelt de informatie over een dergelijke intrekking onverwijld beschikbaar in het in artikel 109 bedoelde register.

Artikel 25

Wijziging van gepubliceerde cryptoactivawitboeken voor activagerelateerde tokens

1.   Uitgevers van activagerelateerde tokens stellen de bevoegde autoriteit van hun lidstaat van herkomst in kennis van alle voorgenomen wijzigingen van hun bedrijfsmodel die waarschijnlijk van significante invloed zijn op de aankoopbeslissing van houders of aspirant-houders van activagerelateerde tokens, en die na de toekenning van een vergunning overeenkomstig artikel 21 of na de goedkeuring van het cryptoactivawitboek overeenkomstig artikel 17, alsook in de context van artikel 23, plaatsvinden. Bij die wijzigingen gaat het onder meer om materiële wijzigingen van:

a)

de governanceregelingen, met inbegrip van rapporteringslijnen met het leidinggevende orgaan en het kader voor risicobeheer;

b)

de reserveactiva en de bewaring van de reserveactiva;

c)

de aan de houders van activagerelateerde tokens toegekende rechten;

d)

het mechanisme waarmee een activagerelateerde token wordt uitgegeven en terugbetaald;

e)

de protocollen voor het valideren van de transacties in activagerelateerde tokens;

f)

de werking van de uitgevergebonden distributed-ledger-technologie indien de activagerelateerde tokens met gebruikmaking van een dergelijke distributed-ledger-technologie worden uitgegeven, overgedragen en opgeslagen;

g)

de mechanismen om de liquiditeit van activagerelateerde tokens te waarborgen, met inbegrip van het beleid inzake liquiditeitsbeheer en de procedures voor uitgevers van significante activagerelateerde tokens als bedoeld in artikel 45;

h)

de regelingen met derde entiteiten, onder meer wat betreft het beheer van de reserveactiva en de belegging van de reserve, de bewaring van reserveactiva en, in voorkomend geval, de distributie van de activagerelateerde tokens aan het publiek;

i)

de klachtenbehandelingsprocedures;

j)

de beoordeling van risico’s op het gebied van het witwassen van geld en terrorismefinanciering en de daarmee verband houdende algemene beleidslijnen en procedures.

Uitgevers van activagerelateerde tokens stellen de bevoegde autoriteit van hun lidstaat van herkomst minstens 30 werkdagen voordat de voorgenomen wijzigingen van kracht worden, daarvan in kennis.

2.   Indien de bevoegde autoriteit in kennis is gesteld van een in lid 1 bedoelde voorgenomen wijziging, stelt de uitgever van een activagerelateerde token een ontwerp van gewijzigd cryptoactivawitboek op en zorgt hij ervoor dat de volgorde van de daarin opgenomen informatie aansluit bij die van het oorspronkelijke cryptoactivawitboek.

De uitgever van de activagerelateerde token stelt de bevoegde autoriteit van de lidstaat van herkomst in kennis van het ontwerp van gewijzigd cryptoactivawitboek.

De bevoegde autoriteit bevestigt elektronisch zo spoedig mogelijk, en uiterlijk binnen vijf werkdagen na ontvangst, de ontvangst van het ontwerp van gewijzigd cryptoactivawitboek.

De bevoegde autoriteit verleent haar goedkeuring aan of weigert de goedkeuring van het ontwerp van het gewijzigde cryptoactivawitboek binnen 30 werkdagen na bevestiging van ontvangst daarvan. Tijdens het onderzoek van het gewijzigde cryptoactivawitboek kan de bevoegde autoriteit verzoeken om aanvullende informatie over, een toelichting bij of de verantwoording voor het gewijzigde cryptoactivawitboek. Indien de bevoegde autoriteit een dergelijk verzoek indient, gaat de termijn van 30 werkdagen pas in wanneer de bevoegde autoriteit die extra informatie heeft ontvangen.

3.   Indien de bevoegde autoriteit van oordeel is dat de wijzigingen van een cryptoactivawitboek relevant kunnen zijn voor de goede werking van het betalingsverkeer, de transmissie van het monetaire beleid en de monetaire soevereiniteit, raadpleegt zij de ECB en, in voorkomend geval, de in artikel 20, lid 4, bedoelde centrale bank. In dergelijke gevallen kan de bevoegde autoriteit ook de EBA en de ESMA raadplegen.

De ECB of de betrokken centrale bank en, in voorkomend geval, de EBA en de ESMA verstrekken binnen 20 werkdagen na ontvangst van de in de eerste alinea bedoelde raadpleging een advies.

4.   Indien de bevoegde autoriteit het gewijzigde cryptoactivawitboek goedkeurt, kan zij van de uitgever van de activagerelateerde token verlangen dat deze:

a)

voorziet in mechanismen ter bescherming van houders van de activagerelateerde token wanneer een potentiële wijziging van de activiteiten van de uitgever een wezenlijk effect kan hebben op de waarde, stabiliteit of risico’s van de activagerelateerde token of de reserveactiva;

b)

de nodige corrigerende maatregelen neemt om problemen in verband met de marktintegriteit, de financiële stabiliteit of de goede werking van het betalingsverkeer te verhelpen.

De bevoegde autoriteit verzoekt de uitgever van de activagerelateerde token om de passende corrigerende maatregelen te nemen om problemen in verband met de goede werking van het betalingsverkeer, de transmissie van het monetaire beleid of de monetaire soevereiniteit te verhelpen indien dergelijke corrigerende maatregelen worden voorgesteld door de ECB of, in voorkomend geval, de in artikel 20, lid 4, bedoelde centrale bank, tijdens de raadplegingen als bedoeld in lid 3 van dit artikel.

Indien de ECB of de in artikel 20, lid 4, bedoelde centrale bank andere maatregelen hebben voorgesteld dan die waarom de bevoegde autoriteit heeft verzocht, worden de voorgestelde maatregelen gecombineerd of, indien dat niet mogelijk is, wordt de strengste maatregel opgelegd.

5.   De bevoegde autoriteit stelt de ESMA, de centrale contactpunten van de lidstaten van ontvangst, de EBA, de ECB of, in voorkomend geval, de centrale bank van de betrokken lidstaat binnen twee werkdagen na het verlenen van de goedkeuring in kennis van het gewijzigde cryptoactivawitboek.

De ESMA stelt het gewijzigde cryptoactivawitboek onverwijld beschikbaar in het in artikel 109 bedoelde register.

Artikel 26

Aansprakelijkheid van uitgevers van activagerelateerde tokens voor in een cryptoactivawitboek verschafte informatie

1.   Indien een uitgever inbreuk heeft gemaakt op artikel 19 door in zijn cryptoactivawitboek of in een gewijzigd cryptoactivawitboek informatie te verschaffen die onvolledig, niet correct, onduidelijk of misleidend is, zijn die uitgever en de leden van zijn bestuurs-, leidinggevend of toezichthoudend orgaan jegens een houder van een dergelijke activagerelateerde token aansprakelijk voor elk verlies dat is geleden ten gevolge van die inbreuk.

2.   Contractuele uitsluitingen of beperkingen van de in lid 1 bedoelde civielrechtelijke aansprakelijkheid hebben geen rechtsgevolg.

3.   Het staat aan de houder van de activagerelateerde token om bewijs te leveren waaruit blijkt dat de uitgever van die activagerelateerde token inbreuk heeft gemaakt op artikel 19 door in zijn cryptoactivawitboek of in een gewijzigd cryptoactivawitboek informatie te verschaffen die onvolledig, niet correct, onduidelijk of misleidend is, en dat het vertrouwen op dergelijke informatie gevolgen heeft gehad op de beslissing van de houder om die activagerelateerde token te kopen, te verkopen of om te wisselen.

4.   De uitgever en de leden van zijn bestuurs-, leidinggevend of toezichthoudend orgaan zijn niet aansprakelijk voor verliezen die zijn geleden als gevolg van het vertrouwen op de informatie die overeenkomstig artikel 19 wordt verstrekt in een samenvatting, met inbegrip van een vertaling daarvan, tenzij de samenvatting:

a)

misleidend, inaccuraat of inconsistent is wanneer zij wordt gelezen in samenhang met de andere delen van het cryptoactivawitboek, of

b)

niet de essentiële informatie verstrekt die aspirant-houders moet helpen wanneer zij overwegen de activagerelateerde token te kopen wanneer zij wordt gelezen in samenhang met de andere delen van het cryptoactivawitboek.

5.   Dit artikel doet geen afbreuk aan enige andere civielrechtelijke aansprakelijkheid op grond van het nationale recht.

HOOFDSTUK 2

Verplichtingen voor uitgevers van activagerelateerde tokens

Artikel 27

Verplichting om eerlijk, billijk en professioneel te handelen in het belang van de houders van activagerelateerde tokens

1.   Uitgevers van activagerelateerde tokens handelen eerlijk, billijk en professioneel en communiceren op een correcte, duidelijke en niet-misleidende wijze met de houders en aspirant-houders van activagerelateerde tokens.

2.   Uitgevers van activagerelateerde tokens handelen in het belang van de houders van dergelijke tokens en behandelen hen op gelijke wijze, tenzij een voorkeursbehandeling in het cryptoactivawitboek en, in voorkomend geval, in de reclame-uitingen openbaar worden gemaakt.

Artikel 28

Publicatie van het cryptoactivawitboek

Een uitgever van een activagerelateerde token publiceert op zijn website het in artikel 17, lid 1, of artikel 21, lid 1, bedoelde goedgekeurde cryptoactivawitboek en, in voorkomend geval, het in artikel 25 bedoelde gewijzigde cryptoactivawitboek. Het goedgekeurde cryptoactivawitboek is uiterlijk op de aanvangsdatum van de aanbieding aan het publiek van de activagerelateerde token of de toelating van die token tot de handel publiek beschikbaar. Het goedgekeurde cryptoactivawitboek en, in voorkomend geval, het gewijzigde cryptoactivawitboek blijven zo lang op de website van de uitgever beschikbaar als de activagerelateerde token door het publiek wordt aangehouden.

Artikel 29

Reclame-uitingen

1.   Reclame-uitingen met betrekking tot een aanbieding aan het publiek van een activagerelateerde token of met betrekking tot de toelating tot de handel van een dergelijke activagerelateerde token voldoen aan elk van de volgende voorwaarden:

a)

de reclame-uitingen zijn duidelijk als zodanig herkenbaar;

b)

de informatie in de reclame-uitingen is correct, duidelijk en niet misleidend;

c)

de informatie in de reclame-uitingen strookt met de informatie in het cryptoactivawitboek;

d)

de reclame-uitingen geven duidelijk aan dat een cryptoactivawitboek is gepubliceerd en maken duidelijk melding van het adres van de website van de uitgever van de activagerelateerde token, alsmede een telefoonnummer en een e-mailadres waarop contact kan worden opgenomen met de uitgever.

2.   Reclame-uitingen bevatten een duidelijke en ondubbelzinnige verklaring dat de houders van de activagerelateerde token te allen tijde recht hebben op terugbetaling door de uitgever.

3.   Reclame-uitingen en wijzigingen daarvan worden gepubliceerd op de website van de uitgever.

4.   De bevoegde autoriteiten verlangen geen voorafgaande goedkeuring van reclame-uitingen vóór de publicatie ervan.

5.   Reclame-uitingen worden op verzoek aan de bevoegde autoriteiten meegedeeld.

6.   Vóór de publicatie van het cryptoactivawitboek worden geen reclame-uitingen verspreid. Deze beperking belet de uitgever van de activagerelateerde token niet om marktonderzoeken te verrichten.

Artikel 30

Doorlopende informatieverstrekking aan houders van activagerelateerde tokens

1.   Uitgevers van activagerelateerde tokens maken op heldere, accurate en transparante wijze op een openbare en gemakkelijk toegankelijke plaats op hun website bekend voor welk bedrag activagerelateerde tokens in omloop zijn en wat de waarde en samenstelling van de in artikel 36 bedoelde activareserve is. Dergelijke informatie wordt ten minste maandelijks bijgewerkt.

2.   Uitgevers van activagerelateerde tokens publiceren zo spoedig mogelijk op een openbare en gemakkelijk toegankelijke plaats op hun website een beknopte, heldere, accurate en transparante samenvatting van het auditverslag alsmede het volledige en onbewerkte auditverslag over de in artikel 36 bedoelde activareserve.

3.   Onverminderd artikel 88 maken uitgevers van activagerelateerde tokens zo spoedig mogelijk op een heldere, accurate en transparante wijze, op een openbare en gemakkelijk toegankelijke plaats, alle gebeurtenissen op hun website bekend die significante gevolgen voor de waarde van de activagerelateerde tokens of op de in artikel 36 bedoelde activareserve hebben of waarschijnlijk zal hebben.

Artikel 31

Klachtenbehandelingsprocedure

1.   Uitgevers van activagerelateerde tokens zorgen voor het opzetten en in stand houden van doeltreffende en transparante procedures voor een snelle, eerlijke en consistente behandeling van klachten van houders van activagerelateerde tokens en andere belanghebbenden, waaronder consumentenorganisaties die houders van activagerelateerde tokens vertegenwoordigen, en publiceren beschrijvingen van die procedures. Wanneer de activagerelateerde tokens volledig of ten dele worden gedistribueerd door in artikel 34, lid 5, eerste alinea, punt h), bedoelde derde entiteiten, voorzien uitgevers van de activagerelateerde tokens in procedures om ook klachten tussen houders van de activagerelateerde tokens en die derde entiteiten te helpen behandelen.

2.   Houders van activagerelateerde tokens kunnen kosteloos klacht indienen bij de uitgevers van hun activagerelateerde tokens of, in voorkomend geval, bij de in lid 1 bedoelde derde entiteiten.

3.   Uitgevers van activagerelateerde tokens en, in voorkomend geval, de in lid 1 bedoelde derde entiteiten stellen een template op voor het indienen van klachten, stellen die ter beschikking aan houders van activagerelateerde tokens en documenteren alle ontvangen klachten en alle in reactie daarop genomen maatregelen.

4.   Uitgevers van activagerelateerde tokens onderzoeken alle klachten tijdig en eerlijk en delen de uitkomst van dergelijke onderzoeken binnen een redelijke termijn mee aan de houders van hun activagerelateerde tokens.

5.   De EBA ontwikkelt, in nauwe samenwerking met de ESMA, ontwerpen van technische reguleringsnormen om de voorwaarden, templates en procedures voor de behandeling van klachten nader te specificeren.

De EBA dient de in de eerste alinea bedoelde ontwerpen van technische reguleringsnormen uiterlijk op 30 juni 2024 in bij de Commissie.

Aan de Commissie wordt de bevoegdheid gedelegeerd om deze verordening aan te vullen door de in de eerste alinea van dit lid bedoelde technische reguleringsnormen vast te stellen overeenkomstig de artikelen 10 tot en met 14 van Verordening (EU) nr. 1093/2010.

Artikel 32

Identificatie, voorkoming, beheer en openbaarmaking van belangenconflicten

1.   Uitgevers van activagerelateerde tokens implementeren en handhaven doeltreffende beleidslijnen en procedures voor het identificeren, voorkomen, beheren en openbaar maken van belangenconflicten tussen henzelf en:

a)

hun aandeelhouders of leden;

b)

alle aandeelhouders of leden die, direct of indirect, een gekwalificeerde deelneming in die uitgevers hebben;

c)

de leden van hun leidinggevend orgaan;

d)

hun personeelsleden;

e)

de houders van activagerelateerde tokens, of

f)

elke derde die een van de in artikel 34, lid 5, eerste alinea, punt h), bedoelde functies verricht.

2.   Uitgevers van activagerelateerde tokens nemen met name alle passende maatregelen om belangenconflicten die uit het beheer en de belegging van de in artikel 36 bedoelde activareservevoortvloeien, te identificeren, te voorkomen, te beheren en openbaar te maken.

3.   Uitgevers van activagerelateerde tokens maken op een prominente plaats op hun website aan de houders van hun activagerelateerde tokens het algemene karakter en de bronnen van de in lid 1 bedoelde belangenconflicten openbaar en de maatregelen die zijn genomen om deze te mitigeren.

4.   De in lid 3 bedoelde openbaarmaking is voldoende precies zodat de aspirant-houders van hun activagerelateerde tokens een weloverwogen aankoopbeslissing kunnen nemen over de activagerelateerde tokens.

5.   De EBA ontwikkelt ontwerpen van technische reguleringsnormen ter nadere bepaling van:

a)

de vereisten voor de in lid 1 bedoelde beleidslijnen en procedures;

b)

de details en de methode voor de inhoud van de in lid 3 bedoelde openbaarmaking.

De EBA dient de in de eerste alinea bedoelde ontwerpen van technische reguleringsnormen uiterlijk op 30 juni 2024 in bij de Commissie.

Aan de Commissie wordt de bevoegdheid gedelegeerd om deze verordening aan te vullen door de in de eerste alinea van dit lid bedoelde technische reguleringsnormen vast te stellen overeenkomstig de artikelen 10 tot en met 14 van Verordening (EU) nr. 1093/2010.

Artikel 33

Kennisgeving van wijzigingen in het leidinggevende orgaan

Uitgevers van activagerelateerde tokens geven hun bevoegde autoriteit onmiddellijk kennis van alle wijzigingen in hun leidinggevend orgaan en verstrekken hun bevoegde autoriteit alle informatie die noodzakelijk is om na te gaan of artikel 34, lid 2, is nageleefd.

Artikel 34

Governanceregelingen

1.   Uitgevers van activagerelateerde tokens beschikken over bestendige governanceregelingen, waaronder een duidelijke organisatiestructuur helder omschreven, transparante en consistente verantwoordelijkheden, effectieve procedures voor het identificeren, beheren, monitoren en rapporteren van de risico’s waaraan zij blootstaan of bloot kunnen komen te staan, en adequate internecontrolemechanismen, zoals gedegen administratieve en boekhoudkundige procedures.

2.   Leden van het leidinggevende orgaan van uitgevers van activagerelateerde tokens hebben een voldoende goede reputatie en zowel individueel als collectief beschikken over de passende kennis, vaardigheden en ervaring om hun taken te kunnen uitvoeren. Zij mogen met name niet zijn veroordeeld voor strafbare feiten die verband houden met het witwassen van geld of terrorismefinanciering of voor andere strafbare feiten die hun goede reputatie zouden aantasten. Zij tonen ook aan dat zij voldoende tijd kunnen besteden aan de daadwerkelijke uitvoering van hun taken.

3.   Het leidinggevende orgaan van uitgevers van activagerelateerde tokens beoordeelt, en toetst periodiek, de effectiviteit van de beleidsregelingen en -procedures waarin is voorzien om aan de hoofdstukken 2, 3, 5 en 6 van deze titel te voldoen, en neemt passende maatregelen om eventuele tekortkomingen in dat opzicht weg te werken.

4.   Aandeelhouders of leden die, direct of indirect, een gekwalificeerde deelneming in uitgevers van activagerelateerde tokens bezitten, hebben een voldoende goede reputatie en zijn met name niet veroordeeld voor strafbare feiten in verband met het witwassen van geld of terrorismefinanciering of voor andere strafbare feiten die hun goede reputatie zouden aantasten.

5.   Uitgevers van activagerelateerde tokens stellen beleidslijnen en procedures vast die voldoende effectief zijn om de naleving van deze verordening te waarborgen. Uitgevers van activagerelateerde tokens zorgen met name voor het opstellen, in stand houden en toepassen van met name beleidslijnen en procedures met betrekking tot:

a)

de in artikel 36 bedoelde activareserve;

b)

de in artikel 37 bedoelde bewaring van de reserveactiva, waaronder de scheiding van activa;

c)

de in artikel 39 genoemde rechten die aan de houders van activagerelateerde tokens zijn toegekend;

d)

het mechanisme waarmee activagerelateerde tokens worden uitgegeven en terugbetaald;

e)

de protocollen voor het valideren van transacties in activagerelateerde tokens;

f)

de werking van de uitgevergebonden distributed-ledger-technologie indien de activagerelateerde tokens met gebruikmaking van een dergelijke distributed-ledger-technologie worden uitgegeven, overgedragen en opgeslagen, of met vergelijkbare technologie die door de uitgevers of door een namens hen handelende derde wordt gebruikt;

g)

de mechanismen die zorgen voor de liquiditeit van activagerelateerde tokens, met inbegrip van het beleid en de procedures voor liquiditeitsbeheer voor uitgevers van significante activagerelateerde tokens als bedoeld in artikel 45;

h)

regelingen met derde entiteiten wat betreft de exploitatie van de activareserve en de belegging van de reserveactiva, de bewaring van de reserveactiva en, in voorkomend geval, de distributie van de activagerelateerde tokens aan het publiek;

i)

de schriftelijke toestemming van de uitgevers van activagerelateerde tokens aan andere personen die de activagerelateerde tokens zouden kunnen aanbieden of zouden kunnen verzoeken om toelating tot de handel van de activagerelateerde tokens;

j)

de in artikel 31 bedoelde klachtenbehandeling;

k)

de in artikel 32 genoemde belangenconflicten.

Indien uitgevers van activagerelateerde tokens regelingen als bedoeld in de eerste alinea, punt h), aangaan, worden die regelingen vastgelegd in een contract met de derde entiteiten. Die contractuele regelingen omschrijven de rol, verantwoordelijkheden, rechten en verplichtingen van zowel de uitgevers van activagerelateerde tokens als de derde entiteiten. Contractuele regelingen met jurisdictieoverschrijdende implicaties voorzien in een ondubbelzinnige keuze van het toepasselijke recht.

6.   Tenzij uitgevers van activagerelateerde tokens een in artikel 47 bedoeld terugbetalingsplan in werking hebben gesteld, hanteren zij passende en evenredige systemen, middelen en procedures om ervoor te zorgen dat hun diensten en activiteiten continu en regelmatig worden verricht. Daartoe zorgen uitgevers van activagerelateerde tokens ervoor dat al hun toegangsbeveiligingssystemen en -protocollen in overeenstemming zijn met aan de passende Unienormen.

7.   Indien de uitgever van een activagerelateerde token besluit het verrichten van zijn diensten en activiteiten stop te zetten, onder meer door de uitgifte van die activagerelateerde token stop te zetten, legt hij aan de bevoegde autoriteit een plan voor ter goedkeuring van een dergelijke stopzetting.

8.   Uitgevers van activagerelateerde tokens identificeren bronnen van operationele risico’s en beperken die risico’s tot een minimum door passende systemen, controles en procedures uit te werken.

9.   Uitgevers van activagerelateerde tokens stellen een bedrijfscontinuïteitsbeleid en bedrijfscontinuïteitsplannen vast om te waarborgen dat, bij een onderbreking van hun ICT-systemen en -procedures, wezenlijke gegevens en bedrijfsfuncties beschermd zijn en hun activiteiten worden voortgezet, of, indien dat niet mogelijk is, dat dergelijke gegevens en functies tijdig worden hersteld en hun activiteiten tijdig worden hervat.

10.   Uitgevers van activagerelateerde tokens beschikken over internecontrolemechanismen en effectieve procedures voor risicobeheer, met inbegrip van doeltreffende controle- en beveiligingsregelingen voor het beheer van ICT-systemen, zoals vereist door Verordening (EU) 2022/2554 van het Europees Parlement en de Raad (37). Door die procedures wordt voorzien in een omvattende beoordeling wat betreft de afhankelijkheid van in lid 5, eerste alinea, punt h), van dit artikel bedoelde derde entiteiten. Uitgevers van activagerelateerde tokens monitoren en evalueren op regelmatige basis de adequaatheid en doeltreffendheid van de internecontrolemechanismen en procedures voor risicobeoordeling en zij nemen passende maatregelen om eventuele tekortkomingen weg te werken.

11.   Uitgevers van activagerelateerde tokens beschikken over systemen en procedures die geschikt zijn om de beschikbaarheid, authenticiteit, integriteit en vertrouwelijkheid van informatie te waarborgen, zoals vereist door Verordening (EU) 2022/2554 en in overeenstemming met Verordening (EU) 2016/679. Met die systemen worden tijdens de activiteiten van de uitgevers verzamelde en geproduceerde relevante gegevens en informatie vastgelegd en bewaard.

12.   Uitgevers van activagerelateerde tokens zorgen ervoor dat zij op regelmatige basis door onafhankelijke auditors worden gecontroleerd. De resultaten van die controles worden meegedeeld aan het leidinggevende orgaan van de betrokken uitgever en worden ter beschikking gesteld van de bevoegde autoriteit.

13.   Uiterlijk op 30 juni 2024 vaardigt de EBA, in nauwe samenwerking met de ESMA en de ECB, overeenkomstig artikel 16 van Verordening (EU) nr. 1093/2010, richtsnoeren uit tot nadere invulling van de minimuminhoud van de governanceregelingen betreffende:

a)

de monitoringinstrumenten voor de in lid 8 bedoelde risico’s;

b)

het in lid 9 bedoelde bedrijfscontinuïteitsplan;

c)

de in lid 10 bedoelde internecontrolemechanismen;

d)

de in lid 12 bedoelde controles, met inbegrip van de minimumdocumentatie die bij de controle moet worden gebruikt.

Bij het uitvaardigen van de in de eerste alinea bedoelde richtsnoeren houdt de EBA rekening met de governancevoorschriften in andere wetgevingshandelingen van de Unie inzake financiële diensten, waaronder Richtlijn 2014/65/EU.

Artikel 35

Eigenvermogensvereisten

1.   Uitgevers van activagerelateerde tokens beschikken te allen tijde over een eigen vermogen dat gelijk is aan ten minste het hoogste van de volgende bedragen:

a)

350 000 EUR;

b)

2 % van het gemiddelde bedrag van de in artikel 36 bedoelde activareserve;

c)

een kwart van de vaste kosten van het voorgaande jaar.

Voor de toepassing van punt b) van de eerste alinea wordt onder het gemiddelde bedrag van de activareserve verstaan het gemiddelde bedrag van de reserveactiva aan het eind van elke kalenderdag, berekend over de voorafgaande zes maanden.

Indien een uitgever meer dan één activagerelateerde token aanbiedt, is het in punt b) van de eerste alinea bedoelde bedrag de som van het gemiddelde bedrag van de reserveactiva die elke activagerelateerde token dekt.

Het in punt c) van de eerste alinea bedoelde bedrag wordt jaarlijks herzien en wordt berekend overeenkomstig artikel 67, lid 3.

2.   Het in lid 1 van dit artikel bedoelde eigen vermogen bestaat in de tier 1-kernkapitaalbestanddelen en -instrumenten als bedoeld in de artikelen 26 tot en met 30 van Verordening (EU) nr. 575/2013, na alle aftrekkingen overeenkomstig artikel 36 van die verordening, zonder de toepassing van de in artikel 46, lid 4, en artikel 48 van die verordening bedoelde vrijstellingsdrempels.

3.   De bevoegde autoriteit van de lidstaat van herkomst kan van een uitgever van een activagerelateerde token verlangen dat hij een bedrag aan eigen vermogen aanhoudt dat tot 20 % hoger is dan het bedrag dat uit de toepassing van lid 1, eerste alinea, punt b), resulteert, indien een beoordeling van een van de volgende elementen duidt op een hoger risiconiveau:

a)

de evaluatie van de risicobeheersprocedures en internecontrolemechanismen van de uitgever van de activagerelateerde token als bedoeld in artikel 34, leden 1, 8 en 10;

b)

de kwaliteit en volatiliteit van de in artikel 36 bedoelde activareserve;

c)

de typen rechten die de uitgever van de activagerelateerde token overeenkomstig artikel 39 aan houders van de activagerelateerde token toekent;

d)

indien de activareserve beleggingen omvat: de risico’s van het beleggingsbeleid voor de activareserve;

e)

de geaggregeerde waarde en het geaggregeerde aantal in de activagerelateerde token afgewikkelde transacties;

f)

het belang van de markten waarop de activagerelateerde token wordt aangeboden en verkocht;

g)

in voorkomend geval de marktkapitalisatie van de activagerelateerde token.

4.   De bevoegde autoriteit van de lidstaat van herkomst kan van een uitgever van een niet-significante activagerelateerde token verlangen dat deze aan de in artikel 45 uiteengezette vereisten voldoet indien dat nodig is om het overeenkomstig lid 3 van dit artikel vastgestelde hogere risiconiveau of andere risico’s die artikel 45 beoogt aan te pakken, zoals liquiditeitsrisico’s, aan te pakken.

5.   Onverminderd lid 3 voeren uitgevers van activagerelateerde tokens regelmatig een stresstest uit, waarbij rekening wordt gehouden met ernstige maar plausibele financiëlestressscenario’s, zoals renteschokken, en niet-financiëlestressscenario’s, zoals operationeel risico. Op basis van het resultaat van dergelijke stresstests verlangt de bevoegde autoriteit van de lidstaat van herkomst van de uitgever van de activagerelateerde token dat hij een bedrag aan eigen vermogen aanhoudt dat in bepaalde omstandigheden, rekening houdend met de risicoprognoses en de resultaten van de stresstest, tussen 20 en 40 % hoger is dan het uit de toepassing van lid 1, eerste alinea, punt b), resulterende bedrag.

6.   De EBA ontwikkelt, in nauwe samenwerking met de ESMA en de ECB, ontwerpen van technische reguleringsnormen tot nadere bepaling van:

a)

de procedure en het tijdschema voor een uitgever van een activagerelateerde token om zich aan de in lid 3 uiteengezette hogere eigenvermogensvereisten aan te passen;

b)

de criteria om een hoger eigen vermogen te verlangen, zoals uiteengezet in lid 3;

c)

de minimumvereisten voor de opzet van stresstestprogramma’s, rekening houdend met de omvang, complexiteit en aard van de activagerelateerde token, met inbegrip van, maar niet beperkt tot:

i)

de soorten stresstests en de belangrijkste doelstellingen en toepassingen ervan;

ii)

de frequentie van de verschillende stresstestoefeningen;

iii)

de interne-governanceregelingen;

iv)

de relevante gegevensinfrastructuur;

v)

de methode en de plausibiliteit van de aannames;

vi)

de toepassing van het evenredigheidsbeginsel op alle kwantitatieve en kwalitatieve minimumeisen, en

vii)

de minimale periodiciteit van de stresstests en de gemeenschappelijke referentieparameters van de stresstestscenario’s.

De EBA dient de in de eerste alinea bedoelde ontwerpen van technische reguleringsnormen uiterlijk op 30 juni 2024 in bij de Commissie.

Aan de Commissie wordt de bevoegdheid gedelegeerd om deze verordening aan te vullen door de in de eerste alinea van dit lid bedoelde technische reguleringsnormen vast te stellen overeenkomstig de artikelen 10 tot en met 14 van Verordening (EU) nr. 1093/2010.

HOOFDSTUK 3

Activareserve

Artikel 36

Verplichting om een activareserve aan te houden en samenstelling en beheer van een dergelijke activareserve

1.   Uitgevers van activagerelateerde tokens leggen te allen tijde een activareserve aan en houden die aan.

De activareserve wordt dusdanig samengesteld en beheerd dat:

a)

de risico’s die verbonden zijn aan de activa waarnaar de activagerelateerde tokens verwijzen, zijn gedekt, en

b)

de liquiditeitsrisico’s die aan het permanente recht op terugbetaling van de houders verbonden zijn, worden aangepakt.

2.   De activareserve wordt in het belang van de houders van activagerelateerde tokens overeenkomstig het toepasselijke recht juridisch gescheiden van de boedel van de uitgever alsook van de activareserve van andere activagerelateerde tokens, zodat schuldeisers van de uitgevers zich niet kunnen verhalen op de activareserve, met name in geval van insolventie.

3.   Uitgevers van activagerelateerde tokens zorgen ervoor dat de activareserve operationeel gescheiden is van hun boedel alsook van de activareserve van andere tokens.

4.   De EBA ontwikkelt, in nauwe samenwerking met de ESMA en de ECB, ontwerpen van technische reguleringsnormen tot nadere bepaling van de liquiditeitsvereisten, rekening houdend met de omvang, complexiteit en aard van de activareserve en van de activagerelateerde tokens zelf.

In de technische reguleringsnormen wordt met name het volgende vastgesteld:

a)

het relevante percentage van de activareserve dat dagelijks vervalt, met inbegrip het percentage omgekeerde retrocessieovereenkomsten die met een opzegtermijn van één werkdag kunnen worden beëindigd, of het percentage contanten die met een opzegtermijn van één werkdag kunnen worden opgenomen;

b)

het relevante percentage van de activareserve dat wekelijks vervalt, met inbegrip het percentage omgekeerde retrocessieovereenkomsten die met een opzegtermijn van vijf werkdagen kunnen worden beëindigd of het percentage contanten die met een opzegtermijn van vijf werkdagen kunnen worden opgenomen;

c)

andere relevante vervaltijden en algemene technieken voor liquiditeitsbeheer;

d)

de minimumbedragen in elke officiële valuta die als deposito’s bij kredietinstellingen worden aangehouden, die niet lager mogen zijn dan 30 % van het bedrag waarnaar in elke officiële valuta wordt verwezen.

Voor de toepassing van de punten a), b) en c) van de tweede alinea houdt de EBA onder meer rekening met de relevante drempels die zijn vastgesteld in artikel 52 van Richtlijn 2009/65/EG.

De EBA dient de in de eerste alinea bedoelde ontwerpen van technische reguleringsnormen uiterlijk op 30 juni 2024 in bij de Commissie.

Aan de Commissie wordt de bevoegdheid gedelegeerd om deze verordening aan te vullen door de in de eerste alinea van dit lid bedoelde technische reguleringsnormen vast te stellen overeenkomstig de artikelen 10 tot en met 14 van Verordening (EU) nr. 1093/2010.

5.   Uitgevers die twee of meer activagerelateerde tokens aan het publiek aanbieden, zorgen ervoor dat gescheiden pools van activareserves worden gevormd en aangehouden voor elke activagerelateerde token. Elke van die pools van activareserves wordt afzonderlijk beheerd.

Indien verschillende uitgevers van activagerelateerde tokens dezelfde activagerelateerde token aan het publiek aanbieden, zorgen die uitgevers ervoor dat zij slechts één activareserve voor die activagerelateerde token vormen en aanhouden.

6.   De leidinggevende organen van uitgevers van activagerelateerde tokens zorgen voor het effectieve en prudente beheer van de activareserve. De uitgevers zorgen ervoor dat tegenover de uitgifte en terugbetaling van activagerelateerde tokens steeds een overeenkomstige toename of afname in de activareserve staat.

7.   De uitgever van een activagerelateerde token bepaalt de geaggregeerde waarde van de activareserve door gebruik te maken van marktprijzen. De geaggregeerde waarde ervan is ten minste gelijk aan de geaggregeerde waarde van de vorderingen die de houders van de in omloop zijnde activagerelateerde token hebben op de uitgever.

8.   Uitgevers van activagerelateerde tokens beschikken over een duidelijk en gedetailleerd beleid waarin het stabilisatiemechanisme voor dergelijke tokens beschreven staat. In dat beleid gaat het met name om:

a)

een lijst van de activa waarnaar de activagerelateerde tokens verwijzen, alsmede van de samenstelling van die activa;

b)

een beschrijving van het type activa en de precieze toewijzing van activa die in de activareserve zijn opgenomen;

c)

een nadere beoordeling van de risico’s, waaronder kredietrisico, marktrisico, concentratierisico en liquiditeitsrisico, die uit de activareserve voortvloeien;

d)

een beschrijving van de procedure op grond waarvan de activagerelateerde tokens worden uitgegeven en terugbetaald, en van de procedure op grond waarvan die uitgifte of terugbetaling in een overeenkomstige toename en afname van de activareserve zal resulteren;

e)

een vermelding of een deel van de activareserve is belegd zoals bepaald in artikel 38;

f)

indien uitgevers van activagerelateerde tokens een deel van de activareserve beleggen zoals bepaald in artikel 38, een nadere beschrijving van het beleggingsbeleid en een beoordeling van de wijze waarop dat beleggingsbeleid de waarde van de activareserve kan beïnvloeden;

g)

een beschrijving van de procedure om activagerelateerde tokens aan te kopen en die tokens te laten terugbetalen tegen de activareserve, alsmede een lijst van de personen of categorieën personen die daartoe gerechtigd zijn.

9.   Onverminderd artikel 34, lid 12, laten uitgevers van activagerelateerde tokens om de zes maanden, vanaf de datum waarop de vergunning is toegekend overeenkomstig artikel 21 of vanaf de datum waarop het cryptoactivawitboek is goedgekeurd overeenkomstig artikel 17, een onafhankelijke audit van de activareserve uitvoeren waarbij wordt nagegaan of de voorschriften van dit hoofdstuk zijn nageleefd.

10.   De uitgever stelt de bevoegde autoriteit onverwijld en uiterlijk binnen zes weken na de referentiedatum van de waardering in kennis van de resultaten van de in lid 9 bedoelde audit. De uitgever publiceert het resultaat van de audit binnen twee weken na de datum van kennisgeving aan de bevoegde autoriteit. De bevoegde autoriteit kan een uitgever instrueren de publicatie van de resultaten van de audit uit te stellen indien:

a)

de uitgever is verzocht een herstelregeling of herstelmaatregelen overeenkomstig artikel 46, lid 3, toe te passen;

b)

de uitgever is verzocht een terugbetalingsplan overeenkomstig artikel 47 uit te voeren;

c)

het noodzakelijk wordt geacht de economische belangen van houders van de activagerelateerde token te beschermen;

d)

het noodzakelijk wordt geacht een aanzienlijke nadelige weerslag op het financiële stelsel van de lidstaat van herkomst of een andere lidstaat te voorkomen.

11.   De waardering tegen marktprijzen als bedoeld in lid 7 van dit artikel gebeurt waar mogelijk door gebruikmaking van waardering tegen marktwaarde zoals gedefinieerd in artikel 2, punt 8, van Verordening (EU) 2017/1131 van het Europees Parlement en de Raad (38).

Bij waardering tegen marktwaarde wordt de waarde van de reserveactiva tegen de bied- of de laatkoers vastgesteld, naargelang wat het voorzichtigst is, tenzij de reserveactiva tegen een middenkoers kunnen worden afgewikkeld. Er wordt alleen gebruikgemaakt van marktgegevens van goede kwaliteit, die worden beoordeeld op basis van alle volgende factoren:

a)

het aantal en de kwaliteit van de tegenpartijen;

b)

het volume en de omzet op de markt van de reserveactiva;

c)

de omvang van de activareserve.

12.   Indien de in lid 11 van dit artikel bedoelde waardering tegen marktwaarde niet mogelijk is of er geen marktgegevens van voldoende goede kwaliteit voorhanden zijn, worden de reserveactiva conservatief gewaardeerd op basis van een modellenbenadering zoals gedefinieerd in artikel 2, punt 9, van Verordening (EU) 2017/1131.

Aan de hand van het model wordt een nauwkeurige raming gemaakt van de intrinsieke waarde van de reserveactiva op basis van de volgende bij te werken sleutelfactoren:

a)

het volume en de omzet op de markt van die reserveactiva;

b)

de omvang van de reserveactiva;

c)

het marktrisico, het renterisico en het kredietrisico die aan de reserveactiva verbonden zijn.

Bij waardering op basis van een modellenbenadering wordt geen gebruik gemaakt van de methode van de geamortiseerde kostprijs zoals gedefinieerd in artikel 2, punt 10, van Verordening (EU) 2017/1131.

Artikel 37

Bewaring van reserveactiva

1.   Uitgevers van activagerelateerde tokens zorgen voor de vaststelling, instandhouding en uitvoering van beleidslijnen, procedures en contractuele regelingen op het gebied van bewaring die te allen tijde ervoor zorgen dat:

a)

de reserveactiva niet worden bezwaard of verpand als een financiëlezekerheidsovereenkomst zoals gedefinieerd in artikel 2, lid 1, punt a), van Richtlijn 2002/47/EG van het Europees Parlement en de Raad (39);

b)

de reserveactiva in overeenstemming met lid 6 van dit artikel in bewaring worden gehouden;

c)

de uitgevers van activagerelateerde tokens onmiddellijke toegang hebben tot de reserveactiva om aan terugbetalingsverzoeken van de houders van activagerelateerde tokens te voldoen;

d)

concentraties van de bewaarnemers van reserveactiva worden voorkomen;

e)

het risico van concentratie van reserveactiva wordt voorkomen.

2.   Uitgevers van activagerelateerde tokens die twee of meer activagerelateerde tokens in de Unie uitgeven, beschikken over een bewaringsbeleid voor elke pool van activareserve. Verschillende uitgevers van activagerelateerde tokens die dezelfde activagerelateerde token hebben uitgegeven, passen één bewaringsbeleid toe en houden dat in stand.

3.   De reserveactiva worden tot uiterlijk vijf werkdagen na de datum van uitgifte van de activagerelateerde token in bewaring gehouden door één of meer van de volgende:

a)

een aanbieder van cryptoactivadiensten die namens cliënten instaat voor de bewaring en het beheer van cryptoactiva, indien de reserveactiva de vorm hebben van cryptoactiva;

b)

een kredietinstelling voor alle overige typen reserveactiva;

c)

een beleggingsonderneming die als nevendienst financiële instrumenten voor rekening van cliënten bewaart en beheert als bedoeld in deel B, punt 1, van bijlage I bij Richtlijn 2014/65/EU, indien de reserveactiva de vorm hebben van financiële instrumenten.

4.   Uitgevers van activagerelateerde tokens gaan met de nodige vaardigheden, zorg en zorgvuldigheid te werk bij de selectie, aanstelling en evaluatie van aanbieders van cryptoactivadiensten, kredietinstellingen en beleggingsondernemingen die overeenkomstig lid 3 als bewaarnemers van de reserveactiva worden aangesteld. De bewaarnemer is een rechtspersoon die verschilt van de uitgever.

Uitgevers van activagerelateerde tokens zorgen ervoor dat de tot bewaarnemers van de reserveactiva aangestelde aanbieders van cryptoactivadiensten, kredietinstellingen en beleggingsondernemingen als bedoeld in lid 3 beschikken over de nodige deskundigheid en marktreputatie om op te treden als bewaarnemers van dergelijke reserveactiva, rekening houdend met de boekhoudpraktijken, bewaringsprocedures en internecontrolemechanismen van die aanbieders van cryptoactivadiensten, kredietinstellingen en beleggingsondernemingen. De contractuele regelingen tussen de uitgevers van activagerelateerde tokens en de bewaarnemers zorgen ervoor dat de in bewaring gehouden reserveactiva beschermd zijn tegen vorderingen van de schuldeisers van de bewaarnemers.

5.   De in lid 1 bedoelde beleidslijnen en procedures inzake bewaring zetten de selectiecriteria uiteen voor de aanstelling van aanbieders van cryptoactivadiensten, kredietinstellingen of beleggingsondernemingen tot bewaarnemers van de reserveactiva en de procedure om die aanstelling opnieuw te bezien.

Uitgevers van activagerelateerde tokens heroverwegen regelmatig de aanstelling van kredietinstellingen, aanbieders van cryptoactivadiensten, kredietinstellingen of beleggingsondernemingen tot bewaarnemers van de reserveactiva. Met het oog op die heroverweging evalueren de uitgevers van activagerelateerde tokens hun blootstellingen aan die bewaarnemers, rekening houdende met de volledige breedte van hun relatie met hen, en monitoren zij doorlopend de financiële positie van dergelijke bewaarnemers.

6.   Bewaarnemers van reserveactiva als bedoeld in lid 4 zorgen ervoor dat de bewaring van die reserveactiva als volgt plaatsvindt:

a)

kredietinstellingen nemen geldmiddelen in bewaring op een rekening die in de boeken van de kredietinstelling is geopend;

b)

wat betreft financiële instrumenten die in bewaring kunnen worden gehouden, bewaren kredietinstellingen of beleggingsondernemingen alle financiële instrumenten die kunnen worden geregistreerd op een in de boeken van de kredietinstelling of beleggingsonderneming geopende rekening voor financiële instrumenten, en alle financiële instrumenten die fysiek aan dergelijke kredietinstellingen of beleggingsondernemingen kunnen worden geleverd;

c)

wat betreft cryptoactiva die in bewaring kunnen worden gehouden, houden de aanbieders van cryptoactivadiensten de in reserveactiva opgenomen cryptoactiva of de toegangsmiddelen tot die cryptoactiva, in voorkomend geval, in de vorm van persoonlijke cryptografische sleutels, in bewaring;

d)

wat betreft de overige activa verifiëren de kredietinstellingen het eigendomsrecht van de uitgevers van activagerelateerde tokens en houden zij een register bij van die reserveactiva ten aanzien waarvan zij zich ervan hebben vergewist dat de uitgevers van activagerelateerde tokens eigenaar zijn van die reserveactiva.

Voor de toepassing van punt a) van de eerste alinea zorgen kredietinstellingen ervoor dat geldmiddelen op een afzonderlijke rekening in de boeken van de kredietinstellingen zijn geregistreerd overeenkomstig de nationaalrechtelijke bepalingen tot omzetting van artikel 16 van Richtlijn 2006/73/EG van de Commissie (40). Die rekening wordt geopend op naam van de uitgever van de activagerelateerde tokens ten behoeve van het beheer van de reserveactiva van elke activagerelateerde token, zodat de in bewaring gehouden geldmiddelen duidelijk kunnen worden geïdentificeerd als behorende tot elke activareserve.

Voor de toepassing van punt b) van de eerste alinea zorgen kredietinstellingen en beleggingsondernemingen ervoor dat alle financiële instrumenten die op een in de boeken van de kredietinstellingen en in de boeken van de beleggingsondernemingen geopende rekening voor financiële instrumenten kunnen worden geregistreerd, in de boeken van de kredietinstellingen en in de boeken van de beleggingsondernemingen op afzonderlijke rekeningen worden geregistreerd overeenkomstig de nationaalrechtelijke bepalingen tot omzetting van artikel 16 van Richtlijn 2006/73/EG. De rekening voor financiële instrumenten wordt geopend op naam van de uitgevers van activagerelateerde tokens ten behoeve van het beheer van de reserveactiva van activagerelateerde token, zodat de in bewaring gehouden financiële instrumenten duidelijk kunnen worden geïdentificeerd als behorende tot elke activareserve.

Voor de toepassing van punt c) van de eerste alinea openen aanbieders van cryptoactivadiensten ten behoeve van het beheer van de reserveactiva van elke activagerelateerde token een register van posities op naam van de uitgevers van activagerelateerde tokens, zodat de in bewaring gehouden cryptoactiva duidelijk kunnen worden geïdentificeerd als behorende tot elke activareserve.

Voor de toepassing van punt d) van de eerste alinea vindt de beoordeling van de vraag of uitgevers van activagerelateerde tokens eigenaar zijn van de reserveactiva, plaats op basis van door de uitgevers van de activagerelateerde tokens verstrekte informatie of documenten en, voor zover beschikbaar, extern bewijsmateriaal.

7.   De in lid 4 van dit artikel bedoelde aanstelling van aanbieders van cryptoactivadiensten, kredietinstellingen of beleggingsondernemingen tot bewaarnemers van de reserveactiva moet blijken uit een contractuele regeling als bedoeld in artikel 34, lid 5, tweede alinea. Die contractuele regelingen regelen onder meer de informatiestroom die noodzakelijk is om de uitgevers van de activagerelateerde tokens en de aanbieders van cryptoactivadiensten, kredietinstellingen en beleggingsondernemingen in staat te stellen hun taken als bewaarders te vervullen.

8.   De overeenkomstig lid 4 tot bewaarnemers aangestelde aanbieders van cryptoactivadiensten, kredietinstellingen en beleggingsondernemingen handelen eerlijk, billijk, professioneel, onafhankelijk en in het belang van de uitgevers van de activagerelateerde tokens en de houders van dergelijke tokens.

9.   De overeenkomstig lid 4 tot bewaarnemers aangestelde aanbieders van cryptoactivadiensten, kredietinstellingen en beleggingsondernemingen verrichten ten aanzien van de uitgevers van de activagerelateerde tokens geen activiteiten die belangenconflicten tussen die uitgevers, de houders van de activagerelateerde tokens en henzelf zouden kunnen doen ontstaan, tenzij aan elk van de volgende voorwaarden wordt voldaan:

a)

de aanbieders van cryptoactivadiensten, kredietinstellingen of beleggingsondernemingen hebben het vervullen van hun bewaartaken functioneel en hiërarchisch gescheiden van hun mogelijkerwijs conflicterende taken;

b)

de mogelijke belangenconflicten zijn door de uitgevers van activagerelateerde tokens overeenkomstig artikel 32 naar behoren geïdentificeerd, gemonitord, beheerd en meegedeeld aan de houders van de activagerelateerde tokens.

10.   Bij verlies van een overeenkomstig lid 6 in bewaring gehouden financieel instrument of cryptoactivum, vergoedt de aanbieder van cryptoactivadiensten, kredietinstelling of beleggingsonderneming die dat financiële instrument of cryptoactivum heeft verloren, de uitgever van de activagerelateerde token onverwijld of geeft deze hem onverwijld een financieel instrument of een cryptoactivum van een identiek type of met de overeenkomstige waarde terug. De betrokken aanbieder van cryptoactivadiensten, kredietinstelling of beleggingsonderneming is niet gehouden tot vergoeding of terugbetaling indien deze kan aantonen dat het verlies het gevolg is van een externe gebeurtenis buiten zijn of haar redelijke controle waarvan de gevolgen onvermijdelijk waren, ondanks alle inspanningen om ze te verhinderen.

Artikel 38

Belegging van de activareserve

1.   Uitgevers van activagerelateerde tokens die een deel van de activareserve beleggen, beleggen die activa alleen in zeer liquide financiële instrumenten met een minimaal markt-, krediet- en concentratierisico. De beleggingen moeten snel kunnen worden geliquideerd met een minimaal negatief effect op de prijs.

2.   Deelnemingsrechten in een instelling voor collectieve belegging in effecten (icbe) worden voor de toepassing van lid 1 beschouwd als activa met een minimaal marktrisico, kredietrisico en concentratierisico indien die icbe uitsluitend belegt in activa die overeenkomstig lid 5 door de EBA nader zijn gespecificeerd en indien de uitgever van de activagerelateerde token ervoor zorgt dat de activareserve dusdanig wordt belegd dat het concentratierisico tot een minimum wordt beperkt.

3.   De financiële instrumenten waarin de activareserve worden belegd, worden overeenkomstig artikel 37 in bewaring gehouden.

4.   Alle winst of verlies, met inbegrip van waardefluctuaties van de in lid 1 bedoelde financiële instrumenten, en alle tegenpartijrisico’s of operationele risico’s die uit de belegging van de activareserve voortvloeien, worden gedragen door de uitgever van de activagerelateerde token.

5.   De EBA stelt, in samenwerking met de ESMA en de ECB, ontwerpen van technische reguleringsnormen op om te bepalen welke financiële instrumenten als zeer liquide instrumenten met een minimaal markt-, krediet- en concentratierisico kunnen worden beschouwd als bedoeld lid 1. Wanneer de EBA die financiële instrumenten nader bepaalt, houdt zij rekening met:

a)

de verschillende typen activa waarnaar een activagerelateerde token kan verwijzen;

b)

de correlatie tussen de activa waarnaar de activagerelateerde token verwijst en de zeer liquide financiële instrumenten waarin de uitgevers kunnen beleggen;

c)

het liquiditeitsdekkingsvereiste als bedoeld in artikel 412 van Verordening (EU) nr. 575/2013 en als nader bepaald in Gedelegeerde Verordening (EU) 2015/61 van de Commissie (41);

d)

concentratiebeperkingen die de uitgever beletten om:

i)

meer dan een bepaald percentage van de reserveactiva te beleggen in zeer liquide financiële instrumenten met een minimaal markt-, krediet- en concentratierisico die door één entiteit zijn uitgegeven;

ii)

meer dan een bepaald percentage cryptoactiva of activa in bewaring te houden bij aanbieders van cryptoactivadiensten of kredietinstellingen die behoren tot dezelfde groep, zoals gedefinieerd in artikel 2, punt 11, van Richtlijn 2013/34/EU van het Europees Parlement en de Raad (42) of beleggingsondernemingen.

Voor de toepassing van punt d), i), van de eerste alinea stelt de EBA passende limieten vast om concentratievereisten te bepalen. Die limieten houden onder meer rekening met de in artikel 52 van Richtlijn 2009/65/EG vastgestelde relevante drempels.

De EBA dient de in de eerste alinea bedoelde ontwerpen van technische reguleringsnormen uiterlijk op 30 juni 2024 in bij de Commissie.

Aan de Commissie wordt de bevoegdheid gedelegeerd om deze verordening aan te vullen door de in de eerste alinea van dit lid bedoelde technische reguleringsnormen vast te stellen overeenkomstig de artikelen 10 tot en met 14 van Verordening (EU) nr. 1093/2010.

Artikel 39

Terugbetalingsrecht

1.   Houders van activagerelateerde tokens hebben te allen tijde een terugbetalingsrecht ten aanzien van de uitgevers van de activagerelateerde tokens en ten aanzien van de reserveactiva wanneer uitgevers niet in staat zijn om aan hun in hoofdstuk 6 van deze titel bedoelde verplichtingen te voldoen. Uitgevers zorgen voor de vaststelling, instandhouding en uitvoering van heldere en gedetailleerde beleidslijnen en procedures voor dat permanente terugbetalingsrecht.

2.   Op verzoek van een houder van een activagerelateerde token betaalt een uitgever van een dergelijk token hem terug door hetzij een bedrag in andere geldmiddelen dan elektronisch geld te betalen dat gelijk is aan de marktwaarde van de activa waarnaar de aangehouden activagerelateerde token verwijst, hetzij door de activa te leveren waarnaar de token verwijst. Uitgevers stellen een beleid inzake dat permanente terugbetalingsrecht vast met daarin:

a)

de voorwaarden, met inbegrip van drempels, termijnen en tijdschema’s, voor de uitoefening van een dergelijk terugbetalingsrecht door houders van activagerelateerde tokens;

b)

de mechanismen en procedures die de terugbetaling van de activagerelateerde tokens waarborgen, waaronder in stressomstandigheden op de markt, alsook bij de uitvoering van het in artikel 46 bedoelde herstelplan of, bij een gecontroleerde terugbetaling van activagerelateerde tokens overeenkomstig artikel 47;

c)

de waardering, of de waarderingsbeginselen, van de activagerelateerde tokens en van de reserveactiva wanneer het terugbetalingsrecht wordt uitgeoefend door de houder van activagerelateerde tokens, onder meer met gebruikmaking van de in artikel 36, lid 11, uiteengezette waarderingsmethode;

d)

de voorwaarden voor de afwikkeling van de terugbetaling, en

e)

maatregelen die de uitgevers nemen om toenames of afnames in de activareserve adequaat te beheren teneinde negatieve gevolgen voor de markt van de reserveactiva te voorkomen.

Indien uitgevers bij de verkoop van een activagerelateerde token een betaling in andere geldmiddelen dan elektronisch geld in een officiële valuta aanvaarden, bieden zij altijd een mogelijkheid om de token in andere geldmiddelen dan elektronisch geld in dezelfde officiële valuta terug te betalen.

3.   Onverminderd artikel 46 is de terugbetaling van activagerelateerde tokens niet onderworpen aan een vergoeding.

Artikel 40

Verbod op het toekennen van rente

1.   Uitgevers van activagerelateerde tokens kennen geen rente toe met betrekking tot activagerelateerde tokens.

2.   Aanbieders van cryptoactivadiensten kennen geen rente toe wanneer zij cryptoactivadiensten met betrekking tot activagerelateerde tokens aanbieden.

3.   Voor de toepassing van de leden 1 en 2 wordt elke vergoeding of elk ander voordeel dat samenhangt met de periode waarbinnen een houder van activagerelateerde tokens die activagerelateerde tokens aanhoudt, als rente behandeld. Daaronder vallen ook nettocompensaties of kortingen met hetzelfde effect als een door de houder van activagerelateerde tokens ontvangen rente die rechtstreeks door de uitgever of door derden worden toegekend en die rechtstreeks verband houden met de activagerelateerde tokens of worden verkregen middels de vergoeding of prijsstelling van andere producten.

HOOFDSTUK 4

Verwervingen van uitgevers van activagerelateerde tokens

Artikel 41

Beoordeling van voorgenomen verwervingen van uitgevers van activagerelateerde tokens

1.   Alle natuurlijke of rechtspersonen of alle dergelijke in onderlinge overeenstemming handelende personen (de “voorgenomen verwerver”) die voornemens zijn om direct of indirect een gekwalificeerde deelneming in een uitgever van een activagerelateerde token te verwerven dan wel een dergelijke gekwalificeerde deelneming direct of indirect te vergroten, waardoor het percentage van de gehouden stemrechten of van het gehouden kapitaal 20 %, 30 % of 50 % bereikt of overschrijdt of waardoor die uitgever van de activagerelateerde token hun dochteronderneming zou worden, stellen de bevoegde autoriteit van die uitgever daarvan schriftelijk in kennis, met vermelding van de omvang van de beoogde deelneming en de informatie die op grond van de overeenkomstig artikel 42, lid 4, door de Commissie vastgestelde technische reguleringsnormen vereist is.

2.   Iedere natuurlijke of rechtspersoon die heeft besloten zijn gekwalificeerde deelneming in een uitgever van een activagerelateerde token direct of indirect te vervreemden, geeft alvorens die deelneming te vervreemden, de bevoegde autoriteit schriftelijk kennis van zijn besluit en vermeldt de omvang van de deelneming die hij wil vervreemden. Die persoon stelt de bevoegde autoriteit ook in kennis indien hij de beslissing heeft genomen de omvang van een gekwalificeerde deelneming zodanig te verkleinen dat het percentage van de door hem gehouden stemrechten of van het gehouden kapitaal onder 10 %, 20 %, 30 % of 50 % daalt of dat de uitgever van de activagerelateerde token niet langer diens dochteronderneming is.

3.   De bevoegde autoriteit zendt onmiddellijk, en hoe dan ook binnen twee werkdagen na ontvangst van een kennisgeving krachtens lid 1, daarvan een schriftelijke ontvangstbevestiging.

4.   De bevoegde autoriteit beoordeelt de in lid 1 van dit artikel bedoelde voorgenomen verwerving en de op grond van de overeenkomstig artikel 42, lid 4, door de Commissie vastgestelde technische reguleringsnormen vereiste informatie binnen 60 werkdagen vanaf de datum van de in lid 3 van dit artikel bedoelde schriftelijke bevestiging van ontvangst van de kennisgeving. Wanneer de bevoegde autoriteit de ontvangst van de kennisgeving bevestigt, stelt zij de voorgenomen verwerver in kennis van de datum waarop de beoordelingsperiode afloopt.

5.   Wanneer de bevoegde autoriteit de in lid 4 bedoelde beoordeling uitvoert, kan zij van de voorgenomen verwerver alle aanvullende informatie verlangen die noodzakelijk is om die beoordeling af te ronden. Een verzoek in die zin moet worden gedaan voordat de beoordeling is afgerond, en hoe dan ook uiterlijk op de vijftigste werkdag na de datum van de in lid 3 bedoelde schriftelijke bevestiging van ontvangst van de kennisgeving. Dergelijke verzoeken worden schriftelijk gedaan en vermelden welke aanvullende informatie nodig is.

De bevoegde autoriteit schort de in lid 4 bedoelde beoordelingsperiode op totdat zij de in de eerste alinea van dit lid bedoelde aanvullende informatie heeft ontvangen. De opschorting duurt ten hoogste 20 werkdagen. Verdere verzoeken van de bevoegde autoriteit om vervollediging of verduidelijking van de ontvangen informatie hebben geen verdere onderbreking van de beoordelingsperiode tot gevolg.

De bevoegde autoriteit mag de in de tweede alinea van dit lid bedoelde opschorting met maximaal 30 werkdagen verlengen indien de voorgenomen verwerver zich buiten de Unie bevindt of door het recht van een derde land wordt gereguleerd.

6.   Een bevoegde autoriteiten die, na afronding van de in lid 4 bedoelde beoordeling, besluit zich te verzetten tegen de in lid 1 bedoelde voorgenomen verwerving, geeft de voorgenomen verwerver daarvan kennis binnen twee werkdagen, en in elk geval vóór de in lid 4 bedoelde datum, in voorkomend geval verlengd overeenkomstig lid 5, tweede en derde alinea. De kennisgeving geeft de redenen voor een dergelijk besluit.

7.   Indien de bevoegde autoriteit zich niet tegen de in lid 1 bedoelde voorgenomen verwerving verzet vóór de in lid 4 bedoelde datum, in voorkomend geval verlengd overeenkomstig lid 5, tweede en derde alinea, wordt de voorgenomen verwerving geacht te zijn goedgekeurd.

8.   De bevoegde autoriteit mag voor de voltooiing van de in lid 1 bedoelde voorgenomen verwerving een maximumtermijn vaststellen en deze zo nodig verlengen.

Artikel 42

Inhoud van de beoordeling van voorgenomen verwervingen van uitgevers van activagerelateerde tokens

1.   Wanneer de bevoegde autoriteit de in artikel 41, lid 4, bedoelde beoordeling uitvoert, beoordeelt zij de geschiktheid van de voorgenomen verwerver en de financiële deugdelijkheid van de voorgenomen verwerving als bedoeld in artikel 41, lid 1, aan de hand van elk van de volgende criteria:

a)

de reputatie van de voorgenomen verwerver;

b)

de reputatie, kennis, vaardigheden en ervaring van personen die als gevolg van de voorgenomen verwerving verantwoordelijk zullen zijn voor de bedrijfsvoering van de uitgever van de activagerelateerde token;

c)

de financiële deugdelijkheid van de voorgenomen verwerver, met name met betrekking tot de aard van de werkzaamheden die worden beoogd en nagestreefd met betrekking tot de uitgever van de activagerelateerde token waarin de verwerving is voorgenomen;

d)

de vraag of de uitgever van de activagerelateerde token in staat zal zijn aan alle bepalingen van deze titel te voldoen en te blijven voldoen;

e)

de vraag of er redelijke gronden zijn om te vermoeden dat, in verband met de voorgenomen verwerving, geld wordt of werd witgewassen of terrorisme wordt of werd gefinancierd of dat wordt of werd gepoogd geld wit te wassen of terrorisme te financieren in de zin van artikel 1, respectievelijk lid 3 en lid 5, van Richtlijn (EU) 2015/849, of dat de voorgenomen verwerving het risico daarop zou kunnen vergroten.

2.   De bevoegde autoriteit maag zich alleen tegen de voorgenomen verwerving verzetten indien daarvoor op basis van de criteria van lid 1 van dit artikel redelijke gronden zijn of indien de overeenkomstig artikel 41, lid 4, verstrekte informatie onvolledig of onjuist is.

3.   De lidstaten stellen geen voorafgaande voorwaarden aan de omvang van de gekwalificeerde deelneming die overeenkomstig deze verordening moet worden verworven, en staan hun bevoegde autoriteiten evenmin toe de voorgenomen verwerving aan de economische marktbehoeften te toetsen.

4.   De EBA ontwikkelt, in nauwe samenwerking met de ESMA, ontwerpen van technische reguleringsnormen tot nadere bepaling van de gedetailleerde inhoud van de informatie die noodzakelijk is om de in artikel 41, lid 4, eerste alinea, bedoelde beoordeling uit te voeren. De vereiste informatie is relevant voor een prudentiële beoordeling, is evenredig en is aangepast aan de aard van de voorgenomen verwerver en de voorgenomen verwerving als bedoeld in artikel 41, lid 1.

De EBA dient de in de eerste alinea bedoelde ontwerpen van technische reguleringsnormen uiterlijk op 30 juni 2024 in bij de Commissie.

Aan de Commissie wordt de bevoegdheid gedelegeerd om deze verordening aan te vullen door de in de eerste alinea van dit lid bedoelde technische reguleringsnormen vast te stellen overeenkomstig de artikelen 10 tot en met 14 van Verordening (EU) nr. 1093/2010.

HOOFDSTUK 5

Significante activagerelateerde tokens

Artikel 43

Classificatie van activagerelateerde tokens als significante activagerelateerde tokens

1.   De criteria voor de classificatie van activagerelateerde tokens als significante activagerelateerde tokens zijn de volgende, zoals nader gespecificeerd in de overeenkomstig lid 11 vastgestelde gedelegeerde handelingen:

a)

het aantal houders van de activagerelateerde token is groter dan 10 miljoen;

b)

de waarde van de uitgegeven activagerelateerde token, de marktkapitalisatie ervan of de omvang van de activareserve van de uitgever van de activagerelateerde token is hoger dan 5 miljard EUR;

c)

het gemiddelde aantal en de gemiddelde geaggregeerde waarde van transacties in die activagerelateerde token per dag gedurende de desbetreffende periode zijn hoger dan respectievelijk 2,5 miljoen transacties en 500 miljoen EUR per dag;

d)

de uitgever van de activagerelateerde token is een aanbieder van kernplatformdiensten die is aangewezen als poortwachter overeenkomstig Verordening (EU) 2022/1925 van het Europees Parlement en de Raad (43);

e)

het belang van de activiteiten van de uitgever van de activagerelateerde token op internationale schaal, met inbegrip van het gebruik van de activagerelateerde token voor betalingen en overdrachten;

f)

de verwevenheid van de activagerelateerde token of zijn uitgevers met het financiële stelsel;

g)

het feit dat dezelfde uitgever ten minste één extra activagerelateerde token of e-moneytoken uitgeeft en ten minste één cryptoactivadienst aanbiedt.

2.   De EBA deelt activagerelateerde tokens in als significante activagerelateerde tokens wanneer aan ten minste drie van de criteria van lid 1 van dit artikel is voldaan:

a)

gedurende de periode van het eerste informatieverslag als bedoeld in lid 4 van dit artikel, na de vergunningverlening overeenkomstig artikel 21 of na de goedkeuring van het cryptoactivawitboek overeenkomstig artikel 17, of

b)

gedurende de periode van ten minste twee opeenvolgende informatieverslagen als bedoeld in lid 4 van dit artikel.

3.   Indien verschillende uitgevers dezelfde activagerelateerde token uitgeven, wordt de vervulling van de in lid 1 genoemde criteria beoordeeld na aggregatie van de gegevens van die uitgevers.

4.   De bevoegde autoriteiten van de lidstaat van herkomst van de uitgever verschaffen de EBA en de ECB ten minste tweemaal per jaar informatie die relevant is voor de beoordeling van de vervulling van de in lid 1 van dit artikel genoemde criteria, waaronder, in voorkomend geval, de uit hoofde van artikel 22 ontvangen informatie.

Indien de uitgever is gevestigd in een lidstaat waar de euro niet de officiële valuta is of indien de activagerelateerde token verwijst naar een officiële valuta van een lidstaat die niet de euro is, geven de bevoegde autoriteiten de in de eerste alinea bedoelde informatie door aan de centrale bank van die lidstaat.

5.   Indien de EBA tot de conclusie komt dat een activagerelateerde token voldoet aan de in lid 1 genoemde criteria overeenkomstig lid 2, stelt de EBA een ontwerpbesluit op waarbij de activagerelateerde token wordt ingedeeld als een significante activagerelateerde token en stelt zij de uitgever van die activagerelateerde token, de bevoegde autoriteit van de lidstaat van herkomst van de uitgever, de ECB en, in de in lid 4, tweede alinea, bedoelde gevallen, de centrale bank van de betrokken lidstaat, in kennis van dat ontwerpbesluit.

Uitgevers van dergelijke activagerelateerde tokens, hun bevoegde autoriteiten, de ECB en, in voorkomend geval, de centrale bank van de betrokken lidstaat beschikken over 20 werkdagen vanaf de datum van kennisgeving van het ontwerpbesluit van de EBA om schriftelijk opmerkingen te maken en commentaar te geven. De EBA houdt naar behoren rekening met die opmerkingen en dat commentaar alvorens een definitief besluit vast te stellen.

6.   De EBA neemt 60 werkdagen vanaf de datum van de in lid 5 bedoelde kennisgeving een definitief besluit over de vraag of een activagerelateerde token als significante activagerelateerde token moet worden ingedeeld en geeft de uitgever van een dergelijke activagerelateerde token en zijn bevoegde autoriteit daarvan onmiddellijk kennis.

7.   Indien een activagerelateerde token op grond van een overeenkomstig lid 6 genomen besluit van de EBA als significant is ingedeeld, worden de toezichthoudende verantwoordelijkheden ten aanzien van een uitgever van dat significante activagerelateerde token binnen 20 werkdagen vanaf de datum van kennisgeving van dat besluit van de bevoegde autoriteit van de lidstaat van herkomst van de uitgever overgedragen aan de EBA.

De EBA en de bevoegde autoriteit werken nauw samen om te zorgen voor de vlotte overgang van toezichthoudende bevoegdheden.

8.   De EBA herbeoordeelt jaarlijks de classificatie van significante activagerelateerde tokens op basis van de beschikbare informatie, onder andere uit de in lid 4 bedoelde verslagen of de uit hoofde van artikel 22 ontvangen informatie.

Indien de EBA tot de conclusie komt dat bepaalde activagerelateerde tokens niet langer voldoen aan de overeenkomstig lid 2 in lid 1 genoemde criteria, stelt de EBA een ontwerpbesluit op waarbij de activagerelateerde token niet langer wordt ingedeeld als significant en stelt zij de uitgevers van die activagerelateerde tokens, de bevoegde autoriteit van hun lidstaat van herkomst, de ECB of, in de in lid 4, tweede alinea, bedoelde gevallen, de centrale bank van de betrokken lidstaat in kennis van dat ontwerpbesluit.

Uitgevers van dergelijke activagerelateerde tokens, hun bevoegde autoriteiten, de ECB, en de in lid 4 bedoelde centrale bank beschikken over 20 werkdagen vanaf de datum van kennisgeving van dat ontwerpbesluit om schriftelijk opmerkingen te maken en commentaar te geven. De EBA houdt naar behoren rekening met die opmerkingen en dat commentaar alvorens een definitief besluit vast te stellen.

9.   De EBA neemt binnen 60 werkdagen vanaf de datum van kennisgeving als bedoeld in lid 8 een definitief besluit over de vraag of een activagerelateerde token niet langer als significant moet worden ingedeeld en stelt de uitgever van dergelijke activagerelateerde tokens en hun bevoegde autoriteit daarvan onmiddellijk in kennis.

10.   Indien een activagerelateerde token op grond van een overeenkomstig lid 9 genomen besluit van de EBA niet langer is ingedeeld als significant, worden de toezichthoudende verantwoordelijkheden ten aanzien van de uitgever van die activagerelateerde token binnen 20 werkdagen vanaf de datum van kennisgeving van dat besluit van de EBA overgedragen aan de bevoegde autoriteit van de lidstaat van herkomst van de uitgever.

De EBA en de bevoegde autoriteit werken nauw samen om te zorgen voor de vlotte overgang van toezichthoudende bevoegdheden.

11.   De Commissie stelt overeenkomstig artikel 139 gedelegeerde handelingen vast om deze verordening aan te vullen door nadere invulling te geven aan de in lid 1 genoemde criteria om een activagerelateerde token als significant in te delen en om het volgende te bepalen:

a)

de omstandigheden waarin de activiteiten van de uitgever van de activagerelateerde token op internationale schaal buiten de Unie als significant worden beschouwd;

b)

de omstandigheden waarin activagerelateerde tokens en de uitgevers daarvan als met het financiële stelsel verweven worden beschouwd;

c)

de inhoud en het format van de op grond van lid 4 van dit artikel en artikel 56, lid 3, door de bevoegde autoriteiten aan de EBA en de ECB te verschaffen informatie;

Artikel 44

Vrijwillige classificatie van activagerelateerde tokens als significante activagerelateerde tokens

1.   Aanvragende uitgevers van activagerelateerde tokens kunnen in hun vergunningsaanvraag overeenkomstig artikel 18 of in hun kennisgeving overeenkomstig artikel 17 aangeven dat zij willen dat hun activagerelateerde tokens als significante activagerelateerde tokens worden ingedeeld. In dat geval stelt de bevoegde autoriteit de EBA, de ECB, en in de in artikel 43, lid 4, bedoelde gevallen, de centrale bank van de betrokken lidstaat, onverwijld kennis van een dergelijk verzoek van de aanvragende uitgever.

Opdat een activagerelateerde token overeenkomstig dit artikel als significant wordt ingedeeld, toont de aanvragende uitgever van de activagerelateerde token door middel van een gedetailleerd programma van werkzaamheden als bedoeld in artikel 17, lid 1, punt b), i), en artikel 18, lid 2, punt d), aan dat hij waarschijnlijk aan ten minste drie van de in artikel 43, lid 1, uiteengezette criteria zal voldoen.

2.   De EBA stelt binnen 20 werkdagen na de in lid 1 van dit artikel bedoelde kennisgeving een ontwerpbesluit op waarin zij op basis van het programma van werkzaamheden een advies geeft over de vraag of de activagerelateerde token voldoet of waarschijnlijk zal voldoen aan tenminste drie van de in artikel 43, lid 1, tweede alinea, uiteengezette criteria en stelt de bevoegde autoriteit van de lidstaat van herkomst van de aanvragende uitgever, de ECB, en in de in artikel 43, lid 4, bedoelde gevallen, de centrale bank van de betrokken lidstaat in kennis van dat ontwerpbesluit.

De bevoegde autoriteiten van uitgevers van dergelijke activagerelateerde tokens, de ECB en, in voorkomend geval, de centrale bank van de betrokken lidstaat beschikken over 20 werkdagen vanaf de datum van kennisgeving van dat ontwerpbesluit om schriftelijk opmerkingen te maken en commentaar te geven. De EBA houdt naar behoren rekening met die opmerkingen en commentaar terdege rekening alvorens een definitief besluit vast te stellen.

3.   De EBA neemt binnen 60 werkdagen vanaf de in lid 1 bedoelde kennisgeving een definitief besluit over de vraag of een activagerelateerde token als significant activagerelateerde token moet worden ingedeeld en stelt de aanvragende uitgever van een dergelijke activagerelateerde token en zijn bevoegde autoriteit onmiddellijk in kennis van dat besluit.

4.   Indien activagerelateerde tokens op grond van een overeenkomstig lid 3 van dit artikel genomen besluit van de EBA als significant zijn ingedeeld, worden de toezichthoudende verantwoordelijkheden ten aanzien van uitgevers van die activagerelateerde tokens van de bevoegde autoriteit overgedragen aan de EBA op de datum van het besluit van de bevoegde autoriteit om de in artikel 21, lid 1, bedoelde vergunning te verlenen of op de datum van de goedkeuring van het cryptoactivawitboek overeenkomstig artikel 17.

Artikel 45

Specifieke aanvullende verplichtingen voor uitgevers van significante activagerelateerde tokens

1.   Uitgevers van significante activagerelateerde tokens zorgen voor de vaststelling, toepassing en instandhouding van een beloningsbeleid dat het gedegen en effectief risicobeheer van dergelijke uitgevers aanmoedigt en geen prikkels creëert om de risiconormen te versoepelen.

2.   Uitgevers van significante activagerelateerde tokens zorgen ervoor dat dergelijke tokens op een niet-discriminerende, billijke en transparante wijze in bewaring kunnen worden gehouden door verschillende aanbieders van cryptoactivadiensten die beschikken over een vergunning voor het bewaren en beheren van cryptoactiva namens cliënten, met inbegrip van aanbieders van cryptoactivadiensten die niet behoren tot dezelfde groep zoals gedefinieerd in artikel 2, punt 11, van Richtlijn 2013/34/EU.

3.   Uitgevers van significante activagerelateerde tokens beoordelen en monitoren de liquiditeitsbehoeften om aan de terugbetalingsverzoeken voor activagerelateerde tokens door houders ervan te kunnen voldoen. Daartoe zorgen uitgevers van significante activagerelateerde tokens voor de vaststelling, instandhouding en uitvoering van een beleid en procedures voor liquiditeitsbeheer. Dat beleid en die procedures zorgen ervoor dat de reserveactiva een veerkrachtig liquiditeitsprofiel hebben dat uitgevers van significante activagerelateerde tokens in staat stelt om — ook in scenario’s met liquiditeitsstress — normaal te kunnen blijven functioneren.

4.   Uitgevers van significante activagerelateerde tokens voeren regelmatig liquiditeitstresstests uit. Afhankelijk van het resultaat van dergelijke tests kan de EBA besluiten om de in lid 7, eerste alinea, punt b), van dit artikel en in artikel 36, lid 6, bedoelde liquiditeitsvereisten te verstrengen.

Indien uitgevers van significante activagerelateerde tokens twee of meer activagerelateerde tokens aanbieden of cryptoactivadiensten aanbieden, bestrijken die stresstests al die activiteiten op allesomvattende en holistische wijze.

5.   Het in artikel 35, lid 1, eerste alinea, punt b), genoemde percentage wordt voor uitgevers van significante activagerelateerde tokens vastgesteld op 3 % van het gemiddelde bedrag van de reserveactiva.

6.   Indien meerdere uitgevers dezelfde significante activagerelateerde token aanbieden, zijn de leden 1 tot en met 5 van toepassing op elke uitgever.

Indien een uitgever twee of meer activagerelateerde tokens in de Unie aanbiedt en ten minste één van die activagerelateerde tokens als significant worden ingedeeld, zijn de leden 1 tot en met 5 van toepassing op die uitgever.

7.   De EBA ontwikkelt, in nauwe samenwerking met de ESMA, ontwerpen van technische reguleringsnormen tot nadere bepaling van:

a)

de minimuminhoud van de governanceregelingen betreffende het in lid 1 bedoelde beloningsbeleid;

b)

de minimuminhoud van het beleid en de procedures voor liquiditeitsbeheer zoals uiteengezet in lid 3 en de liquiditeitsvereisten, met vermelding van het minimumbedrag van de deposito’s in elke officiële valuta waarnaar wordt verwezen, dat niet lager mag zijn dan 60 % van de waarde van de tokens waarnaar in elke officiële valuta wordt verwezen;

c)

de procedure en het tijdschema voor een uitgever van een significante activagerelateerde token om het bedrag van zijn eigen vermogen aan te passen zoals vereist door lid 5.

In het geval van kredietinstellingen kalibreert de EBA de technische normen rekening houdend met eventuele interacties tussen de bij deze verordening vastgestelde regelgevingsvereisten en de bij andere wetgevingshandelingen van de Unie vastgestelde regelgevingsvereisten.

De EBA dient de in de eerste alinea bedoelde ontwerpen van technische reguleringsnormen uiterlijk op 30 juni 2024 in bij de Commissie.

Aan de Commissie wordt de bevoegdheid gedelegeerd om deze verordening aan te vullen door de in de eerste alinea van dit lid bedoelde technische reguleringsnormen vast te stellen overeenkomstig de artikelen 10 tot en met 14 van Verordening (EU) nr. 1093/2010.

8.   De EBA vaardigt, in nauwe samenwerking met de ESMA en de ECB, overeenkomstig artikel 16 van Verordening (EU) nr. 1093/2010 richtsnoeren uit met het oog op de vaststelling van de gemeenschappelijke referentieparameters van de stresstestscenario’s die moeten worden opgenomen in de in lid 4 van dit artikel bedoelde stresstests. Die richtsnoeren worden regelmatig bijgewerkt, rekening houdend met de recentste marktontwikkelingen.

HOOFDSTUK 6

Herstel- en terugbetalingsplannen

Artikel 46

Herstelplan

1.   Uitgevers van activagerelateerde tokens stellen een herstelplan op en zij houden dit bij door te voorzien in de door de uitgever te nemen maatregelen om opnieuw te voldoen aan de vereisten die op de activareserve van toepassing zijn in de gevallen waarin de uitgever niet meer aan die vereisten voldoet.

Het herstelplan heeft ook betrekking op het behoud van de diensten van de uitgever die verband houden met de activagerelateerde token, het tijdige herstel van de activiteiten en het nakomen van de verplichtingen van de uitgever in het geval van gebeurtenissen die een significant risico op verstoring van de activiteiten inhouden.

Het herstelplan omvat passende voorwaarden en procedures om ervoor te zorgen dat herstelmaatregelen tijdig worden uitgevoerd, alsmede een breed scala aan herstelopties, waaronder:

a)

liquiditeitsvergoedingen voor terugbetalingen;

b)

limieten voor het bedrag van de activagerelateerde token dat op een werkdag kan worden terugbetaald;

c)

opschorting van terugbetalingen.

2.   De uitgever van de activagerelateerde token stelt de bevoegde autoriteit in kennis van het herstelplan binnen zes maanden na de datum waarop de vergunning overeenkomstig artikel 21 is verleend of binnen zes maanden na de datum waarop het cryptoactivawitboek overeenkomstig artikel 17 is goedgekeurd. De bevoegde autoriteit vereist dat het herstelplan zo nodig wordt gewijzigd om te zorgen voor de correcte uitvoering ervan en stelt de uitgever binnen 40 werkdagen vanaf de datum van kennisgeving van dat plan in kennis van haar besluit om te verzoeken om die wijzigingen. Dat besluit wordt door de uitgever uitgevoerd binnen 40 werkdagen vanaf de datum van kennisgeving van dat besluit. De uitgever evalueert en actualiseert het herstelplan regelmatig.

Indien van toepassing stelt de uitgever tegelijk met de bevoegde autoriteit ook zijn afwikkelingsautoriteiten en prudentiële toezichthoudende autoriteiten in kennis van het plan.

3.   Indien de uitgever niet voldoet aan de vereisten die van toepassing zijn op de in hoofdstuk 3 van deze titel bedoelde activareserve of indien hij in de nabije toekomst ten gevolge van een snel verslechterende financiële toestand waarschijnlijk niet aan die vereisten zal voldoen, heeft de bevoegde autoriteit, om ervoor te zorgen dat aan de toepasselijke vereisten wordt voldaan, de bevoegdheid om van de uitgever te verlangen dat hij een of meer van de in het herstelplan vervatte regelingen of maatregelen uitvoert of het herstelplan actualiseert indien de omstandigheden verschillen van de in het oorspronkelijke herstelplan uiteengezette aannames, en dat hij een of meer van de in het bijgewerkte plan vervatte regelingen of maatregelen binnen een specifiek tijdsbestek uitvoert

4.   In de in lid 3 bedoelde omstandigheden heeft de bevoegde autoriteit de bevoegdheid om de terugbetaling van activagerelateerde tokens op te schorten mits die opschorting gerechtvaardigd is gelet op de belangen van de houders van activagerelateerde tokens en de financiële stabiliteit.

5.   Indien van toepassing stelt de bevoegde autoriteit de afwikkelingsautoriteiten en de prudentiële toezichthoudende autoriteiten van de uitgever in kennis van alle overeenkomstig de leden 3 en 4 genomen maatregelen.

6.   De EBA vaardigt, na raadpleging van de ESMA, overeenkomstig artikel 16 van Verordening (EU) nr. 1093/2010, richtsnoeren uit tot nadere bepaling van het format van het herstelplan en van de in het herstelplan te verstrekken informatie.

Artikel 47

Terugbetalingsplan

1.   Door een uitgever van activagerelateerde tokens wordt een operationeel plan ter ondersteuning van de gecontroleerde terugbetaling van elke activagerelateerde token opgesteld en bijgehouden, dat moet worden uitgevoerd wanneer de bevoegde autoriteit besluit dat de uitgever niet in staat of waarschijnlijk niet in staat is zijn verplichtingen na te komen, ook in geval van insolventie of, indien van toepassing, afwikkeling of in geval van intrekking van de vergunning van de uitgever, onverminderd de start van een crisispreventiemaatregel of crisisbeheersingsmaatregel zoals respectievelijk gedefinieerd in artikel 2, lid 1, punten 101 en 102, van Richtlijn 2014/59/EU of een afwikkelingsmaatregel zoals gedefinieerd in artikel 2, punt 11, van Verordening (EU) 2021/23 van het Europees Parlement en de Raad (44).

2.   Uit het terugbetalingsplan blijkt dat de uitgever van de activagerelateerde token in staat is om de uitstaande uitgegeven activagerelateerde token terug te betalen zonder buitensporige economische schade te berokkenen aan de houders ervan of aan de stabiliteit van de markten van de reserveactiva.

Het terugbetalingsplan bevat contractuele regelingen, procedures en systemen, met inbegrip van de aanwijzing van een tijdelijk bewindvoerder overeenkomstig het toepasselijk recht, om de billijke behandeling van alle houders van activagerelateerde tokens te waarborgen en om ervoor te zorgen dat de houders van activagerelateerde tokens tijdig worden betaald met de opbrengsten uit de verkoop van de resterende reserveactiva.

Het terugbetalingsplan zorgt voor de continuïteit van activiteiten die noodzakelijk zijn voor de gecontroleerde terugbetaling en die worden uitgevoerd door uitgevers of derde entiteiten.

3.   De uitgever van de activagerelateerde token stelt de bevoegde autoriteit in kennis van het terugbetalingsplan binnen zes maanden na de datum waarop de vergunning overeenkomstig artikel 21 is verleend of binnen zes maanden na de datum waarop het cryptoactivawitboek overeenkomstig artikel 17 is goedgekeurd. De bevoegde autoriteit vereist dat het terugbetalingsplan zo nodig wordt gewijzigd om te zorgen voor de correcte uitvoering ervan en stelt de uitgever binnen 40 werkdagen vanaf de datum van kennisgeving van dat plan in kennis van haar besluit om te verzoeken om die wijzigingen. Dat besluit wordt door de uitgever uitgevoerd binnen 40 werkdagen vanaf de datum van kennisgeving van dat besluit. De uitgever evalueert en actualiseert het terugbetalingsplan regelmatig.

4.   Indien van toepassing stelt de bevoegde autoriteit de afwikkelingsautoriteit en de prudentiële toezichthoudende autoriteit van de uitgever in kennis van het terugbetalingsplan.

De afwikkelingsautoriteit kan het terugbetalingsplan onderzoeken om na te gaan of het maatregelen bevat die de afwikkelbaarheid van de uitgever negatief zouden kunnen beïnvloeden, en kan daarover aanbevelingen doen aan de bevoegde autoriteit.

5.   De EBA vaardigt overeenkomstig artikel 16 van Verordening (EU) nr. 1093/2010 richtsnoeren uit tot nadere bepaling van:

a)

de inhoud van het terugbetalingsplan en de periodiciteit van de evaluatie, rekening houdend met de omvang, de complexiteit en de aard van de activagerelateerde token en het en het bedrijfsmodel van de uitgever, en

b)

de triggers voor de uitvoering van het terugbetalingsplan.

TITEL IV

E-MONEYTOKENS

HOOFDSTUK 1

Door alle uitgevers van e-moneytokens te vervullen voorwaarden

Artikel 48

Vereisten voor het aanbieden aan het publiek of het tot de handel toelaten van e-moneytokens

1.   Een persoon die binnen de Unie een e-moneytoken aan het publiek aanbiedt of verzoekt om toelating tot de handel van een e-moneytokens is de uitgever van een dergelijke e-moneytoken en:

a)

beschikt over een vergunning als kredietinstelling of instelling voor elektronisch geld, en

b)

heeft de bevoegde autoriteit in kennis gesteld van het cryptoactivawitboek en heeft dat cryptowitboek overeenkomstig artikel 51 gepubliceerd.

Niettegenstaande de eerste alinea en na schriftelijke toestemming van de uitgever mogen andere personen de e-moneytoken aan het publiek aanbieden of verzoeken om toelating tot de handel van de e-moneytoken. Die personen moeten voldoen aan de artikelen 50 en 53.

2.   E-moneytokens worden geacht elektronisch geld te zijn.

Een e-moneytoken die naar een officiële valuta van een lidstaat verwijst, wordt geacht in de Unie aan het publiek te worden aangeboden.

3.   De titels II en III van Richtlijn 2009/110/EG zijn van toepassing op e-moneytokens tenzij in deze titel anders is bepaald.

4.   Lid 1 van dit artikel is niet van toepassing op uitgevers van e-moneytokens die overeenkomstig artikel 9, lid 1, van Richtlijn 2009/110/EG zijn vrijgesteld.

5.   Met uitzondering van lid 7 van dit artikel en artikel 51 is deze titel is niet van toepassing ten aanzien van e-moneytokens die krachtens artikel 1, leden 4 en 5, van Richtlijn 2009/110/EG zijn vrijgesteld.

6.   Uitgevers van e-moneytokens stellen hun bevoegde autoriteit minstens 40 werkdagen vóór de datum waarop zij voornemens zijn die e-moneytokens aan het publiek aan te bieden of te verzoeken om toelating tot de handel ervan, in kennis van dat voornemen.

7.   Indien lid 4 of 5 van toepassing is, stellen de uitgevers van e-moneytokens een cryptoactivawitboek op en stellen zij de bevoegde autoriteit overeenkomstig artikel 51 van dat cryptoactivawitboek in kennis.

Artikel 49

Uitgifte en terugbetaalbaarheid van e-moneytokens

1.   In afwijking van artikel 11 van Richtlijn 2009/110/EG zijn alleen de in dit artikel uiteengezette vereisten betreffende de uitgifte en terugbetaalbaarheid van e-moneytokens van toepassing op uitgevers van e-moneytokens.

2.   Houders van e-moneytokens hebben een vordering op de uitgevers van die e-moneytokens.

3.   Uitgevers van e-moneytokens geven e-moneytokens uit tegen nominale waarde en bij ontvangst van geldmiddelen.

4.   Op verzoek van een houder van een e-moneytoken betaalt de uitgever van die e-moneytoken, te allen tijde en tegen nominale waarde, de monetaire waarde van de door de houders van de e-moneytoken aangehouden e-moneytoken terug in andere geldmiddelen dan elektronisch geld.

5.   Uitgevers van e-moneytokens maken in het in artikel 51, lid 1, eerste alinea, punt d), bedoelde cryptoactivawitboek duidelijk zichtbaar melding van de voorwaarden voor terugbetaling.

6.   Onverminderd artikel 46 is de terugbetaling van e-moneytokens niet onderworpen aan een vergoeding.

Artikel 50

Verbod op het toekennen van rente

1.   Niettegenstaande artikel 12 van Richtlijn 2009/110/EG mogen uitgevers van e-moneytokens geen rente toekennen met betrekking tot e-moneytokens.

2.   Aanbieders van cryptoactivadiensten kennen geen rente toe wanneer zij cryptoactivadiensten met betrekking tot e-moneytokens aanbieden.

3.   Voor de toepassing van de leden 1 en 2 wordt elke vergoeding of elk ander voordeel dat verband houdt met de periode waarbinnen een houder van een e-moneytoken een dergelijke e-moneytoken aanhoudt, als rente behandeld. Daaronder vallen ook nettocompensaties of kortingen met hetzelfde effect als een door de houder van de e-moneytoken ontvangen rente die rechtstreeks door de uitgever of door derden worden toegekend en die rechtstreeks verband houden met de e-moneytoken of worden verkregen van de vergoeding of prijsstelling van andere producten.

Artikel 51

Inhoud en vorm van het cryptoactivawitboek voor e-moneytokens

1.   Een cryptoactivawitboek voor een e-moneytoken bevat alle volgende informatie, zoals nader gespecificeerd in bijlage III:

a)

informatie over de uitgever van de e-moneytoken;

b)

informatie over de e-moneytoken;

c)

informatie over de aanbieding aan het publiek of de toelating tot de handel van de e-moneytoken;

d)

informatie over de aan de e-moneytoken verbonden rechten en verplichtingen;

e)

informatie over de onderliggende technologie;

f)

informatie over de risico’s;

g)

informatie over de belangrijkste negatieve effecten op het klimaat en andere milieugerelateerde negatieve effecten van het consensusmechanisme dat wordt gebruikt om de moneytoken uit te geven.

Het cryptoactivawitboek bevat ook de identiteit van de andere persoon dan de uitgever die de e-moneytoken overeenkomstig artikel 48, lid 1, tweede alinea, aanbiedt aan het publiek of om toelating daarvan tot de handel verzoekt, en de reden waarom die specifieke persoon die die e-moneytoken aanbiedt of om toelating daarvan tot de handel verzoekt.

2.   Alle in lid 1 genoemde informatie is correct, duidelijk en niet misleidend. Het cryptoactivawitboek laat geen materiële informatie weg en presenteert de informatie op beknopte en begrijpelijke wijze.

3.   Het cryptoactivawitboek bevat op de eerste bladzijde de volgende duidelijke en opvallende verklaring:

“Dit cryptoactivawitboek is niet goedgekeurd door een bevoegde autoriteit in een lidstaat van de Europese Unie. De uitgever van het cryptoactivum is als enige verantwoordelijk voor de inhoud van dit cryptoactivawitboek.”.

4.   Het cryptoactivawitboek bevat een duidelijke waarschuwing dat:

a)

de e-moneytoken niet onder de beleggerscompensatiestelsels uit hoofde van Richtlijn 97/9/EG valt;

b)

de e-moneytoken niet onder de depositogarantiestelsels uit hoofde van Richtlijn 2014/49/EU valt.

5.   Het cryptoactivawitboek bevat een verklaring van het leidinggevende orgaan van de uitgever van de e-moneytoken. Die verklaring, die na de in lid 3 bedoelde verklaring wordt ingevoegd, bevestigt dat het cryptoactivawitboek voldoet aan deze titel en dat, naar het beste weten van het leidinggevende orgaan, de informatie in het cryptoactivawitboek volledig, correct, duidelijk en niet misleidend is en dat er geen gegevens zijn weggelaten die gevolgen zouden kunnen hebben voor het belang ervan.

6.   Het cryptoactivawitboek bevat een samenvatting, die wordt ingevoegd na de in lid 5 bedoelde verklaring, waarin in beknopte en niet-technische bewoordingen essentiële informatie wordt gegeven over de aanbieding aan het publiek van de e-moneytoken of de voorgenomen toelating tot de handel van de e-moneytoken. De samenvatting is gemakkelijk te begrijpen en wordt gepresenteerd en vormgegeven in een duidelijk en volledig format, met gebruikmaking van tekens van leesbare grootte. De samenvatting van het cryptoactivawitboek biedt passende informatie over de kenmerken van de betrokken cryptoactiva, om aspirant-houders van de cryptoactiva te helpen een weloverwogen beslissing te nemen.

De samenvatting bevat een waarschuwing dat:

a)

zij moet worden gelezen als een inleiding op het cryptoactivawitboek;

b)

de aspirant-houder elk besluit tot aankoop van de e-moneytoken moet baseren op de inhoud van het cryptoactivawitboek als geheel en niet louter op de samenvatting;

c)

de aanbieding aan het publiek van de e-moneytoken geen aanbod of vraag is om financiële instrumenten te kopen en dat een dergelijk aanbod of een dergelijke vraag enkel kan gebeuren door middel van een prospectus of andere aanbiedingsdocumenten overeenkomstig het toepasselijke nationale recht;

d)

het cryptoactivawitboek geen prospectus is zoals bedoeld in Verordening (EU) 2017/1129, noch een ander aanbiedingsdocument overeenkomstig het Unie- of nationale recht.

De samenvatting geeft aan dat de houders van de e-moneytoken te allen tijde recht hebben op terugbetaling tegen nominale waarde en vermeldt de voorwaarden voor terugbetaling.

7.   Het cryptoactivawitboek bevat de datum van kennisgeving ervan en een inhoudsopgave.

8.   Het cryptoactivawitboek wordt opgesteld in een officiële taal van de lidstaat van herkomst of in een taal die gangbaar is in de internationale financiële wereld.

Indien de e-moneytoken ook wordt aangeboden in een andere lidstaat dan de lidstaat van herkomst, wordt het cryptoactivawitboek ook opgesteld in een officiële taal van de lidstaat van ontvangst of in een taal die gangbaar is in de internationale financiële wereld.

9.   Het cryptoactivawitboek wordt beschikbaar gesteld in een machineleesbaar format.

10.   De ESMA stelt, in samenwerking met de EBA, ontwerpen van technische uitvoeringsnormen op om de standaardformulieren, formats en templates ten behoeve van lid 9 vast te stellen.

De ESMA dient de ontwerpen van de in de eerste alinea bedoelde technische uitvoeringsnormen uiterlijk op 30 juni 2024 in bij de Commissie.

Aan de Commissie wordt de bevoegdheid verleend om de in de eerste alinea van dit lid bedoelde technische uitvoeringsnormen vast te stellen overeenkomstig artikel 15 van Verordening (EU) nr. 1095/2010.

11.   Uitgevers van e-moneytokens stellen hun bevoegde autoriteit ten minste 20 werkdagen vóór de datum van publicatie ervan in kennis van hun cryptoactivawitboek.

De bevoegde autoriteiten verlangen geen voorafgaande goedkeuring van cryptoactivawitboeken vóór de publicatie ervan.

12.   Elke significante nieuwe factor, materiële vergissing of materiële onnauwkeurigheid die gevolgen kan hebben voor de beoordeling van de e-moneytoken wordt beschreven in een door de uitgevers opgesteld gewijzigd cryptoactivawitboek dat aan de betrokken bevoegde autoriteiten wordt meegedeeld en op de websites van de uitgevers wordt gepubliceerd.

13.   Voordat een uitgever van een e-moneytoken dergelijk e-moneytoken aan het publiek in de Unie kan aanbieden of kan verzoeken om toelating van de e-moneytoken tot de handel, publiceert de uitgever van een dergelijke e-moneytoken een cryptoactivawitboek op zijn website.

14.   De uitgever van de e-moneytoken verstrekt de bevoegde autoriteit samen met de kennisgeving van het cryptoactivawitboek overeenkomstig lid 11 van dit artikel de in artikel 109, lid 4, bedoelde informatie. De bevoegde autoriteit stelt de ESMA binnen vijf werkdagen na ontvangst van de informatie van de uitgever in kennis van de in artikel 109, lid 4, gespecificeerde informatie.

De bevoegde autoriteit stelt de ESMA ook in kennis van elk gewijzigd cryptoactivawitboek en van elke intrekking van de vergunning van de uitgever van de e-moneytoken.

De ESMA zorgt ervoor dat dergelijke informatie uiterlijk op de aanvangsdatum van de aanbieding aan het publiek of de toelating tot de handel of, in het geval van een gewijzigd cryptoactivawitboek of intrekking van de vergunning onverwijld, beschikbaar wordt gesteld in het artikel 109, lid 4, bedoelde register.

15.   De ESMA ontwikkelt, in samenwerking met de EBA, ontwerpen van technische reguleringsnormen voor de inhoud, methoden en presentatie van de in lid 1, punt g), bedoelde informatie over de duurzaamheidsindicatoren voor negatieve effecten op het klimaat en andere milieugerelateerde negatieve effecten.

Bij het ontwikkelen van de in de eerste alinea bedoelde ontwerpen van technische reguleringsnormen houdt de ESMA rekening met de verschillende soorten consensusmechanismen die worden gebruikt om transacties in cryptoactiva te valideren, hun stimuleringsstructuren, het gebruik van energie, hernieuwbare energie en natuurlijke hulpbronnen, de afvalproductie en de broeikasgasemissies. De ESMA actualiseert de technische reguleringsnormen in het licht van de regelgevende en technologische ontwikkelingen.

De ESMA dient de in de eerste alinea bedoelde ontwerpen van technische reguleringsnormen uiterlijk op 30 juni 2024 in bij de Commissie.

Aan de Commissie wordt de bevoegdheid gedelegeerd om deze verordening aan te vullen door de in de eerste alinea van dit lid bedoelde technische reguleringsnormen vast te stellen overeenkomstig de artikelen 10 tot en met 14 van Verordening (EU) nr. 1095/2010.

Artikel 52

Aansprakelijkheid van uitgevers van e-moneytokens voor in een cryptoactivawitboek verschafte informatie

1.   Indien een uitgever van een e-moneytoken inbreuk heeft gemaakt op artikel 51 door in zijn cryptoactivawitboek of in een gewijzigd cryptoactivawitboek informatie te verschaffen die onvolledig, niet correct, onduidelijk of misleidend is, zijn die uitgever en de leden van zijn bestuurs-, leidinggevend of toezichthoudend orgaan jegens een houder van een dergelijke e-moneytoken aansprakelijk voor elk verlies dat is geleden ten gevolge van die inbreuk.

2.   Contractuele uitsluitingen of beperkingen van de in lid 1 bedoelde civielrechtelijke aansprakelijkheid hebben geen rechtsgevolg.

3.   Het staat aan de houder van de e-moneytoken om bewijs te leveren waaruit blijkt dat de uitgever van die e-moneytoken inbreuk heeft gemaakt op artikel 51 door in zijn cryptoactivawitboek of in een gewijzigd cryptoactivawitboek informatie te verschaffen die onvolledig, niet correct, onduidelijk of misleidend is, en dat het vertrouwen op dergelijke informatie een gevolgen heeft gehad op de beslissing van de houder om die e-moneytoken te kopen, te verkopen of om te wisselen.

4.   De uitgever en de leden van zijn bestuurs-, leidinggevend of toezichthoudend orgaan zijn niet aansprakelijk voor verliezen die zijn geleden als gevolg van het vertrouwen op informatie die overeenkomstig artikel 51, lid 6, wordt verstrekt in een samenvatting, met inbegrip van een vertaling daarvan, tenzij de samenvatting:

a)

misleidend, inaccuraat of inconsistent is wanneer zij wordt gelezen in samenhang met de andere delen van het cryptoactivawitboek, of

b)

niet de essentiële informatie bevat die aspirant-houders moet helpen bij het besluit om dergelijke e-moneytokens al dan niet te kopen wanneer zij wordt gelezen in samenhang de andere delen van het cryptoactivawitboek.

5.   Dit artikel doet geen afbreuk aan andere vorderingen voor civielrechtelijke aansprakelijkheid op grond van het nationale recht.

Artikel 53

Reclame-uitingen

1.   Reclame-uitingen met betrekking tot een aanbieding aan het publiek van een e-moneytoken of met betrekking tot de toelating tot de handel van een dergelijke e-moneytoken voldoen aan elk van de volgende voorwaarden:

a)

de reclame-uitingen zijn duidelijk als zodanig herkenbaar;

b)

de informatie in de reclame-uitingen is correct, duidelijk en niet misleidend;

c)

de informatie in de reclame-uitingen strookt met de informatie in het cryptoactivawitboek;

d)

de reclame-uitingen geven duidelijk aan dat een cryptoactivawitboek is gepubliceerd en maken duidelijk melding van het adres van de website van de uitgever van de e-moneytoken, alsmede een telefoonnummer en een e-mailadres waarop contact kan worden opgenomen met de uitgever.

2.   Reclame-uitingen bevatten een duidelijke en ondubbelzinnige verklaring dat de houders van de e-moneytoken te allen tijde recht hebben op terugbetaling door de uitgever tegen nominale waarde.

3.   Reclame-uitingen en wijzigingen daarvan worden gepubliceerd op de website van de uitgever.

4.   De bevoegde autoriteiten verlangen geen voorafgaande goedkeuring van reclame-uitingen vóór de publicatie ervan.

5.   Reclame-uitingen worden op verzoek aan de bevoegde autoriteiten meegedeeld.

6.   Vóór de publicatie van het cryptoactivawitboek worden geen reclame-uitingen verspreid. Deze beperking belet de uitgever van de e-moneytoken niet om marktonderzoeken te verrichten.

Artikel 54

Belegging van in ruil voor e-moneytokens ontvangen geldmiddelen

Geldmiddelen die uitgevers van e-moneytokens in ruil voor e-moneytokens ontvangen en die overeenkomstig artikel 7, lid 1, van Richtlijn 2009/110/EG zijn veiliggesteld, moeten aan de volgende voorwaarden voldoen:

a)

ten minste 30 % van de ontvangen geldmiddelen wordt steeds op afzonderlijke rekeningen bij kredietinstellingen gestort;

b)

de resterende ontvangen geldmiddelen worden belegd in veilige activa met een lage risicograad die overeenkomstig artikel 38, lid 1, van deze verordening kunnen worden aangemerkt als zeer liquide financiële instrumenten met minimaal markt-, krediet- en concentratierisico, en luiden in dezelfde officiële valuta luiden die waarnaar de e-moneytoken verwijst.

Artikel 55

Herstel- en terugbetalingsplan

Titel III, hoofdstuk 6, is van overeenkomstige toepassing op uitgevers van e-moneytokens.

In afwijking van artikel 46, lid 2, valt de datum waarop de bevoegde autoriteit in kennis moet worden gesteld van het herstelplan, voor uitgevers van e-moneytokens binnen zes maanden na de datum van de aanbieding aan het publiek of de toelating tot de handel.

In afwijking van artikel 47, lid 3, valt de datum waarop de bevoegde autoriteit in kennis moet worden gesteld van het terugbetalingsplan, voor uitgevers van e-moneytokens binnen zes maanden na de datum van de aanbieding aan het publiek of de toelating tot de handel.

HOOFDSTUK 2

Significante e-moneytokens

Artikel 56

Classificatie van e-moneytokens als significante e-moneytokens

1.   De EBA deelt e-moneytokens in als significante e-moneytokens wanneer aan ten minste drie van de in artikel 43, lid 1, genoemde criteria is voldaan:

a)

gedurende de periode van het eerste informatieverslag als bedoeld in lid 3 van dit artikel, na de aanbieding aan het publiek of na het verzoeken om toelating tot de handel van die tokens, of

b)

gedurende de periode van ten minste twee opeenvolgende informatieverslagen als bedoeld in lid 3 van dit artikel.

2.   Indien verschillende uitgevers dezelfde e-moneytoken uitgeven, wordt de vervulling van in artikel 43, lid 1, genoemde criteria beoordeeld na aggregatie van de gegevens van die uitgevers.

3.   De bevoegde autoriteiten van de lidstaat van herkomst van de uitgever verschaffen de EBA en de ECB ten minste tweemaal per jaar informatie die relevant is voor de beoordeling van de vervulling van de in artikel 43, lid 1, genoemde criteria, waaronder in voorkomend geval de uit hoofde van artikel 22 ontvangen informatie.

Indien de uitgever is gevestigd in een lidstaat waar de euro niet de officiële valuta is, of indien de e-moneytoken verwijst naar een officiële valuta van een lidstaat die niet de euro is, geven de bevoegde autoriteiten de in de eerste alinea bedoelde informatie door aan de centrale bank van die lidstaat.

4.   Indien de EBA tot de conclusie komt dat een e-moneytoken voldoet aan de in artikel 43, lid 1, uiteengezette criteria overeenkomstig lid 1 van dit artikel, stelt de EBA een ontwerpbesluit op waarbij de e-moneytoken wordt ingedeeld als een significant e-moneytoken en geeft zij de uitgever van de e-moneytoken, de bevoegde autoriteit van de lidstaat van herkomst van de uitgever, de ECB, en in de in lid 3, tweede alinea, van dit artikel bedoelde gevallen, de centrale bank van betrokken lidstaat in kennis van dat ontwerpbesluit.

Uitgevers van dergelijke e-moneytokens, hun bevoegde autoriteiten, de ECB en, in voorkomend geval, de centrale bank van de betrokken lidstaat beschikken over 20 werkdagen vanaf de datum van kennisgeving van dat ontwerpbesluit om schriftelijk opmerkingen te maken en commentaar te geven. De EBA houdt naar behoren rekening met die opmerkingen en dat commentaar alvorens een definitief besluit vast te stellen

5.   De EBA neemt binnen 60 werkdagen vanaf de datum van de in lid 4 bedoelde kennisgeving een definitief besluit over de vraag of een e-moneytoken als significant e-moneytoken moet worden ingedeeld en stelt de uitgever van dergelijke e-moneytokens en zijn bevoegde autoriteit onmiddellijk in kennis van dat besluit.

6.   Indien een e-moneytoken op grond van een overeenkomstig lid 5 genomen besluit van de EBA als significant is ingedeeld, worden de toezichthoudende verantwoordelijkheden ten aanzien van een uitgever van dat significante e-moneytoken binnen 20 werkdagen vanaf de datum van kennisgeving van dat besluit van de bevoegde autoriteit van de lidstaat van herkomst van de uitgever overgedragen aan de EBA overeenkomstig artikel 117, lid 4.

De EBA en de bevoegde autoriteit werken nauw samen om te zorgen voor de vlotte overgang d van toezichthoudende bevoegdheden.

7.   In afwijking van lid 6 worden de toezichthoudende verantwoordelijkheden ten aanzien van uitgevers van significante e-moneytokens in een andere officiële valuta van een lidstaat dan de euro niet overgedragen aan de EBA indien ten minste 80 % van het aantal houders en van het volume van de transacties van die significante e-moneytokens in de lidstaat van herkomst zijn geconcentreerd.

De bevoegde autoriteit van de lidstaat van herkomst van de uitgever verstrekt de EBA jaarlijks informatie over gevallen waarin de in de eerste alinea bedoelde afwijking wordt toegepast.

Voor de toepassing van de eerste alinea wordt een transactie geacht in de lidstaat van herkomst plaats te vinden wanneer de betaler of de ontvanger bij die transactie in die lidstaat is gevestigd.

8.   De EBA beoordeelt jaarlijks de classificatie van significante e-moneytokens op basis van de beschikbare informatie, onder andere uit de in lid 3 van dit artikel bedoelde verslagen of de uit hoofde van artikel 22 ontvangen informatie.

Indien de EBA tot de conclusie komt dat een bepaald e-moneytoken niet langer voldoet aan de in artikel 43, lid 1, genoemde criteria overeenkomstig lid 1 van dit artikel, stelt de EBA een ontwerpbesluit op waarbij de e-moneytoken niet langer wordt ingedeeld als significant en stelt zij de uitgevers van die e-moneytokens en de bevoegde autoriteiten van hun lidstaat van herkomst, de ECB, en, in de in lid 3, tweede alinea, van dit artikel bedoelde gevallen, de centrale bank van de betrokken lidstaat in kennis van dat ontwerpbesluit.

Uitgevers van dergelijke e-moneytokens, hun bevoegde autoriteiten, de ECB en de centrale bank van de betrokken lidstaat beschikken over 20 werkdagen vanaf de datum van kennisgeving van dat ontwerpbesluit om schriftelijk opmerkingen te maken en commentaar te geven. De EBA houdt naar behoren rekening met die opmerkingen en dat commentaar alvorens een definitief besluit vast te stellen.

9.   De EBA neemt binnen 60 werkdagen na de datum van de in lid 8 bedoelde kennisgeving een definitief besluit over de vraag of een e-moneytoken niet langer als significant e-moneytoken moet worden ingedeeld en stelt de uitgever van die e-moneytoken en zijn bevoegde autoriteit daarvan onmiddellijk in kennis.

10.   Indien een e-moneytoken op grond van een overeenkomstig lid 9 genomen besluit van de EBA niet langer als significant wordt ingedeeld, worden de toezichthoudende verantwoordelijkheden ten aanzien van de uitgever van die e-moneytoken binnen 20 werkdagen vanaf de datum van kennisgeving van dat besluit overgedragen van de EBA naar de bevoegde autoriteit van de lidstaat van herkomst van de uitgever.

De EBA en de bevoegde autoriteit werken nauw samen om te zorgen voor de vlotte overgang van toezichthoudende bevoegdheden.

Artikel 57

Vrijwillige classificatie van e-moneytokens als significante e-moneytokens

1.   Een uitgever van een e-moneytoken die een vergunning heeft als kredietinstelling of als instelling voor elektronisch geld, of die een dergelijke vergunning aanvraagt, kan aangeven dat hij wil dat zijn e-moneytoken als significante e-moneytoken wordt ingedeeld. In dat geval stelt de bevoegde autoriteit de EBA, de ECB en, in de in artikel 56, lid 3, tweede alinea, de centrale bank van de betrokken lidstaat, onmiddellijk in kennis van dat verzoek van de uitgever.

Opdat de e-moneytoken uit hoofde van dit artikel als significant wordt ingedeeld, toont de uitgever van de e-moneytoken door middel van een gedetailleerd programma van werkzaamheden aan dat hij waarschijnlijk aan ten minste drie van de in artikel 43, lid 1, uiteengezette criteria zal voldoen.

2.   De EBA stelt binnen 20 werkdagen na de datum van de in lid 1 van dit artikel bedoelde kennisgeving een ontwerpbesluit op waarin zij op basis van het programma van werkzaamheden van de uitgever een advies geeft over de vraag of de e-moneytoken voldoet of waarschijnlijk zal voldoen aan ten minste drie van de criteria van artikel 43, lid 1, en stelt de bevoegde autoriteit van de lidstaat van herkomst van de uitgever, de ECB, en in de in artikel 56, lid 3, tweede alinea, bedoelde gevallen, de centrale bank van de betrokken lidstaat in kennis van dat ontwerpbesluit.

De bevoegde autoriteiten van uitgevers van dergelijke e-moneytokens, de ECB en, in voorkomend geval, de centrale bank van de betrokken lidstaat beschikken over 20 werkdagen vanaf de datum van kennisgeving van dat ontwerpbesluit om schriftelijk opmerkingen te maken en commentaar te geven. De EBA houdt naar behoren rekening met die opmerkingen en dat commentaar alvorens een definitief besluit vast te stellen.

3.   De EBA neemt binnen 60 werkdagen vanaf de in lid 1 bedoelde datum van kennisgeving een definitief besluit over de vraag of een e-moneytoken als significant e-moneytoken moet worden ingedeeld en stelt de uitgever van dergelijk e-moneytoken en zijn bevoegde autoriteit onmiddellijk in kennis van dat besluit.

4.   Indien een e-moneytoken op grond van een overeenkomstig lid 3 van dit artikel genomen besluit van de EBA als significant is ingedeeld, worden de toezichthoudende verantwoordelijkheden ten aanzien van een uitgever van die e-moneytoken binnen 20 werkdagen vanaf de datum van kennisgeving van dat besluit van de bevoegde autoriteit overgedragen aan de EBA overeenkomstig artikel 117, lid 4.

De EBA en de bevoegde autoriteiten werken nauw samen om te zorgen voor de vlotte overgang van toezichthoudende bevoegdheden.

5.   In afwijking van lid 4 worden de toezichthoudende verantwoordelijkheden ten aanzien van uitgevers van significante e-moneytokens in een andere officiële valuta van een lidstaat dan de euro niet overgedragen aan de EBA indien ten minste 80 % van het aantal houders en van het volume van transacties van die significante e-moneytokens in de lidstaat van herkomst zal zijn geconcentreerd of naar verwachting zal zijn geconcentreerd.

De bevoegde autoriteit van de lidstaat van herkomst van de uitgever verstrekt de EBA jaarlijks informatie over de toepassing van de in de eerste alinea bedoelde afwijking.

Voor de toepassing van de eerste alinea wordt een transactie geacht in de lidstaat van herkomst plaats te vinden wanneer de betaler of de ontvanger in die lidstaat zijn gevestigd.

Artikel 58

Specifieke aanvullende verplichtingen voor uitgevers van e-moneytokens

1.   Instellingen voor elektronisch geld die significante e-moneytokens uitgeven, zijn onderworpen aan:

a)

de vereisten bedoeld in de artikelen 36, 37 en 38 en artikel 45, leden 1 tot en met 4, van deze verordening, in plaats van artikel 7 van Richtlijn 2009/110/EG;

b)

de vereisten bedoeld in artikel 35, leden 2, 3 en 5, en artikel 45, lid 5, van deze verordening, in plaats van artikel 5 van Richtlijn 2009/110/EG.

In afwijking van artikel 36, lid 9, wordt de onafhankelijke audit met betrekking tot uitgevers van significante e-moneytokens om de zes maanden vanaf de datum van het besluit om de e-moneytokens op grond van artikel 56 of artikel 57 als significant in te delen, naargelang het geval, verplicht gesteld.

2.   De bevoegde autoriteiten van de lidstaten van herkomst kunnen van instellingen voor elektronisch geld die e-moneytokens uitgeven die niet significant zijn, verlangen dat zij aan een van de in lid 1 bedoelde vereisten voldoen indien dat nodig is om de risico’s tegen te gaan die met die vereisten worden tegengegaan, zoals liquiditeitsrisico’s, operationele risico’s of risico’s die voortvloeien uit niet-naleving van de vereisten voor het beheer van activareserves.

3.   De artikelen 22 en 23 en artikel 24, lid 3, zijn van toepassing op e-moneytokens in een andere valuta dan de officiële valuta van de lidstaten.

TITEL V

VERGUNNINGVERLENING EN VOORWAARDEN VOOR DE BEDRIJFSUITOEFENING VAN AANBIEDERS VAN CRYPTOACTIVADIENSTEN

HOOFDSTUK 1

Vergunningverlening voor aanbieders van cryptoactivadiensten

Artikel 59

Vergunningverlening

1.   Een persoon mag binnen de Unie geen cryptoactivadiensten aanbieden, tenzij die persoon:

a)

een rechtspersoon of andere onderneming is die overeenkomstig artikel 63 een vergunning als aanbieder van cryptoactivadiensten heeft gekregen, of

b)

een kredietinstelling, een centrale effectenbewaarinstelling, een beleggingsonderneming, een marktexploitant, een instelling voor elektronisch geld, een icbe-beheermaatschappij of een abi-beheerder die overeenkomstig artikel 60 cryptoactivadiensten mag aanbieden.

2.   Aanbieders van cryptoactivadiensten die overeenkomstig artikel 63 een vergunning hebben gekregen, hebben een statutaire zetel in een lidstaat waar zij ten minste een deel van hun cryptoactivadiensten verrichten. Zij hebben hun plaats van werkelijke leiding in de Unie en ten minste één van de directeuren is woonachtig in de Unie.

3.   Voor de toepassing van lid 1, punt a), mogen andere ondernemingen die geen rechtspersoon zijn alleen cryptoactivadiensten aanbieden indien hun rechtsvorm een niveau van bescherming van de belangen van derden waarborgt dat gelijkwaardig is aan het door rechtspersonen geboden beschermingsniveau en indien zij onderworpen zijn aan een gelijkwaardig prudentieel toezicht dat aan hun rechtsvorm is aangepast.

4.   Aanbieders van cryptoactivadiensten die overeenkomstig artikel 63 een vergunning hebben gekregen, voldoen te allen tijde aan de voorwaarden voor hun vergunning.

5.   Een persoon die geen aanbieder van cryptoactivadiensten is, mag geen naam of bedrijfsnaam gebruiken of geen reclame-uitingen doen of enig ander procedé gebruiken waarmee wordt gesuggereerd dat hij een aanbieder van cryptoactivadiensten is of dat in dit verband aanleiding kan geven tot verwarring.

6.   De bevoegde autoriteiten die overeenkomstig artikel 63 vergunningen afgeven, zorgen ervoor dat in dergelijke vergunningen nader aangeeft welke cryptoactivadiensten de aanbieders van cryptoactivadiensten mogen aanbieden.

7.   Aanbieders van cryptoactivadiensten mogen overal in de Unie cryptoactivadiensten aanbieden, hetzij door middel van het recht van vestiging, onder meer via een bijkantoor, hetzij door de vrijheid van dienstverrichting. Voor aanbieders van cryptoactivadiensten die grensoverschrijdend cryptoactivadiensten aanbieden, is geen fysieke aanwezigheid op het grondgebied van een lidstaat van ontvangst vereist.

8.   Aanbieders van cryptoactivadiensten die hun in artikel 63 bedoelde vergunning met cryptoactivadiensten willen uitbreiden, verzoeken de bevoegde autoriteiten die hun oorspronkelijke vergunning hebben afgegeven, om een uitbreiding van hun vergunning door aanvulling en actualisering van de in artikel 62 genoemde informatie. Dit uitbreidingsverzoek wordt overeenkomstig artikel 63 behandeld.

Artikel 60

Aanbieding van cryptoactivadiensten door bepaalde financiële entiteiten

1.   Een kredietinstelling mag cryptoactivadiensten aanbieden indien zij de bevoegde autoriteit van haar lidstaat van herkomst ten minste 40 werkdagen voordat zij die diensten voor het eerst aanbiedt in kennis stelt van de in lid 7 bedoelde informatie.

2.   Een centrale effectenbewaarinstelling die op grond van Verordening (EU) nr. 909/2014 van het Europees Parlement en de Raad (45) een vergunning heeft gekregen, mag slechts cryptoactiva namens cliënten bewaren en beheren indien zij de bevoegde autoriteit van de lidstaat van herkomst ten minste 40 werkdagen voordat zij die dienst voor het eerst aanbiedt in kennis stelt van de in lid 7 van dit artikel bedoelde informatie.

Voor de toepassing van de eerste alinea van dit lid wordt het bewaren en beheren van cryptoactiva namens cliënten geacht gelijkwaardig te zijn aan het aanbieden, aanhouden of exploiteren van effectenrekeningen in verband met de afwikkelingsdienst als bedoeld in afdeling B, punt 3, van de bijlage bij Verordening (EU) nr. 909/2014.

3.   Een beleggingsonderneming mag cryptoactivadiensten in de Unie aanbieden die gelijkwaardig zijn aan de beleggingsdiensten en -activiteiten waarvoor zij op grond van Richtlijn 2014/65/EU over een specifieke vergunning beschikt, indien zij de bevoegde autoriteit van de lidstaat van herkomst ten minste 40 werkdagen voordat zij deze diensten voor het eerst aanbiedt, in kennis stelt van de in lid 7 van dit artikel bedoelde informatie.

Voor de toepassing van dit lid:

a)

worden het bewaren en beheren van cryptoactiva namens cliënten geacht gelijkwaardig te zijn aan de nevendienst als bedoeld in deel B, punt 1, van bijlage I bij Richtlijn 2014/65/EU;

b)

wordt de exploitatie van een cryptoactivahandelsplatform geacht gelijkwaardig te zijn aan het exploiteren van een multilaterale handelsfaciliteit en het exploiteren van een georganiseerde handelsfaciliteit als bedoeld in deel A, respectievelijk punt 8 en punt 9, van bijlage I bij Richtlijn 2014/65/EU;

c)

wordt de omwisseling van cryptoactiva voor geldmiddelen en andere cryptoactiva geacht gelijkwaardig te zijn aan handelen voor eigen rekening als bedoeld in deel A, punt 3, van bijlage I bij Richtlijn 2014/65/EU;

d)

wordt de uitvoering van cryptoactivaorders namens cliënten geacht gelijkwaardig te zijn aan de uitvoering van orders voor rekening van cliënten als bedoeld in deel A, punt 2, van bijlage I bij Richtlijn 2014/65/EU;

e)

wordt de plaatsing van cryptoactiva geacht gelijkwaardig te zijn aan het overnemen of plaatsen van financiële instrumenten met plaatsingsgarantie en het plaatsen van financiële instrumenten zonder plaatsingsgarantie als bedoeld in deel A, respectievelijk punt 6 en punt 7, van bijlage I bij Richtlijn 2014/65/EU;

f)

worden de ontvangst en doorgifte van cryptoactivaorders namens cliënten geacht gelijkwaardig te zijn aan het ontvangen en doorgeven van orders met betrekking tot een of meer financiële instrumenten als bedoeld in deel A, punt 1, van bijlage I bij Richtlijn 2014/65/EU;

g)

wordt adviesverlening over cryptoactiva geacht gelijkwaardig te zijn aan beleggingsadvies als bedoeld in deel A, punt 5, van bijlage I bij Richtlijn 2014/65/EU;

h)

wordt het beheer van cryptoactivaportefeuilles geacht gelijkwaardig te zijn aan portefeuillebeheer als bedoeld in deel A, punt 4, van bijlage I bij Richtlijn 2014/65/EU.

4.   Een instelling voor elektronisch geld die over een vergunning op grond van Richtlijn 2009/110/EG beschikt, mag cryptoactiva namens cliënten uitsluitend bewaren en beheren en cryptoactivaoverdrachtdiensten namens cliënten verlenen met betrekking tot de e-moneytokens die zij uitgeeft, indien zij de bevoegde autoriteit van de lidstaat van herkomst ten minste 40 werkdagen voordat zij die diensten voor het eerst aanbiedt, in kennis stelt van de in lid 7 van dit artikel bedoelde informatie.

5.   Een icbe-beheermaatschappij of een abi-beheerder mag cryptoactivadiensten aanbieden die gelijkwaardig zijn aan het beheer van beleggingsportefeuilles en nevendiensten waarvoor zij of hij op grond van Richtlijn 2009/65/EG of Richtlijn 2011/61/EU over een vergunning beschikt, indien zij of hij de bevoegde autoriteit van de lidstaat van herkomst ten minste 40 werkdagen voordat zij of hij deze diensten voor het eerst aanbiedt, in kennis stelt van de in lid 7 van dit artikel bedoelde informatie.

Voor de toepassing van dit lid:

a)

worden de ontvangst en doorgifte van cryptoactivaorders namens cliënten geacht gelijkwaardig te zijn aan het ontvangen en doorgeven van orders met betrekking tot financiële instrumenten als bedoeld in artikel 6, lid 4, punt b), iii), van Richtlijn 2011/61/EU;

b)

wordt adviesverlening over cryptoactiva geacht gelijkwaardig te zijn aan beleggingsadvies als bedoeld in artikel 6, lid 4, punt b), i), van Richtlijn 2011/61/EU en in artikel 6, lid 3, punt b), i), van Richtlijn 2009/65/EG;

c)

wordt het beheer van cryptoactivaportefeuilles geacht gelijkwaardig te zijn aan de diensten als bedoeld in artikel 6, lid 4, punt a), van Richtlijn 2011/61/EU en in artikel 6, lid 3, punt a), van Richtlijn 2009/65/EG.

6.   Een marktexploitant die over een vergunning op grond van Richtlijn 2014/65/EU beschikt, mag een cryptoactivahandelsplatform exploiteren indien hij de bevoegde autoriteit van de lidstaat van herkomst ten minste 40 werkdagen voordat hij die dienst voor het eerst verricht, in kennis stelt van de in lid 7 van dit artikel bedoelde informatie.

7.   Voor de toepassing van de leden 1 tot en met 6 wordt de volgende informatie verstrekt:

a)

een programma van werkzaamheden met de typen cryptoactivadiensten die de aanvragende aanbieder van cryptoactivadiensten voornemens is aan te bieden, met inbegrip van waar en hoe die diensten op de markt zullen worden gebracht;

b)

een beschrijving van:

i)

de internecontrolemechanismen, de beleidslijnen en de procedures ter waarborging van de naleving van de nationaalrechtelijke bepalingen tot omzetting van Richtlijn (EU) 2015/849;

ii)

het risicobeoordelingskader voor het beheer van risico’s op het gebied van het witwassen van geld en terrorismefinanciering, en

iii)

het bedrijfscontinuïteitsplan;

c)

de technische documentatie van de ICT-systemen en de beveiligingsvoorzieningen, en een beschrijving daarvan in niet-technische taal;

d)

een beschrijving van de procedure om de cryptoactiva en geldmiddelen van cliënten gescheiden te houden;

e)

een beschrijving van het bewarings- en beheerbeleid, wanneer het de bedoeling is om cryptoactiva namens cliënten te bewaren en te beheren;

f)

een beschrijving van de exploitatieregels van het handelsplatform en van de procedures en het systeem om marktmisbruik op te sporen, wanneer het de bedoeling is om een cryptoactivahandelsplatform te exploiteren;

g)

een beschrijving van het niet-discriminatoire commerciële beleid dat van toepassing is op de relatie met cliënten en een beschrijving van de methode om de koers te bepalen van de cryptoactiva waarvan de omwisseling voor geldmiddelen of voor andere cryptoactiva wordt voorgesteld, wanneer het de bedoeling is om cryptoactiva om te wisselen voor geldmiddelen of andere cryptoactiva;

h)

een beschrijving van het uitvoeringsbeleid, wanneer het de bedoeling is om cryptoactivaorders namens cliënten uit te voeren;

i)

bewijs dat de natuurlijke personen die namens de aanvragende aanbieder van cryptoactivadiensten advies geven of portefeuilles beheren, over de nodige kennis en deskundigheid beschikken om hun verplichtingen na te komen, wanneer het de bedoeling is om advies over cryptoactiva te verlenen of cryptoactivaportefeuilles te beheren;

j)

of de cryptoactivadienst betrekking heeft op activagerelateerde tokens, e-moneytokens of andere cryptoactiva;

k)

informatie over de manier waarop dergelijke overdrachtdiensten zullen worden verleend, wanneer het de bedoeling is overdrachtdiensten voor cryptoactiva namens cliënten te verlenen.

8.   Een bevoegde autoriteit die een in de leden 1 tot en met 6 bedoelde kennisgeving ontvangen, beoordelen binnen 20 werkdagen na ontvangst van een dergelijke kennisgeving of alle vereiste informatie is verstrekt. Indien de bevoegde autoriteit concludeert dat een kennisgeving niet volledig is, deelt zij dat onmiddellijk mee aan de kennisgevende entiteit en stelt zij een termijn vast waarbinnen die entiteit de ontbrekende informatie moet verstrekken.

De termijn voor het verstrekken van ontbrekende informatie mag niet langer zijn dan 20 werkdagen vanaf de datum van het verzoek. Tot het verstrijken van die termijn wordt elke in de leden 1 tot en met 6 uiteengezette termijn opgeschort. Het staat de bevoegde autoriteit vrij te verzoeken om vervollediging of verduidelijking van de informatie, maar daardoor worden de in de leden 1 tot en met 6 uiteengezette termijnen niet opgeschort.

Zolang de kennisgeving onvolledig is, begint de aanbieder van cryptoactivadiensten niet met het aanbieden van de cryptoactivadiensten.

9.   De in de leden 1 tot en met 6 bedoelde entiteiten zijn niet verplicht om in lid 7 bedoelde informatie die zij eerder aan de bevoegde autoriteit hebben verstrekt, nogmaals te verstrekken indien dergelijke informatie identiek is. Wanneer zij de in lid 7 bedoelde informatie verstrekken, geven de in de leden 1 tot en met 6 bedoelde entiteiten uitdrukkelijk aan dat eventuele eerder verstrekte informatie nog steeds actueel is.

10.   Wanneer de in de leden 1 tot en met 6 van dit artikel bedoelde entiteiten cryptoactivadiensten aanbieden, zijn zij niet onderworpen aan de artikelen 62, 63, 64, 67, 83 en 84.

11.   Het in de leden 1 tot en met 6 van dit artikel bedoelde recht om cryptoactivadiensten aan te bieden, wordt herroepen wanneer de betrokken vergunning waarmee de respectieve entiteit de cryptoactivadiensten mocht aanbieden zonder dat daarvoor een vergunning overeenkomstig artikel 59 vereist was, wordt ingetrokken.

12.   De bevoegde autoriteiten stellen de ESMA in kennis van de in artikel 109, lid 5, genoemde informatie nadat zij hebben geverifieerd of de in lid 7 bedoelde informatie volledig is.

De ESMA zorgt ervoor dat die informatie uiterlijk op de aanvangsdatum van de beoogde aanbieding van cryptoactivadiensten beschikbaar wordt gesteld in het in artikel 109 bedoelde register.

13.   De ESMA ontwikkelt, in nauwe samenwerking met de EBA, ontwerpen van technische reguleringsnormen tot nadere bepaling van de in artikel 7 bedoelde informatie.

De ESMA dient de in de eerste alinea bedoelde ontwerpen van technische reguleringsnormen uiterlijk op 30 juni 2024 in bij de Commissie.

Aan de Commissie wordt de bevoegdheid gedelegeerd om deze verordening aan te vullen door de in de eerste alinea van dit lid bedoelde technische reguleringsnormen vast te stellen overeenkomstig de artikelen 10 tot en met 14 van Verordening (EU) nr. 1095/2010.

14.   De ESMA ontwikkelt, in nauwe samenwerking met de EBA, ontwerpen van technische uitvoeringsnormen om standaardformulieren, templates en procedures voor de kennisgeving overeenkomstig lid 7 vast te stellen.

De ESMA dient de in de eerste alinea bedoelde ontwerpen van technische uitvoeringsnormen uiterlijk op 30 juni 2024 in bij de Commissie.

Aan de Commissie wordt de bevoegdheid verleend om de in de eerste alinea van dit lid bedoelde technische uitvoeringsnormen vast te stellen overeenkomstig artikel 15 van Verordening (EU) nr. 1095/2010.

Artikel 61

Verlening van cryptoactivadiensten uitsluitend op initiatief van de cliënt

1.   Indien een cliënt die in de Unie is gevestigd of gesitueerd, uitsluitend op eigen initiatief om de verrichting van een cryptoactivadienst of -activiteit door een onderneming uit een derde land verzoekt, is het vergunningsvereiste uit hoofde van artikel 59 niet van toepassing op de verrichting van die cryptoactivadienst of -activiteit door de onderneming uit een derde land voor die cliënt, noch op een betrekking die specifiek verband houdt met het verrichten van die cryptoactivadienst of -activiteit.

Zonder afbreuk te doen aan intragroepbetrekkingen wordt de dienst niet geacht uitsluitend op eigen initiatief van de cliënt te worden verleend indien een onderneming uit een derde land, onder meer via een entiteit die namens haar handelt of nauwe banden heeft met een dergelijke onderneming uit het derde land of een andere namens een dergelijke entiteit handelende persoon, cliënten of potentiële cliënten in de Unie benadert, ongeacht het communicatiemiddel dat wordt gebruikt voor het benaderen, promoten of reclame maken in de Unie.

De tweede alinea geldt niettegenstaande een eventuele contractuele clausule of disclaimer waarin anderszins wordt bepaald, zoals een clausule of disclaimer volgens dewelke de verlening van diensten door een onderneming van een derde land wordt beschouwd als een dienst die uitsluitend op eigen initiatief van de cliënt wordt verleend.

2.   Een initiatief dat uitsluitend op eigen initiatief van de cliënt wordt genomen als bedoeld in lid 1 geeft een onderneming uit een derde land niet het recht nieuwe soorten cryptoactiva of cryptoactivadiensten aan die cliënt aan te bieden.

3.   De ESMA vaardigt uiterlijk op 30 december 2024 overeenkomstig artikel 16 van Verordening (EU) nr. 1095/2010 richtsnoeren uit om te specificeren in welke situaties een onderneming uit een derde land wordt geacht cliënten te benaderen die in de Unie gevestigd of gesitueerd zijn.

Om convergentie en consistent toezicht op het risico van misbruik van dit artikel te bevorderen, vaardigt de ESMA overeenkomstig artikel 16 van Verordening (EU) nr. 1095/2010 ook richtsnoeren uit voor toezichthoudende praktijken om omzeiling van deze verordening op te sporen en te voorkomen.

Artikel 62

Aanvraag van een vergunning als aanbieder van cryptoactivadiensten

1.   Rechtspersonen of andere ondernemingen die voornemens zijn cryptoactivadiensten aan te bieden, dienen hun aanvraag voor een vergunning als aanbieder van cryptoactivadiensten in bij de bevoegde autoriteit van hun lidstaat van herkomst.

2.   De in lid 1 bedoelde aanvraag omvat alle volgende informatie:

a)

de naam, met inbegrip van de officiële naam en enige andere gebruikte handelsnaam, de identificatiecode voor juridische entiteiten van de aanvragende aanbieder van cryptoactivadiensten, de door die aanbieder gebruikte website, een e-mailadres, een telefoonnummer van een contactpersoon en zijn fysieke adres;

b)

de rechtsvorm van de aanvragende aanbieder van cryptoactivadiensten;

c)

de statuten van de aanvragende aanbieder van cryptoactivadiensten, indien van toepassing;

d)

een programma van werkzaamheden met de soorten cryptoactivadiensten die de aanvragende aanbieder van cryptoactivadiensten voornemens is aan te bieden, met inbegrip van waar en hoe die diensten op de markt zullen worden gebracht;

e)

het bewijs dat de aanvragende aanbieder van cryptoactivadiensten aan de in artikel 67 uiteengezette vereisten voor prudentiële waarborgen voldoet;

f)

een beschrijving van de governanceregelingen van de aanvragende aanbieder van cryptoactivadiensten;

g)

het bewijs dat de leden van het leidinggevende orgaan van de aanvragende aanbieder van cryptoactivadiensten een voldoende goede reputatie hebben en over de passende kennis, vaardigheden en ervaring beschikken om die aanbieder te leiden;

h)

de identiteit van alle aandeelhouders en leden die, direct of indirect, gekwalificeerde deelnemingen in de aanvragende aanbieder van cryptoactivadiensten hebben en de bedragen van die deelnemingen, alsmede het bewijs dat die personen een voldoende goede reputatie hebben;

i)

een beschrijving van de internecontrolemechanismen, de beleidslijnen en de procedures van de aanvragende aanbieder van cryptoactivadiensten om risico’s, met inbegrip van risico’s op het gebied van het witwassen van geld en terrorismefinanciering, te identificeren, te beoordelen en te beheren, en zijn bedrijfscontinuïteitsplan;

j)

de technische documentatie van de ICT-systemen en de beveiligingsvoorzieningen, en een beschrijving daarvan in niet-technische taal;

k)

een beschrijving van de procedure om de cryptoactiva en geldmiddelen van cliënten gescheiden te houden;

l)

een beschrijving van de klachtenbehandelingsprocedures van de aanvragende aanbieder van cryptoactivadiensten;

m)

indien de aanvragende aanbieder van cryptoactivadiensten voornemens is cryptoactiva namens cliënten te bewaren en te beheren, een beschrijving van het bewarings- en beheerbeleid;

n)

indien de aanvragende aanbieder van cryptoactivadiensten voornemens is een cryptoactivahandelsplatform te exploiteren, een beschrijving van de exploitatieregels van het handelsplatform en van de procedure en het systeem om marktmisbruik op te sporen;

o)

indien de aanvragende aanbieder van cryptoactivadiensten voornemens is cryptoactiva om te wisselen voor geldmiddelen of andere cryptoactiva, een beschrijving van het — niet-discriminerende — commerciële beleid dat van toepassing is op de relatie met cliënten en een beschrijving van de methode om de koers te bepalen van de cryptoactiva waarvan de aanvragende aanbieder van cryptoactivadiensten de omwisseling voor geldmiddelen of voor andere cryptoactiva voorstelt;

p)

indien de aanvragende aanbieder van cryptoactivadiensten voornemens is cryptoactivaorders namens cliënten uit te voeren, een beschrijving van het uitvoeringsbeleid;

q)

indien de aanvragende aanbieder van cryptoactivadiensten voornemens is advies over cryptoactiva te verlenen of cryptoactivaportefeuilles te beheren, bewijs dat de natuurlijke personen die namens de aanvragende aanbieder van cryptoactivadiensten advies geven of namens de aanvragende aanbieder van cryptoactivadiensten portefeuilles beheren, over de nodige kennis en deskundigheid beschikken om hun verplichtingen na te komen;

r)

indien de aanvragende aanbieder van cryptoactivadiensten voornemens is cryptoactivaoverdrachtdiensten aan te bieden, informatie over de wijze waarop dergelijke overdrachtdiensten zullen worden aangeboden;

s)

het type cryptoactiva waarop de cryptoactivadienst betrekking heeft.

3.   Voor de toepassing van lid 2, punten g) en h), leveren aanvragende aanbieders van cryptoactivadiensten het bewijs van al het volgende:

a)

voor alle leden van het leidinggevende orgaan van de aanvragende aanbieder van cryptoactivadiensten: dat zij geen veroordelingen hebben op hun strafblad en dat hun geen sancties zijn opgelegd krachtens het toepasselijke handelsrecht, het insolventierecht en het recht inzake financiële diensten, of in verband met de bestrijding van het witwassen van geld en terrorismefinanciering, fraude of beroepsaansprakelijkheid;

b)

dat de leden van het leidinggevende orgaan van de aanvragende aanbieder van cryptoactivadiensten gezamenlijk over de passende kennis, vaardigheden en ervaring beschikken om de aanbieder van cryptoactivadiensten te leiden en dat zij voldoende tijd besteden aan de uitvoering van hun taken;

c)

voor alle aandeelhouders en leden die, direct of indirect, een gekwalificeerde deelneming in de aanvragende aanbieder van cryptoactivadiensten hebben: dat zij geen veroordelingen hebben op hun strafblad of dat hun geen sancties zijn opgelegd krachtens het toepasselijke handelsrecht, het insolventierecht en het recht inzake financiële diensten, of in verband met de bestrijding van het witwassen van geld en terrorismefinanciering, fraude of beroepsaansprakelijkheid.

4.   De bevoegde autoriteiten verlangen van een aanvragende aanbieder van cryptoactivadiensten niet dat hij de in de leden 2 en 3 van dit artikel bedoelde informatie verstrekt die zij vóór 29 juni 2023 reeds overeenkomstig de respectieve vergunningsprocedures uit hoofde van Richtlijn 2009/110/EG, 2014/65/EU of (EU) 2015/2366 of krachtens het nationale recht inzake cryptoactivadiensten hebben ontvangen, op voorwaarde die eerder verstrekte informatie of die documenten nog steeds actueel zijn.

5.   De ESMA stelt, in nauwe samenwerking met de EBA, ontwerpen van technische reguleringsnormen op tot nadere bepaling van de in de leden 2 en 3 bedoelde informatie.

De ESMA dient de in de eerste alinea bedoelde ontwerpen van technische reguleringsnormen uiterlijk op 30 juni 2024 in bij de Commissie.

Aan de Commissie wordt de bevoegdheid gedelegeerd om deze verordening aan te vullen door de in de eerste alinea van dit lid bedoelde technische reguleringsnormen vast te stellen overeenkomstig de artikelen 10 tot en met 14 van Verordening (EU) nr. 1095/2010.

6.   De ESMA ontwikkelt, in nauwe samenwerking met de EBA, ontwerpen van technische uitvoeringsnormen om standaardformulieren, templates en procedures vast te stellen voor de informatie die moet worden vermeld in de aanvraag van een vergunning als aanbieder van cryptoactivadiensten.

De ESMA dient de in de eerste alinea bedoelde ontwerpen van technische uitvoeringsnormen uiterlijk op 30 juni 2024 in bij de Commissie.

Aan de Commissie wordt de bevoegdheid verleend om de in de eerste alinea van dit lid bedoelde technische uitvoeringsnormen vast te stellen overeenkomstig artikel 15 van Verordening (EU) nr. 1095/2010.

Artikel 63

Beoordeling van de vergunningsaanvraag en toekenning of weigering van een vergunning

1.   De bevoegde autoriteiten zenden onverwijld, en hoe dan ook binnen vijf werkdagen na ontvangst van een aanvraag uit hoofde van artikel 62, lid 1, een schriftelijke ontvangstbevestiging aan de aanvragende aanbieder van cryptoactivadiensten.

2.   De bevoegde autoriteiten beoordelen binnen 25 werkdagen na ontvangst van een aanvraag op grond van artikel 62, lid 1, of die aanvraag volledig is door na te gaan of de in artikel 62, lid 2, genoemde informatie is verstrekt.

Indien de aanvraag onvolledig is, stellen de bevoegde autoriteiten een termijn vast waarbinnen de aanvragende aanbieder van cryptoactivadiensten ontbrekende informatie moet verstrekken.

3.   De bevoegde autoriteiten kunnen weigeren aanvragen te beoordelen indien dergelijke aanvragen onvolledig blijven nadat de overeenkomstig lid 2, tweede alinea, door hen gestelde termijn is verstreken.

4.   Zodra een aanvraag volledig is, stellen de bevoegde autoriteiten de aanvragende aanbieder van cryptoactivadiensten daarvan onverwijld in kennis.

5.   Voordat de bevoegde autoriteiten een vergunning als aanbieder van cryptoactivadiensten toekennen of weigeren, raadplegen zij de bevoegde autoriteiten van een andere lidstaat indien de aanvragende aanbieder van cryptoactivadiensten in een van de volgende posities verkeert in zijn relatie tot een kredietinstelling, een centrale effectenbewaarinstelling, een beleggingsonderneming, een marktexploitant, een icbe-beheermaatschappij, een abi-beheerder, een betalingsinstelling, een verzekeringsonderneming, een instelling voor elektronisch geld of een instelling voor bedrijfspensioenvoorziening, die in die andere lidstaat een vergunning heeft gekregen:

a)

hij is hiervan een dochteronderneming;

b)

hij is een dochteronderneming van de moederonderneming van die entiteit, of

c)

hij staat onder de zeggenschap van dezelfde natuurlijke of rechtspersonen die zeggenschap hebben over die entiteit.

6.   Voordat de bevoegde autoriteiten een vergunning als aanbieder van cryptoactivadiensten toekennen of weigeren:

a)

kunnen zij de autoriteiten die bevoegd zijn voor de bestrijding van het witwassen van geld en terrorismefinanciering en de financiële-inlichtingeneenheden raadplegen om na te gaan of er geen onderzoek tegen de aanvragende aanbieder van cryptoactivadiensten is ingesteld wegens gedragingen die verband houden met het witwassen van geld of terrorismefinanciering;

b)

zorgen zij ervoor dat een aanvragende aanbieder van cryptoactivadiensten die vestigingen exploiteert of een beroep doet op derden die gevestigd zijn in op grond van artikel 9 van Richtlijn (EU) 2015/849 geïdentificeerde derde landen met een hoog risico, voldoet aan de nationaalrechtelijke bepalingen tot omzetting van artikel 26, lid 2, en artikel 45, leden 3 en 5, van die richtlijn;

c)

zorgen zij er in voorkomend geval voor dat de aanvragende aanbieder van cryptoactivadiensten heeft voorzien in passende procedures om te voldoen aan de nationaalrechtelijke bepalingen tot omzetting van artikel 18 bis, leden 1 en 3, van Richtlijn (EU) 2015/849.

7.   Indien er nauwe banden bestaan tussen de aanvragende aanbieder van cryptoactivadiensten en andere natuurlijke of rechtspersonen, verlenen de bevoegde autoriteiten de vergunning enkel indien die banden niet in de weg staan aan de juiste uitoefening van hun toezichthoudende taken.

8.   De bevoegde autoriteiten weigeren de vergunning indien de wettelijke of bestuursrechtelijke bepalingen van een derde land die van toepassing zijn op een of meer natuurlijke of rechtspersonen waarmee de aanvragende aanbieder van cryptoactivadiensten nauwe banden heeft, of moeilijkheden in verband met de handhaving van die bepalingen, in de weg staan aan de juiste uitoefening van hun toezichthoudende taken.

9.   De bevoegde autoriteiten beoordelen binnen 40 werkdagen na ontvangst van een volledige aanvraag of de aanvragende aanbieder van cryptoactivadiensten aan deze titel voldoet, en stellen een volledig met redenen omkleed besluit vast waarmee een vergunning als aanbieder van cryptoactivadiensten wordt toegekend of geweigerd. De bevoegde autoriteiten stellen de aanvrager in kennis van hun besluit binnen vijf werkdagen na de datum van dat besluit. In die beoordeling wordt rekening gehouden met de aard, de omvang en de complexiteit van de cryptoactivadiensten die de aanvragende aanbieder van cryptoactivadiensten voornemens is aan te bieden.

10.   De bevoegde autoriteiten wijzen een vergunning als aanbieder van cryptoactivadiensten af indien er objectieve en aantoonbare gronden zijn om aan te kunnen nemen dat:

a)

het leidinggevende orgaan van de aanvragende aanbieder van cryptoactivadiensten een bedreiging inhoudt voor de efficiënte, gedegen en prudente bedrijfsvoering en de bedrijfscontinuïteit ervan en voor de passende inaanmerkingneming van de belangen van zijn cliënten en de integriteit van de markt, of de aanvragende aanbieder van cryptoactivadiensten blootstelt aan een ernstig risico op het witwassen van geld of terrorismefinanciering;

b)

de leden van het leidinggevende orgaan van de aanvragende aanbieder van cryptoactivadiensten niet voldoen aan de in artikel 68, lid 1, uiteengezette criteria;

c)

de aandeelhouders of leden die, direct of indirect, een gekwalificeerde deelneming in de aanvragende aanbieder van cryptoactivadiensten hebben, niet voldoen aan de in artikel 68, lid 2, uiteengezette criteria voor voldoende betrouwbaarheid;

d)

de aanvragende aanbieder van cryptoactivadiensten niet aan enigerlei voorwaarden van deze titel voldoet of dreigt te voldoen.

11.   De ESMA en de EBA vaardigen overeenkomstig artikel 16 van Verordening (EU) nr. 1095/2010 respectievelijk artikel 16 van Verordening (EU) nr. 1093/2010 gezamenlijk richtsnoeren uit voor de beoordeling van de geschiktheid van de leden van het leidinggevende orgaan van de aanvragende aanbieder van cryptoactivadiensten en van de aandeelhouders of leden die, direct of indirect, een gekwalificeerde deelneming in de aanvragende aanbieder van cryptoactivadiensten hebben.

De ESMA en de EBA vaardigen de in de eerste alinea bedoelde richtsnoeren uit uiterlijk op 30 juni 2024.

12.   De bevoegde autoriteiten mogen tijdens de in lid 9 bedoelde beoordelingsperiode, doch niet na de twintigste werkdag van die periode, aanvullende informatie opvragen die noodzakelijk is om de beoordeling af te ronden. Een dergelijk verzoek wordt schriftelijk aan de aanvragende aanbieder van cryptoactivadiensten gericht en vermeldt welke aanvullende informatie nodig is.

De in lid 9 bedoelde beoordelingsperiode wordt opgeschort voor de periode tussen de datum van het verzoek van de bevoegde autoriteiten om ontbrekende informatie en de ontvangst van een antwoord van de aanvragende aanbieder van cryptoactivadiensten daarop. De opschorting duurt ten hoogste 20 werkdagen. Eventuele verdere verzoeken van de bevoegde autoriteiten om vervollediging of verduidelijking van de informatie worden naar hun eigen goeddunken gedaan, maar leiden niet tot opschorting van de beoordelingsperiode uit hoofde van lid 9.

13.   De bevoegde autoriteiten stellen de ESMA binnen twee werkdagen na de vergunningverlening in kennis van de in artikel 109, lid 5, genoemde informatie. De bevoegde autoriteiten stellen de ESMA ook in kennis van weigeringen van vergunningen. De ESMA stelt de in artikel 109, lid 5, bedoelde informatie beschikbaar in het in dat artikel bedoelde register tegen de aanvangsdatum van het aanbieden van cryptoactivadiensten.

Artikel 64

Intrekking van de vergunning van een aanbieder van cryptoactivadiensten

1.   De bevoegde autoriteiten trekken de vergunning van een aanbieder van cryptoactivadiensten in indien de aanbieder van cryptoactivadiensten één van de volgende dingen doet:

a)

hij heeft geen gebruik gemaakt van zijn vergunning binnen twaalf maanden de vergunningverlening;

b)

hij heeft uitdrukkelijk van zijn vergunning afgezien;

c)

hij heeft gedurende negen opeenvolgende maanden geen cryptoactivadiensten aangeboden;

d)

hij heeft zijn vergunning op onregelmatige wijze verkregen, zoals door in zijn vergunningsaanvraag valse verklaringen af te leggen;

e)

hij voldoet niet langer aan de voorwaarden waarop de vergunning is afgegeven, en hij heeft de door de bevoegde autoriteit verlangde corrigerende maatregelen niet binnen de gestelde termijn genomen;

f)

hij laat na te voorzien in doeltreffende systemen, procedures en regelingen om het witwassen van geld en terrorismefinanciering te voorkomen en op te sporen overeenkomstig Richtlijn (EU) 2015/849, of

g)

hij heeft ernstige inbreuk gemaakt op deze verordening, waaronder de bepalingen die verband houden met de bescherming van cryptoactivahouders of van cliënten van aanbieders van cryptoactivadiensten, of de marktintegriteit.

2.   De bevoegde autoriteiten kunnen de vergunning als aanbieder van cryptoactivadiensten in de volgende situaties intrekken:

a)

de aanbieder van cryptoactivadiensten heeft inbreuk gemaakt op de nationaalrechtelijke bepalingen tot omzetting van Richtlijn (EU) 2015/849;

b)

de aanbieder van cryptoactivadiensten verloor zijn vergunning als betalingsinstelling of zijn vergunning als instelling voor elektronisch geld, en die aanbieder van cryptoactivadiensten heeft nagelaten de situatie binnen 40 kalenderdagen te verhelpen.

3.   Indien een bevoegde autoriteit een vergunning als aanbieder van cryptoactivadiensten intrekt, geeft zij daarvan onverwijld kennis aan de ESMA en de centrale contactpunten van de lidstaten van ontvangst. De ESMA stelt dergelijke informatie beschikbaar in het in artikel 109 bedoelde register.

4.   De bevoegde autoriteiten kunnen de intrekking van de vergunning tot een bepaalde cryptoactivadienst beperken.

5.   Voordat de bevoegde autoriteiten een vergunning als aanbieder van cryptoactivadiensten intrekken, raadplegen zij de bevoegde autoriteit van een andere lidstaat indien de betrokken aanbieder van cryptoactivadiensten:

a)

een dochteronderneming is van een aanbieder van cryptoactivadiensten die in die andere lidstaat een vergunning heeft gekregen;

b)

een dochteronderneming is van de moederonderneming van een aanbieder van cryptoactivadiensten die in die andere lidstaat een vergunning heeft gekregen;

c)

onder de zeggenschap staat van dezelfde natuurlijke of rechtspersonen die zeggenschap hebben over een aanbieder van cryptoactivadiensten die in die andere lidstaat een vergunning heeft gekregen.

6.   Alvorens een vergunning als aanbieder van cryptoactivadiensten in te trekken, kunnen de bevoegde autoriteiten de autoriteit raadplegen die bevoegd is voor het toezicht op de naleving van de regels ter bestrijding van het witwassen van geld en terrorismefinanciering door de aanbieder van cryptoactivadiensten.

7.   De EBA, de ESMA en de bevoegde autoriteiten van een lidstaat van ontvangst kunnen te allen tijde vragen dat de bevoegde autoriteit van de lidstaat van herkomst onderzoekt of de aanbieder van cryptoactivadiensten nog steeds voldoet aan de voorwaarden waaronder de vergunning is verleend indien er redenen zijn om aan te nemen dat dit niet meer het geval is.

8.   Aanbieders van cryptoactivadiensten zorgen voor de vaststelling, toepassing en handhaving van passende procedures voor de tijdige en ordelijke overdracht van cryptoactiva en geldmiddelen van hun cliënten aan een andere aanbieder van cryptoactivadiensten wanneer een vergunning wordt ingetrokken.

Artikel 65

Grensoverschrijdende aanbieding van cryptoactivadiensten

1.   Een aanbieder van cryptoactivadiensten die voornemens is cryptoactivadiensten in meer dan één lidstaat aan te bieden, dient de volgende informatie in bij de autoriteit van de lidstaat van herkomst:

a)

een lijst van de lidstaten waar de aanbieder van cryptoactivadiensten voornemens is cryptoactivadiensten aan te bieden;

b)

de cryptoactivadiensten die de aanbieder van cryptoactivadiensten voornemens is grensoverschrijdend aan te bieden;

c)

de aanvangsdatum van de voorgenomen aanbieding van de cryptoactivadiensten;

d)

een lijst van alle overige door de aanbieder van cryptoactivadiensten verrichte activiteiten die niet onder deze verordening vallen.

2.   De bevoegde autoriteit van de lidstaat van herkomst deelt de in lid 1 genoemde informatie binnen tien werkdagen na ontvangst ervan mee aan de centrale aanspreekpunten van de lidstaat van ontvangst, de ESMA en de EBA.

3.   De bevoegde autoriteit van de lidstaat die de vergunning heeft verleend, stelt de betrokken aanbieder van cryptoactivadiensten onverwijld in kennis van de in lid 2 bedoelde mededeling van informatie.

4.   De aanbieder van cryptoactivadiensten kan met het aanbieden van cryptoactivadiensten in een andere lidstaat dan zijn lidstaat van herkomst beginnen vanaf de datum van ontvangst van de in lid 3 bedoelde mededeling van informatie, of uiterlijk vanaf de vijftiende kalenderdag na de indiening van de in lid 1 bedoelde informatie.

HOOFDSTUK 2

Verplichtingen voor alle aanbieders van cryptoactivadiensten

Artikel 66

Verplichting om eerlijk, billijk en professioneel te handelen in het belang van cliënten

1.   Aanbieders van cryptoactivadiensten handelen eerlijk, billijk en professioneel in overeenstemming met de belangen van hun cliënten en potentiële cliënten.

2.   Aanbieders van cryptoactivadiensten verstrekken hun cliënten correcte, heldere en niet-misleidende informatie, waaronder in reclame-uitingen, die als dusdanig herkenbaar zijn. Aanbieders van cryptoactivadiensten misleiden hun cliënten noch opzettelijk noch uit onachtzaamheid met betrekking tot de reële of vermeende voordelen van cryptoactiva.

3.   Aanbieders van cryptoactivadiensten waarschuwen cliënten voor de risico’s die aan transacties in cryptoactiva verbonden zijn.

Wanneer zij een handelsplatform voor cryptoactiva exploiteren, cryptoactiva omwisselen voor geldmiddelen of voor andere cryptoactiva, advies verlenen over cryptoactiva of cryptoactivaportefeuilles beheren, verstrekken aanbieders van cryptoactivadiensten hun cliënten hyperlinks naar alle cryptoactivawitboeken betreffende de cryptoactiva waarvoor zij die diensten aanbieden.

4.   Aanbieders van cryptoactivadiensten stellen hun tarief-, kosten- en vergoedingenbeleid publiek beschikbaar op een prominente plaats op hun website.

5.   Aanbieders van cryptoactivadiensten maken op een prominente plaats op hun website informatie publiek beschikbaar over de belangrijkste negatieve effecten op het klimaat en andere milieugerelateerde negatieve effecten van het consensusmechanisme dat wordt gebruikt voor de uitgifte van elk cryptoactivum waarvoor zij diensten aanbieden. Die informatie kan worden verkregen uit de cryptoactivawitboeken.

6.   De ESMA ontwikkelt, in samenwerking met de EBA, ontwerpen van technische reguleringsnormen betreffende de inhoud, methoden en presentatie van de in lid 5 bedoelde informatie over de duurzaamheidsindicatoren voor negatieve effecten op het klimaat en andere milieugerelateerde negatieve effecten.

Bij het ontwikkelen van de in de eerste alinea bedoelde ontwerpen van technische reguleringsnormen houdt de ESMA rekening met de verschillende soorten consensusmechanismen die worden gebruikt om transacties in cryptoactiva te valideren, hun stimuleringsstructuren, het gebruik van energie, hernieuwbare energie en natuurlijke hulpbronnen, de afvalproductie en de broeikasgasemissies. De ESMA actualiseert de technische reguleringsnormen in het licht van de regelgevende en technologische ontwikkelingen.

De ESMA dient de in de eerste alinea bedoelde ontwerpen van technische reguleringsnormen uiterlijk op 30 juni 2024 in bij de Commissie.

Aan de Commissie wordt de bevoegdheid gedelegeerd om deze verordening aan te vullen door de in de eerste alinea van dit lid bedoelde technische reguleringsnormen vast te stellen overeenkomstig de artikelen 10 tot en met 14 van Verordening (EU) nr. 1095/2010.

Artikel 67

Prudentiële vereisten

1.   Aanbieders van cryptoactivadiensten beschikken te allen tijde over prudentiële waarborgen die gelijk zijn aan ten minste het hogere bedrag van de volgende twee bedragen:

a)

het in bijlage IV vermelde bedrag aan permanente minimumkapitaalvereisten, afhankelijk van het type aangeboden cryptoactivadiensten;

b)

een kwart van de vaste kosten van het voorgaande jaar, jaarlijks te herzien.

2.   Aanbieders van cryptoactivadiensten die sinds de datum waarop zij diensten zijn beginnen aan te bieden, nog geen jaar actief zijn, gebruiken, ten behoeve van de in lid 1, punt b), bedoelde berekening, de verwachte vaste kosten uit hun prognoses voor de eerste twaalf maanden dat zij diensten aanbieden, zoals die samen met hun vergunningsaanvraag zijn ingediend.

3.   Voor de toepassing van lid 1, punt b), berekenen de aanbieders van cryptoactivadiensten hun vaste kosten over het voorgaande jaar aan de hand van cijfers die resulteren uit het toepasselijke kader voor financiële verslaggeving, door de volgende bestanddelen in mindering te brengen op de totale kosten na winstuitkeringen aan aandeelhouders of leden in hun recentste gecontroleerde jaarrekeningen of, indien geen gecontroleerde jaarrekeningen beschikbaar zijn, in de door de nationale toezichthouders gevalideerde jaarrekeningen:

a)

personeelsbonussen en andere beloningen, voor zover deze bonussen en beloningen van de nettowinst van de aanbieders van cryptoactivadiensten in het desbetreffende jaar afhangen;

b)

winstdeelnemingen van personeelsleden, directeuren en vennoten;

c)

andere bestemmingen van de winst en andere variabele beloningen, voor zover deze volledig discretionair zijn;

d)

eenmalige kosten uit niet-reguliere activiteiten.

4.   De in lid 1 bedoelde prudentiële waarborgen nemen een van de volgende vormen of een combinatie daarvan aan:

a)

eigen vermogen, bestaande in tier 1-kernkapitaalbestanddelen en -instrumenten als bedoeld in de artikelen 26 tot en met 30 van Verordening (EU) nr. 575/2013 na alle aftrekkingen overeenkomstig artikel 36 van die verordening, doch zonder toepassing van de in de artikelen 46 en 48 van die verordening bedoelde vrijstellingsdrempels;

b)

een verzekeringspolis met dekking in alle gebieden van de Unie waar cryptoactivadiensten worden aangeboden, of een gelijksoortige waarborg.

5.   De in lid 4, punt b), bedoelde verzekeringspolis wordt openbaar gemaakt op de website van de aanbieder van cryptoactivadiensten en heeft ten minste de volgende kenmerken:

a)

de polis heeft een oorspronkelijke looptijd van ten minste één jaar;

b)

de polis heeft een opzegtermijn van ten minste 90 dagen;

c)

de polis is afgesloten bij een onderneming waaraan overeenkomstig het Unie- of nationaal recht een vergunning is verleend om verzekeringen te verstrekken;

d)

de polis is door een derde entiteit verstrekt.

6.   De in lid 4, punt b), bedoelde verzekeringspolis biedt dekking tegen, maar is niet beperkt tot het risico van al het volgende:

a)

verlies van documenten;

b)

verkeerde voorstellingen of misleidende verklaringen;

c)

handelingen, fouten of nalatigheden die resulteren in een schending van:

i)

wettelijke en bestuursrechtelijke verplichtingen;

ii)

de verplichting om ten aanzien van cliënten eerlijk, billijk en professioneel te handelen;

iii)

geheimhoudingsplichten;

d)

het nalaten om passende procedures ter voorkoming van belangenconflicten vast te stellen, toe te passen en in stand te houden;

e)

verliezen die voortvloeien uit een verstoring van de bedrijfsactiviteiten of systeemstoringen;

f)

indien van toepassing op het bedrijfsmodel, grove nalatigheid bij de bescherming van cryptoactiva en geldmiddelen van cliënten;

g)

de aansprakelijkheid van aanbieders van cryptoactivadiensten ten aanzien van cliënten overeenkomstig artikel 75, lid 8.

Artikel 68

Governanceregelingen

1.   Leden van het leidinggevende orgaan van aanbieders van cryptoactivadiensten hebben een voldoende goede reputatie en beschikken zowel individueel als collectief over de passende kennis, vaardigheden en ervaring om hun taken te kunnen uitvoeren. In het bijzonder mogen leden van het leidinggevende orgaan van aanbieders van cryptoactivadiensten niet veroordeeld zijn voor strafbare feiten die verband houden met het witwassen van geld, terrorismefinanciering of voor andere strafbare feiten die hun goede reputatie zouden aantasten. Zij tonen ook aan dat zij voldoende tijd aan de daadwerkelijke uitvoering van hun taken kunnen besteden.

2.   Aandeelhouders en leden die, direct of indirect, een gekwalificeerde deelneming in aanbieders van cryptoactivadiensten hebben, hebben een voldoende goede reputatie en zijn met name niet veroordeeld voor strafbare feiten die verband houden met het witwassen van geld of terrorismefinanciering of voor andere strafbare feiten die hun goede reputatie zouden aantasten.

3.   Indien de invloed die wordt uitgeoefend door de aandeelhouders of leden die, direct of indirect, een gekwalificeerde deelneming in een aanbieder van cryptoactivadiensten hebben, naar verwachting nadelig zal zijn voor de gedegen en prudente bedrijfsvoering van die aanbieder van cryptoactivadiensten, nemen de bevoegde autoriteiten passende maatregelen om die risico’s het hoofd te bieden.

Dergelijke maatregelen kunnen betrekking hebben op het aanvragen van rechterlijke bevelen of het opleggen van sancties tegen directeuren en degenen die voor de bedrijfsvoering verantwoordelijk zijn, dan wel het schorsen van de uitoefening van de stemrechten die verbonden zijn aan de aandelen die worden gehouden door de aandeelhouders of leden die, direct of indirect, de gekwalificeerde deelnemingen hebben.

4.   Aanbieders van cryptoactivadiensten stellen beleidslijnen en procedures vast die voldoende effectief zijn om de naleving van deze verordening te garanderen.

5.   Aanbieders van cryptoactivadiensten hebben personeelsleden in dienst die over de kennis, vaardigheden en deskundigheid beschikken om de hun toevertrouwde taken uit te oefenen, rekening houdend met de omvang, de aard en het scala van aangeboden cryptoactivadiensten.

6.   Het leidinggevende orgaan van aanbieders van cryptoactivadiensten beoordeelt, en toetst periodiek, de effectiviteit van de beleidsregelingen en -procedures waarin is voorzien om aan de hoofdstukken 2 en 3 van deze titel te voldoen, en neemt passende maatregelen om eventuele tekortkomingen in dat opzicht weg te werken.

7.   Aanbieders van cryptoactivadiensten treffen alle redelijke maatregelen om te zorgen voor continuïteit en regelmatigheid bij het verrichten van hun cryptoactivadiensten. Te dien einde maken aanbieders van cryptoactivadiensten gebruik van passende en evenredige middelen en systemen, met inbegrip van weerbare en beveiligde ICT-systemen zoals vereist bij Verordening (EU) 2022/2554.

Aanbieders van cryptoactivadiensten stellen een bedrijfscontinuïteitsbeleid vast, dat zowel ICT-bedrijfscontinuïteitplannen als ICT response en noodherstelplannen bevat die zijn uitgewerkt op grond van de artikelen 11 en 12 van Verordening (EU) 2022/2554 en moeten ervoor zorgen dat, bij een onderbreking van hun ICT-systemen en procedures, essentiële gegevens en functies beschermd zijn en hun cryptoactivadiensten in stand worden gehouden of, indien dat niet mogelijk is, dat dergelijke gegevens en functies tijdig worden hersteld en de cryptoactivadiensten tijdig worden hervat.

8.   Aanbieders van cryptoactivadiensten beschikken over mechanismen, systemen en procedures zoals vereist bij Verordening (EU) 2022/2554, alsook over effectieve procedures en regelingen voor risicobeoordeling, om te voldoen aan de nationaalrechtelijke bepalingen tot omzetting van Richtlijn (EU) 2015/849. Zij monitoren en evalueren regelmatig de adequaatheid en doeltreffendheid van die mechanismen, systemen en procedures, rekening houdend met de omvang, de aard en het scala van aangeboden cryptoactivadiensten, en nemen passende maatregelen om eventuele tekortkomingen in dat verband weg te werken.

Aanbieders van cryptoactivadiensten beschikken over systemen en procedures om de beschikbaarheid, de authenticiteit, de integriteit en de vertrouwelijkheid van informatie te beschermen op grond van Verordening (EU) 2022/2554.

9.   Aanbieders van cryptoactivadiensten zorgen ervoor dat gegevens worden bijgehouden met betrekking tot alle door hen uitgevoerde cryptoactivadiensten, -activiteiten, -orders en -transacties. Die gegevensmoeten toereikend zijn om bevoegde autoriteiten in staat te stellen hun toezichthoudende verantwoordelijkheden te vervullen en handhavingsmaatregelen te nemen, en met name zich ervan te vergewissen of aanbieders van cryptoactivadiensten aan alle verplichtingen hebben voldaan, waaronder aan de verplichtingen die betrekking hebben op cliënten of potentiële cliënten en op de integriteit van de markt.

De gegevens die overeenkomstig de eerste alinea worden bijgehouden, worden op verzoek aan cliënten verstrekt en worden bewaard voor een periode van vijf jaar en, indien de bevoegde autoriteit daarom verzoekt voordat die vijf jaar zijn verstreken, voor een periode van maximaal zeven jaar.

10.   De ESMA ontwikkelt ontwerpen van technische reguleringsnormen tot nadere bepaling van:

a)

de maatregelen die zorgen voor de continuïteit en regelmatigheid van de uitvoering van de in lid 7 bedoelde cryptoactivadiensten;

b)

de bij te houden gegevens van alle in lid 9 bedoelde cryptoactivadiensten, -activiteiten, -orders en -transacties.

De ESMA dient de in de eerste alinea bedoelde ontwerpen van technische reguleringsnormen uiterlijk op 30 juni 2024 in bij de Commissie.

Aan de Commissie wordt de bevoegdheid gedelegeerd om deze verordening aan te vullen door de in de eerste alinea van dit lid bedoelde technische reguleringsnormen vast te stellen overeenkomstig de artikelen 10 tot en met 14 van Verordening (EU) nr. 1095/2010.

Artikel 69

Informatieverstrekking aan de bevoegde autoriteiten

Aanbieders van cryptoactivadiensten stellen hun bevoegde autoriteit onverwijld in kennis van alle wijzigingen in hun leidinggevende orgaan, alvorens door nieuwe leden activiteiten worden uitgeoefend, en verstrekken hun bevoegde autoriteit alle informatie die noodzakelijk is om de inachtneming van artikel 68 na te gaan.

Artikel 70

Bewaring van cryptoactiva en geldmiddelen van cliënten

1.   Aanbieders van cryptoactivadiensten die aan cliënten toebehorende cryptoactiva of de toegangsmiddelen tot dergelijke cryptoactiva houden, treffen adequate regelingen om de eigendomsrechten van cliënten veilig te stellen, met name in het geval van de insolventie van de aanbieder van cryptoactivadiensten, en om te voorkomen dat cryptoactiva van cliënten voor hun eigen rekening worden gebruikt.

2.   Indien hun bedrijfsmodellen of de cryptoactivadiensten vereisen dat andere geldmiddelen van cliënten dan e-moneytokens worden aangehouden, beschikken aanbieders van cryptoactivadiensten over adequate regelingen om de eigendomsrechten van cliënten veilig te stellen en om te voorkomen dat geldmiddelen van cliënten voor hun eigen rekening worden gebruikt.

3.   Uiterlijk aan het einde van de werkdag volgend op de dag waarop andere geldmiddelen van cliënten dan e-moneytokens zijn ontvangen, storten aanbieders van cryptoactivadiensten die geldmiddelen van cliënten bij een kredietinstelling of een centrale bank.

Aanbieders van cryptoactivadiensten nemen alle noodzakelijke maatregelen om ervoor te zorgen dat bij een kredietinstelling of een centrale bank aangehouden andere geldmiddelen van cliënten dan e-moneytokens worden aangehouden op een rekening die afzonderlijk identificeerbaar is van rekeningen die worden gebruikt om aan de aanbieders van cryptoactivadiensten toebehorende geldmiddelen aan te houden.

4.   Aanbieders van cryptoactivadiensten kunnen zelf, of via een derde, betalingsdiensten aanbieden met betrekking tot de door hen aangeboden cryptoactivadienst, op voorwaarde dat de aanbieder van cryptoactivadiensten zelf, of de derde, beschikt over een vergunning voor het aanbieden van die diensten op grond van Richtlijn (EU) 2015/2366.

Indien betalingsdiensten worden aangeboden, stellen aanbieders van cryptoactivadiensten hun cliënten in kennis van al het volgende:

a)

de aard en de voorwaarden van die diensten, met inbegrip van verwijzingen naar het toepasselijke nationale recht en de rechten van cliënten;

b)

of die diensten rechtstreeks door hen of door een derde worden verleend.

5.   De leden 2 en 3 van dit artikel zijn niet van toepassing op aanbieders van cryptoactivadiensten die instellingen voor elektronisch geld, betalingsinstellingen of kredietinstellingen zijn.

Artikel 71

Klachtenbehandelingsprocedure

1.   Aanbieders van cryptoactivadiensten zorgen voor het opzetten en in stand houden van doeltreffende en transparante procedures voor een snelle, eerlijke en consistente behandeling van klachten van cliënten en publiceren beschrijvingen van die procedures.

2.   Cliënten kunnen kosteloos klachten indienen bij aanbieders van cryptoactivadiensten.

3.   Aanbieders van cryptoactivadiensten stellen cliënten in kennis van de mogelijkheid om een klacht in te dienen. Aanbieders van cryptoactivadiensten stellen een template voor het indienen van klachten beschikbaar aan hun cliënten, en documenteren alle ontvangen klachten en alle in reactie daarop genomen maatregelen.

4.   Aanbieders van cryptoactivadiensten onderzoeken alle klachten tijdig en eerlijk en stellen hun cliënten binnen een redelijke termijn in kennis van de uitkomst van dergelijke onderzoeken.

5.   De ESMA ontwikkelt, in nauwe samenwerking met de EBA, ontwerpen van technische reguleringsnormen om de voorwaarden, templates en procedures voor de behandeling van klachten nader te bepalen.

De ESMA dient de in de eerste alinea bedoelde ontwerpen van technische reguleringsnormen uiterlijk op 30 juni 2024 in bij de Commissie.

Aan de Commissie wordt de bevoegdheid gedelegeerd om deze verordening aan te vullen door de in de eerste alinea van dit lid bedoelde technische reguleringsnormen vast te stellen overeenkomstig de artikelen 10 tot en met 14 van Verordening (EU) nr. 1095/2010.

Artikel 72

Identificatie, voorkoming, beheer en openbaarmaking van belangenconflicten

1.   Aanbieders van cryptoactivadiensten implementeren en handhaven doeltreffende beleidslijnen en procedures, rekening houdend met de omvang, de aard en het scala van aangeboden cryptoactivadiensten, voor het identificeren, voorkomen, beheren en openbaar maken van belangenconflicten tussen

a)

henzelf en:

i)

hun aandeelhouders of leden;

ii)

personen die direct of indirect door zeggenschap verbonden zijn met de aanbieders van cryptoactivadiensten of hun aandeelhouders of leden;

iii)

leden van hun leidinggevend orgaan;

iv)

hun personeelsleden, of

v)

hun cliënten, of

b)

twee of meer cliënten wier wederzijdse belangen met elkaar in strijd zijn.

2.   Aanbieders van cryptoactivadiensten maken op een prominente plaats op hun website aan hun cliënten en potentiële cliënten de algemene aard en de bronnen van belangenconflicten als bedoeld in artikel 1 openbaar en de stappen die zijn ondernomen om ze te mitigeren.

3.   De in lid 2 bedoelde openbaarmaking vindt plaats in een elektronisch formaat en bevat voldoende details, rekening houdend met de aard van elke cliënt, zodat elke cliënt een weloverwogen beslissing kan nemen over de cryptoactivadienst in het kader waarvan de belangenconflicten ontstaan.

4.   Aanbieders van cryptoactivadiensten beoordelen ten minste eenmaal per jaar hun belangenconflictenbeleid en nemen alle nodige maatregelen om tekortkomingen in dat verband weg te werken.

5.   De ESMA ontwikkelt, in nauwe samenwerking met de EBA, ontwerpen van technische reguleringsnormen tot nadere bepaling van:

a)

de vereisten voor de in lid 1 bedoelde beleidslijnen en procedures, rekening houdend met de omvang, de aard en het scala van aangeboden cryptoactivadiensten;

b)

de details en methode voor de inhoud van de in lid 2 bedoelde openbaarmaking.

De ESMA dient de in de eerste alinea bedoelde ontwerpen van technische reguleringsnormen uiterlijk op 30 juni 2024 in bij de Commissie.

Aan de Commissie wordt de bevoegdheid gedelegeerd om deze verordening aan te vullen door de in de eerste alinea van dit lid bedoelde technische reguleringsnormen vast te stellen overeenkomstig de artikelen 10 tot en met 14 van Verordening (EU) nr. 1095/2010.

Artikel 73

Uitbesteding

1.   Aanbieders van cryptoactivadiensten die diensten of activiteiten uitbesteden aan derden voor de uitvoering van operationele functies, nemen alle redelijke maatregelen om extra operationeel risico te vermijden. Zij blijven volledig verantwoordelijk voor de nakoming van al hun verplichtingen uit hoofde van deze titel en zorgen er te allen tijde voor dat aan de volgende voorwaarden wordt voldaan:

a)

uitbesteding heeft geen overdracht van verantwoordelijkheid van de aanbieders van cryptoactivadiensten tot gevolg;

b)

uitbesteding houdt geen verandering in van de verhoudingen tussen de aanbieders van cryptoactivadiensten en hun cliënten, noch van de verplichtingen van de aanbieders van cryptoactivadiensten ten aanzien van hun cliënten;

c)

uitbesteding houdt geen verandering in van de voorwaarden van de vergunning van de aanbieders van cryptoactivadiensten;

d)

bij de uitbesteding betrokken derden werken samen met de bevoegde autoriteit van de lidstaat van herkomst van de aanbieders van cryptoactivadiensten en de uitbesteding doet geen afbreuk aan de uitoefening van de toezichthoudende taken van bevoegde autoriteiten, met inbegrip van toegang ter plaatse om alle relevante informatie te verkrijgen die voor het vervullen van die taken nodig is;

e)

aanbieders van cryptoactivadiensten behouden de vereiste deskundigheid en middelen om de kwaliteit van de aangeboden diensten te evalueren, om op doeltreffende wijze op de uitbestede taken toezicht te houden en om de aan de uitbesteding verbonden risico’s op doorlopende basis te beheren;

f)

aanbieders van cryptoactivadiensten hebben directe toegang tot de relevante informatie over de uitbestede diensten;

g)

aanbieders van cryptoactivadiensten zorgen ervoor dat bij de uitbesteding betrokken derden voldoen aan de Unienormen inzake gegevensbescherming.

Voor de toepassing van punt g) van de eerste alinea zijn aanbieders van cryptoactivadiensten verantwoordelijk om ervoor te zorgen dat de normen inzake gegevensbescherming worden uiteengezet in de in lid 3 bedoelde schriftelijke overeenkomsten.

2.   Aanbieders van cryptoactivadiensten beschikken over een uitbestedingsbeleid, met inbegrip van noodplannen en exitstrategieën, rekening houdend met de omvang, de aard en het scala van aangeboden cryptoactivadiensten.

3.   Aanbieders van cryptoactivadiensten definiëren in een schriftelijke overeenkomst hun rechten en verplichtingen, alsook die van de derden waaraan zij diensten of activiteiten uitbesteden. Uitbestedingsovereenkomsten geven aanbieders van cryptoactivadiensten het recht om die overeenkomsten te beëindigen.

4.   Aanbieders van cryptoactivadiensten en derden stellen, op verzoek, aan de bevoegde autoriteiten en andere relevante autoriteiten alle informatie beschikbaar die noodzakelijk is om die autoriteiten in staat te stellen na te gaan of de uitbestede activiteiten voldoen aan de vereisten van deze titel.

Artikel 74

Gecontroleerde afwikkeling van aanbieders van cryptoactivadiensten

Aanbieders van cryptoactivadiensten die de in de artikelen 75 tot en met 79 bedoelde diensten aanbieden, beschikken over een plan dat geschikt is om een gecontroleerde afwikkeling van hun activiteiten op grond van het toepasselijke nationale recht te ondersteunen, met inbegrip van de continuïteit of het herstel van kritieke activiteiten die door die aanbieders worden uitgevoerd. Uit dat plan blijkt het vermogen van de aanbieders van cryptoactivadiensten om een gecontroleerde afwikkeling uit te voeren zonder hun cliënten buitensporige economische schade te berokkenen.

HOOFDSTUK 3

Verplichtingen met betrekking tot specifieke cryptoactivadiensten

Artikel 75

Bewaring en beheer van cryptoactiva namens cliënten

1.   Aanbieders van cryptoactivadiensten die namens cliënten instaan voor de bewaring en het beheer van cryptoactiva, sluiten met hun cliënten een overeenkomst waarin hun taken en verantwoordelijkheden nader zijn bepaald. Een dergelijke overeenkomst bevat ten minste de volgende elementen:

a)

de identiteit van de partijen bij de overeenkomst;

b)

de aard van de aangeboden cryptoactivadienst en een beschrijving van die dienst;

c)

het bewaringsbeleid;

d)

de middelen voor de communicatie tussen de aanbieder van cryptoactivadiensten en de cliënt, waaronder het authenticatiesysteem van de cliënt;

e)

een beschrijving van de door de aanbieder van cryptoactivadiensten gebruikte beveiligingssystemen;

f)

de door de aanbieder van cryptoactivadiensten berekende vergoedingen, kosten en lasten;

g)

het toepasselijke recht.

2.   Aanbieders van cryptoactivadiensten die namens cliënten instaan voor de bewaring en het beheer van cryptoactiva, houden een register bij van de namens elke cliënt geopende posities die overeenstemmen met de rechten van elke cliënt op de cryptoactiva. In voorkomend geval leggen aanbieders van cryptoactivadiensten in dat register zo snel mogelijk alle bewegingen vast volgens de instructies van hun cliënten. In dergelijke gevallen zorgen hun interne procedures ervoor dat bewegingen die op de registratie van de cryptoactiva van invloed zijn, blijken uit een regelmatig in het positieregister van de cliënt geregistreerde transactie.

3.   Aanbieders van cryptoactivadiensten die namens cliënten instaan voor de bewaring en het beheer van cryptoactiva, stellen een bewaringsbeleid met interne regels en procedures vast dat de bewaring van of de controle over die cryptoactiva of de toegangsmiddelen tot die cryptoactiva moet garanderen.

Het in de eerste alinea bedoelde bewaringsbeleid beperkt het risico op verlies van cryptoactiva van cliënten of de aan die cryptoactiva verbonden rechten of de toegangsmiddelen tot die cryptoactiva door fraude, cyberdreigingen of nalatigheid tot een minimum.

Op verzoek wordt aan cliënten een samenvatting van het bewaringsbeleid in een elektronisch formaat beschikbaar gesteld.

4.   In voorkomend geval faciliteren aanbieders van cryptoactivadiensten die namens cliënten instaan voor de bewaring en het beheer van cryptoactiva, de uitoefening van de aan de cryptoactiva verbonden rechten. Alle gebeurtenissen die rechten van een cliënt kunnen doen ontstaan of wijzigen, worden onmiddellijk vastgelegd in het positieregister van de cliënt.

Bij wijzigingen in de onderliggende distributed-ledger-technologie of andere gebeurtenissen die waarschijnlijk rechten van een cliënt tot stand zullen laten komen of die waarschijnlijk zullen veranderen, heeft de cliënt recht op nieuwe cryptoactiva of rechten op basis van en afhankelijk van de omvang van de posities van de cliënt op het tijdstip waarop die wijziging of gebeurtenis zich heeft voorgedaan, tenzij in een geldige overeenkomstig lid 1 voorafgaandelijk aan die wijziging of gebeurtenis ondertekende overeenkomst met de aanbieder van cryptoactivadiensten die namens cliënten instaat voor de bewaring en het beheer van cryptoactiva uitdrukkelijk anders is bepaald.

5.   Aanbieders van cryptoactivadiensten die namens cliënten instaan voor de bewaring en het beheer van cryptoactiva, verschaffen hun cliënten, ten minste om de drie maanden en op verzoek van de betrokken cliënt, een positieoverzicht van de op naam van die cliënten geboekte cryptoactiva. Dat positieoverzicht wordt in een elektronisch formaat meegedeeld. In het positieoverzicht worden de betrokken cryptoactiva vastgesteld, alsook hun saldo, hun waarde en de overdracht van cryptoactiva die in de betrokken periode heeft plaatsgevonden.

Aanbieders van cryptoactivadiensten die namens cliënten instaan voor de bewaring en het beheer van cryptoactiva, verschaffen hun cliënten zo spoedig mogelijk informatie over transacties met cryptoactiva die een reactie van die cliënten vereisen.

6.   Aanbieders van cryptoactivadiensten die namens cliënten instaan voor de bewaring en het beheer van cryptoactiva, zorgen ervoor dat zij over de nodige procedures beschikken om namens hun cliënten aangehouden cryptoactiva of toegangsmiddelen zo spoedig mogelijk aan die cliënten terug te geven.

7.   Aanbieders van cryptoactivadiensten die namens cliënten instaan voor de bewaring en het beheer van cryptoactiva, zonderen namens hun cliënten aangehouden cryptoactiva af van hun eigen cryptoactiva en zorgen ervoor dat de toegangsmiddelen tot de cryptoactiva van hun cliënten duidelijk als zodanig zijn aangemerkt. Zij zorgen ervoor dat de cryptoactiva van hun cliënten in de distributed ledger afzonderlijk van hun eigen cryptoactiva worden aangehouden.

De cryptoactiva die in bewaring worden gehouden, worden in het belang van de cliënten van de aanbieder van cryptoactivadiensten juridisch gescheiden van de boedel van de aanbieder van cryptoactivadiensten overeenkomstig het toepasselijke recht, zodat schuldeisers van de aanbieder van cryptoactivadiensten geen aanspraak kunnen maken op cryptoactiva die door de aanbieder van cryptoactivadiensten in bewaring worden gehouden, met name in geval van insolventie.

De aanbieder van cryptoactivadiensten zorgt ervoor dat de in bewaring gehouden cryptoactiva operationeel gescheiden zijn van de boedel van de aanbieder van cryptoactivadiensten.

8.   Aanbieders van cryptoactivadiensten die namens cliënten instaan voor de bewaring en het beheer van cryptoactiva, zijn ten aanzien van hun cliënten aansprakelijk voor het verlies van cryptoactiva of van de toegangsmiddelen tot de cryptoactiva als gevolg van een aan hen toerekenbaar incident. De aansprakelijkheid van de aanbieder van cryptoactivadiensten bedraagt maximaal de marktwaarde van het verloren gegane cryptoactivum op het tijdstip dat het verloren is gegaan.

Incidenten die niet toerekenbaar zijn aan de aanbieder van cryptoactivadiensten omvatten alle gebeurtenissen in verband waarmee de aanbieder van cryptoactivadiensten aantoont dat zij zich onafhankelijk van de verlening van de betrokken dienst of onafhankelijk van de exploitatie door de aanbieder van cryptoactivadiensten hebben voorgedaan, zoals problemen die inherent zijn aan de exploitatie van de distributed ledger waarover de aanbieder van cryptoactivadiensten geen zeggenschap heeft.

9.   Indien aanbieders van cryptoactivadiensten die namens cliënten instaan voor de bewaring en het beheer van cryptoactiva, gebruikmaken van andere aanbieders van cryptoactivadiensten die deze dienst aanbieden, maken zij enkel gebruik van aanbieders van cryptoactivadiensten die op grond van artikel 59 over een vergunning beschikken.

Aanbieders van cryptoactivadiensten die namens cliënten instaan voor de bewaring en het beheer van cryptoactiva en gebruikmaken van andere aanbieders van cryptoactivadiensten die deze dienst aanbieden, stellen hun cliënten daarvan in kennis.

Artikel 76

Exploitatie van een cryptoactivahandelsplatform

1.   Aanbieders van cryptoactivadiensten die een cryptoactivahandelsplatform exploiteren, stellen voor de exploitatie van het handelsplatform duidelijke en transparante regels vast, handhaven deze regels en voeren deze uit. In die exploitatieregels worden ten minste:

a)

de goedkeuringsprocedures vastgesteld, met inbegrip van vereisten ten aanzien van het cliëntonderzoek die in verhouding staan tot het risico op het witwassen van geld of terrorismefinanciering dat de aanvrager volgens Richtlijn (EU) 2015/849 met zich meebrengt, die worden toegepast voordat cryptoactiva tot het handelsplatform worden toegelaten;

b)

eventuele uitsluitingscategorieën bepaald wat betreft de typen cryptoactiva die niet tot de handel worden toegelaten;

c)

de beleidslijnen, de procedures en de hoogte van eventuele vergoedingen vastgesteld voor de toelating tot de handel;

d)

objectieve, niet-discriminerende regels en evenredige criteria voor de deelname aan handelsactiviteiten bepaald, die een eerlijke en open toegang tot het handelsplatform bevorderen voor cliënten die bereid zijn te handelen;

e)

niet-discretionaire regels en procedures bepaald die ervoor moeten zorgen dat er eerlijk en ordelijk wordt gehandeld, alsook objectieve criteria voor de efficiënte uitvoering van orders;

f)

voorwaarden voor cryptoactiva bepaald om voor handel beschikbaar te blijven, met inbegrip van drempelwaarden inzake liquiditeit en voorwaarden inzake periodieke openbaarmaking;

g)

voorwaarden bepaald waaronder de handel in cryptoactiva kan worden geschorst;

h)

procedures vastgesteld die moeten zorgen voor een efficiënte afwikkeling van zowel cryptoactiva als geldmiddelen.

Voor de toepassing van punt a) van de eerste alinea wordt in de exploitatieregels duidelijk gesteld dat een cryptoactivum niet tot de handel mag worden toegelaten indien geen dienovereenkomstig cryptoactivawitboek is gepubliceerd in de uit hoofde van deze verordening vereiste gevallen

2.   Voordat een cryptoactivum tot de handel wordt toegelaten, zorgen aanbieders van cryptoactivadiensten die een cryptoactivahandelsplatform exploiteren ervoor dat het cryptoactivum aan de exploitatieregels van het handelsplatform voldoet en beoordelen zij de geschiktheid van het betrokken cryptoactivum. Bij de beoordeling van de geschiktheid van een cryptoactivum evalueren de aanbieders van cryptoactivadiensten die een handelsplatform exploiteren met name de betrouwbaarheid van de gebruikte technische oplossingen en het mogelijke verband met illegale of frauduleuze activiteiten, rekening houdend met de ervaring, het trackrecord en de reputatie van de uitgever van die cryptoactiva en zijn ontwikkelingsteam. De aanbieder van cryptoactivadiensten die een handelsplatform exploiteert, beoordeelt ook de geschiktheid van andere cryptoactiva dan de in artikel 4, lid 3, eerste alinea, punten a) tot en met d), bedoelde activagerelateerde tokens of e-moneytokens.

3.   De exploitatieregels van het cryptoactivahandelsplatform beletten dat cryptoactiva met een ingebouwde anonimiseringsfunctie tot de handel worden toegelaten, tenzij de houders van die cryptoactiva en hun transactiegeschiedenis door de aanbieders van cryptoactivadiensten die een cryptoactivahandelsplatform exploiteren, kunnen worden geïdentificeerd.

4.   De in lid 1 bedoelde exploitatieregels worden opgesteld in een officiële taal van de lidstaat van herkomst of in een taal die gangbaar is in de internationale financiële wereld.

Indien de exploitatie van een cryptoactivahandelsplatform in een andere lidstaat wordt aangeboden, worden de in lid 1 bedoelde exploitatieregels opgesteld in een officiële taal van de lidstaat van herkomst of in een taal die gangbaar is in de internationale financiële wereld

5.   Aanbieders van cryptoactivadiensten die een cryptoactivahandelsplatform exploiteren, handelen niet voor eigen rekening op het door hen geëxploiteerde cryptoactivahandelsplatform, onder meer wanneer zij omwisseling van cryptoactiva voor geldmiddelen of andere cryptoactiva aanbieden.

6.   Aanbieders van cryptoactivadiensten die een cryptoactivahandelsplatform exploiteren, mogen enkel gebruikmaken van matched principal trading indien de cliënt met dat proces heeft ingestemd. Aanbieders van cryptoactivadiensten verstrekken de bevoegde autoriteit informatie over hun gebruik van matched principal trading. De bevoegde autoriteit monitort het gebruik van matched principal trading door aanbieders van cryptoactivadiensten en zorgt ervoor dat hun gebruik van matched principal trading valt onder de definitie van dergelijke handel en niet leidt tot belangenconflicten tussen aanbieders van cryptoactivadiensten en hun cliënten.

7.   Aanbieders van cryptoactivadiensten die een cryptoactivahandelsplatform exploiteren, beschikken over doeltreffende systemen, procedures en regelingen die ervoor moeten zorgen dat hun handelssystemen:

a)

veerkrachtig zijn;

b)

voldoende capaciteit hebben om volumepieken in orders en orderberichten op te vangen;

c)

in staat zijn te zorgen voor een ordelijk verloop van de handel onder zeer gespannen marktomstandigheden;

d)

orders kunnen verwerpen die vooraf bepaalde volume- en koersdrempels overschrijden of die duidelijk foutief zijn;

e)

volledig zijn getest om zeker te zijn dat aan de voorwaarden van de punten a) tot en met d) wordt voldaan;

f)

onderworpen zijn aan doeltreffende bedrijfscontinuïteitsregelingen, om te zorgen voor de continuïteit van de dienstverlening bij storingen van het handelssysteem;

g)

in staat zijn om marktmisbruik te voorkomen of op te sporen;

h)

voldoende robuust zijn om misbruik ervan met het oog op het witwassen van geld of terrorismefinanciering te voorkomen.

8.   Aanbieders van cryptoactivadiensten die een cryptoactivahandelsplatform exploiteren, stellen hun bevoegde autoriteit ervan in kennis wanneer zij gevallen van marktmisbruik op of via hun handelssystemen of pogingen daartoe vaststellen.

9.   Aanbieders van cryptoactivadiensten die een cryptoactivahandelsplatform exploiteren, maken bied- en laatkoersen en de omvang van de markt tegen die koersen die voor cryptoactiva worden opgegeven, via hun handelsplatforms openbaar. De betrokken aanbieders van cryptoactivadiensten stellen die informatie doorlopend tijdens de handelstijden aan het publiek beschikbaar.

10.   Aanbieders van cryptoactivadiensten die een cryptoactivahandelsplatform exploiteren, maken de koers, het volume en het tijdstip van de transacties die in op hun handelsplatforms verhandelde cryptoactiva zijn uitgevoerd, bekend. Zij stellen die nadere gegevens voor al die transacties aan het publiek beschikbaar binnen een tijdsspanne die real time zo dicht mogelijk benadert als technisch haalbaar is.

11.   Aanbieders van cryptoactivadiensten die een cryptoactivahandelsplatform exploiteren, stellen de overeenkomstig de leden 9 en 10 bekendgemaakte informatie tegen redelijke commerciële voorwaarden aan het publiek beschikbaar en zorgen voor niet-discriminerende toegang tot die informatie. Die informatie wordt 15 minuten na de bekendmaking ervan kosteloos beschikbaar gesteld in een machineleesbaar formaat en blijft gedurende ten minste twee jaar openbaar.

12.   Aanbieders van cryptoactivadiensten die een cryptoactivahandelsplatform exploiteren, starten de definitieve afwikkeling van een transactie in cryptoactiva in de distributed ledger binnen 24 uur vanaf het moment dat de transactie op het handelsplatform is uitgevoerd of, in geval van buiten de distributed ledger afgewikkelde transacties, uiterlijk op het eind van de dag.

13.   Aanbieders van cryptoactivadiensten die een cryptoactivahandelsplatform exploiteren, zorgen ervoor dat hun vergoedingsstructuren transparant, billijk en niet-discriminerend zijn en geen prikkels creëren om orders te plaatsen, te wijzigen of te annuleren of om transacties uit te voeren op een manier die bijdraagt tot ongecontroleerde handelsomstandigheden of marktmisbruik als bedoeld in titel VI.

14.   Aanbieders van cryptoactivadiensten die een cryptoactivahandelsplatform exploiteren, houden middelen aan en beschikken over back-upvoorzieningen die hen in staat stellen te allen tijde verslag uit te brengen aan hun bevoegde autoriteit.

15.   Aanbieders van cryptoactivadiensten die een cryptoactivahandelsplatform exploiteren, houden ten minste vijf jaar de relevante gegevens die verband houden met alle via hun systemen geadverteerde cryptoactivaorders ter beschikking van de bevoegde autoriteit, of verlenen de bevoegde autoriteit toegang tot het orderboek, zodat de bevoegde autoriteit toezicht de handelsactiviteit kan monitoren. Die relevante gegevens omvatten de kenmerken van de order, waaronder de kenmerken die de order koppelen aan de uit de order voortvloeiende uitgevoerde transacties.

16.   De ESMA ontwikkelt ontwerpen van technische reguleringsnormen tot nadere bepaling van:

a)

de wijze waarop transparantiegegevens, met inbegrip van de mate van uitsplitsing van de in de leden 1, 9 en 10 bedoelde aan het publiek beschikbaar te stellen gegevens, moeten worden aangeboden;

b)

de inhoud en het formaat van de overeenkomstig lid 15 bij te houden orderboekgegevens.

De ESMA dient de in de eerste alinea bedoelde ontwerpen van technische reguleringsnormen uiterlijk op 30 juni 2024 in bij de Commissie.

Aan de Commissie wordt de bevoegdheid gedelegeerd om deze verordening aan te vullen door de in de eerste alinea van dit lid bedoelde technische reguleringsnormen vast te stellen overeenkomstig de artikelen 10 tot en met 14 van Verordening (EU) nr. 1095/2010.

Artikel 77

Omwisseling van cryptoactiva voor geldmiddelen of andere cryptoactiva

1.   Aanbieders van cryptoactivadiensten die cryptoactiva omwisselen voor geldmiddelen of andere cryptoactiva, stellen een niet-discriminerend commercieel beleid vast waarin met name het type cliënten met wie zij akkoord gaan te handelen en de voorwaarden waaraan dergelijke cliënten moeten voldoen, worden vermeld.

2.   Aanbieders van cryptoactivadiensten die cryptoactiva omwisselen voor geldmiddelen of andere cryptoactiva, maken ofwel de koers van de cryptoactiva ofwel een methode ter bepaling van de vaste koers van de cryptoactiva waarvan zij de omwisseling voor geldmiddelen of andere cryptoactiva voorstellen openbaar, alsmede eventuele door die aanbieders van cryptoactivadiensten vastgestelde toepasselijke limieten ten aanzien van de om te wisselen cryptoactiva.

3.   Aanbieders van cryptoactivadiensten die cryptoactiva omwisselen voor geldmiddelen of andere cryptoactiva, voeren de orders van cliënten uit tegen de koersen zoals die worden weergegeven op het moment dat de omwisselingsorder definitief is. Aanbieders van cryptoactivadiensten stellen hun cliënten in kennis van de voorwaarden waaronder hun order als definitief wordt beschouwd.

4.   Aanbieders van cryptoactivadiensten die cryptoactiva omwisselen voor geldmiddelen of andere cryptoactiva, publiceren informatie over de door hen afgesloten transacties, zoals transactievolumes en koersen.

Artikel 78

Uitvoering van cryptoactivaorders namens cliënten

1.   Aanbieders van cryptoactivadiensten die namens cliënten cryptoactivaorders uitvoeren, nemen alle noodzakelijke maatregelen om, bij de uitvoering van orders, het best mogelijke resultaat voor hun cliënten te behalen, rekening houdend met de factoren van koers, kosten, snelheid, waarschijnlijkheid van uitvoering en afwikkeling, omvang, aard, voorwaarden voor de bewaring van de cryptoactiva, of andere zaken die relevant zijn voor de uitvoering van orders.

Niettegenstaande de eerste alinea zijn aanbieders van cryptoactivadiensten die namens cliënten cryptoactivaorders uitvoeren niet verplicht de in de eerste alinea bedoelde noodzakelijke maatregelen te nemen in gevallen waarin zij cryptoactivaorders volgens specifieke instructies van hun cliënten uitvoeren.

2.   Teneinde te zorgen voor de naleving van lid 1 stellen aanbieders van cryptoactivadiensten die namens cliënten cryptoactivaorders uitvoeren doeltreffende regelingen voor uitvoering vast en passen zij die toe. Meer bepaald gaan zij over tot de vaststelling en toepassing van een orderuitvoeringsbeleid waarmee zij kunnen voldoen aan lid 1. Dit orderuitvoeringsbeleid voorziet onder andere in de onmiddellijke, billijke en vlotte uitvoering van orders van cliënten en voorkomt dat personeelsleden van aanbieders van cryptoactivadiensten informatie over orders van cliënten misbruiken.

3.   Aanbieders van cryptoactivadiensten die namens cliënten cryptoactivaorders uitvoeren, verstrekken hun cliënten passende en heldere informatie over hun in lid 2 bedoelde orderuitvoeringsbeleid en significante wijzigingen daarvan. In die informatie wordt duidelijk, voldoende nauwkeurig en op een voor cliënten gemakkelijk te begrijpen wijze uitgelegd hoe orders van cliënten door aanbieders van cryptoactivadiensten moeten worden uitgevoerd. Aanbieders van cryptoactivadiensten verkrijgen van elke cliënt voorafgaande toestemming met betrekking tot het orderuitvoeringsbeleid.

4.   Aanbieders van cryptoactivadiensten die namens cliënten cryptoactivaorders uitvoeren, tonen op verzoek aan hun cliënten aan dat zij hun orders overeenkomstig hun orderuitvoeringsbeleid hebben uitgevoerd en kunnen op verzoek van de bevoegde autoriteit aan de bevoegde autoriteit aantonen dat zij dit artikel in acht nemen.

5.   Indien het orderuitvoeringsbeleid voorziet in de mogelijkheid om orders van cliënten buiten een handelsplatform uit te voeren, stellen aanbieders van cryptoactivadiensten die namens cliënten cryptoactivaorders uitvoeren hun cliënten in kennis van die mogelijkheid en verkrijgen zij, alvorens hun orders buiten een handelsplatform uit te voeren, in de vorm van een algemene overeenkomst dan wel voor afzonderlijke transacties uitdrukkelijke en voorafgaande toestemming van hun cliënten.

6.   Aanbieders van cryptoactivadiensten die namens cliënten cryptoactivaorders uitvoeren monitoren de doeltreffendheid van hun regelingen en orderuitvoeringsbeleid om eventuele tekortkomingen in dat verband vast te stellen en, in voorkomend geval, te corrigeren. Zij gaan met name regelmatig na of de in het orderuitvoeringsbeleid opgenomen plaatsen van uitvoering tot het best mogelijke resultaat voor cliënten leiden dan wel of zij hun orderuitvoeringsregelingen moeten wijzigen. Aanbieders van cryptoactivadiensten die namens cliënten cryptoactivaorders uitvoeren, stellen cliënten met wie zij een doorlopende cliëntenrelatie hebben in kennis van wezenlijke wijzigingen van hun orderuitvoeringsregelingen en -uitvoeringsbeleid.

Artikel 79

Plaatsing van cryptoactiva

1.   Aanbieders van cryptoactivadiensten die cryptoactiva plaatsen, delen aan de aanbieder, de persoon die verzoekt om toelating tot de handel of een aan namens hen handelende derde de volgende informatie mee voordat zij met hen een overeenkomst aangaan:

a)

het type plaatsing dat wordt overwogen, met inbegrip van de vraag of een minimumbedrag aan aankopen is gegarandeerd of niet;

b)

een vermelding van het bedrag aan transactievergoedingen voor de voorgenomen plaatsing;

c)

de waarschijnlijke timing, procedure en koers voor de voorgenomen operatie;

d)

informatie over de beoogde kopers.

Aanbieders van cryptoactivadiensten die cryptoactiva plaatsen, verkrijgen vóór de plaatsing van die cryptoactiva de toestemming van de uitgevers van die cryptoactiva of van een namens hen handelende derde wat betreft de in de eerste alinea genoemde informatie.

2.   De in artikel 72, lid 1, bedoelde regels van aanbieders van cryptoactivadiensten inzake belangenconflicten bevatten specifieke en adequate procedures om belangenconflicten die uit de volgende situaties kunnen ontstaan, te identificeren, te voorkomen, te beheren en openbaar te maken:

a)

aanbieders van cryptoactivadiensten plaatsen de cryptoactiva bij hun eigen cliënten;

b)

de voorgestelde koers voor de plaatsing van cryptoactiva is over- of onderschat;

c)

de aanbieder betaalt stimulansen of kent niet-geldelijke stimulansen toe aan aanbieders van cryptoactivadiensten.

Artikel 80

Ontvangst en doorgifte van cryptoactivaorders namens cliënt

1.   Aanbieders van cryptoactivadiensten die namens cliënten cryptoactivaorders ontvangen en doorgeven, gaan over tot de vaststelling en toepassing van procedures en regelingen die voorzien in een onmiddellijke en correcte doorgifte van orders van cliënten voor uitvoering op een cryptoactivahandelsplatform of aan een andere aanbieder van cryptoactivadiensten.

2.   Aanbieders van cryptoactivadiensten die namens cliënten cryptoactivaorders ontvangen en doorgeven, mogen geen beloning, korting of niet-geldelijk voordeel ontvangen in ruil voor de routering van orders van cliënten naar een bepaald cryptoactivahandelsplatform of naar een andere aanbieder van cryptoactivadiensten.

3.   Aanbieders van cryptoactivadiensten die namens cliënten cryptoactivaorders ontvangen en doorgeven, maken geen misbruik van informatie over lopende orders van cliënten en nemen alle redelijke maatregelen om misbruik van dergelijke informatie door hun personeelsleden te voorkomen.

Artikel 81

Verlening van advies over cryptoactiva en beheer van cryptoactivaportefeuilles

1.   Aanbieders van cryptoactivadiensten die advies over cryptoactiva verlenen of cryptoactivaportefeuilles beheren, beoordelen of de cryptoactivadiensten of cryptoactiva geschikt zijn voor hun cliënten of potentiële cliënten, rekening houdend met hun kennis van en ervaring met het beleggen in cryptoactiva, hun beleggingsdoelstellingen, waaronder hun risicotolerantie, en hun financiële situatie, waaronder hun vermogen om verliezen te dragen.

2.   Aanbieders van cryptoactivadiensten die advies over cryptoactiva verlenen, laten potentiële cliënten tijdig, alvorens advies over cryptoactiva te verlenen, weten of het advies:

a)

op onafhankelijke basis wordt verleend;

b)

op een brede dan wel beperktere analyse van verschillende cryptoactiva is gebaseerd, alsook of het advies beperkt is tot cryptoactiva die worden uitgegeven of aangeboden door entiteiten die nauwe banden hebben met de aanbieder van cryptoactivadiensten of er in een ander juridisch of economisch verband mee staan, zoals een contractueel verband, waardoor het risico bestaat dat dit afbreuk doet aan de onafhankelijke basis van het verleende advies.

3.   Indien een aanbieder van cryptoactivadiensten die advies over cryptoactiva verleent de potentiële cliënt laat weten dat zijn advies op onafhankelijke basis wordt verstrekt:

a)

beoordeelt hij een voldoende groot aantal op de markt verkrijgbare cryptoactiva die voldoende divers moeten zijn om ervoor te zorgen dat de beleggingsdoelstellingen van de cliënt naar behoren kunnen worden verwezenlijkt en die niet beperkt mogen zijn tot cryptoactiva die worden uitgegeven of aangeboden door:

i)

diezelfde aanbieder van cryptoactivadiensten;

ii)

entiteiten die nauwe banden hebben met diezelfde aanbieder van cryptoactivadiensten, of

iii)

andere entiteiten waarmee diezelfde aanbieder van cryptoactivadiensten in een zodanig nauw juridisch of economisch verband staat, zoals een contractueel verband, dat het risico bestaat dat dit afbreuk doet aan de onafhankelijke basis van het verleende advies;

b)

aanvaardt en houdt hij wat de dienstverlening aan cliënten betreft geen provisies, commissies of geldelijke dan wel niet-geldelijke tegemoetkomingen die worden betaald of verstrekt door een derde of namens een derde handelende persoon.

Niettegenstaande de eerste alinea, punt b), zijn kleine, niet-geldelijke tegemoetkomingen die de kwaliteit van aan een cliënt aangeboden cryptoactivadiensten kunnen verhogen en van zodanige omvang en aard zijn dat zij geen afbreuk kunnen doen aan de naleving van de verplichting van de aanbieder van cryptoactivadiensten om in het belang van de cliënt te handelen, toegestaan in gevallen waarin deze duidelijk aan de cliënt zijn bekendgemaakt.

4.   Aanbieders van cryptoactivadiensten die advies over cryptoactiva verlenen, verstrekken potentiële cliënten ook informatie over alle kosten en bijbehorende lasten, met inbegrip van kosten voor advies en, in voorkomend geval, de kosten van de cryptoactiva die aan de cliënt worden aanbevolen of verhandeld en de manier waarop de cliënt de cryptoactiva mag betalen, met inbegrip van eventuele betalingen door derden.

5.   Aanbieders van cryptoactivadiensten die cryptoactivaportefeuilles beheren, aanvaarden en houden, wat het beheer van cryptoactivaportefeuilles voor hun cliënten betreft, geen provisies, commissies of geldelijke dan wel niet-geldelijke tegemoetkomingen die worden betaald of verstrekt door een uitgever, een aanbieder, een persoon die verzoekt om toelating tot de handel, of een derde dan wel namens een derde handelende persoon.

6.   Indien een aanbieder van cryptoactivadiensten een potentiële cliënt laat weten dat zijn advies niet op een onafhankelijke basis wordt verstrekt, kan die aanbieder stimulansen ontvangen mits de betaling of het voordeel:

a)

bedoeld is om de kwaliteit van de aan de cliënt verleende dienst te verhogen, en

b)

geen afbreuk doet aan de naleving van de verplichting van de aanbieder van cryptoactivadiensten om op eerlijke, billijke en professionele wijze te handelen in het belang van zijn cliënten.

Alvorens de betrokken cryptoactivadienst wordt aangeboden, wordt de cliënt op volledige, nauwkeurige en begrijpelijke wijze in kennis gesteld van het bestaan, de aard en het bedrag van de in lid 4 bedoelde betaling of tegemoetkoming of, indien het bedrag niet kan worden achterhaald, van de wijze waarop dit bedrag wordt berekend.

7.   Aanbieders van cryptoactivadiensten die advies over cryptoactiva verlenen, zorgen ervoor dat natuurlijke personen die namens hen advies verlenen of informatie verstrekken over cryptoactiva of een cryptoactivadienst, over de noodzakelijke kennis en bekwaamheid beschikken om hun verplichtingen te vervullen. De lidstaten maken de criteria ter beoordeling van dergelijke kennis en bekwaamheid openbaar.

8.   Ten behoeve van de in lid 1 bedoelde geschiktheidsbeoordeling, verkrijgen aanbieders van cryptoactivadiensten die advies over cryptoactiva verlenen of cryptoactivaportefeuilles beheren van hun cliënten of potentiële cliënten de nodige informatie over hun kennis van en ervaring met beleggen, onder meer in cryptoactiva, hun beleggingsdoelstellingen, waaronder hun risicotolerantie, hun financiële situatie, met inbegrip van hun vermogen om verliezen te dragen, en hun basisinzicht in de risico’s die aan de aankoop van cryptoactiva verbonden zijn, om aanbieders van cryptoactivadiensten in staat te stellen aanbevelingen te doen aan cliënten of potentiële cliënten over de vraag of cryptoactiva geschikt zijn voor hen en met name of zij verenigbaar zijn met hun risicotolerantie en hun vermogen om verliezen te dragen.

9.   Aanbieders van cryptoactivadiensten die advies over cryptoactiva verlenen of cryptoactivaportefeuilles beheren, waarschuwen cliënten of potentiële cliënten ervoor dat:

a)

de waarde van cryptoactiva kan fluctueren;

b)

de cryptoactiva hun waarde gedeeltelijk of volledig kunnen verliezen;

c)

de cryptoactiva mogelijk niet liquide zijn;

d)

de cryptoactiva, in voorkomend geval, niet onder de beleggerscompensatiestelsels uit hoofde van Richtlijn 97/9/EG vallen;

e)

de cryptoactiva niet onder de depositogarantiestelsels uit hoofde van Richtlijn 2014/49/EU vallen.

10.   Aanbieders van cryptoactivadiensten die advies over cryptoactiva verlenen of cryptoactivaportefeuilles beheren, gaan over tot de vaststelling, instandhouding en toepassing van beleidslijnen en procedures voor het inwinnen en evalueren van alle informatie die noodzakelijk is om de in lid 1 bedoelde beoordeling voor elke cliënt te kunnen maken. Zij nemen alle redelijke maatregelen om ervoor te zorgen dat de over hun cliënten of potentiële cliënten ingewonnen informatie betrouwbaar is.

11.   Indien cliënten de krachtens lid 8 vereiste informatie niet verstrekken of aanbieders van cryptoactivadiensten die advies over cryptoactiva verlenen of cryptoactivaportefeuilles beheren van mening zijn dat de cryptoactivadiensten of cryptoactiva niet geschikt zijn voor hun cliënten, bevelen zij die cryptoactivadiensten of cryptoactiva niet aan en gaan zij evenmin over tot het beheer van die cryptoactivaportefeuilles.

12.   Aanbieders van cryptoactivadiensten die advies over cryptoactiva verlenen of cryptoactivaportefeuilles beheren, evalueren voor elke cliënt regelmatig de in lid 1 bedoelde geschiktheidsbeoordeling, ten minste eens per twee jaar na de overeenkomstig dat lid uitgevoerde aanvangsbeoordeling.

13.   Zodra de in lid 1 bedoelde geschiktheidsbeoordeling of de in lid 12 bedoelde evaluatie is uitgevoerd, verstrekken aanbieders van cryptoactivadiensten die advies over cryptoactiva verlenen aan cliënten een geschiktheidsverslag waarin het verleende advies en de wijze waarop dat advies beantwoordt aan de voorkeuren, doelstellingen en andere kenmerken van cliënten, worden vermeld. Dat verslag wordt in een elektronisch formaat opgesteld en aan cliënten meegedeeld. In dat verslag worden ten minste:

a)

bijgewerkte informatie over de in lid 1 bedoelde beoordeling opgenomen, en

b)

een overzicht van het verleende advies gegeven.

In het in de eerste alinea bedoelde geschiktheidsverslag wordt duidelijk gemaakt dat het advies gebaseerd is op de kennis van de cliënt van beleggen in cryptoactiva en zijn ervaring daarmee, alsook op zijn beleggingsdoelstellingen, risicotolerantie, financiële situatie en vermogen om verliezen te dragen.

14.   Aanbieders van cryptoactivadiensten die cryptoactivaportefeuilles beheren, verstrekken aan hun cliënten in een elektronisch formaat periodieke overzichten van de namens hen uitgevoerde portefeuillebeheeractiviteiten. Die periodieke overzichten bevatten een billijke en evenwichtige evaluatie van de verrichte activiteiten en van de prestaties van de portefeuille tijdens de verslagperiode, een bijgewerkt overzicht van de wijze waarop de verrichte activiteiten beantwoorden aan de voorkeuren, doelstellingen en andere kenmerken van de cliënt, alsmede bijgewerkte informatie over de in lid 1 bedoelde geschiktheidsbeoordeling of de in lid 12 bedoelde evaluatie.

Het in de eerste alinea van dit lid bedoelde periodieke overzicht wordt om de drie maanden verstrekt, behalve in gevallen waarin een cliënt toegang heeft tot een onlinesysteem met actuele waarderingen van de portefeuille van de cliënt en bijgewerkte informatie over de in lid 1 bedoelde geschiktheidsbeoordeling, en de aanbieder van cryptoactivadiensten over bewijs beschikt dat de cliënt ten minste eenmaal in het desbetreffende kwartaal een waardering heeft opgevraagd. Een dergelijk onlinesysteem wordt beschouwd als een elektronisch formaat.

15.   Uiterlijk op 30 december 2024 vaardigt de ESMA overeenkomstig artikel 16 van Verordening (EU) nr. 1095/2010 richtsnoeren uit waarin het volgende wordt gespecificeerd:

a)

de criteria voor de beoordeling van de kennis en bekwaamheid van cliënten overeenkomstig lid 2;

b)

de in lid 8 bedoelde informatie, en

c)

het formaat van het in lid 14 bedoelde periodieke overzicht.

Artikel 82

Verlening van cryptoactivaoverdrachtdiensten namens cliënten

1.   Aanbieders van cryptoactivadiensten die cryptoactivaoverdrachtdiensten verlenen namens cliënten sluiten met hun cliënten een overeenkomst waarin hun taken en verantwoordelijkheden nader zijn bepaald. Een dergelijke overeenkomst bevat ten minste de volgende elementen:

a)

de identiteit van de partijen bij de overeenkomst;

b)

een beschrijving van de modaliteiten van de verleende overdrachtdienst;

c)

een beschrijving van de door de aanbieder van cryptoactivadiensten gebruikte beveiligingssystemen;

d)

door de aanbieder van cryptoactivadiensten toegepaste vergoedingen;

e)

het toepasselijk recht.

2.   De ESMA vaardigt, in nauwe samenwerking met de EBA, overeenkomstig artikel 16 van Verordening (EU) nr. 1095/2010 richtsnoeren uit voor aanbieders van cryptoactivadiensten die cryptoactivaoverdrachtdiensten verlenen namens cliënten wat betreft procedures en beleidslijnen, waaronder de rechten van cliënten, in het kader van cryptoactivaoverdrachtdiensten.

HOOFDSTUK 4

Verwerving van aanbieders van cryptoactivadiensten

Artikel 83

Beoordeling van voorgenomen verwervingen van aanbieders van cryptoactivadiensten

1.   Iedere natuurlijke of rechtspersoon of alle dergelijke in onderlinge overeenstemming handelende personen (de “voorgenomen verwerver”) die hebben besloten om direct of indirect een gekwalificeerde deelneming in een aanbieder van cryptoactivadiensten te verwerven, dan wel direct of indirect een dergelijke gekwalificeerde deelneming te vergroten, waardoor het percentage van de gehouden stemrechten of de aandelen in het kapitaal 20 %, 30 % of 50 % bereikt of overschrijdt of waardoor die aanbieder van cryptoactivadiensten hun dochteronderneming wordt, geven de bevoegde autoriteit van die aanbieder van cryptoactivadiensten daarvan schriftelijk kennis, met vermelding van de omvang van de beoogde deelneming en de informatie die uit hoofde van de overeenkomstig artikel 84, lid 4, door de Commissie vastgestelde technische reguleringsnormen vereist is.

2.   Iedere natuurlijke of rechtspersoon die heeft besloten direct of indirect zijn gekwalificeerde deelneming in een aanbieder van cryptoactivadiensten te vervreemden, geeft alvorens die deelneming te vervreemden, de bevoegde autoriteit schriftelijk kennis van zijn besluit en vermeldt de omvang van dergelijke deelneming. Die persoon stelt de bevoegde autoriteit ook in kennis indien hij heeft besloten de omvang van een gekwalificeerde deelneming zodanig te verkleinen dat het percentage van de door hem gehouden stemrechten of aandelen in het kapitaal onder 10 %, 20 %, 30 % of 50 % daalt of dat de aanbieder van cryptoactivadiensten niet langer zijn dochteronderneming is.

3.   De bevoegde autoriteit zendt onmiddellijk en hoe dan ook binnen twee werkdagen na ontvangst van een kennisgeving krachtens lid 1 daarvan een schriftelijke ontvangstbevestiging.

4.   De bevoegde autoriteit beoordeelt de in lid 1 van dit artikel bedoelde voorgenomen verwerving en de informatie die is vereist op grond van de overeenkomstig artikel 84, lid 4, door de Commissie vastgestelde technische reguleringsnormen binnen 60 werkdagen vanaf de datum van de in lid 3 van dit artikel bedoelde schriftelijke ontvangstbevestiging. Wanneer de bevoegde autoriteit de ontvangst van de kennisgeving bevestigt, deelt zij de voorgenomen verwerver de datum mee waarop de beoordelingsperiode afloopt.

5.   Voor de toepassing van de in lid 4, bedoelde beoordeling kan de bevoegde autoriteit de autoriteiten die bevoegd zijn voor de bestrijding van het witwassen van geld en terrorismefinanciering en de financiële-inlichtingeneenheden raadplegen en houdt zij naar behoren rekening met hun standpunten.

6.   Wanneer de bevoegde autoriteit de in lid 4 bedoelde beoordeling uitvoert, kan zij van de voorgenomen verwerver alle aanvullende informatie verlangen die noodzakelijk is om die beoordeling af te ronden. Een dergelijk verzoek moet worden gedaan voordat de beoordeling is afgerond, en hoe dan ook uiterlijk op de vijftigste werkdag na de datum van de in lid 3 bedoelde schriftelijke ontvangstbevestiging. Dergelijke verzoeken worden schriftelijk gedaan en vermelden welke aanvullende informatie nodig is.

De bevoegde autoriteit schorten de in lid 4 bedoelde beoordelingsperiode op totdat zij de in de eerste alinea van dit lid bedoelde aanvullende informatie heeft ontvangen. De opschorting duurt ten hoogste 20 werkdagen. Verdere verzoeken van de bevoegde autoriteit om extra informatie of om verduidelijking van de ontvangen informatie resulteren niet in een verdere opschorting van de beoordelingsperiode.

De bevoegde autoriteit mag de in de tweede alinea van dit lid bedoelde opschorting met maximaal 30 werkdagen verlengen indien de voorgenomen verwerver zich buiten de Unie bevindt of door het recht van een derde land wordt gereguleerd.

7.   Een bevoegde autoriteiten die, na afronding van de in lid 4 bedoelde beoordeling besluit zich te verzetten tegen de in lid 1 bedoelde voorgenomen verwerving, stelt de voorgenomen verwerver daarvan in kennis binnen twee werkdagen en in elk geval vóór de in lid 4 bedoelde datum, in voorkomend geval verlengd overeenkomstig lid 6, tweede en derde alinea. De kennisgeving geeft de redenen voor een dergelijk besluit.

8.   Indien de bevoegde autoriteit zich niet tegen de in lid 1 bedoelde voorgenomen verwerving verzet vóór de in lid 4 bedoelde datum, in voorkomend geval verlengd overeenkomstig lid 6, tweede en derde alinea, wordt de voorgenomen verwerving geacht te zijn goedgekeurd.

9.   De bevoegde autoriteit mag voorzien in een maximumtermijn voor de voltooiing van de in lid 1 bedoelde voorgenomen verwerving en deze zo nodig verlengen.

Artikel 84

Inhoud van de beoordeling van voorgenomen verwervingen van aanbieders van cryptoactivadiensten

1.   Wanneer de bevoegde autoriteit de in artikel 83, lid 4, bedoelde beoordeling uitvoeren, toetst zij de geschiktheid van de voorgenomen verwerver en de financiële soliditeit van de voorgenomen verwerving als bedoeld in artikel 83, lid 1, aan elk van de volgende criteria af:

a)

de reputatie van de voorgenomen verwerver;

b)

de reputatie, kennis, vaardigheden en ervaring van personen die als gevolg van de voorgenomen verwerving verantwoordelijk zullen zijn voor de bedrijfsvoering van de aanbieder van cryptoactivadiensten;

c)

de financiële soliditeit van de voorgenomen verwerver, met name met betrekking tot de aard van de werkzaamheden die worden beoogd en nagestreefd met betrekking tot de aanbieder van cryptoactivadiensten waarin de verwerving is voorgenomen;

d)

de vraag of de aanbieder van cryptoactivadiensten in staat zal zijn aan de bepalingen van deze titel te voldoen en te blijven voldoen;

e)

de vraag of er redelijke gronden zijn om te vermoeden dat, in verband met de voorgenomen verwerving, geld wordt of werd witgewassen of terrorisme wordt of werd gefinancierd of dat wordt of werd gepoogd geld wit te wassen of terrorisme te financieren in de zin van artikel 1, respectievelijk lid 3 en lid 5, van Richtlijn (EU) 2015/849, of dat de voorgenomen verwerving het risico daarop zou kunnen vergroten;

2.   De bevoegde autoriteit mag zich enkel tegen de voorgenomen verwerving verzetten indien er daarvoor op basis van de criteria van lid 1 van dit artikel redelijke gronden zijn of indien de overeenkomstig artikel 83, lid 4, verstrekte informatie onvolledig of onjuist is.

3.   De lidstaten stellen geen voorafgaande voorwaarden aan de omvang van de gekwalificeerde deelneming die krachtens deze verordening kan worden verworven, en staan hun bevoegde autoriteiten evenmin toe de voorgenomen verwerving aan de economische marktbehoeften te toetsen.

4.   De ESMA ontwikkelt, in nauwe samenwerking met de EBA, ontwerpen van technische reguleringsnormen tot nadere bepaling van de gedetailleerde inhoud van de informatie die noodzakelijk is om de in artikel 83, lid 4, eerste alinea, bedoelde beoordeling uit te voeren. De vereiste informatie is relevant voor een prudentiële beoordeling, is evenredig en is aangepast aan de aard van de voorgenomen verwerver en de voorgenomen verwerving als bedoeld in artikel 83, lid 1.

De ESMA dient de in de eerste alinea bedoelde ontwerpen van technische reguleringsnormen uiterlijk op 30 juni 2024 in bij de Commissie.

Aan de Commissie wordt de bevoegdheid gedelegeerd om deze verordening aan te vullen door de in de eerste alinea van dit lid bedoelde technische reguleringsnormen vast te stellen overeenkomstig de artikelen 10 tot en met 14 van Verordening (EU) nr. 1095/2010.

HOOFDSTUK 5

Significante aanbieders van cryptoactivadiensten

Artikel 85

Identificatie van significante aanbieders van cryptoactivadiensten

1.   Een aanbieder van cryptoactivadiensten wordt als significant beschouwd indien hij in de Unie in één kalenderjaar gemiddeld ten minste 15 miljoen actieve gebruikers heeft, waarbij het gemiddelde wordt berekend als het gemiddelde van het dagelijkse aantal actieve gebruikers gedurende het volledige voorgaande kalenderjaar.

2.   Aanbieders van cryptoactivadiensten stellen hun bevoegde autoriteiten er binnen twee maanden van in kennis dat zij het in lid 1 genoemde aantal actieve gebruikers hebben bereikt. Indien de bevoegde autoriteit ermee instemt dat de in lid 1 genoemde drempel is bereikt, stelt zij de ESMA daarvan in kennis.

3.   Onverminderd de verantwoordelijkheden van bevoegde autoriteiten uit hoofde van deze verordening verschaffen de bevoegde autoriteiten van de lidstaten van herkomst aan de raad van toezichthouders van de ESMA jaarlijkse updates van de volgende ontwikkelingen op het gebied van toezicht met betrekking tot aanbieders van significante cryptoactivadiensten:

a)

lopende of afgegeven vergunningen als bedoeld in artikel 59;

b)

lopende of afgegeven procedures met betrekking tot de intrekking van vergunningen als bedoeld in artikel 64;

c)

de uitoefening van toezichthoudende bevoegdheden als bedoeld in artikel 94, lid 1, eerste alinea, punten b), c), e), f), g), y) en a bis).

De bevoegde autoriteit van de lidstaat van herkomst kan de raad van toezichthouders van de ESMA vaker updates verschaffen of de raad hiervan in kennis stellen voordat de bevoegde autoriteit van de lidstaat van herkomst een besluit neemt met betrekking tot de eerste alinea, punt a), b) of c).

4.   De in lid 3, tweede alinea, bedoelde kennisgeving kan worden gevolgd door een gedachtewisseling in de raad van toezichthouders van de ESMA.

5.   De ESMA kan in voorkomend geval gebruikmaken van haar bevoegdheden uit hoofde van de artikelen 29, 30, 31 en 31 ter van Verordening (EU) nr. 1095/2010.

TITEL VI

VOORKOMEN EN VERBIEDEN VAN MARKTMISBRUIK MET CRYPTOACTIVA

Artikel 86

Toepassingsgebied van de regels inzake marktmisbruik

1.   Deze titel is van toepassing op door personen gestelde handelingen die cryptoactiva betreffen die zijn toegelaten tot de handel of waarvoor een verzoek om toelating tot de handel is ingediend.

2.   Deze titel is eveneens van toepassing op transacties, orders of gedragingen met betrekking tot de in lid 1 bedoelde cryptoactiva, ongeacht of dergelijke transacties, orders of gedragingen plaatsvinden op een handelsplatform.

3.   Deze titel is van toepassing op elk handelen en nalaten, in de Unie en in derde landen, met betrekking tot de in lid 1 bedoelde cryptoactiva.

Artikel 87

Voorwetenschap

1.   Voor de toepassing van deze verordening omvat voorwetenschap de volgende soorten informatie:

a)

concrete, niet openbaar gemaakte informatie die direct of indirect betrekking heeft op een of meer uitgevers van cryptoactiva, aanbieders of personen die verzoeken om toelating tot de handel of op een of meer cryptoactiva en die, indien zij openbaar zou worden gemaakt, waarschijnlijk een significante invloed zou hebben op de koers van die cryptoactiva of van een daaraan verwant cryptoactivum;

b)

voor personen die zijn belast met de uitvoering van cryptoactivaorders namens cliënten, concrete informatie die door een cliënt wordt verstrekt en verband houdt met de lopende orders van de cliënt voor cryptoactiva die direct of indirect betrekking heeft op een of meer uitgevers, aanbieders of personen die verzoeken om toelating tot de handel of op een of meer cryptoactiva en die, indien zij openbaar zou worden gemaakt, waarschijnlijk een significante invloed zou hebben op de koers van die cryptoactiva of van een daaraan verwant cryptoactivum.

2.   Voor de toepassing van lid 1 wordt informatie geacht concreet te zijn indien zij betrekking heeft op een geheel van omstandigheden dat bestaat of waarvan redelijkerwijs mag worden aangenomen dat het zal ontstaan, dan wel op een gebeurtenis die heeft plaatsgevonden of waarvan redelijkerwijs mag worden aangenomen dat zij zal plaatsvinden, en indien de informatie specifiek genoeg is om er een conclusie uit te trekken omtrent de mogelijke invloed van bovenbedoelde omstandigheden of gebeurtenis op de koers van cryptoactiva. In het geval van een in de tijd gespreid proces dat erop is gericht bepaalde omstandigheden of een gebeurtenis te doen plaatsvinden, of dat resulteert in bepaalde omstandigheden of een bepaalde gebeurtenis, kunnen deze toekomstige omstandigheden of deze toekomstige gebeurtenis, alsook de tussenstappen in dat proces die verband houden met het ontstaan of het plaatsvinden van die toekomstige omstandigheden of gebeurtenis, in dit verband als concrete informatie worden beschouwd.

3.   Een tussenstap in een in de tijd gespreid proces wordt beschouwd als voorwetenschap indien deze tussenstap op zich voldoet aan de in lid 2 bedoelde criteria voor voorwetenschap.

4.   Voor de toepassing van lid 1 wordt onder informatie die, indien zij openbaar zou worden gemaakt, waarschijnlijk een significante invloed zou hebben op de koers van cryptoactiva, informatie verstaan die een redelijke cryptoactivahouder waarschijnlijk zou gebruiken als een grondslag voor beleggingsbeslissingen.

Artikel 88

Openbaarmaking van voorwetenschap aan het publiek

1.   Uitgevers, aanbieders en personen die verzoeken om toelating tot de handel, stellen het publiek zo spoedig mogelijk in kennis van in artikel 87 bedoelde voorwetenschap die direct op hen betrekking heeft, op zodanige wijze dat die informatie snel toegankelijk is voor en volledig, correct en tijdig kan worden beoordeeld door het publiek. Uitgevers, aanbieders en personen die verzoeken om toelating tot de handel, combineren de openbaarmaking van voorwetenschap aan het publiek niet met het maken van reclame voor hun activiteiten. Uitgevers, aanbieders en personen die verzoeken om toelating tot de handel, plaatsen alle voorwetenschap die zij openbaar moeten maken op hun website en zorgen ervoor dat die voorwetenschap gedurende een periode van ten minste vijf jaar toegankelijk blijft.

2.   Uitgevers, aanbieders en personen die verzoeken om toelating tot de handel, kunnen, op hun eigen verantwoordelijkheid, de openbaarmaking van in artikel 87 bedoelde voorwetenschap uitstellen mits aan al de volgende voorwaarden wordt voldaan:

a)

onmiddellijke openbaarmaking zou waarschijnlijk schade toebrengen aan de rechtmatige belangen van de uitgevers, de aanbieders of de personen die verzoeken om toelating tot de handel;

b)

het is niet waarschijnlijk dat het publiek door het uitstel van de openbaarmaking zou worden misleid;

c)

uitgevers, aanbieders of personen die verzoeken om toelating tot de handel, zijn in staat om te zorgen voor de vertrouwelijkheid van die informatie.

3.   Indien een uitgever, een aanbieder of een persoon die verzoekt om toelating tot de handel de openbaarmaking van voorwetenschap overeenkomstig lid 2 heeft uitgesteld, stelt hij de bevoegde autoriteit daarvan onmiddellijk nadat de informatie openbaar is gemaakt aan het publiek in kennis en zet hij schriftelijk uiteen op welke manier aan de in lid 2 uiteengezette voorwaarden is voldaan. Bij wijze van alternatief kunnen de lidstaten bepalen dat een afschrift van een dergelijke toelichting enkel op verzoek van de bevoegde autoriteit hoeft te worden overlegd.

4.   Om eenvormige voorwaarden voor de toepassing van dit artikel te waarborgen, ontwikkelt de ESMA ontwerpen van technische uitvoeringsnormen tot bepaling van de technische middelen voor:

a)

passende openbaarmaking aan het publiek van voorwetenschap als bedoeld in lid 1, en

b)

uitstel van openbaarmaking aan het publiek van voorwetenschap als bedoeld in de leden 2 en 3.

De ESMA dient de in de eerste alinea bedoelde ontwerpen van technische uitvoeringsnormen uiterlijk op 30 juni 2024 in bij de Commissie.

Aan de Commissie wordt de bevoegdheid verleend om de in de eerste alinea van dit lid bedoelde technische uitvoeringsnormen vast te stellen overeenkomstig artikel 15 van Verordening (EU) nr. 1095/2010.

Artikel 89

Verbod op handel met voorwetenschap

1.   Voor de toepassing van deze verordening wordt geacht dat handel met voorwetenschap zich voordoet wanneer een persoon die over voorwetenschap beschikt, die informatie gebruikt om cryptoactiva waarop die informatie betrekking heeft, direct of indirect voor eigen rekening of voor rekening van een derde te verwerven of te vervreemden. Het gebruik van voorwetenschap door het annuleren of wijzigen van een order met betrekking tot een cryptoactivum waarop de informatie betrekking heeft terwijl de order werd geplaatst voordat de betrokkene over de voorwetenschap beschikte, wordt eveneens als handel met voorwetenschap beschouwd. Het gebruik van voorwetenschap omvat ook het indienen, wijzigen of intrekken van een bod door een persoon voor eigen rekening of voor rekening van een derde.

2.   Niemand handelt of doet een poging te handelen met voorwetenschap of gebruikt voorwetenschap over cryptoactiva om die cryptoactiva direct of indirect voor eigen rekening of voor rekening van een derde te verwerven of te vervreemden. Niemand beveelt anderen aan te handelen met voorwetenschap of spoort anderen ertoe aan te handelen met voorwetenschap.

3.   Niemand die over voorwetenschap over cryptoactiva beschikt, beveelt anderen op basis van die voorwetenschap aan of spoort anderen er op basis van die voorwetenschap toe aan:

a)

die cryptoactiva te verwerven of te vervreemden, of

b)

een order voor die cryptoactiva te annuleren of te wijzigen.

4.   Het gebruik van een aanbeveling of aansporing als bedoeld in lid 3 komt neer op handel met voorwetenschap in de zin van dit artikel indien de persoon die gebruikmaakt van die aanbeveling of aansporing weet of behoort te weten dat deze op voorwetenschap berust.

5.   Dit artikel geldt voor iedere persoon die over voorwetenschap beschikt omdat deze persoon:

a)

lid is van het bestuurs-, leidinggevend of toezichthoudend orgaan van de uitgever, de aanbieder of de persoon die verzoekt om toelating tot de handel;

b)

een deelneming bezit in het kapitaal van de uitgever, de aanbieder of de persoon die verzoekt om toelating tot de handel;

c)

toegang heeft tot de informatie door de uitoefening van een betrekking, beroep of functie, of in verband met zijn rol in de distributed-ledger-technologie of soortgelijke technologie, of

d)

betrokken is bij criminele activiteiten.

Dit artikel is ook van toepassing op iedere persoon die over voorwetenschap beschikt onder andere omstandigheden dan de in de eerste alinea bedoelde omstandigheden en weet of behoort te weten dat het voorwetenschap betreft.

6.   Indien de in lid 1 bedoelde persoon een rechtspersoon is, is dit artikel overeenkomstig het nationale recht van toepassing op de natuurlijke personen die betrokken zijn bij het besluit om de verwerving, vervreemding, annulering of wijziging van een order voor rekening van de betrokken rechtspersoon uit te voeren.

Artikel 90

Verbod op onrechtmatige openbaarmaking van voorwetenschap

1.   Niemand die beschikt over voorwetenschap maakt de voorwetenschap op onrechtmatige wijze aan anderen openbaar, tenzij die openbaarmaking plaatsvindt uit hoofde van de normale uitoefening van een betrekking, beroep of functie.

2.   De verdere openbaarmaking van de in artikel 89, lid 4, bedoelde aanbevelingen of aansporingen vormt een onrechtmatige openbaarmaking van voorwetenschap indien de persoon die de aanbeveling of aansporing openbaar maakt, weet of behoort te weten dat het op voorwetenschap berust.

Artikel 91

Verbod op marktmanipulatie

1.   Niemand laat zich in of doet een poging zich in te laten met marktmanipulatie.

2.   Voor de toepassing van deze verordening omvat marktmanipulatie de volgende activiteiten:

a)

tenzij uitgevoerd om legitieme redenen, het aangaan van een transactie, het plaatsen van een handelsorder of zich inlaten met elke andere gedraging die:

i)

onjuiste of misleidende signalen geeft of dreigt te geven met betrekking tot het aanbod van, de vraag naar of de koers van een cryptoactivum;

ii)

de koers van een of meer cryptoactiva op een abnormaal of kunstmatig niveau brengt of waarschijnlijk zal brengen;

b)

het aangaan van een transactie, het plaatsen van een handelsorder of elke andere activiteit of gedraging die gevolgen heeft of waarschijnlijk gevolgen heeft voor de koers van één of meer cryptoactiva, waarbij van een kunstgreep of enigerlei andere vorm van bedrog of misleiding wordt gebruikgemaakt;

c)

de verspreiding van informatie via de media, met inbegrip van internet, of via andere kanalen, waardoor onjuiste of misleidende signalen worden gegeven of waarschijnlijk worden gegeven met betrekking tot het aanbod van, de vraag naar of de koers van één of meer cryptoactiva, of waardoor de koers van één of meer cryptoactiva op een abnormaal of kunstmatig niveau wordt gebracht of waarschijnlijk zal worden gebracht, met inbegrip van de verspreiding van geruchten terwijl de persoon die de informatie verspreidde, wist of behoorde te weten dat deze onjuist of misleidend was.

3.   Onder meer de volgende gedragingen worden aangemerkt als marktmanipulatie:

a)

het verwerven van een machtspositie ten aanzien van het aanbod van of de vraag naar een cryptoactivum met als gevolg of waarschijnlijk gevolg dat direct of indirect aan- of verkoopkoersen op een bepaald niveau worden vastgelegd of andere onbillijke handelsvoorwaarden worden gecreëerd of waarschijnlijk zullen worden gecreëerd;

b)

het plaatsen van orders op een cryptoactivahandelsplatform, met inbegrip van de annulering of wijziging van orders, door elk beschikbaar handelsmiddel, met een of meer van de in lid 2, punt a), bedoelde effecten, door:

i)

het functioneren van het cryptoactivahandelsplatform te verstoren of te vertragen of zich in te laten met activiteiten die waarschijnlijk dat effect zullen hebben;

ii)

het voor anderen moeilijker te maken om authentieke orders op het cryptoactivahandelsplatform te identificeren of zich in te laten met activiteiten die waarschijnlijk dat effect zullen hebben, onder meer door orders te plaatsen die leiden tot de destabilisatie van het normale functioneren van het cryptoactivahandelsplatform;

iii)

een onjuist of misleidend signaal te geven over het aanbod van of de vraag naar of de koers van een cryptoactivum, met name door orders te plaatsen om een trend te starten of te versterken, of zich in te laten met activiteiten die waarschijnlijk dat effect zullen hebben;

c)

het voordeel halen uit incidentele of regelmatige toegang tot de traditionele of elektronische media door een oordeel over een cryptoactivum kenbaar te maken na eerst posities ten aanzien van dat cryptoactivum te hebben ingenomen, om nadien voordeel te halen uit het effect dat dit kenbaar gemaakte oordeel heeft gehad op de koers van dat cryptoactivum, zonder tegelijkertijd dat belangenconflict naar behoren en daadwerkelijk openbaar te hebben gemaakt.

Artikel 92

Preventie en opsporing van marktmisbruik

1.   Iedere persoon die beroepshalve transacties in cryptoactiva tot stand brengt of uitvoert, beschikt over doeltreffende regelingen, systemen en procedures voor de preventie en opsporing van marktmisbruik. Die persoon is onderworpen aan de meldingsvoorschriften van de lidstaat waar hij geregistreerd is of waar zijn hoofdkantoor is gelegen, of, ingeval het een bijkantoor betreft, de lidstaat waar het bijkantoor zich bevindt, en hij meldt onmiddellijk aan de bevoegde autoriteit van die lidstaat elk redelijk vermoeden met betrekking tot een order of transactie, waaronder elke annulering of wijziging daarvan, en andere aspecten van de werking van de distributed-ledger-technologie, zoals het consensusmechanisme, dat er sprake kan zijn van omstandigheden die erop wijzen dat er marktmisbruik is, wordt of waarschijnlijk zal worden gepleegd.

De bevoegde autoriteiten die een melding van verdachte orders of transacties ontvangen, geven dergelijke informatie onmiddellijk door aan de bevoegde autoriteiten van de betrokken handelsplatforms.

2.   De ESMA ontwikkelt ontwerpen van technische reguleringsnormen tot nadere bepaling van:

a)

passende regelingen, systemen en procedures met behulp waarvan personen aan lid 1 kunnen voldoen;

b)

de templates die personen moeten gebruiken om aan de lid 1 te voldoen;

c)

voor situaties waarbij sprake is van grensoverschrijdend marktmisbruik, coördinatieprocedures tussen de relevante bevoegde autoriteiten voor de opsporing en bestraffing van marktmisbruik.

De ESMA dient de in de eerste alinea bedoelde ontwerpen van technische reguleringsnormen uiterlijk op 30 december 2024 in bij de Commissie

3.   Om te zorgen voor consistentie met betrekking tot de in dit artikel bedoelde toezichthoudende praktijken, vaardigt de ESMA overeenkomstig artikel 16 van Verordening (EU) nr. 1095/2010 uiterlijk op 30 juni 2025 richtsnoeren uit inzake toezichthoudende praktijken onder de bevoegde autoriteiten ter preventie en opsporing van marktmisbruik, indien deze niet reeds onder de in lid 2 bedoelde technische reguleringsnormen vallen.

TITEL VII

BEVOEGDE AUTORITEITEN, DE EBA EN DE ESMA

HOOFDSTUK 1

Bevoegdheden van de bevoegde autoriteiten en samenwerking tussen de bevoegde autoriteiten, de EBA en de ESMA

Artikel 93

Bevoegde autoriteiten

1.   De lidstaten wijzen de bevoegde autoriteiten aan die met de vervulling van de in deze verordening vastgestelde functies en taken belast zijn. De lidstaten stellen de EBA en de ESMA van die bevoegde autoriteiten in kennis.

2.   Indien de lidstaten op grond van lid 1 meer dan één bevoegde autoriteit aanwijzen, bepalen zij de respectieve taken van die autoriteiten en wijzen zij één bevoegde autoriteit aan als het centrale aanspreekpunt voor grensoverschrijdende administratieve samenwerking tussen de bevoegde autoriteiten en met de EBA en de ESMA. lidstaten mogen voor elke van deze soorten administratieve samenwerking een ander centraal aanspreekpunt aanwijzen.

3.   De ESMA publiceert op haar website een lijst van de overeenkomstig de leden 1 en 2 aangewezen bevoegde autoriteiten.

Artikel 94

Bevoegdheden van de bevoegde autoriteiten

1.   Ter vervulling van hun taken krachtens de titels II tot en met VI van deze verordening beschikken de bevoegde autoriteiten overeenkomstig het nationale recht ten minste over de volgende toezichthoudende en onderzoeksbevoegdheden:

a)

zij kunnen van personen verlangen dat zij informatie en documenten verstrekken waarvan de bevoegde autoriteiten van oordeel zijn dat ze van belang kunnen zijn voor de uitoefening van hun taken;

b)

zij kunnen het aanbieden van cryptoactivadiensten telkens voor maximaal 30 opeenvolgende werkdagen opschorten of van aanbieders van cryptoactivadiensten verlangen dat zij dit doen, indien er redelijke gronden zijn om te vermoeden dat inbreuk is gemaakt op deze verordening;

c)

zij kunnen het aanbieden van cryptoactivadiensten verbieden, indien zij vaststellen dat inbreuk is gemaakt op deze verordening;

d)

zij kunnen alle essentiële informatie die gevolgen kan hebben voor het aanbieden van cryptoactivadiensten, openbaar maken of van aanbieders van de betreffende cryptoactivadiensten verlangen dat zij dit doen, om de bescherming van de belangen van cliënten, en met name individuele houders, of de vlotte werking van de markt te garanderen;

e)

zij kunnen openbaar maken dat aanbieders van cryptoactivadiensten hun verplichtingen niet nakomen;

f)

zij kunnen het aanbieden van cryptoactivadiensten opschorten of van aanbieders van cryptoactivadiensten verlangen dat zij dit doen, indien zij van oordeel zijn dat de aanbieders van cryptoactivadiensten in een zodanige situatie verkeren dat het aanbieden van de cryptoactivadiensten schadelijk zou zijn voor de belangen van cliënten, en met name individuele houders;

g)

zij kunnen de overdracht van bestaande overeenkomsten aan een andere aanbieder van cryptoactivadiensten verlangen indien de vergunning van een aanbieder van cryptoactivadiensten overeenkomstig artikel 64 wordt ingetrokken, op voorwaarde dat de cliënten en de aanbieder van cryptoactivadiensten aan wie de overeenkomsten worden overgedragen daarmee instemmen;

h)

zij kunnen, indien er redenen zijn om aan te nemen dat personen zonder vergunning cryptoactivadiensten aanbieden, de onmiddellijke stopzetting van de activiteit gelasten zonder voorafgaande waarschuwing of zonder dat een termijn wordt opgelegd;

i)

zij kunnen van aanbieders, personen die verzoeken om toelating tot de handel van cryptoactiva, of uitgevers van activagerelateerde tokens of e-moneytokens verlangen dat zij hun cryptoactivawitboek wijzigen of hun gewijzigde cryptoactivawitboek verder aanpassen, indien zij vaststellen dat het cryptoactivawitboek of het gewijzigde cryptoactivawitboek niet de op grond van artikel 6, 19 of 51 vereiste informatie bevat;

j)

zij kunnen van aanbieders, personen die verzoeken om toelating tot de handel van cryptoactiva, of uitgevers van activagerelateerde tokens of e-moneytokens verlangen dat zij hun reclame-uitingen wijzigen, indien zij vaststellen dat de reclame-uitingen niet voldoen aan de in artikel 7, 29 of 53 van deze verordening uiteengezette vereisten;

k)

zij kunnen van aanbieders, personen die verzoeken om toelating tot de handel van cryptoactiva, of uitgevers van activagerelateerde tokens en e-moneytokens verlangen dat zij aanvullende informatie in hun cryptoactivawitboek opnemen indien dit noodzakelijk is voor de financiële stabiliteit of de bescherming van de belangen van de cryptoactivahouders, en met name individuele houders;

l)

zij kunnen een aanbieding aan het publiek of een toelating tot de handel in cryptoactiva telkens voor maximaal 30 opeenvolgende werkdagen opschorten, indien er op enig moment redelijke gronden zijn om te vermoeden dat inbreuk is gemaakt op deze verordening;

m)

zij kunnen een aanbieding aan het publiek of een toelating tot de handel in cryptoactiva verbieden, indien zij vaststellen dat inbreuk is gemaakt op deze verordening of indien er redelijke gronden zijn om te vermoeden dat daarop inbreuk zal worden gemaakt;

n)

zij kunnen de handel in cryptoactiva telkens voor maximaal 30 opeenvolgende werkdagen opschorten of van een aanbieder van cryptoactivadiensten die een cryptoactivahandelsplatform exploiteert, verlangen dat hij dit doen, indien er redelijke gronden zijn om te vermoeden dat inbreuk is gemaakt op deze verordening;

o)

zij kunnen de handel in cryptoactiva op een cryptoactivahandelsplatform verbieden, indien zij vaststellen dat inbreuk is gemaakt op deze verordening of indien er redelijke gronden zijn om te vermoeden dat daarop inbreuk zal worden gemaakt;

p)

zij kunnen reclame-uitingen opschorten of verbieden indien er redelijke gronden zijn om te vermoeden dat inbreuk is gemaakt op deze verordening;

q)

zij kunnen van aanbieders, personen die verzoeken om toelating tot de handel in cryptoactiva, uitgevers van activagerelateerde tokens of e-moneytokens, of betrokken aanbieders van cryptoactivadiensten verlangen dat zij hun reclame-uitingen telkens voor maximaal 30 opeenvolgende werkdagen staken of schorsen, indien er redelijke gronden zijn om te vermoeden dat inbreuk is gemaakt op deze verordening;

r)

zij kunnen openbaar maken dat een aanbieder, een persoon die verzoekt om toelating tot de handel in een cryptoactivum of een uitgever van een activagerelateerde token of e-moneytoken zijn verplichtingen uit hoofde van deze verordening niet nakomt;

s)

zij kunnen alle essentiële informatie openbaar maken die gevolgen kan hebben voor de beoordeling van het cryptoactivum dat aan het publiek wordt aangeboden of dat tot de handel is toegelaten, of van de aanbieder, de persoon die verzoekt om toelating tot de handel in een cryptoactivum of de uitgever van de activagerelateerde token of e-moneytoken verlangen dat zij dit doen, om de bescherming van de belangen van cryptoactivahouders, en met name individuele houders, of de vlotte werking van de markt te garanderen;

t)

zij kunnen de handel in cryptoactiva opschorten of van de betrokken aanbieder van cryptoactivadiensten die het cryptoactivahandelsplatform exploiteert, verlangen dat hij dit doet, indien zij van oordeel zijn dat de aanbieder, de persoon die verzoekt om toelating tot de handel van een cryptoactivum of de uitgever van een activagerelateerde token of e-moneytoken in een zodanige situatie verkeert dat de handel schadelijk zou zijn voor de belangen van de cryptoactivahouders, en met name individuele houders;

u)

zij kunnen, indien er een reden is om aan te nemen dat een persoon zonder vergunning activagerelateerde tokens of e-moneytokens uitgeeft of andere cryptoactiva dan activagerelateerde tokens of e-moneytokens aanbiedt of om toelating tot de handel daarvan verzoekt zonder dat hij overeenkomstig artikel 8 van een cryptoactivawitboek heeft kennisgegeven, de onmiddellijke staking van de activiteit gelasten zonder voorafgaande waarschuwing of zonder dat een termijn wordt opgelegd;

v)

zij kunnen alle soorten maatregelen nemen om ervoor te zorgen dat een aanbieder of een persoon die om toelating tot de handel in cryptoactiva verzoeken, een uitgever van een activagerelateerde token of e-moneytoken, of een aanbieder van cryptoactivadiensten deze verordening naleven, en kunnen onder meer de staking verlangen van alle praktijken of gedragingen die volgens de bevoegde autoriteiten tegen deze verordening indruisen;

w)

zij kunnen inspecties of onderzoeken ter plaatse verrichten, behalve in private woningen van natuurlijke personen, en daartoe lokalen betreden om toegang te krijgen tot documenten en andere gegevens in eender welke vorm;

x)

zij kunnen verificaties of onderzoeken uitbesteden aan auditors of deskundigen;

y)

zij kunnen verlangen dat een natuurlijke persoon uit het leidinggevende orgaan van een uitgever van een activagerelateerde token of een aanbieder van cryptoactivadiensten wordt verwijderd;

z)

zij kunnen personen verzoeken maatregelen te nemen om de omvang van hun positie of blootstelling aan cryptoactiva te verkleinen;

a bis)

zij kunnen, indien er geen andere doeltreffende middelen zijn om een eind te maken aan de inbreuk op deze verordening en het risico op ernstige schade aan de belangen van cliënten of cryptoactivahouders te voorkomen, alle noodzakelijke maatregelen te nemen, ook door een derde partij of een overheidsdienst te verzoeken dergelijke maatregelen uit te voeren, om:

i)

inhoud te verwijderen van een online interface of de toegang ertoe beperken, of de duidelijke weergave van een waarschuwing aan cliënten en cryptoactivahouders te gelasten wanneer zij zich toegang tot de online interface verschaffen;

ii)

een aanbieder van hostingdiensten te gelasten de toegang tot een online interface te deactiveren, te blokkeren of te beperken, of

iii)

domeinregisters of registrerende instanties te gelasten een volledig gekwalificeerde domeinnaam te schrappen en deze door de betrokken bevoegde instantie te laten opnemen in een register;

a ter)

zij kunnen van een uitgever van een activagerelateerde token of e-moneytoken verlangen dat hij overeenkomstig artikel 23, lid 4, artikel 24, lid 3, of artikel 58, lid 3, een minimumdenominatiewaarde invoert of het uitgegeven bedrag beperkt.

2.   De toezichthoudende en onderzoeksbevoegdheden die worden uitgeoefend met betrekking tot aanbieders, personen die verzoeken om toelating tot de handel en uitgevers van cryptoactiva doen geen afbreuk aan de bevoegdheden die aan diezelfde of andere toezichthoudende autoriteiten zijn verleend met betrekking tot die entiteiten, met inbegrip van de bevoegdheden die krachtens de nationaalrechtelijke bepalingen tot omzetting van Richtlijn 2009/110/EG aan de betrokken bevoegde autoriteiten zijn verleend en de bevoegdheden inzake prudentieel toezicht die krachtens Verordening (EU) nr. 1024/2013 aan de ECB zijn verleend.

3.   Ter vervulling van hun taken uit hoofde van titel VI beschikken de bevoegde autoriteiten, overeenkomstig het nationale recht, naast de in lid 1 genoemde bevoegdheden, ten minste over de volgende toezichthoudende en onderzoeksbevoegdheden:

a)

het verkrijgen van inzage in alle documenten en gegevens in eender welke vorm, en het ontvangen of maken van een afschrift daarvan;

b)

het verlangen van of verzoeken om informatie van iedere persoon, met inbegrip van degenen die achtereenvolgens betrokken zijn bij het doorgeven van orders of het uitvoeren van de desbetreffende operaties, alsook hun opdrachtgevers, en in voorkomend geval, het oproepen en ondervragen van een dergelijke persoon om informatie te verkrijgen;

c)

het betreden van lokalen van natuurlijke en rechtspersonen om documenten en andere gegevens in eender welke vorm in beslag te nemen indien er een redelijk vermoeden bestaat dat documenten of andere gegevens die op het voorwerp van de inspectie of het onderzoek betrekking hebben, relevant zouden kunnen zijn als bewijsmateriaal voor een geval van handel met voorwetenschap of marktmanipulatie;

d)

het doorverwijzen van een zaak voor strafrechtelijke vervolging;

e)

het verlangen, voor zover dat door het nationale recht is toegestaan, van bestaande overzichten van dataverkeer waarover een telecommunicatiebedrijf beschikt, indien er een redelijk vermoeden bestaat dat inbreuk is gemaakt op de artikelen 88, 89, 90 en 91 en indien dergelijke overzichten relevant kunnen zijn voor het onderzoek naar een inbreuk op de artikelen 88 tot en met 91;

f)

het verzoeken om bevriezing van en/of beslaglegging op activa;

g)

het opleggen van een tijdelijk verbod op beroepsuitoefening;

h)

het nemen van alle maatregelen die noodzakelijk zijn om ervoor te zorgen dat het publiek juist wordt geïnformeerd, onder meer door onjuiste of misleidende openbaar gemaakte informatie te rectificeren, met inbegrip van het verplichten van een aanbieder, een persoon die verzoekt om toelating tot de handel, een uitgever of een andere persoon die onjuiste of misleidende informatie heeft gepubliceerd of verspreid, om een rectificatie te publiceren.

4.   Indien het nationale recht dit vereist, kan de bevoegde autoriteit de bevoegde rechterlijke instantie verzoeken zich uit te spreken over het gebruik van de in de leden 1 en 2 genoemde bevoegdheden.

5.   De bevoegde autoriteiten oefenen de in de leden 1 en 2 genoemde bevoegdheden op een of meer van de volgende wijzen uit:

a)

op rechtstreekse wijze;

b)

in samenwerking met andere autoriteiten, waaronder autoriteiten die bevoegd zijn voor de preventie en bestrijding van het witwassen van geld en terrorismefinanciering;

c)

onder hun verantwoordelijkheid door middel van delegatie aan de in punt b) bedoelde autoriteiten;

d)

door middel van een verzoek tot de bevoegde rechterlijke instanties.

6.   De lidstaten zorgen ervoor dat is voorzien in passende maatregelen opdat de bevoegde autoriteiten alle toezichthoudende en onderzoeksbevoegdheden kunnen uitoefenen die nodig zijn om hun taken uit te voeren.

7.   Personen die overeenkomstig deze verordening informatie aan de bevoegde autoriteit verstrekken, worden niet geacht inbreuk te maken op een door een overeenkomst of een wettelijke of bestuursrechtelijke bepaling opgelegde beperking inzake de openbaarmaking van informatie, en zijn niet onderworpen aan enige vorm van aansprakelijkheid in verband met een dergelijke kennisgeving.

Artikel 95

Samenwerking tussen bevoegde autoriteit

1.   De bevoegde autoriteiten werken voor de toepassing van deze verordening onderling samen. De bevoegde autoriteiten verlenen bijstand aan de bevoegde autoriteiten van andere lidstaten, alsook aan de EBA en de ESMA. Zij wisselen informatie onverwijld uit en werken samen bij onderzoeks-, toezichthoudende en handhavingsactiviteiten.

Indien lidstaten overeenkomstig artikel 111, lid 1, tweede alinea, hebben besloten voor de inbreuken op deze verordening overeenkomstig artikel 111, lid 1, eerste alinea strafrechtelijke sancties vast te stellen, zorgen zij ervoor dat er is voorzien in passende maatregelen opdat de bevoegde autoriteiten over alle noodzakelijke bevoegdheden beschikken om met de gerechtelijke, de met vervolging belaste of de strafrechtelijke autoriteiten in hun rechtsgebied te communiceren teneinde specifieke informatie te ontvangen over lopende strafrechtelijke onderzoeken naar en procedures in verband met inbreuken op deze verordening, en dezelfde informatie aan andere bevoegde autoriteiten en aan de EBA en de ESMA te verstrekken, teneinde aan hun verplichting tot samenwerking voor de toepassing van deze verordening te voldoen.

2.   Bevoegde autoriteiten mogen alleen in de volgende gevallen weigeren in te gaan op een verzoek om informatie of een verzoek om samen te werken met een onderzoek:

a)

indien de verstrekking van de betrokken informatie de veiligheid van de aangezochte lidstaat, met name wat betreft de bestrijding van terrorisme en andere ernstige strafbare feiten, ongunstig zou kunnen beïnvloeden;

b)

indien ingaan op het verzoek hun eigen onderzoek, handhavingsactiviteiten of, in voorkomend geval, een strafrechtelijk onderzoek ongunstig zou kunnen beïnvloeden;

c)

indien voor dezelfde feiten en tegen dezelfde natuurlijke of rechtspersonen reeds een procedure bij de rechterlijke instanties van de aangezochte lidstaat is ingeleid;

d)

indien in de aangezochte lidstaat ten aanzien van deze natuurlijke of rechtspersonen voor dezelfde feiten reeds een definitieve rechterlijke uitspraak is gedaan.

3.   De bevoegde autoriteiten verstrekken, op verzoek, onverwijld alle informatie die vereist is voor de toepassing van deze verordening.

4.   Een bevoegde autoriteit kan bij inspecties of onderzoeken ter plaatse de bevoegde autoriteiten van een andere lidstaat om bijstand verzoeken.

Een verzoekende bevoegde autoriteit stelt de EBA en de ESMA in kennis van alle verzoeken die op grond van de eerste alinea worden ingediend. Indien een bevoegde autoriteit van een bevoegde autoriteit van een andere lidstaat een verzoek ontvangt om een inspectie of een onderzoek ter plaatse te verrichten, kan zij:

a)

de inspectie ter plaatse of het onderzoek zelf uitvoeren;

b)

de bevoegde autoriteit die het verzoek heeft ingediend, toestaan om aan een inspectie ter plaatse of een onderzoek deel te nemen;

c)

de bevoegde autoriteit die het verzoek heeft ingediend, toestaan om de inspectie ter plaatse of het onderzoek zelf uit te voeren;

d)

specifieke taken in verband met de toezichthoudende werkzaamheden samen met andere bevoegde autoriteiten vervullen.

5.   In het geval van een inspectie of onderzoek ter plaatse als bedoeld in lid 4, coördineert de ESMA de inspectie of het onderzoek indien een van de bevoegde autoriteiten daarom verzoekt.

Indien de inspectie of het onderzoek ter plaatse als bedoeld in lid 4, een uitgever van een activagerelateerde token of e-moneytoken dan wel cryptoactivadiensten met betrekking tot activagerelateerde tokens of e-moneytokens betreft, coördineert de EBA de inspectie of het onderzoek indien een van de bevoegde autoriteiten daarom verzoekt.

6.   De bevoegde autoriteiten kunnen de zaak onder de aandacht van de ESMA brengen in situaties waarin een verzoek om samenwerking, en met name een verzoek om informatie-uitwisseling, is afgewezen of niet binnen een redelijke termijn is gehonoreerd. Artikel 19, lid 4, van Verordening (EU) nr. 1095/2010 is in dergelijke gevallen van overeenkomstige toepassing.

7.   In afwijking van lid 6 van dit artikel kunnen de bevoegde autoriteiten gevallen waarin een verzoek om samenwerking, en met name een verzoek om informatie over een uitgever van een activagerelateerde token of e-moneytoken dan wel cryptoactivadiensten met betrekking tot activagerelateerde tokens of e-moneytokens, is afgewezen of niet binnen een redelijke termijn is ingewilligd, onder de aandacht van de EBA brengen. Artikel 19, lid 4, van Verordening (EU) nr. 1093/2010 is in dergelijke gevallen van overeenkomstige toepassing.

8.   De bevoegde autoriteiten zorgen voor een nauwe coördinatie van hun toezicht om inbreuken op deze verordening vast te stellen en te verhelpen, beste praktijken te ontwikkelen en te bevorderen, samenwerking te faciliteren en een consistente uitlegging te bevorderen, en verstrekken jurisdictieoverschrijdende beoordelingen bij meningsverschillen.

Voor de toepassing van de eerste alinea van dit lid vervullen de EBA en de ESMA een coördinerende rol tussen de bevoegde autoriteiten en de in artikel 119 bedoelde toezichthoudende colleges, teneinde een gemeenschappelijke toezichtcultuur en consistente toezichthoudende praktijken tot stand te brengen en voor eenvormige procedures te zorgen.

9.   Indien een bevoegde autoriteit vaststelt dat niet is voldaan aan een van de vereisten van deze verordening, of redenen heeft om aan te nemen dat dit het geval is, brengt zij de bevoegde autoriteit van de entiteit of entiteiten die van die inbreuk wordt of worden verdacht op voldoende gedetailleerde wijze van haar bevindingen op de hoogte.

10.   De ESMA ontwikkelt, in nauwe samenwerking met de EBA, ontwerpen van technische reguleringsnormen tot nadere bepaling van de overeenkomstig lid 1 tussen de bevoegde autoriteiten uit te wisselen informatie.

De ESMA dient de in de eerste alinea bedoelde ontwerpen van technische reguleringsnormen uiterlijk op 30 juni 2024 in bij de Commissie.

Aan de Commissie wordt de bevoegdheid gedelegeerd om deze verordening aan te vullen door de in de eerste alinea van dit lid bedoelde technische reguleringsnormen vast te stellen overeenkomstig de artikelen 10 tot en met 14 van Verordening (EU) nr. 1095/2010.

11.   De ESMA ontwikkelt, in nauwe samenwerking met de EBA, ontwerpen van technische uitvoeringsnormen tot vaststelling van standaardformulieren, templates en procedures voor de samenwerking en informatie-uitwisseling tussen bevoegde autoriteiten.

De ESMA dient de in de eerste alinea bedoelde ontwerpen van technische uitvoeringsnormen uiterlijk op 30 juni 2024 in bij de Commissie.

Aan de Commissie wordt de bevoegdheid verleend om de in de eerste alinea van dit lid bedoelde technische uitvoeringsnormen vast te stellen overeenkomstig artikel 15 van Verordening (EU) nr. 1095/2010.

Artikel 96

Samenwerking met de EBA en de ESMA

1.   Voor de toepassing van deze verordening werken de bevoegde autoriteiten nauw samen met de ESMA overeenkomstig Verordening (EU) nr. 1095/2010 en met de EBA overeenkomstig Verordening (EU) nr. 1093/2010. Zij wisselen informatie uit om hun taken uit hoofde van dit hoofdstuk en de hoofdstukken 2 en 3 van deze titel uit te voeren.

2.   De bevoegde autoriteiten verstrekken de EBA overeenkomstig artikel 35 van Verordening (EU) nr. 1093/2010 en de ESMA overeenkomstig artikel 35 van Verordening (EU) nr. 1095/2010 alle informatie die zij voor de uitvoering van hun taken nodig hebben.

3.   De ESMA ontwikkelt, in nauwe samenwerking met de EBA, ontwerpen van technische uitvoeringsnormen tot vaststelling van de standaardformulieren, templates en procedures voor de samenwerking en informatie-uitwisseling tussen bevoegde autoriteiten en de EBA en de ESMA.

De ESMA dient de in eerste alinea bedoelde ontwerpen van technische uitvoeringsnormen uiterlijk op 30 juni 2024 in bij de Commissie.

Aan de Commissie wordt de bevoegdheid verleend om de in de eerste alinea van dit lid bedoelde technische uitvoeringsnormen vast te stellen overeenkomstig artikel 15 van Verordening (EU) nr. 1095/2010.

Artikel 97

Bevordering van convergentie inzake de classificatie van cryptoactiva

1.   Uiterlijk op 30 december 2024 vaardigen de ETA’s overeenkomstig artikel 16 van Verordening (EU) nr. 1093/2010, artikel 16 van Verordening (EU) nr. 1094/2010 en artikel 16 van Verordening (EU) nr. 109r/2010 gezamenlijk richtsnoeren uit tot bepaling van de inhoud en vorm van de toelichting bij het cryptoactivawitboek als bedoeld in artikel 8, lid 4, en van het juridisch advies inzake de classificatie van activagerelateerde tokens als bedoeld in artikel 17, lid 1, punt b), ii), en artikel 18, lid 2, punt e). Deze richtsnoeren omvatten een template voor de toelichting en het advies, alsook een gestandaardiseerde test voor de classificatie van cryptoactiva.

2.   De ETA’s bevorderen, respectievelijk overeenkomstig artikel 29 van Verordening (EU) nr. 1093/2010, artikel 29 van Verordening (EU) nr. 1094/2010 en artikel 29 van Verordening (EU) nr. 1095/2010, de discussie onder bevoegde autoriteiten over de classificatie van de cryptoactiva, alsook over de classificatie van cryptoactiva die uit hoofde van artikel 2, lid 3, van het toepassingsgebied van deze verordening zijn uitgesloten. De ETA’s brengen bovendien de bronnen van potentiële verschillen in de benaderingen van de bevoegde nationale autoriteiten voor de classificatie van die cryptoactiva in kaart en bevorderen, voor zover mogelijk, een gemeenschappelijke benadering daarvoor.

3.   Bevoegde autoriteiten van de lidstaat van herkomst of de lidstaat van ontvangst kunnen, naargelang het geval, de ESMA, de Eiopa of de EBA verzoeken om een advies inzake de classificatie van cryptoactiva, met inbegrip van cryptoactiva die uit hoofde van artikel 2, lid 3, van het toepassingsgebied van deze verordening zijn uitgesloten. De ESMA, de Eiopa of de EBA, naargelang het geval, brengt dit advies binnen 15 werkdagen na ontvangst van het verzoek van de bevoegde autoriteiten uit overeenkomstig artikel 29 van Verordening (EU) nr. 1093/2010, artikel 29 van Verordening (EU) nr. 1094/2010 en artikel 29 van Verordening (EU) nr. 1095/2010, zoals van toepassing.

4.   De ETA’s stellen gezamenlijk een jaarverslag op, op basis van de informatie die vervat ligt in het in artikel 109 bedoelde register en op basis van de resultaten van hun werkzaamheden als bedoeld in de leden 2 en 3 van dit artikel, waarin problemen bij de classificatie van cryptoactiva en verschillen in de benaderingen van de bevoegde autoriteiten in kaart worden gebracht.

Artikel 98

Samenwerking met andere autoriteiten

Indien een aanbieder, een persoon die verzoekt om toelating tot de handel, een uitgever van een activagerelateerde token of e-moneytoken, of een aanbieder van cryptoactivadiensten zich bezighoudt met andere activiteiten dan die welke onder deze verordening vallen, werken de bevoegde autoriteiten samen met de autoriteiten die uit hoofde van het toepasselijk Unie- of nationaal recht belast zijn met het toezicht op dergelijke andere activiteiten, waaronder belastingautoriteiten en betrokken toezichthoudende autoriteiten van derde landen.

Artikel 99

Kennisgevingsplicht

De lidstaten stellen uiterlijk op 30 juni 2025 de Commissie, de EBA en de ESMA in kennis van de wettelijke en bestuursrechtelijke bepalingen ter uitvoering van deze titel, met inbegrip van de toepasselijke strafrechtelijke bepalingen. De lidstaten stellen de Commissie, de EBA en de ESMA onverwijld in kennis van alle latere wijzigingen daarvan.

Artikel 100

Beroepsgeheim

1.   Alle informatie die uit hoofde van deze verordening tussen de bevoegde autoriteiten wordt uitgewisseld en betrekking heeft op commerciële of operationele voorwaarden en andere economische of persoonlijke zaken, wordt als vertrouwelijk beschouwd en valt onder de vereisten van het beroepsgeheim, tenzij de bevoegde autoriteit op het tijdstip van mededeling ervan verklaart dat dergelijke informatie inzage mag worden verleend of inzage noodzakelijk is voor een gerechtelijke procedure of voor onder het nationale belasting- of strafrecht vallende gevallen.

2.   Het beroepsgeheim geldt voor alle natuurlijke en rechtspersonen die voor de bevoegde autoriteiten werken of hebben gewerkt. Onder het beroepsgeheim vallende informatie mag aan geen enkele andere natuurlijke of rechtspersoon of autoriteit ter inzage worden gegeven, tenzij uit hoofde van wetgevingshandelingen van de Unie of van de lidstaten.

Artikel 101

Gegevensbescherming

Met betrekking tot de verwerking van persoonsgegevens in het kader van deze verordening voeren de bevoegde autoriteiten hun taken met het oog op de toepassing van deze verordening uit overeenkomstig Verordening (EU) 2016/679.

De verwerking van persoonsgegevens door de EBA en de ESMA met het oog op de toepassing van deze verordening geschiedt overeenkomstig Verordening (EU) 2018/1725.

Artikel 102

Voorzorgsmaatregel

1.   Indien de bevoegde autoriteit van een lidstaat van ontvangst duidelijke en aantoonbare redenen heeft om te vermoeden dat er onregelmatigheden bestaan in de activiteiten van een aanbieder, een persoon die om toelating tot de handel in cryptoactiva verzoekt, een uitgever van een activagerelateerde token of e-moneytoken, of een aanbieder van cryptoactivadiensten, stelt zij de bevoegde autoriteit van de lidstaat van herkomst en de ESMA daarvan in kennis.

Indien de in de eerste alinea bedoelde onregelmatigheden betrekking hebben op een uitgever van een activagerelateerde token of e-moneytoken dan wel op een cryptoactivadienst met betrekking tot activagerelateerde tokens of e-moneytokens betreffen, stellen de bevoegde autoriteit van de lidstaat van ontvangst daarvan tevens de EBA in kennis.

2.   Indien de in lid 1 bedoelde onregelmatigheden, in weerwil van de door de bevoegde autoriteit van de lidstaat van herkomst getroffen maatregelen, blijven bestaan en neerkomen op een inbreuk op deze verordening, neemt de bevoegde autoriteit van de lidstaat van ontvangst, na de bevoegde autoriteit van de lidstaat van herkomst, de ESMA en, in voorkomend geval, de EBA, daarvan in kennis te hebben gesteld, alle passende maatregelen om cliënten van aanbieders van cryptoactivadiensten en cryptoactivahouders, en met name individuele houders, te beschermen. Dergelijke maatregelen omvatten het voorkomen dat de aanbieder, de persoon die verzoekt om toelating tot de handel, de uitgever van de activagerelateerde token of e-moneytoken, of de aanbieder van cryptoactivadiensten verdere activiteiten in de lidstaat van ontvangst verricht. De bevoegde autoriteit stelt de ESMA en, in voorkomend geval, de EBA daarvan onverwijld in kennis. De ESMA en, waar betrokken, de EBA stellen de Commissie daarvan onverwijld in kennis.

3.   Indien een bevoegde autoriteit van de lidstaat van herkomst het met een van de overeenkomstig lid 2 van dit artikel door een bevoegde autoriteit van de lidstaat van ontvangst genomen maatregelen oneens is, kan zij de zaak onder de aandacht van de ESMA brengen. Artikel 19, lid 4, van Verordening (EU) nr. 1095/2010 is in dergelijke gevallen van overeenkomstige toepassing.

In afwijking van de eerste alinea van dit lid kan de bevoegde autoriteit van de lidstaat van ontvangst, indien de in lid 2 van dit artikel bedoelde maatregelen een uitgever van een activagerelateerde token of e-moneytoken dan wel een cryptoactivadienst met betrekking tot activagerelateerde tokens of e-moneytokens betreffen, de zaak onder de aandacht van de EBA brengen. Artikel 19, lid 4, van Verordening (EU) nr. 1093/2010 is in dergelijke gevallen van overeenkomstige toepassing.

Artikel 103

Tijdelijke interventiebevoegdheden van de ESMA

1.   Overeenkomstig artikel 9, lid 5, van Verordening (EU) nr. 1095/2010 kan de ESMA het volgende tijdelijk verbieden of beperken, mits aan de voorwaarden van de leden 2 en 3 van dit artikel is voldaan:

a)

het op de markt brengen, de distributie of de verkoop van bepaalde andere cryptoactiva dan activagerelateerde tokens of e-moneytokens, of andere cryptoactiva dan activagerelateerde tokens of e-moneytokens met bepaalde specifieke kenmerken, of

b)

een type activiteit of praktijk die verband houdt met andere cryptoactiva dan activagerelateerde tokens of e-moneytokens.

Een verbod of beperking kan gelden in bepaalde omstandigheden of gebonden zijn aan voorwaarden die door de ESMA worden gespecificeerd.

2.   De ESMA neemt een maatregel op grond van lid 1 indien aan elk van de volgende voorwaarden is voldaan:

a)

het voorgestelde verbod of de voorgestelde beperking heeft tot doel een significante reden tot bezorgdheid over de beleggersbescherming of een bedreiging voor het ordelijk functioneren en de integriteit van cryptoactivamarkten of voor de stabiliteit van het financiële stelsel in de Unie of een deel daarvan af te wenden;

b)

de Unierechtelijke regelgevingsvereisten die van toepassing zijn op de betreffende cryptoactiva en cryptoactivadiensten wenden de betrokken bedreiging niet af;

c)

een betrokken bevoegde autoriteit heeft geen maatregelen genomen om de betrokken bedreiging af te wenden of de genomen maatregelen wenden die bedreiging niet adequaat af.

3.   Bij het nemen van een maatregel op grond van lid 1, zorgt de ESMA ervoor dat de maatregelen:

a)

geen schadelijk effect hebben op de doeltreffendheid van cryptoactivamarkten of op cryptoactivahouders of cliënten die cryptoactivadiensten ontvangen dat niet in verhouding staat tot de voordelen van de maatregelen, en

b)

geen risico op regelgevingsarbitrage met zich meebrengen.

Indien bevoegde autoriteiten een maatregel hebben genomen op grond van artikel 105, kan de ESMA elk van de in lid 1 van dit artikel bedoelde maatregelen nemen zonder een advies uit te brengen overeenkomstig artikel 106, lid 2.

4.   Alvorens te besluiten een maatregel te nemen op grond van lid 1, stelt de ESMA de betrokken bevoegde autoriteiten in kennis van de maatregel die zij voornemens is te nemen.

5.   De ESMA publiceert op haar website een bericht inzake een besluit om een maatregel te nemen op grond van in lid 1. In dat bericht worden de nadere gegevens van het opgelegde verbod of de opgelegde beperking uiteengezet en wordt aangegeven op welk tijdstip na de publicatie van het bericht de maatregelen van kracht zullen worden. Een verbod of beperking geldt alleen voor activiteiten die zijn verricht nadat de maatregelen van kracht zijn geworden.

6.   De ESMA herziet op gezette tijden, en ten minste om de zes maanden, een verbod dat of een beperking die op grond van lid 1 zijn opgelegd. Na ten minste twee opeenvolgende verlengingen en op basis van een gedegen analyse ter beoordeling van het effect op de consument, kan de ESMA besluiten het verbod of de beperking met een jaar te verlengen.

7.   Maatregelen die de ESMA op grond van dit artikel heeft genomen, krijgen voorrang boven eerdere maatregelen van de betrokken bevoegde autoriteiten die betrekking hebben op dezelfde kwestie.

8.   De Commissie stelt overeenkomstig artikel 139 gedelegeerde handelingen vast tot aanvulling van deze verordening door de criteria en factoren te specificeren waarmee de ESMA rekening moet houden wanneer zij nagaat of er sprake is van een significante reden tot bezorgdheid over de beleggersbescherming of een bedreiging voor het ordelijk functioneren en de integriteit van cryptoactivamarkten of voor de stabiliteit van het financiële stelsel in de Unie of een deel daarvan, voor de toepassing van lid 2, eerste alinea, punt a), van dit artikel.

Artikel 104

Tijdelijke interventiebevoegdheden van de EBA

1.   Overeenkomstig artikel 9, lid 5, van Verordening (EU) nr. 1093/2010 kan de EBA het volgende tijdelijk verbieden of beperken, mits aan de voorwaarden van de leden 2 en 3 van dit artikel is voldaan:

a)

het op de markt brengen, de distributie of de verkoop van bepaalde activagerelateerde tokens of e-moneytokens, of activagerelateerde tokens of e-moneytokens met bepaalde specifieke kenmerken, of

b)

een type activiteit of praktijk die verband houdt met activagerelateerde tokens of e-moneytokens.

Een verbod of beperking kan gelden in bepaalde omstandigheden of gebonden zijn aan voorwaarden die door de EBA worden gespecificeerd.

2.   De EBA neemt een maatregel op grond van lid 1 indien aan elk van de volgende voorwaarden is voldaan:

a)

het voorgestelde verbod of de voorgestelde beperking heeft tot doel een significante reden tot bezorgdheid over de beleggersbescherming of een bedreiging voor het ordelijk functioneren en de integriteit van cryptoactivamarkten of voor de stabiliteit van het financiële stelsel in de Unie of een deel daarvan af te wenden;

b)

de Unierechtelijke regelgevingsvereisten die van toepassing zijn op de betreffende activagerelateerde tokens, e-moneytokens of daaraan verwante cryptoactivadiensten wenden de betrokken bedreiging niet af;

c)

een betrokken bevoegde autoriteit heeft geen maatregelen genomen om de betrokken bedreiging af te wenden of de genomen maatregelen wenden die bedreiging niet adequaat af.

3.   Bij het nemen van een maatregel op grond van lid 1, zorgt de EBA ervoor dat de maatregelen:

a)

geen schadelijk effect hebben op de doeltreffendheid van cryptoactivamarkten of op houders van activagerelateerde tokens of e-moneytokens, of cliënten die cryptoactivadiensten ontvangen dat niet in verhouding staat tot de voordelen van de maatregelen, en

b)

geen risico op regelgevingsarbitrage met zich meebrengen.

Indien bevoegde autoriteiten een maatregel hebben genomen op grond van artikel 105, kan de EBA elk van de in lid 1 van dit artikel bedoelde maatregelen nemen zonder advies uit te brengen overeenkomstig artikel 106, lid 2.

4.   Alvorens te besluiten een maatregel te nemen op grond van lid 1, stelt de EBA de betrokken bevoegde autoriteiten in kennis van de maatregel die zij voornemens is te nemen.

5.   De EBA publiceert op haar website een bericht inzake een besluit om een maatregel te nemen op grond van in lid 1. In dat bericht worden de nadere gegevens van het opgelegde verbod of de opgelegde beperking uiteengezet en wordt aangegeven op welk tijdstip na de publicatie van het bericht de maatregelen van kracht zullen worden. Een verbod of beperking geldt alleen voor activiteiten die zijn verricht nadat de maatregelen van kracht zijn geworden.

6.   De EBA herziet op gezette tijden, en ten minste om de zes maanden, een verbod dat of een beperking die op grond van lid 1 zijn opgelegd. Na ten minste twee opeenvolgende verlengingen en op basis van een gedegen analyse ter beoordeling van het effect op de consument, kan de EBA besluiten het verbod of de beperking met een jaar te verlengen.

7.   Maatregelen die de EBA op grond van dit artikel heeft genomen, krijgen voorrang boven eerdere maatregelen van de betrokken bevoegde autoriteiten die betrekking hebben op dezelfde kwestie.

8.   De Commissie stelt overeenkomstig artikel 139 gedelegeerde handelingen vast tot aanvulling van deze verordening door de criteria en factoren te specificeren waarmee de EBA rekening moet houden wanneer zij nagaat of er sprake is van een significante reden tot bezorgdheid over de beleggersbescherming of een bedreiging voor het ordelijk functioneren en de integriteit van cryptoactivamarkten of voor de stabiliteit van het financiële stelsel in de Unie of een deel daarvan, voor de toepassing van lid 2, eerste alinea, punt a), van dit artikel.

Artikel 105

Productinterventie door bevoegde autoriteiten

1.   Een bevoegde autoriteit kan het volgende in of van haar lidstaat verbieden of beperken:

a)

het op de markt brengen, de distributie of de verkoop van bepaalde cryptoactiva of cryptoactiva met bepaalde specifieke kenmerken, of

b)

een type activiteit of praktijk die verband houdt met cryptoactiva.

2.   Een bevoegde autoriteit neemt enkel een maatregel op grond van lid 1 indien zij zich er op basis van redelijke gronden van heeft vergewist dat:

a)

het cryptoactivum aanleiding geeft tot significante bezorgdheid over de beleggersbescherming of een bedreiging vormt voor het ordelijk functioneren en de integriteit van cryptoactivamarkten of voor de stabiliteit van het financiële stelsel in ten minste één lidstaat of een deel daarvan;

b)

de bestaande Unierechtelijke regelgevingsvereisten die van toepassing zijn op het betreffende cryptoactivum of de betreffende cryptoactivadienst niet volstaan om de in punt a) bedoelde risico’s af te wenden, en dat de kwestie niet beter zou kunnen worden aangepakt met beter toezicht of handhaving van de bestaande vereisten;

c)

de maatregel evenredig is, rekening houdend met de aard van de vastgestelde risico’s, het kennisniveau van de betrokken beleggers of marktdeelnemers en het te verwachten effect van de maatregel op de beleggers en marktdeelnemers die houders zijn van het betrokken cryptoactivum of de betrokken cryptoactivadienst of hiervan gebruikmaken of profiteren;

d)

de bevoegde autoriteit de bevoegde autoriteiten in andere lidstaten die een significant effect kunnen ondervinden van de maatregel, voldoende heeft geraadpleegd, en

e)

de maatregel geen discriminerend effect heeft op diensten of activiteiten die vanuit een andere lidstaat worden verricht.

Indien aan de in de eerste alinea van dit lid uiteengezette voorwaarden is voldaan, kan de bevoegde autoriteit het verbod of de beperking als bedoeld in lid 1 uit voorzorg opleggen voordat een cryptoactivum op de markt is gebracht, is gedistribueerd of aan cliënten is verkocht.

De bevoegde autoriteit kan besluiten het verbod of de beperking als bedoeld in lid 1 enkel in bepaalde omstandigheden op te leggen of hiervoor uitzonderingen vast te stellen.

3.   De bevoegde autoriteit mag een verbod of beperking uit hoofde van dit artikel enkel opleggen indien zij ten minste één maand voordat de maatregel van kracht moet worden alle andere bevoegde autoriteiten en de ESMA, of, voor activagerelateerde tokens en e-moneytokens, de EBA, schriftelijk of op een andere, door de autoriteiten overeengekomen wijze in kennis heeft gesteld van de volgende nadere gegevens:

a)

het cryptoactivum of de activiteit of praktijk waarop de voorgenomen maatregel betrekking heeft;

b)

de precieze aard van het voorgenomen verbod of de voorgenomen beperking en het tijdstip waarop de maatregel van kracht moet worden, en

c)

het bewijs waarop zij hun besluit hebben gebaseerd en op grond waarvan zij zich ervan hebben vergewist dat aan elk van de voorwaarden van lid 2, eerste alinea, is voldaan.

4.   In uitzonderlijke gevallen waarin de bevoegde autoriteiten dit noodzakelijk achten met het oog op de voorkoming van eventuele schadelijke effecten van het cryptoactivum of van de in lid 1 bedoelde activiteit of praktijk, kan de bevoegde autoriteit een dringende voorlopige maatregel nemen met schriftelijke kennisgeving, ten minste 24 uur voordat de maatregel van kracht moet worden, aan alle andere bevoegde autoriteiten en de ESMA, mits aan alle in dit artikel opgenomen criteria is voldaan en bovendien duidelijk is vastgesteld dat een kennisgevingstermijn van één maand niet volstaat om de specifieke reden tot bezorgdheid of de specifieke bedreiging adequaat aan te pakken. De duur van voorlopige maatregelen bedraagt niet meer dan drie maanden.

5.   De bevoegde autoriteit publiceert op haar website een bericht inzake een besluit om een verbod of beperking op te leggen als bedoeld in lid 1. In dat bericht worden de nadere gegevens van het opgelegde verbod of de opgelegde beperking uiteengezet en wordt aangegeven op welk tijdstip na de publicatie van het bericht de maatregelen van kracht zullen worden, alsook op basis van welke gegevens zij haar besluit heeft genomen en zich ervan heeft vergewist dat aan elk van de voorwaarden van lid 2, eerste alinea, is voldaan. Het verbod of de beperking geldt alleen voor activiteiten die zijn verricht nadat de maatregelen van kracht zijn geworden.

6.   De bevoegde autoriteit trekt een verbod of beperking in als de voorwaarden van lid 2 niet langer van toepassing zijn.

7.   De Commissie stelt overeenkomstig artikel 139 gedelegeerde handelingen vast tot aanvulling van deze verordening door de criteria en factoren te specificeren waarmee de bevoegde autoriteiten rekening moeten houden wanneer zij nagaan of er sprake is van een significante reden tot bezorgdheid over de beleggersbescherming of een bedreiging voor het ordelijk functioneren en de integriteit van cryptoactivamarkten, of voor de stabiliteit van het financiële stelsel of een deel daarvan in ten minste één lidstaat, voor de toepassing van lid 2, eerste alinea, punt a).

Artikel 106

Coördinatie met de ESMA of de EBA

1.   De ESMA of, voor activagerelateerde tokens en e-moneytokens, de EBA, speelt een faciliterende en coördinerende rol met betrekking tot de maatregelen die op grond van artikel 105 door bevoegde autoriteiten worden genomen. De ESMA of, voor activagerelateerde tokens en e-moneytokens, de EBA, zorgt er met name voor dat de maatregelen die door een bevoegde autoriteit worden genomen gerechtvaardigd en evenredig zijn en dat bevoegde autoriteiten, in voorkomend geval, een consistente benadering hanteren.

2.   Na ontvangst van een kennisgeving overeenkomstig artikel 105, lid 3, van een krachtens dat artikel te nemen maatregel, brengt de ESMA of, voor activagerelateerde tokens en e-moneytokens, de EBA, advies uit inzake de vraag of het verbod of de beperking gerechtvaardigd en evenredig is. Indien de ESMA of, voor activagerelateerde tokens en e-moneytokens, de EBA, van mening is dat het voor het afwenden van het risico noodzakelijk is dat andere bevoegde autoriteiten maatregelen nemen, vermeldt zij dit eveneens in haar advies. Het advies wordt gepubliceerd op de website van de ESMA of, voor activagerelateerde tokens en e-moneytokens, de EBA.

3.   Indien een bevoegde autoriteit voorstelt maatregelen te nemen of maatregelen neemt die in strijd zijn met een advies dat overeenkomstig lid 2 door de ESMA of de EBA is uitgebracht of ondanks een dergelijk advies weigert maatregelen te nemen, publiceert zij op haar website onmiddellijk een kennisgeving waarin de redenen daarvoor volledig worden uitgelegd.

Artikel 107

Samenwerking met derde land

1.   De bevoegde autoriteiten van lidstaten gaan, waar nodig, met toezichthoudende autoriteiten van derde landen samenwerkingsregelingen aan met betrekking tot informatie-uitwisseling met die toezichthoudende autoriteiten van derde landen en het afdwingen van de verplichtingen uit hoofde van deze verordening in die derde landen. Die samenwerkingsregelingen waarborgen ten minste een doelmatige informatie-uitwisseling die de bevoegde autoriteiten in staat stelt hun taken uit hoofde van deze verordening te vervullen.

Een bevoegde autoriteit stelt de EBA, de ESMA en de overige bevoegde autoriteiten in kennis wanneer zij voornemens is een dergelijke regeling te treffen.

2.   De ESMA faciliteert en coördineert, in nauwe samenwerking met de EBA, waar mogelijk de ontwikkeling van samenwerkingsregelingen tussen de bevoegde autoriteiten en de betrokken toezichthoudende autoriteiten van derde landen.

3.   De ESMA ontwikkelt, in nauwe samenwerking met de EBA, ontwerpen van technische reguleringsnormen tot vaststelling van een template voor de in lid 1 bedoelde samenwerkingsregelingen dat de bevoegde autoriteiten, voor zover mogelijk, moeten gebruiken.

De ESMA dient de in de eerste alinea bedoelde ontwerpen van technische reguleringsnormen uiterlijk op 30 juni 2024 in bij de Commissie.

Aan de Commissie wordt de bevoegdheid gedelegeerd om deze verordening aan te vullen door de in de eerste alinea van dit lid bedoelde technische reguleringsnormen vast te stellen overeenkomstig de artikelen 10 tot en met 14 van Verordening (EU) nr. 1095/2010.

4.   De ESMA faciliteert en coördineert, in nauwe samenwerking met de EBA, waar mogelijk tevens de uitwisseling tussen bevoegde autoriteiten van informatie die van toezichthoudende autoriteiten van derde landen is verkregen en die relevant kan zijn voor het nemen van maatregelen krachtens hoofdstuk 3 van deze titel.

5.   De bevoegde autoriteiten gaan met de toezichthoudende autoriteiten van derde landen enkel samenwerkingsregelingen voor informatie-uitwisseling aan indien met betrekking tot de informatie waarin inzage wordt verleend, ten minste gelijkwaardige waarborgen inzake het beroepsgeheim gelden als die welke in artikel 100 zijn uiteengezet. Die informatie-uitwisseling dient voor de vervulling van de taken van die bevoegde autoriteiten uit hoofde van deze verordening.

Artikel 108

Klachtenbehandeling door de bevoegde autoriteiten

1.   De bevoegde autoriteiten voorzien in procedures met behulp waarvan cliënten en andere belanghebbenden, waaronder consumentenorganisaties, bij hen klachten kunnen indienen met betrekking tot vermeende inbreuken op deze verordening door aanbieders, personen die verzoeken om toelating tot de handel, uitgevers van activagerelateerde tokens of e-moneytokens, of aanbieders van cryptoactivadiensten. Klachten worden aanvaard in schriftelijke vorm, waaronder elektronisch, en in een officiële taal van de lidstaat waar de klacht wordt ingediend of een taal die door de bevoegde autoriteiten van die lidstaat wordt aanvaard.

2.   Informatie over de in lid 1 van dit artikel bedoelde klachtenbehandelingsprocedures wordt beschikbaar gesteld op de websites van elke bevoegde autoriteit en meegedeeld aan de EBA en de ESMA. De ESMA publiceert in het in artikel 109 bedoelde cryptoactivaregister hyperlinks naar de delen van de websites van de bevoegde autoriteiten die betrekking hebben op klachtenbehandelingsprocedures.

HOOFDSTUK 2

ESMA-register

Artikel 109

Register van cryptoactivawitboeken, uitgevers van activagerelateerde tokens en e-moneytokens, en aanbieders van cryptoactivadiensten

1.   De ESMA stelt een register op van:

a)

cryptoactivawitboeken voor andere cryptoactiva dan activagerelateerde tokens of e-moneytokens;

b)

uitgevers van activagerelateerde tokens;

c)

uitgevers van e-moneytokens, en

d)

aanbieders van cryptoactivadiensten.

Het register van de ESMA is openbaar toegankelijk op haar website en wordt regelmatig bijgewerkt. Teneinde een dergelijke bijwerking te vergemakkelijken, delen de bevoegde autoriteiten aan de ESMA alle aan hen ter kennis gebrachte wijzigingen betreffende de in de leden 2 tot en met 5 gespecificeerde informatie mee.

De bevoegde autoriteiten verschaffen de ESMA alle informatie die nodig is voor de classificatie van cryptoactivawitboeken in het register, zoals gespecificeerd overeenkomstig lid 8.

2.   Wat cryptoactivawitboeken voor andere cryptoactiva dan activagerelateerde tokens of e-moneytokens betreft, bevat het register de cryptoactivawitboeken en eventuele gewijzigde cryptoactivawitboeken. Verouderde versies van de cryptoactivawitboeken worden in een afzonderlijk archief bewaard en duidelijk als verouderde versies gemarkeerd.

3.   Wat uitgevers van activagerelateerde tokens betreft, bevat het register de volgende informatie:

a)

de naam, rechtsvorm en identificatiecode voor juridische entiteiten van de uitgever;

b)

de handelsnaam, het fysieke adres, het telefoonnummer, het e-mailadres en de website van de uitgever;

c)

de cryptoactivawitboeken en eventuele gewijzigde cryptoactivawitboeken, waarbij de verouderde versies van het cryptoactivawitboek in een afzonderlijk archief worden bewaard en duidelijk als verouderde versies worden gemarkeerd;

d)

de lijst van lidstaten van ontvangst indien de aanvragende uitgever voornemens is een activagerelateerde token aan het publiek aan te bieden of voornemens is om om toelating van de activagerelateerde token tot de handel te verzoeken;

e)

de aanvangsdatum of, indien die niet beschikbaar is ten tijde van de kennisgeving door de bevoegde autoriteit, de beoogde aanvangsdatum van de aanbieding aan het publiek of de voorgenomen toelating tot de handel;

f)

andere door de uitgever verleende diensten die niet onder deze verordening vallen, onder vermelding van het toepasselijk Unie- of nationaal recht;

g)

de datum van verlening van de vergunning om een activagerelateerde token aan het publiek aan te bieden of om de toelating tot de handel ervan te verzoeken of van verlening van de vergunning als een kredietinstelling en, indien van toepassing, van intrekking van een van beide vergunningen.

4.   Wat uitgevers van e-moneytokens betreft, bevat het register de volgende informatie:

a)

de naam, rechtsvorm en identificatiecode voor juridische entiteiten van de uitgever;

b)

de handelsnaam, het fysieke adres, het telefoonnummer, het e-mailadres en de website van de uitgever;

c)

de cryptoactivawitboeken en eventuele gewijzigde cryptoactivawitboeken, waarbij de verouderde versies van het cryptoactivawitboek in een afzonderlijk archief worden bewaard en duidelijk als verouderde versies worden gemarkeerd;

d)

de aanvangsdatum of, indien die niet beschikbaar is ten tijde van de kennisgeving door de bevoegde autoriteit van de aanbieding aan het publiek of van de toelating tot de handel, de voorgenomen aanvangsdatum van de aanbieding aan het publiek of de toelating tot de handel;

e)

andere door de uitgever verleende diensten die niet onder deze verordening vallen, onder vermelding van het toepasselijk Unie- of nationaal recht;

f)

de datum van verlening van de vergunning als een kredietinstelling of als een elektronischgeldinstelling en, indien van toepassing, van intrekking van die vergunning.

5.   Wat aanbieders van cryptoactivadiensten betreft, bevat het register de volgende informatie:

a)

de naam, rechtsvorm en identificatiecode voor juridische entiteiten van de aanbieder van cryptoactivadiensten, alsmede, indien van toepassing, van de bijkantoren van de aanbieder van cryptoactivadiensten;

b)

de handelsnaam, het fysieke adres, het telefoonnummer, het e-mailadres en de website van de aanbieder van cryptoactivadiensten, alsook, indien van toepassing, van het door de aanbieder van cryptoactivadiensten geëxploiteerde cryptoactivahandelsplatform;

c)

de naam en het adres van de bevoegde autoriteit die de vergunning heeft verleend, alsmede haar contactgegevens;

d)

de lijst van cryptoactivadiensten die door de aanbieder van cryptoactivadiensten worden aangeboden;

e)

de lijst van lidstaten waar de aanbieder van cryptoactivadiensten voornemens is cryptoactivadiensten aan te bieden;

f)

de aanvangsdatum of, indien die niet beschikbaar is ten tijde van de kennisgeving door de bevoegde autoriteit, de voorgenomen aanvangsdatum, van de aanbieding van cryptoactivadiensten;

g)

alle overige door de aanbieder van cryptoactivadiensten aangeboden diensten die niet onder deze verordening vallen, onder vermelding van het toepasselijk Unie- of nationaal recht;

h)

de datum van verlening van de vergunning en, indien van toepassing, de datum van intrekking van een vergunning.

6.   De bevoegde autoriteiten stellen de ESMA onverwijld in kennis van de in artikel 94, lid 1, eerste alinea, punt b), c), f), l), m), n), o) of t), opgenomen maatregelen en openbare voorzorgsmaatregelen die op grond van artikel 102 zijn genomen en gevolgen hebben voor de verlening van cryptoactivadiensten of de uitgifte, de aanbieding aan het publiek of het gebruik van cryptoactiva. De ESMA neemt dergelijke informatie op in het register.

7.   Elke intrekking van een vergunning van een uitgever van een activagerelateerde token, van een uitgever van een e-moneytokens of van een aanbieder van cryptoactivadiensten, en elke maatregel waarvan overeenkomstig lid 6 kennis is gegeven, blijven vijf jaar in het register gepubliceerd.

8.   De ESMA ontwikkelt ontwerpen van technische reguleringsnormen tot nadere bepaling van de gegevens die nodig zijn voor de classificatie, volgens type cryptoactief, van cryptoactivawitboeken, waaronder de identificatiecodes voor juridische entiteiten van de uitgever en het cryptoactiviteitwitboek, in het register en bepaalt de praktische regelingen om ervoor te zorgen dat dergelijke gegevens machineleesbaar zijn.

De ESMA dient de in de eerste alinea bedoelde ontwerpen van technische reguleringsnormen uiterlijk op 30 juni 2024 in bij de Commissie.

Aan de Commissie wordt de bevoegdheid gedelegeerd om deze verordening aan te vullen door de in de eerste alinea van dit lid bedoelde technische reguleringsnormen vast te stellen overeenkomstig de artikelen 10 tot en met 14 van Verordening (EU) nr. 1095/2010.

Artikel 110

Register van niet-conforme entiteiten die cryptoactivadiensten aanbieden

1.   De ESMA stelt een niet-uitputtend register op van entiteiten die in strijd met artikel 59 of 61 cryptoactivadiensten aanbieden.

2.   Het register bevat ten minste de handelsnaam of de website van een niet-conforme entiteit, alsook de naam van de bevoegde autoriteit die de informatie heeft verstrekt.

3.   Het register is openbaar beschikbaar op de website van de ESMA, in een machineleesbaar formaat, en wordt regelmatig bijgewerkt om rekening te houden met eventuele veranderingen in de situatie of informatie met betrekking tot de geregistreerde niet-conforme entiteiten die onder de aandacht van de ESMA wordt gebracht. Het register maakt gecentraliseerde toegang mogelijk tot informatie die door de bevoegde autoriteiten van de lidstaten of derde landen, alsook door de EBA is verstrekt.

4.   De ESMA werkt het register bij en neemt daarin informatie op over door op haar eigen initiatief overeenkomstig artikel 17 van Verordening (EU) nr. 1095/2010 vastgestelde inbreuken op deze verordening, waarin zij op grond van lid 6 van dat artikel een besluit heeft vastgesteld dat gericht is tot een niet-conforme entiteit die cryptoactivadiensten aanbiedt, of door de betrokken toezichthoudende autoriteiten van derde landen verstrekte informatie over entiteiten die zonder de vereiste vergunning of registratie cryptoactivadiensten aanbieden.

5.   In de in lid 4 van dit artikel bedoelde gevallen kan de ESMA de betrokken toezichthoudende en onderzoeksbevoegdheden van de bevoegde autoriteiten als bedoeld in artikel 94, lid 1, toepassen op niet-conforme entiteiten die cryptoactivadiensten aanbieden.

HOOFDSTUK 3

Administratieve sancties en andere administratieve maatregelen van bevoegde autoriteiten

Artikel 111

Administratieve sancties en andere administratieve maatregelen

1.   Onverminderd strafrechtelijke sancties en onverminderd de in artikel 94 vermelde toezichthoudende en onderzoeksbevoegdheden van de bevoegde autoriteiten, zorgen de lidstaten er overeenkomstig het nationale recht voor dat de bevoegde autoriteiten de bevoegdheid hebben om passende administratieve sancties en andere administratieve maatregelen te nemen met betrekking tot ten minste de volgende inbreuken:

a)

inbreuken op de artikelen 4 tot en met 14;

b)

inbreuken op de artikelen 16, 17, 19, 22, 23 en 25, de artikelen 27 tot en met 41 en de artikelen 46 en 47;

c)

inbreuken op de artikelen 48 tot en met 51 en de artikelen 53, 54 en 55;

d)

inbreuken op de artikelen 59, 60 en 64 en de artikelen 65 tot en met 83;

e)

inbreuken op de artikelen 88 tot en met 92;

f)

weigeringen om mee te werken aan of gevolg te geven aan een onderzoek of een inspectie of een verzoek als bedoeld in artikel 94, lid 3.

De lidstaten kunnen tot 30 juni 2024 besluiten niet te voorzien in voorschriften inzake administratieve sancties indien op de in de eerste alinea, punt a), b), c), d) of e), bedoelde inbreuken reeds uit hoofde van hun nationale recht strafrechtelijke sancties staan. Indien zij een dergelijk besluit nemen, stellen de lidstaten de Commissie, de ESMA en de EBA in detail in kennis van de toepasselijke delen van hun strafrecht.

Uiterlijk op 30 juni 2024 stellen de lidstaten de Commissie, de ESMA en de EBA in detail van de in de eerste en tweede alinea’s bedoelde voorschriften in kennis. Zij stellen de Commissie, de ESMA en de EBA ook onverwijld in kennis van alle verdere wijzigingen daarvan.

2.   De lidstaten zorgen er overeenkomstig hun nationale recht voor dat de bevoegde autoriteiten met betrekking tot de in lid 1, eerste alinea, punten a) tot en met d), bedoelde inbreuken de bevoegdheid hebben om ten minste de volgende administratieve sancties en andere administratieve maatregelen op te leggen:

a)

een publieke verklaring waarin de voor de inbreuk aansprakelijke natuurlijke of rechtspersoon en de aard van de inbreuk worden genoemd;

b)

een bevel waarin de voor de inbreuk aansprakelijke natuurlijke of rechtspersoon wordt gelast de inbreukmakende gedraging te staken en niet te herhalen;

c)

maximale administratieve geldboeten van ten minste tweemaal het bedrag van de door de inbreuk behaalde winsten of vermeden verliezen, voor zover die kunnen worden vastgesteld, zelfs indien dat hoger is dan de in punt d), van dit lid voor natuurlijke personen, of in lid 3, voor rechtspersonen, uiteengezette maximumbedragen;

d)

in geval van een natuurlijke persoon, maximale administratieve geldboeten van ten minste 700 000 EUR of, in de lidstaten die niet de euro als officiële valuta hebben, het overeenkomstige bedrag in de officiële valuta op 29 juni 2023.

3.   De lidstaten zorgen er overeenkomstig hun nationale recht voor dat de bevoegde autoriteiten met betrekking tot door rechtspersonen gepleegde inbreuken de bevoegdheid hebben om maximale administratieve geldboeten op te leggen van ten minste:

a)

5 000 000 EUR of, in de lidstaten die niet de euro als officiële valuta hebben, het overeenkomstige bedrag in de officiële valuta op 29 juni 2023, voor de in lid 1, eerste alinea, punten a) tot en met d), bedoelde inbreuken;

b)

3 % van de totale jaaromzet van de rechtspersoon volgens de recentste, door het leidinggevende orgaan goedgekeurde jaarrekening, voor de in lid 1, eerste alinea, punt a), bedoelde inbreuken;

c)

5 % van de totale jaaromzet van de rechtspersoon volgens de recentste, door het leidinggevende orgaan goedgekeurde jaarrekening, voor de in lid 1, eerste alinea, punt d), bedoelde inbreuken;

d)

12,5 % van de totale jaaromzet van de rechtspersoon volgens de recentste, door het leidinggevende orgaan goedgekeurde jaarrekening, voor de in lid 1, eerste alinea, punten b) en c), bedoelde inbreuken.

Indien de in de eerste alinea, punten a) tot en met d), bedoelde rechtspersoon een moederonderneming is of een dochteronderneming van een moederonderneming die overeenkomstig Richtlijn 2013/34/EU een geconsolideerde jaarrekening moet opstellen, is de toepasselijke totale jaaromzet gelijk aan de totale jaaromzet of het in overeenstemming met het toepasselijk Unierecht inzake jaarrekeningen daarmee corresponderende soort inkomsten volgens de recentste, door het leidinggevende orgaan van de uiteindelijke moederonderneming goedgekeurde geconsolideerde jaarrekening.

4.   Naast de in de leden 2 en 3 bedoelde administratieve sancties en andere administratieve maatregelen zorgen de lidstaten er overeenkomstig hun nationale recht voor dat de bevoegde autoriteiten in het geval van de in lid 1, eerste alinea, punt d), bedoelde inbreuken de bevoegdheid hebben om leden van het leidinggevende orgaan van de aanbieder van cryptoactivadiensten of andere natuurlijke personen die aansprakelijk worden gesteld voor de inbreuk, tijdelijk te verbieden leidinggevende functies bij aanbieders van cryptoactivadiensten uit te oefenen.

5.   De lidstaten zorgen er overeenkomstig hun nationale recht voor dat de bevoegde autoriteiten in het geval van de in lid 1, eerste alinea, punt e), bedoelde inbreuken de bevoegdheid hebben om ten minste de volgende administratieve sancties op te leggen en ten minste de volgende administratieve maatregelen te nemen:

a)

een publieke verklaring waarin de voor de inbreuk aansprakelijke natuurlijke of rechtspersoon en de aard van de inbreuk worden genoemd;

b)

een bevel waarin de voor de inbreuk aansprakelijke natuurlijke of rechtspersoon wordt gelast de inbreukmakende gedraging te staken en niet te herhalen;

c)

een besluit strekkende tot terugbetaling van de door de inbreuk behaalde winsten of vermeden verliezen, voor zover die kunnen worden vastgesteld;

d)

het intrekken of opschorten van de vergunning van de aanbieder van cryptoactivadiensten;

e)

een tijdelijk verbod voor een lid van het leidinggevende orgaan van de aanbieder van cryptoactivadiensten of voor andere natuurlijke personen die voor de inbreuk aansprakelijk worden gesteld, om leidinggevende functies in de aanbieders van cryptoactivadiensten uit te oefenen;

f)

in het geval van een herhaaldelijke inbreuk op artikel 89, 90, 91 of 92, een verbod van ten minste tien jaar voor een lid van het leidinggevende orgaan van de aanbieder van cryptoactivadiensten of voor andere natuurlijke personen die voor de inbreuk aansprakelijk worden gesteld, om leidinggevende functies in een aanbieder van cryptoactivadiensten uit te oefenen;

g)

een tijdelijk verbod voor een lid van het leidinggevende orgaan van een aanbieder van cryptoactivadiensten of voor andere natuurlijke personen die voor de inbreuk aansprakelijk worden gesteld, om voor eigen rekening te handelen;

h)

maximale administratieve geldboeten van ten minste driemaal het bedrag van de door de inbreuk behaalde winsten of vermeden verliezen, voor zover die kunnen worden vastgesteld, zelfs indien dat bedrag hoger is dan de, naargelang het geval, in punt i) of j) genoemde maximumbedragen;

i)

in het geval van een natuurlijke persoon, maximale administratieve geldboeten van ten minste 1 000 000 EUR voor inbreuken op artikel 88 en 5 000 000 EUR voor inbreuken op de artikelen 89 tot en met 92 of, in de lidstaten die de euro niet als officiële valuta hebben, de overeenkomstige waarde in de officiële valuta op 29 juni 2023;

j)

in het geval van rechtspersonen, maximale administratieve geldboeten van ten minste 2 500 000 EUR voor inbreuken op artikel 88 en 15 000 000 EUR voor inbreuken op de artikelen 89 tot en met 92 of, voor inbreuken op artikel 88, 2 %, en, voor inbreuken op de artikelen 89 tot en met 92, 15 % van de totale jaaromzet van de rechtspersoon volgens de recentste, door het leidinggevende orgaan goedgekeurde jaarrekeningen of, in de lidstaten die de euro niet als officiële valuta hebben, de overeenkomstige waarde in de officiële valuta op 29 juni 2023.

Voor de toepassing van de eerste alinea, punt j), is, wanneer de rechtspersoon een moederonderneming is of een dochteronderneming van een moederonderneming die overeenkomstig Richtlijn 2013/34/EU een geconsolideerde jaarrekening moet opstellen, de betrokken totale jaaromzet gelijk aan de totale jaaromzet of het overeenkomstig het toepasselijke Unierecht inzake jaarrekeningen daarmee corresponderende soort inkomsten volgens de recentste door het leidinggevende orgaan van de uiteindelijke moederonderneming goedgekeurde geconsolideerde jaarrekening.

6.   De lidstaten kunnen bepalen dat de bevoegde autoriteiten nog andere dan de in de leden 2 tot en met 5 bedoelde bevoegdheden hebben en kunnen ten aanzien van zowel natuurlijke als rechtspersonen die voor de inbreuk aansprakelijk zijn in hogere sancties voorzien dan de in die leden vastgelegde sancties.

Artikel 112

Uitoefening van toezichthoudende bevoegdheden en bevoegdheden tot de oplegging van sancties

1.   De bevoegde autoriteiten houden bij het bepalen van de aard en de omvang van een administratieve sanctie of van andere administratieve maatregelen die overeenkomstig artikel 111 moeten worden opgelegd, rekening met alle relevante omstandigheden, waaronder in voorkomend geval:

a)

de ernst en de duur van de inbreuk;

b)

de vraag of de inbreuk opzettelijk of uit onachtzaamheid is gepleegd;

c)

de mate van aansprakelijkheid van de voor de inbreuk aansprakelijke natuurlijke of rechtspersoon;

d)

de financiële draagkracht van de voor de inbreuk aansprakelijke natuurlijke of rechtspersoon, zoals deze blijkt uit de totale omzet van de aansprakelijke rechtspersoon of het jaarinkomen en de nettoactiva van de aansprakelijke natuurlijke persoon;

e)

de omvang van de door de voor de inbreuk aansprakelijke natuurlijke of rechtspersoon behaalde winsten of vermeden verliezen, voor zover die kunnen worden vastgesteld;

f)

de verliezen voor derden ten gevolge van de inbreuk, voor zover die kunnen worden vastgesteld;

g)

de mate waarin de voor de inbreuk aansprakelijke natuurlijke of rechtspersoon aan de bevoegde autoriteit medewerking heeft verleend, onverminderd de noodzaak te zorgen voor terugbetaling van de door die persoon behaalde winsten of vermeden verliezen;

h)

eerdere inbreuken op deze verordening door de voor de inbreuk aansprakelijke natuurlijke of rechtspersoon;

i)

maatregelen die de voor de inbreuk aansprakelijke persoon heeft genomen om herhaling van de inbreuk te voorkomen;

j)

de gevolgen van de inbreuk voor de belangen van cryptoactivahouders en cliënten van aanbieders van cryptoactivadiensten, en met name individuele houders.

2.   Bij de uitoefening van hun bevoegdheden om uit hoofde van artikel 111 administratieve sancties en andere administratieve maatregelen op te leggen, werken de bevoegde autoriteiten nauw samen om ervoor te zorgen dat de uitoefening van hun toezichthoudende en onderzoeksbevoegdheden, en de administratieve sancties en andere administratieve maatregelen die zij opleggen, doeltreffend en passend zijn. Zij coördineren hun optreden om met betrekking tot grensoverschrijdende gevallen dubbel werk en overlappingen te voorkomen bij de uitoefening van hun toezichthoudende en onderzoekswerkzaamheden en bij de oplegging van administratieve sancties en het nemen van andere administratieve maatregelen.

Artikel 113

Recht van beroep

1.   De lidstaten zorgen ervoor dat op grond van deze verordening genomen besluiten van bevoegde autoriteiten afdoende gemotiveerd zijn en er recht van beroep bij een rechterlijke instantie tegen openstaat. Het recht van beroep bij een rechterlijke instantie is ook van toepassing wanneer er binnen zes maanden na indiening van een vergunningsaanvraag die alle vereiste gegevens bevat geen besluit dienaangaande is genomen.

2.   De lidstaten bepalen dat een of meer van de volgende, naar nationaal recht bepaalde instanties zich in het belang van de consument en overeenkomstig het nationale recht tot de rechterlijke of de bevoegde administratieve instanties kunnen wenden om de toepassing van deze verordening te waarborgen:

a)

overheidsinstanties of hun vertegenwoordigers;

b)

consumentenorganisaties die een rechtmatig belang hebben bij de bescherming van cryptoactivahouders;

c)

beroepsorganisaties die een rechtmatig belang hebben bij optreden ter bescherming van hun leden.

Artikel 114

Bekendmaking van besluiten

1.   Een besluit dat administratieve sancties of andere administratieve maatregelen in verband met een inbreuk op deze verordening oplegt, conform artikel 111, wordt door de bevoegde autoriteiten onverwijld op hun officiële website bekendgemaakt nadat de natuurlijke of rechtspersoon op wie dat besluit van toepassing is, van dat besluit in kennis is gesteld. Die bekendmaking bevat ten minste informatie over het soort en de aard van de inbreuk, alsmede de identiteit van de aansprakelijke natuurlijke of rechtspersonen. Besluiten waarbij onderzoeksmaatregelen worden opgelegd, hoeven niet te worden bekendgemaakt.

2.   Indien de bekendmaking van de identiteit van de rechtspersonen, dan wel van de identiteit of de persoonsgegevens van natuurlijke personen, na een per geval uitgevoerde beoordeling van de evenredigheid van een bekendmaking van die gegevens, door de bevoegde autoriteiten onevenredig wordt geacht, of indien een dergelijke bekendmaking een lopend onderzoek in gevaar dreigt te brengen, nemen de bevoegde autoriteiten één van de volgende maatregelen:

a)

zij schorten de bekendmaking van het besluit waarbij een administratieve sanctie of andere administratieve maatregel wordt opgelegd, op totdat de redenen voor niet-bekendmaking vervallen;

b)

zij maken het besluit waarbij een administratieve sanctie of andere administratieve maatregel wordt opgelegd, bekend in een geanonimiseerde vorm die aan het nationale recht voldoet, indien de betrokken persoonsgegevens door een dergelijke geanonimiseerde bekendmaking doeltreffend worden beschermd;

c)

zij maken het besluit om een administratieve sanctie of andere administratieve maatregel op te leggen in het geheel niet bekend indien de in de punten a) en b) vermelde opties worden geacht niet te volstaan om te waarborgen dat:

i)

de stabiliteit van financiële markten niet in gevaar wordt gebracht;

ii)

de bekendmaking van dit soort besluit evenredig is, indien het maatregelen betreft die van mineur belang worden geacht.

In het geval van een besluit tot bekendmaking in geanonimiseerde vorm van een administratieve sanctie of een andere administratieve maatregel, als bedoeld in de eerste alinea, punt b), kan de bekendmaking van de betrokken gegevens voor een redelijke periode worden uitgesteld indien te verwachten valt dat de redenen voor bekendmaking in geanonimiseerde vorm binnen die periode zullen vervallen.

3.   Indien tegen het besluit om een administratieve sanctie of een andere administratieve maatregel op te leggen, beroep is ingesteld voor de bevoegde rechterlijke of administratieve instanties, maken de bevoegde autoriteiten die informatie en alle verdere informatie over de uitkomst van dat beroep onmiddellijk op hun officiële website bekend. Voorts worden ook alle besluiten tot nietigverklaring van een eerder besluit tot oplegging van een administratieve sanctie of andere administratieve maatregel bekendgemaakt.

4.   De bevoegde autoriteiten zorgen ervoor dat alle informatie die overeenkomstig dit artikel wordt bekendgemaakt, gedurende een periode van ten minste vijf jaar na de bekendmaking ervan op hun officiële website blijft staan. In de bekendmaking opgenomen persoonsgegevens worden op de officiële website van de bevoegde autoriteit slechts bewaard voor de periode die noodzakelijk is uit hoofde van de toepasselijke gegevensbeschermingsregels.

Artikel 115

Melding van administratieve sancties en andere administratieve maatregelen aan de ESMA en de EBA

1.   De bevoegde autoriteit verstrekt de ESMA en de EBA jaarlijks geaggregeerde informatie over alle administratieve sancties en alle overige administratieve maatregelen die overeenkomstig artikel 111 zijn opgelegd. De ESMA publiceert die informatie in een jaarlijks verslag.

Indien de lidstaten overeenkomstig artikel 111, lid 1, tweede alinea strafrechtelijke sancties hebben vastgesteld voor inbreuken op de in dat lid genoemde bepalingen, verstrekken hun bevoegde autoriteiten de EBA en de ESMA jaarlijks geanonimiseerde en geaggregeerde gegevens met betrekking tot alle relevante ingestelde strafrechtelijke onderzoeken en alle relevante opgelegde strafrechtelijke sancties. De ESMA publiceert de gegevens over opgelegde strafrechtelijke sancties in een jaarlijks verslag.

2.   Indien de bevoegde autoriteit administratieve sancties, andere administratieve maatregelen of strafrechtelijke sancties heeft openbaargemaakt, meldt zij deze tegelijkertijd aan de ESMA.

3.   De bevoegde autoriteiten stellen de EBA en de ESMA in kennis van alle administratieve sancties of andere administratieve maatregelen die zijn opgelegd maar niet zijn bekendgemaakt, met inbegrip van een eventueel ingesteld beroep en de uitkomst van de behandeling daarvan. De lidstaten zorgen ervoor dat de bevoegde autoriteiten de informatie en de definitieve rechterlijke uitspraak met betrekking tot een opgelegde strafrechtelijke sanctie ontvangen en deze bij de EBA en de ESMA indienen. De ESMA houdt, uitsluitend ten behoeve van informatie-uitwisseling tussen bevoegde autoriteiten, een centrale database van de aan haar meegedeelde sancties en administratieve maatregelen bij. Die database is uitsluitend toegankelijk voor de EBA, de ESMA en de bevoegde autoriteiten, en wordt bijgewerkt op basis van de door de bevoegde autoriteiten verstrekte informatie.

Artikel 116

Melding van inbreuken en bescherming van melders

Richtlijn (EU) 2019/1937 is van toepassing op het melden van inbreuken op deze verordening en op de bescherming van personen die dergelijke inbreuken melden.

HOOFDSTUK 4

Toezichthoudende verantwoordelijkheden van de EBA ten aanzien van uitgevers van significante activagerelateerde tokens en significante e-moneytokens en colleges van toezichthouders

Artikel 117

Toezichthoudende verantwoordelijkheden van de EBA ten aanzien van uitgevers van significante activagerelateerde tokens en uitgevers van significante e-moneytokens

1.   Indien een activagerelateerde token overeenkomstig artikel 43 of artikel 44 als significant is ingedeeld, verricht de uitgever van dergelijke activagerelateerde token zijn activiteiten onder het toezicht van de EBA.

Onverminderd de bevoegdheden van de nationale bevoegde autoriteiten uit hoofde van lid 2 van dit artikel, oefent de EBA de bij de artikelen 22 tot en met 25, artikel 29, artikel 33, artikel 34, leden 7 en 12, artikel 35, leden 3 en 5, artikel 36, lid 10, en de artikelen 41, 42, 46 en 47 verleende bevoegdheden van bevoegde autoriteiten uit ten aanzien van uitgevers van significante activagerelateerde tokens.

2.   Indien een uitgever van een significante activagerelateerde token ook cryptoactivadiensten aanbiedt of cryptoactiva uitgeeft die geen significante activagerelateerde tokens zijn, blijven die diensten en activiteiten onder het toezicht van de bevoegde autoriteit van de lidstaat van herkomst.

3.   Indien een activagerelateerde token overeenkomstig artikel 43 als significant is ingedeeld, voert de EBA een nieuwe toezichthoudende beoordeling uit om zich ervan te vergewissen dat de uitgever ervan aan de vereisten van titel III voldoet.

4.   Indien een door een instelling voor elektronisch geld uitgegeven e-moneytoken overeenkomstig artikel 56 of 57 als significant is ingedeeld, is de EBA verantwoordelijk voor de inachtneming door de uitgever van dergelijke significante e-moneytoken van de in de artikelen 55 en 58 vastgestelde vereisten.

Met het oog op het toezicht op de naleving van de artikelen 55 en 58 oefent de EBA de bevoegdheden van de bevoegde autoriteiten die zij uit hoofde van de artikelen 22 en 23, artikel 24, lid 3, artikel 35, leden 3 en 5, artikel 36, lid 10, en de artikelen 46 en 47 heeft ontvangen, uit ten aanzien van instellingen voor elektronisch geld die significante e-moneytokens uitgeven.

5.   De EBA oefent haar in de leden 1 tot en met 4 bedoelde toezichthoudende bevoegdheden uit in nauwe samenwerking met de andere bevoegde autoriteiten die verantwoordelijk zijn voor het toezicht op de uitgever, en met name:

a)

de prudentiële toezichthoudende autoriteit, met inbegrip, indien toepasselijk, van de ECB uit hoofde van Verordening (EU) nr. 1024/2013;

b)

indien toepasselijk, de relevante bevoegde autoriteiten op grond van het nationale recht tot omzetting van Richtlijn 2009/110/EG;

c)

de in artikel 20, lid 1, bedoelde bevoegde autoriteiten.

Artikel 118

Het cryptoactivacomité van de EBA

1.   De EBA richt overeenkomstig artikel 41 van Verordening (EU) nr. 1093/2010 een permanent intern comité op dat instaat voor het voorbereiden van besluiten die de EBA overeenkomstig artikel 44 van die verordening moet nemen, met inbegrip van besluiten die verband houden met de uit hoofde van deze verordening aan de EBA toegewezen toezichthoudende verantwoordelijkheden.

2.   Het cryptoactivacomité kan ook besluiten voorbereiden met betrekking tot ontwerpen van technische regulerings- en uitvoeringsnormen die verband houden met de uit hoofde van deze verordening aan de EBA toegewezen toezichthoudende verantwoordelijkheden.

3.   De EBA zorgt ervoor dat het cryptoactivacomité alleen de in de leden 1 en 2 bedoelde activiteiten verricht, evenals alle andere taken die noodzakelijk zijn opdat de EBA haar met cryptoactiva verband houdende activiteiten kan uitvoeren.

Artikel 119

Colleges voor uitgevers van significante activagerelateerde tokens en significante e-moneytokens

1.   Binnen 30 kalenderdagen na een besluit om een activagerelateerde token of e-moneytoken als significant in te delen conform artikel 43, 44, 56 of 57, naargelang het geval, gaat de EBA voor elke uitgever van een significante activagerelateerde token of van een significante e-moneytoken over tot het oprichten, beheren en voorzitten van een college, om de vervulling van de toezichthoudende taken van de EBA op grond van deze verordening te faciliteren en staat in voor de coördinatie van de toezichthoudende activiteiten uit hoofde van deze verordening.

2.   Een in lid 1 bedoeld college bestaat uit:

a)

de EBA;

b)

de ESMA;

c)

de bevoegde autoriteiten van de lidstaat van herkomst waar de uitgever van de significante activagerelateerde token of de significante e-moneytoken is gevestigd;

d)

de bevoegde autoriteiten van de relevantste aanbieders van cryptoactivadiensten, kredietinstellingen of beleggingsondernemingen die de reserveactiva overeenkomstig artikel 37 of de in ruil voor de significante e-moneytokens ontvangen geldmiddelen in bewaring hebben;

e)

in voorkomend geval, de bevoegde autoriteiten van de relevantste cryptoactivahandelsplatforms waar de significante activagerelateerde tokens of de significante e-moneytokens tot de handel zijn toegelaten;

f)

de bevoegde autoriteiten van de relevantste aanbieders van betalingsdiensten die met betrekking tot de significante e-moneytokens betalingsdiensten aanbieden;

g)

in voorkomend geval, de bevoegde autoriteiten van de entiteiten die met de in artikel 34, lid 5, eerste alinea, punt h), bedoelde functies belast zijn;

h)

in voorkomend geval, de bevoegde autoriteiten van de relevantste aanbieders van cryptoactivadiensten die namens cliënten instaan voor de bewaring en het beheer van cryptoactiva met betrekking tot de significante activagerelateerde tokens of de significante e-moneytokens;

i)

de ECB;

j)

indien de uitgever van de significante activagerelateerde token is gevestigd in een lidstaat die de euro niet als officiële valuta heeft, of indien de significante activagerelateerde token verwijst naar een andere officiële valuta dan de euro, de centrale bank van die lidstaat;

k)

indien de uitgever van de significante e-moneytoken is gevestigd in een lidstaat die niet de euro als officiële valuta heeft, of indien de significante e-moneytoken verwijst naar een andere officiële valuta dan de euro, de centrale bank van die lidstaat;

l)

de bevoegde autoriteiten van de lidstaten waar de activagerelateerde token of de e-moneytoken op grote schaal wordt gebruikt, op hun verzoek;

m)

de betrokken toezichthoudende autoriteiten van derde landen waarmee de EBA overeenkomstig artikel 126 administratieve overeenkomsten heeft gesloten.

3.   De EBA kan andere autoriteiten uitnodigen om lid te worden van het in lid 1 genoemde college indien de entiteiten waarop zij toezicht uitoefenen, van belang zijn voor de werkzaamheden van het college.

4.   De bevoegde autoriteit van een lidstaat die geen deel uitmaakt van het college, kan het college verzoeken om alle informatie die relevant is voor de uitoefening van haar toezichthoudende verantwoordelijkheden uit hoofde van deze verordening.

5.   Onverminderd de verantwoordelijkheden van bevoegde autoriteiten uit hoofde van deze verordening zorgt een in lid 1 van dit artikel bedoeld college voor:

a)

het voorbereiden van het in artikel 120 bedoelde niet-bindende advies;

b)

de informatie-uitwisseling overeenkomstig deze verordening;

c)

overeenstemming over een vrijwillige toewijzing van taken aan haar leden.

Teneinde de uitoefening van de overeenkomstig de eerste alinea van dit lid toegewezen taken te faciliteren, krijgen de in lid 2 bedoelde leden van het college het recht om bij te dragen aan de opstelling van de agenda van de collegevergaderingen, met name door punten toe te voegen aan de agenda van een vergadering.

6.   De oprichting en het functioneren van het in lid 1 bedoelde college zijn gebaseerd op een schriftelijke overeenkomst tussen alle leden ervan.

Die in de eerste alinea bedoelde overeenkomst legt de praktische regelingen voor het functioneren van het college vast, waaronder nadere regels betreffende:

a)

de in artikel 120, lid 3, bedoelde stemprocedures;

b)

de procedures voor de opstelling van de agenda van collegevergaderingen;

c)

de frequentie van de collegevergaderingen;

d)

de passende minimumtermijnen voor het beoordelen van de relevante documentatie door de leden van het college;

e)

de wijze waarop de communicatie tussen de leden van het college concreet verloopt;

f)

de oprichting van meerdere colleges, één voor elk specifiek cryptoactivum of elke groep cryptoactiva.

De overeenkomst kan ook bepalen dat taken worden toevertrouwd aan de EBA of aan een ander lid van het college.

7.   Als voorzitter van elk college staat de EBA in voor:

a)

schriftelijke regelingen en procedures opstellen voor het functioneren van het college, na raadpleging van de andere leden van het college;

b)

alle activiteiten van het college coördineren;

c)

alle collegevergaderingen bijeenroepen en voorzitten, en de leden van het college voorafgaand aan de vergaderingen volledig informeren over de voornaamste agendapunten en de in overweging te nemen punten;

d)

de leden van het college in kennis stellen van alle geplande vergaderingen, zodat zij kunnen vragen om hieraan deel te nemen;

e)

de leden van het college tijdig informeren over de besluiten en resultaten van die vergaderingen.

8.   Om de consistente en coherente werking van colleges te waarborgen, ontwikkelt de EBA, in samenwerking met de ESMA en de ECB, ontwerpen van reguleringsnormen tot nadere bepaling van:

a)

de voorwaarden waaronder de in lid 2, punten d) tot en met h), bedoelde entiteiten als de relevantste moeten worden beschouwd;

b)

de voorwaarden waaronder wordt aangenomen dat activagerelateerde tokens of e-moneytokens op grote schaal worden gebruikt, als bedoeld in lid 2, punt l), en

c)

de nadere gegevens omtrent de in lid 6 bedoelde praktische regelingen.

De EBA dient de in de eerste alinea bedoelde ontwerpen van reguleringsnormen uiterlijk op 30 juni 2024 in bij de Commissie.

Aan de Commissie wordt de bevoegdheid gedelegeerd om deze verordening aan te vullen door de in de eerste alinea van dit lid bedoelde technische reguleringsnormen vast te stellen overeenkomstig de artikelen 10 tot en met 14 van Verordening (EU) nr. 1093/2010.

Artikel 120

Niet-bindende adviezen van de colleges voor uitgevers van significante activagerelateerde tokens en significante e-moneytokens

1.   Een college als bedoeld in artikel 119, lid 1, kan een niet-bindend advies uitbrengen over de volgende punten:

a)

de in artikel 117, lid 3, bedoelde nieuwe toezichthoudende beoordeling;

b)

besluiten om van een uitgever van een significante activagerelateerde token of een significante e-moneytoken te verlangen dat deze een hoger bedrag aan eigen vermogen aanhoudt, overeenkomstig artikel 35, leden 2, 3 en 5, artikel 45, lid 5 en artikel 58, lid 1, naargelang het geval;

c)

actualiseringen van het herstel- of terugbetalingsplan van een uitgever van een significante activagerelateerde token of een uitgever van een significante e-moneytoken op grond van de artikelen 46, 47 en 55, naargelang het geval;

d)

veranderingen van het bedrijfsmodel van de uitgever van een significante activagerelateerde token op grond van artikel 25, lid 1;

e)

een ontwerp van gewijzigd cryptoactivawitboek, opgesteld overeenkomstig artikel 25, lid 2;

f)

voorgenomen passende corrigerende maatregelen overeenkomstig artikel 25, lid 4;

g)

voorgenomen toezichtmaatregelen overeenkomstig artikel 130;

h)

voorgenomen administratieve overeenkomsten voor de informatie-uitwisseling met een toezichthoudende autoriteit van een derde land overeenkomstig artikel 126;

i)

de delegatie van toezichthoudende taken van de EBA aan een bevoegde autoriteit overeenkomstig artikel 138;

j)

voorgenomen wijzigingen in de vergunning van of een voorgenomen toezichtmaatregel voor de in artikel 119, lid 2, punten d) tot en met h), bedoelde leden van het college;

k)

een ontwerp van gewijzigd cryptoactivawitboek, opgesteld overeenkomstig artikel 51, lid 12.

2.   Indien het college overeenkomstig lid 1 een advies uitbrengt, kan dat advies, op verzoek van een lid van het college en nadat het overeenkomstig lid 3 met een meerderheid van het college is aangenomen, aanbevelingen bevatten om tekortkomingen in de door de EBA of door de bevoegde autoriteiten voorgenomen maatregel te verhelpen.

3.   Een advies van het college wordt met gewone meerderheid van de leden vastgesteld.

Indien het college meerdere leden uit eenzelfde lidstaat telt, heeft slechts één van die leden een stem.

Indien de ECB in meerdere hoedanigheden lid van het college is, onder meer in toezichthoudende hoedanigheden, heeft zij slechts één stem.

In artikel 119, lid 2, punt m), bedoelde toezichthoudende autoriteiten van derde landen hebben geen stemrecht over adviezen van het college.

4.   De EBA en de bevoegde autoriteiten houden naar behoren rekening met het overeenkomstig lid 3 bereikte niet-bindende advies van het college, met inbegrip van eventuele aanbevelingen om tekortkomingen te verhelpen in in de voorgenomen toezichtmaatregel ten aanzien van een uitgever van een significante activagerelateerde token, een uitgever van een significante e-moneytoken of een in artikel 119, lid 2, punten d) tot en met h), bedoelde entiteit of aanbieder van cryptoactivadiensten. Indien de EBA of een bevoegde autoriteit niet akkoord gaat met een advies van het college, met inbegrip van eventuele aanbevelingen om tekortkomingen in de voorgenomen toezichtmaatregel te verhelpen, bevat haar besluit de redenen hiervoor en een toelichting bij elke significante afwijking van dat advies of die aanbevelingen.

HOOFDSTUK 5

De bevoegdheden van de EBA ten aanzien van uitgevers van significante activagerelateerde tokens en uitgevers van significante e-moneytokens

Artikel 121

Verschoningsrecht

De bevoegdheden die bij de artikelen 122 tot en met 125 aan de EBA, of aan functionarissen of andere door de EBA gemachtigde personen zijn verleend, mogen niet worden gebruikt om de inzageverlening te verlangen van informatie die onder het verschoningsrecht valt.

Artikel 122

Informatieverzoek

1.   Om haar toezichthoudende verantwoordelijkheden uit hoofde van artikel 117 te kunnen uitoefenen, kan de EBA bij eenvoudig verzoek of bij besluit verlangen dat de volgende personen alle noodzakelijke informatie verschaffen om de EBA in staat te stellen haar taken uit hoofde van deze verordening te vervullen:

a)

een uitgever van een significante activagerelateerde token of een persoon die zeggenschap heeft over dan wel direct of indirect onder zeggenschap staat van een uitgever van een significante activagerelateerde token;

b)

in artikel 34, lid 5, eerste alinea, punt h), bedoelde derde entiteiten met wie een uitgever van een significante activagerelateerde token een contractuele regeling is aangegaan;

c)

een aanbieder van cryptoactivadiensten, een kredietinstelling of een beleggingsonderneming die de reserveactiva overeenkomstig artikel 37 in bewaring heeft;

d)

een uitgever van een significante e-moneytoken of een persoon die zeggenschap heeft over dan wel direct of indirect onder zeggenschap staat van een uitgever van een significante e-moneytoken;

e)

een betalingsdienstaanbieder die met betrekking tot de significante e-moneytokens betalingsdiensten aanbiedt;

f)

een natuurlijke of rechtspersoon die is belast met de distributie van significante e-moneytokens namens een uitgever van significante e-moneytokens;

g)

een aanbieder van cryptoactivadiensten die namens cliënten instaat voor de bewaring en het beheer van cryptoactiva met betrekking tot significante activagerelateerde tokens of significante e-moneytokens;

h)

een exploitant van een cryptoactivahandelsplatform die een significant activagerelateerde token of een significant e-moneytoken tot de handel heeft toegelaten;

i)

het leidinggevende orgaan van de in punten a) tot en met h) bedoelde personen.

2.   In een eenvoudig informatieverzoek als bedoeld in lid 1 neemt de EBA het volgende in acht:

a)

zij verwijst naar dit artikel als rechtsgrondslag voor dat verzoek;

b)

zij vermeldt het doel van het verzoek;

c)

zij geeft nader aan welke informatie wordt verlangd;

d)

zij bepaalt binnen welke termijn de informatie moet worden verstrekt;

e)

zij deelt de persoon van wie de informatie wordt gevraagd mee dat deze niet verplicht is de informatie te verstrekken maar dat de verstrekte informatie, bij een vrijwillig antwoord op het verzoek, niet onjuist of misleidend mag zijn, en

f)

zij vermeldt de geldboete die overeenkomstig artikel 131 wordt opgelegd wanneer de antwoorden op de gestelde vragen onjuist of misleidend zijn.

3.   Wanneer de EBA krachtens lid 1 bij besluit gelast informatie te verstrekken, neemt zij het volgende in acht:

a)

zij verwijst naar dit artikel als rechtsgrondslag voor dat verzoek;

b)

zij vermeldt het doel van dat verzoek;

c)

zij geeft nader aan welke informatie wordt verlangd;

d)

zij bepaalt binnen welke termijn de informatie moet worden verstrekt;

e)

zij vermeldt welke dwangsommen overeenkomstig artikel 132 wordt opgelegd indien de verlangde informatie niet volledig wordt verschaft;

f)

zij vermeldt de geldboete die overeenkomstig artikel 131 wordt opgelegd wanneer de antwoorden op de gestelde vragen onjuist of misleidend zijn;

g)

zij vermeldt dat tegen het besluit bezwaar kan worden gemaakt bij de bezwaarcommissie van de EBA en dat bij het Hof van Justitie overeenkomstig de artikelen 60 en 61 van Verordening (EU) nr. 1093/2010 tegen het besluit beroep kan worden ingesteld.

4.   De in lid 1 bedoelde personen of hun vertegenwoordigers en, in het geval van rechtspersonen of verenigingen zonder rechtspersoonlijkheid, de rechtens tot vertegenwoordiging bevoegde personen verstrekken de verlangde informatie.

5.   De EBA zendt van het eenvoudige verzoek of van haar besluit onverwijld een afschrift aan de bevoegde autoriteit van de lidstaat waar de personen op wie het informatieverzoek betrekking heeft, woonachtig of gevestigd zijn.

Artikel 123

Algemene onderzoeksbevoegdheden

1.   Om haar toezichthoudende verantwoordelijkheden uit hoofde van artikel 117 van deze verordening te kunnen vervullen, kan de EBA onderzoeken naar uitgevers van significante activagerelateerde tokens en uitgevers van significante e-moneytokens voeren. In dat verband zijn de functionarissen en andere door de EBA gemachtigde personen bevoegd om:

a)

alle bescheiden, gegevens, procedures en ander materiaal te onderzoeken dat relevant is voor de uitvoering van hun taken, ongeacht de aard van de informatiedrager;

b)

voor echt gewaarmerkte kopieën of uittreksels te maken of te verkrijgen van dergelijke bescheiden, gegevens, procedures en ander materiaal;

c)

uitgevers van een significante activagerelateerde token of een uitgever van een significante e-moneytoken, of hun leidinggevende orgaan of personeelsleden, op te roepen en te verzoeken om mondeling of schriftelijk toelichting bij feiten of documenten met betrekking tot het voorwerp en het doel van het onderzoek te geven, en de antwoorden op te tekenen;

d)

alle andere natuurlijke of rechtspersonen te horen die daarin toestemmen, om informatie betreffende het onderwerp van een onderzoek te verzamelen;

e)

overzichten van telefoon- en dataverkeer op te vragen.

Een college zoals bedoeld in artikel 119, lid 1, wordt onverwijld in kennis gesteld van bevindingen die relevant kunnen zijn voor de uitoefening van zijn taken.

2.   De functionarissen van de EBA en andere door de EBA ten behoeve van het in lid 1 bedoelde onderzoek gemachtigde personen oefenen hun bevoegdheden uit na de overlegging van een schriftelijke machtiging waarin het voorwerp en het doel van het onderzoek zijn vermeld. Die machtiging maakt ook melding van de dwangsommen die overeenkomstig artikel 132 worden opgelegd wanneer de verlangde bescheiden, gegevens, procedures of ander materiaal, of de antwoorden op aan uitgevers van significante activagerelateerde tokens of uitgevers van significante e-moneytokens gestelde vragen niet of onvolledig worden verstrekt, alsook van de geldboeten die overeenkomstig artikel 131 worden opgelegd wanneer de antwoorden op aan de uitgevers van significante activagerelateerde tokens of uitgevers van significante e-moneytokens gestelde vragen onjuist of misleidend zijn.

3.   De uitgevers van significante activagerelateerde tokens en uitgevers van significante e-moneytokens zijn verplicht zich aan op grond van een besluit van de EBA ingestelde onderzoeken te onderwerpen. Het besluit vermeldt het voorwerp en het doel van het onderzoek, de overeenkomstig artikel 132 opgelegde dwangsommen, de krachtens Verordening (EU) nr. 1093/2010 beschikbare remedies en het recht om bij het Hof van Justitie tegen het besluit beroep in te stellen.

4.   Binnen een redelijke termijn voorafgaand aan een in lid 1 bedoeld onderzoek stelt de EBA de bevoegde autoriteit van de lidstaat waar het onderzoek moet worden uitgevoerd, in kennis van het onderzoek en van de identiteit van de gemachtigde personen. Op verzoek van de EBA worden die gemachtigde personen bij de uitvoering van hun taken bijgestaan door functionarissen van de betrokken bevoegde autoriteit. Functionarissen van de betrokken bevoegde autoriteit mogen op verzoek eveneens bij de onderzoeken aanwezig zijn.

5.   Indien volgens het toepasselijke nationale recht voor een verzoek om de in lid 1, eerste alinea, punt e), bedoelde overzichten van telefoon- of dataverkeer de toestemming van een rechterlijke instantie is vereist, vraagt de EBA om dergelijke toestemming. Dergelijke toestemming kan ook bij wijze van voorzorgsmaatregel worden gevraagd.

6.   Wanneer een rechterlijke instantie een aanvraag om toestemming voor een in lid 1, eerste alinea, punt e), bedoeld verzoek om overzichten van telefoon- of dataverkeer ontvangt, vergewist die rechterlijke instantie zich ervan of:

a)

het in lid 3 bedoelde besluit van de EBA authentiek is;

b)

de te nemen maatregelen evenredig en niet willekeurig of buitensporig zijn.

7.   Voor de toepassing van lid 6, punt b), mag de rechterlijke instantie de EBA om nadere toelichting verzoeken, met name met betrekking tot de redenen die de EBA heeft om te vermoeden dat op deze verordening inbreuk is gemaakt, de ernst van de vermoedelijke inbreuk en de aard van de betrokkenheid van de aan de dwangmaatregelen onderworpen persoon. Die rechterlijke instantie mag evenwel niet de noodzakelijkheid van het onderzoek heroverwegen, noch vragen dat zij in het bezit wordt gesteld van de informatie in het dossier van de EBA. De rechtmatigheid van het besluit van de EBA kan slechts door het Hof van Justitie worden getoetst volgens de in Verordening (EU) nr. 1093/2010 uiteengezette procedure.

Artikel 124

Inspecties ter plaatse

1.   Om haar toezichthoudende verantwoordelijkheden uit hoofde van artikel 117 te kunnen vervullen, kan de EBA alle nodige inspecties ter plaatse uitvoeren in de bedrijfsruimten van de uitgevers van significante activagerelateerde tokens en uitgevers van significante e-moneytokens.

Het in artikel 119 bedoelde college wordt onverwijld in kennis gesteld van bevindingen die relevant kunnen zijn voor de uitvoering van zijn taken.

2.   De functionarissen van de EBA en andere door de EBA tot het uitvoeren van een inspectie ter plaatse gemachtigde personen mogen bedrijfsruimten van de personen die onder het door de ESMA vastgestelde onderzoeksbesluit vallen, betreden en hebben alle in artikel 123, lid 1, vastgestelde bevoegdheden. Zij zijn ook bevoegd voor het verzegelen van alle ruimten en boeken of bescheiden van het bedrijf voor de duur van en voor zover noodzakelijk voor de inspectie.

3.   De EBA stelt de bevoegde autoriteit van de lidstaat waar de inspectie zal worden uitgevoerd, tijdig vóór de inspectie hiervan in kennis. Wanneer dit voor het behoorlijk en efficiënt uitvoeren van de inspectie vereist is, kan de EBA, nadat zij die bevoegde autoriteit daarvan in kennis heeft gesteld, de inspectie ter plaatse uitvoeren zonder dat de uitgever van de significante activagerelateerde token of de uitgever van de significante e-moneytoken daarvan vooraf in kennis wordt gesteld.

4.   De functionarissen van de EBA en andere door de EBA tot het uitvoeren van een inspectie ter plaatse gemachtigde personen oefenen hun bevoegdheden uit onder overlegging van een schriftelijke machtiging waarin het voorwerp en het doel van de inspectie en de dwangsommen die overeenkomstig artikel 132 worden opgelegd wanneer de betrokkenen zich niet aan het onderzoek onderwerpen, nader zijn aangegeven.

5.   De uitgever van de significante activagerelateerde token of de uitgever van de significante e-moneytoken is verplicht zich aan op grond van een besluit van de EBA gelaste inspecties ter plaatse te onderwerpen. Het besluit preciseert het voorwerp en het doel van de inspectie, geeft aan op welke datum de inspectie zal aanvangen, en vermeldt de dwangsommen die overeenkomstig artikel 132 worden opgelegd, de krachtens Verordening (EU) nr. 1093/2010 beschikbare remedies en het recht om bij het Hof van Justitie tegen het besluit beroep in te stellen.

6.   De functionarissen van de bevoegde autoriteit van de lidstaat waar de inspectie zal worden verricht alsook door deze autoriteit gemachtigde of aangewezen personen verlenen op verzoek van de EBA de functionarissen van de EBA en andere door ESMA gemachtigde personen actief bijstand. Functionarissen van de bevoegde autoriteit van de betrokken lidstaat mogen eveneens bij de inspecties ter plaatse aanwezig zijn.

7.   De EBA mag bevoegde autoriteiten ook verzoeken om, namens haar, specifieke onderzoekstaken en inspecties ter plaatse uit te voeren als bepaald in dit artikel en in artikel 123, lid 1.

8.   Wanneer de functionarissen van de EBA en andere door de EBA gemachtigde begeleidende personen vaststellen dat een persoon zich tegen een uit hoofde van dit artikel gelaste inspectie verzet, verleent de bevoegde autoriteit van de betrokken lidstaat hun de nodige bijstand om hen in staat te stellen hun inspectie ter plaatse uit te voeren, zo nodig door een beroep te doen op de bijstand van de politie of een gelijkwaardige handhavingsinstantie.

9.   Indien het nationale recht bepaalt dat voor de in lid 1 bedoelde inspectie ter plaatse of voor de in lid 7 bedoelde bijstand de toestemming van een rechterlijke instantie is vereist, dient de EBA een verzoek om dergelijke toestemming in. Dergelijke toestemming kan ook bij wijze van voorzorgsmaatregel worden gevraagd.

10.   Wanneer een rechterlijke instantie in een lidstaat een aanvraag om toestemming voor een in lid 1 bedoelde inspectie ter plaatse of voor de in lid 7 bedoelde bijstand ontvangt, gaat die rechterlijke instantie na of:

a)

het in lid 4 bedoelde door de EBA vastgestelde besluit authentiek is;

b)

de te nemen maatregelen evenredig en niet willekeurig of buitensporig zijn.

11.   Voor de toepassing van lid 10, punt b), mag de rechterlijke instantie de EBA om nadere toelichting verzoeken, met name met betrekking tot de redenen die de EBA heeft om te vermoeden dat op deze verordening inbreuk is gemaakt, de ernst van de vermoedelijke inbreuk en de aard van de betrokkenheid van de aan de dwangmaatregelen onderworpen persoon. Die rechterlijke instantie mag evenwel niet de noodzakelijkheid van het onderzoek toetsen, noch vragen dat zij de informatie krijgt over het dossier van de EBA. De rechtmatigheid van het besluit van de EBA kan slechts door het Hof van Justitie worden getoetst volgens de in Verordening (EU) nr. 1093/2010 uiteengezette procedure.

Artikel 125

Informatie-uitwisseling

1.   Om de toezichthoudende taken van de EBA uit hoofde van artikel 117 te kunnen vervullen, en onverminderd artikel 96, verschaffen de EBA en de bevoegde autoriteiten elkaar onverwijld de informatie die noodzakelijk is voor de uitoefening van hun taken uit hoofde van deze verordening. Daartoe wisselen de bevoegde autoriteiten en de EBA alle informatie uit met betrekking tot:

a)

een uitgever van een significante activagerelateerde token of een persoon die zeggenschap heeft over of direct of indirect onder zeggenschap staat van een uitgever van een significante activagerelateerde token;

b)

in artikel 34, lid 5, eerste alinea, punt h), bedoelde derde entiteiten met wie een uitgever van een significante activagerelateerde token een contractuele regeling is aangegaan;

c)

een aanbieder van cryptoactivadiensten, een kredietinstelling of een beleggingsonderneming die de reserveactiva overeenkomstig artikel 37 in bewaring heeft;

d)

een uitgever van een significante e-moneytoken of een persoon die zeggenschap heeft over of direct of indirect onder zeggenschap staat van een uitgever van een significante e-moneytoken;

e)

een betalingsdienstaanbieder die met betrekking tot de significante e-moneytokens betalingsdiensten aanbiedt;

f)

een natuurlijke of rechtspersoon die is belast met de distributie van significante e-moneytokens namens de uitgever van significante e-moneytokens;

g)

een aanbieder van cryptoactivadiensten die namens cliënten instaat voor de bewaring en het beheer van cryptoactiva met betrekking tot significante activagerelateerde tokens of significante e-moneytokens;

h)

een cryptoactivahandelsplatform waarop een significant activagerelateerde token of een significant e-moneytoken tot de handel is toegelaten;

i)

het leidinggevende orgaan van de in punten a) tot en met h) bedoelde personen.

2.   Een bevoegde autoriteit kan alleen weigeren gevolg te geven aan een in lid 1 van dit artikel bedoeld verzoek tot informatie-uitwisseling of aan een verzoek om samenwerking bij het uitvoeren van een onderzoek of een inspectie ter plaatse als bedoeld in respectievelijk artikel 123 en artikel 124:

a)

indien ingaan op het verzoek haar eigen onderzoek, handhavingsactiviteiten of indien toepasselijk een strafrechtelijk onderzoek ongunstig zou kunnen beïnvloeden;

b)

indien voor dezelfde feiten en tegen dezelfde natuurlijke of rechtspersonen reeds een gerechtelijke procedure bij de rechterlijke instanties van de aangezochte lidstaat is ingeleid;

c)

indien in de aangezochte lidstaat tegen deze natuurlijke of rechtspersonen voor dezelfde feiten reeds een definitieve rechterlijke uitspraak is gewezen.

Artikel 126

Administratieve overeenkomsten betreffende de informatie-uitwisseling tussen de EBA en derde landen

1.   Om haar toezichthoudende verantwoordelijkheden uit hoofde van artikel 117 te kunnen vervullen, kan de EBA administratieve overeenkomsten voor de informatie-uitwisseling met de toezichthoudende autoriteiten van derde landen alleen aangaan indien met betrekking tot de informatie waarin inzage wordt verleend, ten minste gelijkwaardige waarborgen inzake het beroepsgeheim gelden als die welke in artikel 129 zijn vastgesteld.

2.   De in lid 1 bedoelde informatie-uitwisseling dient voor de vervulling van de taken van de EBA of van de in lid 1 bedoelde bevoegde autoriteiten.

3.   Met betrekking tot de doorgiftes van persoonsgegevens aan een derde land past de EBA Verordening (EU) 2018/1725 toe.

Artikel 127

Inzageverlening in informatie uit derde landen

1.   De EBA mag in de van toezichthoudende autoriteiten van derde landen ontvangen informatie alleen inzage verlenen indien de EBA of de bevoegde autoriteit die de informatie aan de EBA heeft verstrekt, daartoe uitdrukkelijk toestemming heeft gekregen van de toezichthoudende autoriteit van een derde land die de informatie heeft doorgegeven en mits, in voorkomend geval, in die informatie alleen inzage wordt verleend voor de doeleinden waarmee die toezichthoudende autoriteit heeft ingestemd, of wanneer dergelijke inzageverlening in het kader van gerechtelijke procedures noodzakelijk is.

2.   Het in lid 1 bedoelde vereiste van een uitdrukkelijke toestemming is niet van toepassing op andere toezichthoudende autoriteiten van de Unie indien de door hen gevraagde informatie nodig is voor de vervulling van hun taken, en is evenmin van toepassing op rechterlijke instanties indien de door hen gevraagde informatie nodig is voor onderzoeken of procedures met betrekking tot inbreuken waarvoor strafrechtelijke sancties gelden.

Artikel 128

Samenwerking met andere autoriteiten

Indien een uitgever van een significante activagerelateerde token of een uitgever van een significante e-moneytoken zich bezighoudt met andere activiteiten dan die welke onder deze verordening vallen, werkt de EBA samen met de autoriteiten die verantwoordelijk zijn voor het toezicht op dergelijke andere activiteiten als bepaald in het toepasselijke Unierecht of nationale recht, met inbegrip van belastingautoriteiten en relevante toezichthoudende autoriteiten van derde landen die geen leden zijn van het college als bedoeld in artikel 119, lid 2, punt m).

Artikel 129

Beroepsgeheim

Het beroepsgeheim geldt voor de EBA en alle personen die werkzaam zijn of zijn geweest voor de EBA, of voor alle overige personen aan wie de EBA taken heeft gedelegeerd, met inbegrip van de door de EBA aangestelde auditors en deskundigen.

Artikel 130

Toezichtmaatregelen van de EBA

1.   Indien de EBA vaststelt dat een uitgever van een significante activagerelateerde token een in bijlage V vermelde inbreuk heeft gepleegd, kan zij één of meer van de volgende maatregelen nemen:

a)

een besluit vaststellen waarbij de uitgever van de significante activagerelateerde token wordt gelast de inbreukmakende gedraging te staken;

b)

een besluit vaststellen waarbij overeenkomstig de artikelen 131 en 132 geldboeten of dwangsommen worden opgelegd;

c)

een besluit vaststellen waarbij van de uitgever van de significante activagerelateerde token wordt verlangd dat hij aanvullende informatie verstrekt indien dat noodzakelijk is voor de bescherming van houders van de activagerelateerde token, met name individuele houders;

d)

een besluit vaststellen waarin van de uitgever van de significante activagerelateerde token wordt verlangd dat hij een aanbieding van cryptoactiva aan het publiek telkens voor maximaal dertig opeenvolgende werkdagen schorst, indien zij redelijke gronden heeft om te vermoeden dat op deze verordening inbreuk is gemaakt;

e)

een besluit vaststellen waarin een aanbieding van de significante activagerelateerde token aan het publiek wordt verboden, indien zij vaststelt dat op deze verordening inbreuk is gemaakt of indien zij redelijke gronden heeft om te vermoeden dat op deze verordening inbreuk zal worden gemaakt;

f)

een besluit vaststellen waarin van de aanbieder van cryptoactivadiensten die een cryptoactivahandelsplatform exploiteert dat de significante activagerelateerde token tot de handel heeft toegelaten, wordt verlangd dat het de handel in een dergelijk cryptoactivum telkens voor maximaal dertig opeenvolgende werkdagen schorst, indien zij redelijke gronden heeft om te vermoeden dat op deze verordening inbreuk is gemaakt;

g)

een besluit vaststellen waarbij de handel in de significante activagerelateerde token op een cryptoactivahandelsplatform wordt verboden indien zij vaststelt dat op deze verordening inbreuk is gemaakt;

h)

een besluit vaststellen waarbij de uitgever van de significante activagerelateerde token wordt verplicht zijn reclame-uitingen te wijzigen, indien zij vaststelt dat deze reclame-uitingen niet in overeenstemming zijn met artikel 29;

i)

een besluit vaststellen om reclame-uitingen op te schorten of te verbieden indien er redelijke gronden zijn om te vermoeden dat op deze verordening inbreuk is gemaakt;

j)

een besluit vaststellen waarin van de uitgever van de significante activagerelateerde token wordt verlangd dat deze alle essentiële informatie openbaar maakt die gevolgen kan hebben voor de beoordeling van de significante activagerelateerde token die aan het publiek wordt aangeboden of die tot de handel is toegelaten, teneinde de bescherming van de consumenten of de vlotte werking van de markt te garanderen;

k)

waarschuwingen geven dat de uitgever van de significante activagerelateerde token zijn verplichtingen uit hoofde van deze verordening niet nakomt;

l)

de vergunning van de uitgever van de significante activagerelateerde token intrekken;

m)

een besluit vaststellen waarbij wordt verlangd dat een natuurlijke persoon uit het leidinggevende orgaan van de uitgever van de activagerelateerde token wordt verwijderd;

n)

eisen dat de uitgever van de significante activagerelateerde token onder haar toezicht een minimumdenominatiewaarde voor die significante activagerelateerde token invoert of het bedrag van de uitgegeven significante activagerelateerde token beperkt, overeenkomstig artikel 23, lid 4, en artikel 24, lid 3.

2.   Indien de EBA vaststelt dat een uitgever van een significante e-moneytoken een in bijlage VI vermelde inbreuk heeft gepleegd, kan zij één of meer van de volgende maatregelen nemen:

a)

een besluit vaststellen waarbij de uitgever van de significante e-moneytoken wordt gelast de inbreukmakende gedraging te staken;

b)

een besluit vaststellen waarbij overeenkomstig de artikelen 131 en 132 geldboeten of dwangsommen worden opgelegd;

c)

een besluit vaststellen waarbij van de uitgever van de significante e-moneytoken wordt verlangd dat hij aanvullende informatie verstrekt indien dat noodzakelijk is voor de bescherming van houders van de e-moneytoken, met name individuele houders;

d)

een besluit vaststellen waarin van de uitgever van de significante e-moneytoken wordt verlangd dat hij een aanbieding van cryptoactiva aan het publiek telkens voor maximaal dertig opeenvolgende werkdagen schorst, indien zij redelijke gronden heeft om te vermoeden dat op deze verordening inbreuk is gemaakt;

e)

een besluit vaststellen waarin een aanbieding van de significante e-moneytoken aan het publiek wordt verboden, indien zij vaststelt dat op deze verordening inbreuk is gemaakt of indien zij redelijke gronden heeft om te vermoeden dat op deze verordening inbreuk zal worden gemaakt;

f)

een besluit vaststellen waarin van de relevante aanbieder van cryptoactivadiensten die een cryptoactivahandelsplatform exploiteert dat significante e-moneytokens tot de handel heeft toegelaten, wordt verlangd dat het de handel in deze cryptoactiva telkens voor maximaal dertig opeenvolgende werkdagen schorst, indien zij redelijke gronden heeft om te vermoeden dat op deze verordening inbreuk is gemaakt;

g)

een besluit vaststellen waarbij de handel in significante e-moneytokens op een cryptoactivahandelsplatform wordt verboden indien zij vaststelt dat op deze verordening inbreuk is gemaakt;

h)

een besluit vaststellen waarin van de uitgever van de significante e-moneytoken wordt verlangd dat hij alle essentiële informatie openbaar maakt die gevolgen kan hebben voor de beoordeling van de significante e-moneytoken die aan het publiek wordt aangeboden of die tot de handel is toegelaten, teneinde te zorgen voor de bescherming van consumenten of de vlotte werking van de markt;

i)

waarschuwingen geven dat de uitgever van de significante e-moneytoken zijn verplichtingen uit hoofde van deze verordening niet nakomt;

j)

eisen dat de uitgever van de significante e-moneytoken onder haar toezicht een minimumdenominatiewaarde voor die significante e-moneytoken invoert of het bedrag van de uitgegeven significante e-moneytoken beperkt, als gevolg van de toepassing van artikel 58, lid 3.

3.   Bij het nemen van de in lid 1 of 2 bedoelde maatregelen houdt de EBA rekening met de aard en de ernst van de inbreuk, op basis van:

a)

de duur en de frequentie van de inbreuk;

b)

de vraag of het financiële misdrijf veroorzaakt of gefaciliteerd is door de inbreuk, dan wel op enige andere wijze daaraan valt toe te schrijven;

c)

de vraag of de inbreuk ernstige gebreken of systeemgebreken in de procedures, beleidslijnen en maatregelen voor risicobeheer van de uitgever van de significante activagerelateerde token of van de uitgever van de significante e-moneytoken aan het licht heeft gebracht;

d)

de vraag of de inbreuk opzettelijk of uit onachtzaamheid is gemaakt;

e)

de mate van aansprakelijkheid van de voor de inbreuk aansprakelijke uitgever van de significante activagerelateerde token of van de uitgever van de significante e-moneytoken;

f)

de financiële draagkracht van de voor de inbreuk aansprakelijke uitgever van de significante activagerelateerde token of van de uitgever van de significante e-moneytoken, zoals deze blijkt uit de totale omzet van de aansprakelijke rechtspersoon of het jaarinkomen en de nettoactiva van de aansprakelijke natuurlijke persoon;

g)

de impact van de inbreuk op de belangen van houders van significante activagerelateerde tokens of significante e-moneytokens;

h)

de omvang van de door de voor de inbreuk aansprakelijke uitgever van de significante activagerelateerde token of uitgever van de significante e-moneytoken behaalde winsten of vermeden verliezen, dan wel de verliezen voor derden ten gevolge van de inbreuk, voor zover die zijn vast te stellen;

i)

de mate waarin de voor de inbreuk aansprakelijke uitgever van de significante activagerelateerde token of uitgever van de significante e-moneytoken aan de EBA medewerking heeft verleend, onverminderd de noodzaak te zorgen voor terugbetaling van de door die persoon behaalde winsten of vermeden verliezen;

j)

eerdere inbreuken door de voor de inbreuk aansprakelijke uitgever van de significante activagerelateerde token of uitgever van de e-moneytoken;

k)

maatregelen die na de inbreuk zijn genomen door de uitgever van de significante activagerelateerde token of door de uitgever van de significante e-moneytoken om herhaling van een dergelijke inbreuk te voorkomen.

4.   Alvorens één van de maatregelen als bedoeld in lid 1, punten d) tot en met g), en punt j), te nemen, stelt de EBA de ESMA en, indien de significante activagerelateerde tokens verwijzen naar de euro of een officiële valuta van een lidstaat die niet de euro is, respectievelijk de ECB of de centrale bank van de betrokken lidstaat die die officiële valuta uitgeeft, daarvan in kennis.

5.   Alvorens één van de maatregelen als bedoeld in de lid 2 te nemen, stelt de EBA de bevoegde autoriteit van de uitgever van de significante e-moneytoken en de centrale bank van uitgifte van de valuta waarnaar de significante e-moneytoken verwijst, daarvan in kennis.

6.   De EBA stelt de voor de inbreuk aansprakelijke uitgever van de significante activagerelateerde token of uitgever van de significante e-moneytoken onverwijld in kennis van elke op grond van lid 1 of 2 genomen maatregel en deelt die maatregel mee aan de betrokken bevoegde autoriteiten en aan de Commissie. De EBA maakt dergelijke besluiten binnen tien werkdagen vanaf de datum waarop dat besluit is vastgesteld, openbaar op haar website, tenzij een dergelijke openbaarmaking de stabiliteit van de financiële markten ernstig in gevaar zou brengen of onevenredige schade zou berokkenen aan de betrokkenen. De openbaar gemaakte informatie mag geen persoonsgegevens omvatten.

7.   De in lid 6 bedoelde openbaarmaking omvat het volgende:

a)

een verklaring dat de voor de inbreuk aansprakelijke persoon het recht heeft tegen het besluit beroep in te stellen bij het Hof van Justitie;

b)

in voorkomend geval, een verklaring dat beroep is ingesteld, met de vermelding dat een dergelijk beroep geen schorsende werking heeft;

c)

een verklaring dat de bezwaarcommissie van de EBA overeenkomstig artikel 60, lid 3, van Verordening (EU) nr. 1093/2010 de toepassing van het bestreden besluit kan schorsen.

Artikel 131

Geldboeten

1.   De EBA stelt overeenkomstig lid 3 of 4 van dit artikel een besluit vast waarbij een geldboete wordt opgelegd, indien zij, overeenkomstig artikel 134, lid 8, vaststelt dat:

a)

een uitgever van een significante activagerelateerde token of een lid van het leidinggevende orgaan hiervan, opzettelijk of uit onachtzaamheid, een van de in bijlage V genoemde inbreuken heeft gepleegd;

b)

een uitgever van een significante e-moneytoken of een lid van het leidinggevende orgaan hiervan, opzettelijk of uit onachtzaamheid, een van de in bijlage VI genoemde inbreuken heeft gepleegd.

Een inbreuk wordt geacht opzettelijk te zijn gemaakt indien de EBA objectieve factoren aantreft waaruit blijkt dat die uitgever of een lid van diens leidinggevend orgaan doelbewust handelde om de inbreuk te plegen.

2.   Bij het vaststellen van een in lid 1 bedoeld besluit houdt de EBA rekening met de aard en de ernst van de inbreuk, op basis van:

a)

de duur en de frequentie van de inbreuk;

b)

de vraag of het financiële misdrijf veroorzaakt of gefaciliteerd is door de inbreuk, dan wel op enige andere wijze daaraan valt toe te schrijven;

c)

de vraag of de inbreuk ernstige gebreken of systeemgebreken in de procedures, beleidslijnen en maatregelen voor risicobeheer van de uitgever van de significante activagerelateerde token of van de uitgever van de significante e-moneytoken aan het licht heeft gebracht;

d)

de vraag of de inbreuk opzettelijk of uit onachtzaamheid is gemaakt;

e)

de mate van aansprakelijkheid van de voor de inbreuk aansprakelijke uitgever van de significante activagerelateerde token of uitgever van de significante e-moneytoken;

f)

de financiële draagkracht van de voor de inbreuk aansprakelijke uitgever van de significante activagerelateerde tokens, of van de uitgever van de significante e-moneytoken, zoals deze blijkt uit de totale omzet van de aansprakelijke rechtspersoon of het jaarinkomen en de nettoactiva van de aansprakelijke natuurlijke persoon;

g)

de impact van de inbreuk op de belangen van houders van significante activagerelateerde tokens of significante e-moneytokens;

h)

de omvang van de door de voor de inbreuk aansprakelijke uitgever van de significante activagerelateerde token of de significante e-moneytoken behaalde winsten of vermeden verliezen, dan wel de verliezen voor derden ten gevolge van de inbreuk, voor zover die zijn vast te stellen;

i)

de mate waarin de voor de inbreuk aansprakelijke uitgever van de significante activagerelateerde token of uitgever van de significante e-moneytoken aan de EBA medewerking heeft verleend, onverminderd de noodzaak te zorgen voor terugbetaling van de door die persoon behaalde winsten of vermeden verliezen;

j)

eerdere inbreuken door de voor de inbreuk aansprakelijke uitgever van de significante activagerelateerde token of uitgever van de significante e-moneytoken;

k)

maatregelen die na de inbreuk zijn genomen door de uitgever van de significante activagerelateerde token of door de uitgever van de significante e-moneytoken om herhaling van een dergelijke inbreuk te voorkomen.

3.   Voor uitgevers van significante activagerelateerde tokens bedraagt het maximumbedrag van de in lid 1 bedoelde geldboete tot 12,5 % van de jaaromzet over het voorgaande boekjaar, of tweemaal het bedrag van de dankzij de inbreuk behaalde winsten of vermeden verliezen, indien deze kunnen worden vastgesteld.

4.   Voor uitgevers van significante e-moneytokens bedraagt het maximumbedrag van de in lid 1 bedoelde geldboete tot 10 % van de jaaromzet over het voorgaande boekjaar, of tweemaal het bedrag van de dankzij de inbreuk behaalde winsten of vermeden verliezen, indien deze kunnen worden vastgesteld.

Artikel 132

Dwangsommen

1.   De EBA legt bij besluit dwangsommen op teneinde:

a)

een persoon ertoe te dwingen een inbreukmakende gedraging te staken, overeenkomstig een uit hoofde van artikel 130 genomen besluit;

b)

een in artikel 122, lid 1, bedoeld persoon ertoe te dwingen:

i)

volledige informatie te verschaffen die bij een besluit uit hoofde van artikel 122 is verlangd;

ii)

zich aan een onderzoek te onderwerpen en met name volledige bescheiden, gegevens, procedures of enig ander verlangd materiaal over te leggen en andere informatie aan te vullen en te verbeteren die in het kader van een bij een besluit uit hoofde van artikel 123 ingesteld onderzoek zijn verstrekt;

iii)

zich aan een bij een besluit uit hoofde van artikel 124 gelaste inspectie ter plaatse te onderwerpen.

2.   Een dwangsom is effectief en evenredig. De dwangsom wordt opgelegd per dag vertraging.

3.   Niettegenstaande lid 2 bedraagt de dwangsom 3 % van de gemiddelde dagomzet in het voorafgaande boekjaar of, in het geval van natuurlijke personen, 2 % van de gemiddelde daginkomsten in het voorafgaande kalenderjaar. Zij wordt berekend vanaf de in het besluit van de EBA tot oplegging van de dwangsom bepaalde datum.

4.   Een dwangsom wordt opgelegd voor een periode van maximaal zes maanden vanaf de kennisgeving van het besluit van de EBA. Na het verstrijken van die periode evalueert de EBA de maatregel.

Artikel 133

Openbaarmaking, aard, tenuitvoerlegging en toewijzing van geldboeten en dwangsommen

1.   De EBA maakt alle overeenkomstig de artikelen 131 en 132 opgelegde geldboeten en dwangsommen openbaar, tenzij die openbaarmaking de financiële stabiliteit ernstig in gevaar zou brengen of de betrokkenen onevenredige schade zou toebrengen. Een dergelijke openbaarmaking mag geen persoonsgegevens bevatten.

2.   Overeenkomstig de artikelen 131 en 132 opgelegde geldboeten en dwangsommen hebben een administratief karakter.

3.   Overeenkomstig de artikelen 131 en 132 opgelegde geldboeten en dwangsommen zijn afdwingbaar overeenkomstig de civielprocesrechtelijke bepalingen die van kracht zijn in de staat op het grondgebied waarvan de boete of de dwangsom wordt afgedwongen.

4.   De bedragen van de geldboeten en dwangsommen worden aan de algemene begroting van de Unie toegewezen.

5.   Wanneer de EBA, niettegenstaande de artikelen 131 en 132, besluit geen geldboeten of dwangsommen op te leggen, stelt zij het Europees Parlement, de Raad, de Commissie en de bevoegde autoriteiten van de betrokken lidstaat hiervan in kennis en geeft zij de redenen voor haar besluit.

Artikel 134

Procedureregels voor het nemen van toezichtmaatregelen en het opleggen van geldboeten

1.   Wanneer de EBA bij de vervulling van haar toezichthoudende verantwoordelijkheden uit hoofde van artikel 117 vaststelt dat er duidelijke en aantoonbare redenen zijn om te vermoeden dat er een in de bijlage V of VI genoemde inbreuk is gepleegd of zal worden gepleegd, stelt de EBA intern een onafhankelijke onderzoeksfunctionaris aan om de zaak te onderzoeken. De onderzoeksfunctionaris mag niet betrokken zijn bij of niet direct of indirect betrokken zijn geweest bij het toezicht op de betrokken uitgevers van significante activagerelateerde tokens of uitgevers van significante e-moneytokens en vervult zijn taken onafhankelijk van de EBA.

2.   De onderzoeksfunctionaris onderzoekt de vermeende inbreuken en houdt daarbij rekening met de opmerkingen van de personen op wie het onderzoek betrekking heeft, om daarna een volledig dossier met zijn bevindingen bij de EBA in te dienen.

3.   Voor het vervullen van zijn taken kan de onderzoeksfunctionaris gebruikmaken van de bevoegdheid tot het verzoeken om informatie overeenkomstig artikel 122 en de bevoegdheid tot het uitvoeren van onderzoeken en inspecties ter plaatse overeenkomstig de artikelen 123 en 124. Bij het aanwenden van die bevoegdheden houdt de onderzoeksfunctionaris zich aan artikel 121.

4.   Bij het vervullen van zijn taken heeft de onderzoeksfunctionaris toegang tot alle documenten en informatie die de EBA bij haar toezichthoudende werkzaamheden heeft vergaard.

5.   Nadat hij zijn onderzoek heeft afgerond en voordat hij het dossier met zijn bevindingen bij de EBA indient, stelt de onderzoeksfunctionaris de personen waarop de onderzoeken betrekking hebben, in de gelegenheid over de onderzochte punten te worden gehoord. De onderzoeksfunctionaris baseert zijn bevindingen alleen op feiten waarover de betrokkenen de gelegenheid hebben gehad opmerkingen te maken.

6.   De rechten van verdediging van de betrokkenen worden volledig in acht genomen tijdens de op grond van dit artikel gevoerde onderzoeken.

7.   Wanneer de onderzoeksfunctionaris het dossier met zijn bevindingen voorlegt aan de EBA, stelt hij de aan het onderzoek onderworpen personen, daarvan in kennis. De aan het onderzoek onderworpen personen, zijn gerechtigd toegang tot het dossier te krijgen, onder voorbehoud van het rechtmatige belang van andere personen bij de bescherming van hun bedrijfsgeheimen. Het recht op toegang tot het dossier geldt niet voor vertrouwelijke informatie die derden raakt, of voor interne voorbereidende documenten van de EBA.

8.   De EBA neemt, op basis van het dossier met de bevindingen van de onderzoeksfunctionaris en na de aan het onderzoek onderworpen personen, op hun verzoek overeenkomstig artikel 135 te hebben gehoord, een besluit over de vraag of de aan het onderzoek onderworpen uitgever van de significante activagerelateerde token of uitgever van de significante e-moneytoken een in de bijlagen V of VI vermelde inbreuk heeft gemaakt, en in een dergelijk geval neemt zij overeenkomstig artikel 130 een toezichtmaatregel of legt zij overeenkomstig artikel 131 een geldboete op.

9.   De onderzoeksfunctionaris neemt niet deel aan de beraadslagingen van de EBA of mengt zich in het geheel niet in het besluitvormingsproces van de EBA.

10.   De Commissie stelt uiterlijk op 30 juni 2024 overeenkomstig artikel 139 gedelegeerde handelingen vast om deze verordening aan te vullen door de procedureregels nader te bepalen voor de uitoefening van de bevoegdheid tot het opleggen van geldboeten of dwangsommen, met inbegrip van bepalingen inzake de rechten van verdediging, bepalingen inzake termijnen en de inning van geldboeten of dwangsommen, en de verjaringstermijnen voor het opleggen en de handhaving van geldboeten en dwangsommen.

11.   Indien de EBA, bij het vervullen van haar taken uit hoofde van deze verordening, vaststelt dat er ernstige aanwijzingen zijn voor het eventuele bestaan van feiten die als strafbare feiten kunnen worden aangemerkt, brengt zij de zaak voor onderzoek en, waar passend, voor strafrechtelijke vervolging onder de aandacht van de desbetreffende bevoegde nationale autoriteiten. Bovendien ziet de EBA af van het opleggen van geldboeten of dwangsommen indien zij er weet van heeft dat een eerdere vrijspraak of veroordeling ten gevolge van een krachtens het nationale recht gevoerde strafprocedure wegens identieke of in wezen dezelfde feiten reeds in kracht van gewijsde is gegaan.

Artikel 135

Het horen van betrokkenen

1.   Voordat de EBA overeenkomstig de artikelen 130, 131 of 132 een besluit neemt, stelt zij de aan een onderzoek onderworpen personen in de gelegenheid om over haar bevindingen te worden gehoord. De EBA baseert haar besluiten enkel op bevindingen waarover de aan een dergelijk onderzoek onderworpen personen in de gelegenheid zijn gesteld opmerkingen te maken.

2.   Het eerste lid is niet van toepassing indien dringende maatregelen vereist zijn om aanzienlijke en dreigende schade aan de financiële stabiliteit of aan de cryptoactivahouders, met name individuele houders, te voorkomen. In een dergelijk geval kan de EBA een voorlopig besluit vaststellen en worden de betrokkenen zo spoedig mogelijk na de vaststelling van het besluit in de gelegenheid gesteld te worden gehoord.

3.   De rechten van verdediging van de aan een onderzoek onderworpen personen, worden volledig in acht genomen. Die personen zijn gerechtigd toegang tot het dossier van de EBA te krijgen, onder voorbehoud van het rechtmatige belang van andere personen bij de bescherming van hun bedrijfsgeheimen. Het recht op toegang tot het dossier geldt niet voor vertrouwelijke informatie of voor interne voorbereidende documenten van de EBA.

Artikel 136

Toetsing door het Hof van Justitie

Het Hof van Justitie heeft volledige rechtsmacht om besluiten te toetsen waarbij de EBA overeenkomstig deze verordening een geldboete, dwangsom of een administratieve sanctie of een andere administratieve maatregel heeft opgelegd. Het kan de opgelegde boete of dwangsom vernietigen, verlagen of verhogen.

Artikel 137

Toezichtvergoeding

1.   De EBA rekent de uitgevers van significante activagerelateerde tokens en de uitgevers van significante e-moneytokens vergoedingen aan. Die vergoedingen dekken de uitgaven van de EBA voor de uitvoering van haar toezichthoudende taken met betrekking tot uitgevers van significante activagerelateerde tokens en uitgevers van significante e-moneytokens overeenkomstig de artikelen 117 en 119, alsook de terugbetaling van kosten die de bevoegde autoriteiten bij het uitvoeren van hun werkzaamheden uit hoofde van deze verordening mogelijkerwijs maken, met name als gevolg van overeenkomstig artikel 138 gedelegeerde taken.

2.   Het bedrag van de vergoeding die een individuele uitgever van een significante activagerelateerde token wordt aangerekend, staat in verhouding tot de omvang van zijn reserveactiva en dekt alle kosten die de EBA heeft gemaakt met betrekking tot de uitvoering van haar toezichthoudende taken uit hoofde van deze verordening.

Het bedrag van de aangerekende vergoeding die een individuele uitgever van een significante e-moneytoken wordt aangerekend, staat in verhouding tot de omvang van de uitgifte van de e-moneytoken in ruil voor geldmiddelen, en dekt alle kosten die resulteren uit de uitvoering van de toezichthoudende taken van de EBA uit hoofde van deze verordening, met inbegrip van de terugbetaling van alle uit de uitvoering van die taken voortvloeiende kosten.

3.   De Commissie stelt uiterlijk op 30 juni 2024 overeenkomstig artikel 139 een gedelegeerde handeling vast om deze verordening aan te vullen tot nadere bepaling van de soorten vergoedingen, de aangelegenheden waarvoor een vergoeding verschuldigd is, de hoogte van de vergoedingen en de wijze waarop deze dienen te worden voldaan, en de methode voor de berekening van het in lid 2 van dit artikel bedoelde maximumbedrag per entiteit dat door de EBA kan worden aangerekend.

Artikel 138

Delegatie van taken door de EBA aan bevoegde autoriteiten

1.   Wanneer zulks noodzakelijk is voor de goede uitoefening van een toezichthoudende taak ten aanzien van uitgevers van significante activagerelateerde tokens of uitgevers van significante e-moneytokens, kan de EBA specifieke toezichthoudende verantwoordelijkheden aan de bevoegde autoriteit delegeren. Bij die specifieke toezichthoudende taken kan het gaan om de bevoegdheid om overeenkomstig artikel 122 verzoeken om informatie uit te voeren en om overeenkomstig artikel 123 of 124 onderzoeken en inspecties ter plaatse uit te voeren.

2.   Voordat een in lid 1 bedoelde taak te delegeren, raadpleegt de EBA de betrokken bevoegde over:

a)

de reikwijdte van de te delegeren taak;

b)

het tijdschema voor het vervullen van de taak, en

c)

het overdragen van de noodzakelijke informatie door en aan de EBA.

3.   Overeenkomstig de door de Commissie uit hoofde van artikel 137, lid 3, en artikel 139 vastgestelde gedelegeerde handeling inzake vergoedingen, vergoedt de EBA aan een bevoegde autoriteit de kosten die zijn gemaakt als gevolg van het uitvoeren van gedelegeerde taken.

4.   De EBA evalueert de delegatie van taken op gezette tijden. Een dergelijke delegatie van taken kan te allen tijde worden ingetrokken.

TITEL VIII

GEDELEGEERDE HANDELINGEN

Artikel 139

Uitoefening van de bevoegdheidsdelegatie

1.   De bevoegdheid om gedelegeerde handelingen vast te stellen, wordt aan de Commissie toegekend onder de in dit artikel neergelegde voorwaarden.

2.   De in artikel 3, lid 2, artikel 43, lid 11, artikel 103, lid 8, artikel 104, lid 8, artikel 105, lid 7, artikel 134, lid 10, en artikel 137, lid 3, bedoelde bevoegdheid om gedelegeerde handelingen vast te stellen, wordt aan de Commissie toegekend voor een termijn van 36 maanden vanaf 29 juni 2023. De Commissie stelt uiterlijk negen maanden voor het einde van de termijn van 36 maanden een verslag op over de bevoegdheidsdelegatie. De bevoegdheidsdelegatie wordt stilzwijgend met termijnen van dezelfde duur verlengd, tenzij het Europees Parlement of de Raad zich uiterlijk drie maanden voor het verstrijken van elke termijn tegen deze verlenging verzet.

3.   Het Europees Parlement of de Raad kan de in artikel 3, lid 2, artikel 43, lid 11, artikel 103, lid 8, artikel 104, lid 8, artikel 105, lid 7, artikel 134, lid 10, en artikel 137, lid 3, bedoelde bevoegdheidsdelegatie te allen tijde intrekken. Een besluit tot intrekking beëindigt de delegatie van de in dat besluit genoemde bevoegdheid. Het wordt van kracht op de dag na die van de bekendmaking ervan in het Publicatieblad van de Europese Unie of op een daarin genoemde latere datum. Het laat de geldigheid van de reeds van kracht zijnde gedelegeerde handelingen onverlet.

4.   Vóór de vaststelling van een gedelegeerde handeling raadpleegt de Commissie de door elke lidstaat aangewezen deskundigen overeenkomstig de beginselen die zijn neergelegd in het Interinstitutioneel Akkoord van 13 april 2016 over beter wetgeven.

5.   Zodra de Commissie een gedelegeerde handeling heeft vastgesteld, doet zij daarvan gelijktijdig kennisgeving aan het Europees Parlement en de Raad.

6.   Een overeenkomstig artikel 3, lid 2, artikel 43, lid 11, artikel 103, lid 8, artikel 104, lid 8, artikel 105, lid 7, artikel 134, lid 10, en artikel 137, lid 3, vastgestelde gedelegeerde handeling treedt alleen in werking indien het Europees Parlement noch de Raad daartegen binnen een termijn van drie maanden na de kennisgeving van die handeling aan het Europees Parlement en de Raad bezwaar heeft gemaakt, of indien zowel het Europees Parlement als de Raad vóór het verstrijken van die termijn de Commissie heeft meegedeeld dat zij daartegen geen bezwaar zullen maken. Die termijn wordt op initiatief van het Europees Parlement of de Raad met drie maanden verlengd.

TITEL IX

OVERGANGS- EN SLOTBEPALINGEN

Artikel 140

Verslagen over de toepassing van deze verordening

1.   Uiterlijk op 30 juni 2027 dient de Commissie, na raadpleging van de EBA en de ESMA, een verslag in bij het Europees Parlement en de Raad over de toepassing van deze verordening, in voorkomend geval vergezeld van een wetgevingsvoorstel. Uiterlijk op 30 juni 2025 wordt een tussentijds verslag ingediend, in voorkomend geval vergezeld van een wetgevingsvoorstel.

2.   De in lid 1 bedoelde verslagen omvatten het volgende:

a)

het aantal uitgiften van cryptoactiva in de Unie, het aantal bij de bevoegde autoriteiten ingediende of ter kennis gebrachte cryptoactivawitboeken, het type uitgegeven cryptoactiva en hun marktkapitalisatie, en het aantal tot de handel toegelaten cryptoactiva;

b)

een beschrijving van de ervaringen met de classificatie van cryptoactiva, met inbegrip van mogelijke verschillen in benaderingen door bevoegde autoriteiten;

c)

een beoordeling van de noodzaak van de invoering van een goedkeuringsmechanisme voor cryptoactivawitboeken voor andere cryptoactiva dan activagerelateerde tokens en e-moneytokens;

d)

een schatting van het aantal ingezetenen in de Unie dat gebruikmaakt van of belegt in cryptoactiva die in de Unie zijn uitgegeven;

e)

indien mogelijk, een schatting van het aantal ingezetenen in de Unie dat gebruikmaakt van of belegt in cryptoactiva die buiten de Unie worden uitgegeven, en een toelichting bij de beschikbaarheid van gegevens daarover;

f)

het aantal en de waarde van gevallen van fraude, oplichting, hacks, het gebruik van cryptoactiva voor betalingen die verband houden met ransomwareaanvallen, cyberaanvallen, gevallen van diefstal of verlies van cryptoactiva die in de Unie worden gemeld, de soorten frauduleus gedrag, het aantal klachten dat aanbieders van cryptoactivadiensten en uitgevers van activagerelateerde tokens hebben ontvangen, het aantal klachten dat bevoegde autoriteiten hebben ontvangen en het voorwerp van de ontvangen klachten;

g)

het aantal uitgevers van activagerelateerde tokens en een analyse van de reserveactiva, de omvang van de activareserves en het volume betalingen in activagerelateerde tokens;

h)

het aantal uitgevers van significante activagerelateerde tokens en een analyse van de reserveactiva, de omvang van de activareserves en het volume in significante activagerelateerde tokens gedane betalingen;

i)

het aantal uitgevers van e-moneytokens dat beschikt over een vergunning en een analyse van de officiële valuta waarnaar de e-moneytokens verwijzen, de samenstelling en de omvang van de overeenkomstig artikel 54 gestorte of belegde geldmiddelen en het volume in e-moneytokens gedane betalingen;

j)

het aantal uitgevers van significante e-moneytokens dat beschikt over een vergunning en een analyse van de officiële valuta waarnaar de significante e-moneytokens verwijzen en, voor elektronischgeldinstellingen die significante e-moneytokens uitgeven, een analyse van de categorieën reserveactiva, de omvang van de activareserves en het volume in significante activagerelateerde tokens gedane betalingen;

k)

het aantal significante aanbieders van cryptoactivadiensten;

l)

een beoordeling van het functioneren van de cryptoactivamarkten in de Unie, met inbegrip van de evolutie en trends op de markt, rekening houdende met de ervaring van de toezichthoudende autoriteiten, het aantal vergunninghoudende aanbieders van cryptoactivadiensten en hun respectieve gemiddelde marktaandeel;

m)

een beoordeling van het beschermingsniveau van cryptoactivahouders en cliënten van aanbieders van cryptoactivadiensten, met name individuele houders;

n)

een beoordeling van frauduleuze reclame-uitingen en oplichting met cryptoactiva die plaatsvinden via socialemedianetwerken;

o)

een beoordeling van de vereisten die van toepassing zijn op uitgevers van cryptoactiva en aanbieders van cryptoactivadiensten, en het effect daarvan op de operationele veerkracht, de marktintegriteit, de financiële stabiliteit en de bescherming van cliënten en cryptoactivahouders;

p)

een evaluatie van de toepassing van artikel 81 en van de mogelijkheid om geschiktheidstests in te voeren in de artikelen 78, 79 en 80 om cliënten van aanbieders van cryptoactivadiensten, met name individuele houders, beter te beschermen;

q)

een beoordeling van de vraag of het door deze verordening bestreken scala aan cryptoactivadiensten passend is, of de in deze verordening uiteengezette definities eventueel moeten worden aangepast, en of eventuele bijkomende innovatieve vormen van cryptoactiva in het toepassingsgebied van deze verordening moeten worden opgenomen;

r)

een beoordeling van de vraag of de prudentiële vereisten voor aanbieders van cryptoactivadiensten passend zijn en of zij moeten worden afgestemd op de vereisten inzake aanvangskapitaal en eigen vermogen die van toepassing zijn op beleggingsondernemingen uit hoofde van Verordening (EU) 2019/2033 van het Europees Parlement en de Raad (46) en Richtlijn (EU) 2019/2034 van het Europees Parlement en de Raad (47);

s)

een beoordeling van de geschiktheid van de drempels voor de classificatie van activagerelateerde tokens en e-moneytokens als zijnde significant, zoals uiteengezet in artikel 43, lid 1, punten a), b) en c) van deze verordening, alsook een beoordeling van de vraag of de drempels periodiek moeten worden geëvalueerd;

t)

een beoordeling van de ontwikkeling van gedecentraliseerde financiering (decentralised financing) op cryptoactivamarkten en van de passende regelgevende behandeling van gedecentraliseerde cryptoactivasystemen;

u)

een beoordeling van de geschiktheid van de drempels om aanbieders van cryptoactivadiensten overeenkomstig artikel 85 als significant te beschouwen, en een beoordeling van de vraag of de drempels periodiek moeten worden geëvalueerd;

v)

een beoordeling van de vraag of op grond van deze verordening een gelijkwaardigheidsregeling moet worden ingesteld voor entiteiten uit derde landen die cryptoactivadiensten aanbieden, uitgevers van activagerelateerde tokens uit derde landen of uitgevers van e-moneytokens uit derde landen;

w)

een beoordeling van de vraag of de vrijstellingen op grond van de artikelen 4 en 16 passend zijn;

x)

een beoordeling van het effect van deze verordening op het goede functioneren van de interne cryptoactivamarkt, met inbegrip van het eventuele effect op de toegang tot financiering voor kleine en middelgrote ondernemingen en op de ontwikkeling van nieuwe betaalmiddelen, waaronder betaalinstrumenten;

y)

een beschrijving van ontwikkelingen in bedrijfsmodellen en technologieën op cryptoactivamarkten, met bijzondere aandacht voor de milieu- en klimaatgerelateerde effecten van nieuwe technologieën, alsook een beoordeling van de beleidsopties en indien nodig aanvullende maatregelen die gerechtvaardigd kunnen zijn ter beperking van de negatieve gevolgen voor het klimaat en andere milieugerelateerde negatieve effecten van de op cryptoactivamarkten gebruikte technologieën, en met name de consensusmechanismen die worden gebruikt om transacties in cryptoactiva te valideren;

z)

een inschatting of aanpassingen nodig zijn van de in deze verordening uiteengezette maatregelen voor het beschermen van cliënten en cryptoactivahouders, de marktintegriteit en de financiële stabiliteit;

a bis)

de toepassing van administratieve sancties en andere administratieve maatregelen;

a ter)

een evaluatie van de samenwerking tussen de bevoegde autoriteiten, de EBA, de ESMA, de centrale banken en andere relevante autoriteiten, onder meer met betrekking tot de interactie van hun verantwoordelijkheden of taken, en een beoordeling van de voor- en nadelen van het feit dat de bevoegde autoriteiten of de EBA voor het toezicht op grond van deze verordening verantwoordelijk zijn;

a quater)

een evaluatie van de samenwerking tussen de bevoegde autoriteiten en de ESMA met betrekking tot het toezicht op significante aanbieders van cryptoactivadiensten, en een beoordeling van de voor- en nadelen van het feit dat respectievelijk de bevoegde autoriteiten van de lidstaten en de ESMA verantwoordelijk zijn voor het toezicht op significante aanbieders van cryptoactivadiensten op grond van deze verordening;

a quinquies)

de kosten voor uitgevers van andere cryptoactiva dan activagerelateerde tokens en e-moneytokens om aan deze verordening te voldoen als percentage van het met uitgiften van cryptoactiva opgehaalde bedrag;

a sexies)

de kosten voor uitgevers van activagerelateerde tokens en uitgevers van e-moneytokens om aan deze verordening te voldoen als percentage van hun operationele kosten;

a septies)

de kosten voor aanbieders van cryptoactivadiensten om aan deze verordening te voldoen als percentage van hun operationele kosten;

a octies)

het aantal en het bedrag van administratieve geldboeten en strafrechtelijke sancties die voor inbreuken op deze verordening door bevoegde autoriteiten en door de EBA zijn opgelegd.

3.   In voorkomend geval worden de in het in lid 1 van dit artikel bedoelde verslagen ook follow-up gegeven aan de onderwerpen die in de in de artikelen 141 en 142 bedoelde verslagen aan de orde komen.

Artikel 141

Jaarverslag van de ESMA over marktontwikkelingen

Uiterlijk op 31 december 2025 en vervolgens elk jaar dient de ESMA in nauwe samenwerking met de EBA een verslag in bij het Europees Parlement en de Raad over de toepassing van deze verordening en de ontwikkelingen op cryptoactivamarkten. Dit verslag wordt openbaar gemaakt.

Het verslag bevat de volgende punten:

a)

het aantal uitgiften van cryptoactiva in de Unie, het aantal bij de bevoegde autoriteiten ingediende of gemelde cryptoactivawitboeken, het type uitgegeven cryptoactiva en hun marktkapitalisatie, het aantal tot de handel toegelaten cryptoactiva;

b)

het aantal uitgevers van activagerelateerde tokens en een analyse van de categorieën reserveactiva, de omvang van de activareserves en het volume transacties in activagerelateerde tokens;

c)

het aantal uitgevers van significante activagerelateerde tokens en een analyse van de categorieën reserveactiva, de omvang van de activareserves en het volume transacties in significante activagerelateerde tokens;

d)

het aantal uitgevers van e-moneytokens en een analyse van de officiële valuta waarnaar de e-moneytokens verwijzen, de samenstelling en de omvang van de geldmiddelen die gestort of belegd zijn overeenkomstig artikel 54, en het volume in e-moneytokens gedane betalingen;

e)

het aantal uitgevers van significante e-moneytokens en een analyse van de officiële valuta waarnaar de significante e-moneytokens verwijzen en, voor elektronischgeldinstellingen die significante e-moneytokens uitgeven, een analyse van de categorieën reserveactiva, de omvang van de activareserves en het volume in significante e-moneytokens gedane betalingen;

f)

het aantal aanbieders van cryptoactivadiensten en het aantal significante aanbieders van cryptoactivadiensten;

g)

een schatting van het aantal ingezetenen in de Unie dat gebruikmaakt van of belegt in cryptoactiva die in de Unie zijn uitgegeven;

h)

indien mogelijk een schatting van het aantal ingezetenen van de Unie dat gebruikmaakt van of belegt in cryptoactiva die buiten de Unie worden uitgegeven, alsook een toelichting bij de beschikbaarheid van gegevens op dat gebied;

i)

een overzicht van de geografische locatie en het niveau van ken-uw-cliënt—–procedures en procedures voor cliëntenonderzoek betreffende wisseldiensten voor cryptoactiva die zonder vergunning worden aangeboden aan ingezetenen van de Unie, met inbegrip van het aantal wissels zonder eenduidige domiciliëring en het aantal wissels in rechtsgebieden die voorkomen op de lijst van derde landen met een hoog risico in het kader van de Unievoorschriften inzake het witwassen van geld en bestrijding van terrorismefinanciering, of op de lijst van niet-coöperatieve rechtsgebieden op belastinggebied, ingedeeld volgens de mate van conformiteit met adequate ken-uw-cliënt-procedures;

j)

het aandeel van de transacties in cryptoactiva die plaatsvinden via een aanbieder van cryptoactivadiensten, een dienstverlener zonder vergunning of een peer-to-peeraanbieder, en het transactievolume daarvan;

k)

het aantal en de waarde van gevallen van fraude, oplichting, hacks, het gebruik van cryptoactiva voor met ransomwareaanvallen verband houdende betalingen, cyberaanvallen, in de Unie gemelde diefstallen of verliezen van cryptoactiva, de soorten frauduleus gedrag, het aantal klachten dat aanbieders van cryptoactivadiensten en uitgevers van activagerelateerde tokens hebben ontvangen, het aantal klachten dat bevoegde autoriteiten hebben ontvangen en het voorwerp van de ontvangen klachten;

l)

het aantal klachten dat door aanbieders van cryptoactivadiensten, uitgevers en bevoegde autoriteiten wordt ontvangen in verband met onjuiste en misleidende informatie die vervat ligt in cryptoactivawitboeken of in reclame-uitingen, ook via socialemediaplatforms;

m)

mogelijke benaderingen en opties, op basis van beste praktijken en verslagen van relevante internationale organisaties, om het risico van omzeiling van deze verordening te beperken, onder meer voor wat betreft de aanbieding van cryptoactivadiensten in de Unie door actoren uit derde landen zonder vergunning.

De bevoegde autoriteiten verstrekken de ESMA de informatie die nodig is om het verslag voor te bereiden. Ten behoeve van het verslag kan de ESMA informatie opvragen bij rechtshandhavingsinstanties.

Artikel 142

Verslag over de laatste ontwikkelingen op het gebied van cryptoactiva

1.   Uiterlijk op 30 december 2024, en na raadpleging van de EBA en de ESMA, dient de Commissie bij het Europees Parlement en de Raad een verslag in over de laatste ontwikkelingen op het gebied van cryptoactiva, met name over kwesties die niet aan bod komen in deze verordening, in voorkomend geval vergezeld van een wetgevingsvoorstel.

2.   Het in lid 1 bedoelde verslag bevat ten het volgende:

a)

een beoordeling van de ontwikkeling van gedecentraliseerde financiering op cryptoactivamarkten en van de passende regelgevende behandeling van gedecentraliseerde cryptoactivasystemen zonder uitgever of aanbieder van cryptoactivadiensten, waaronder een beoordeling van de noodzaak en haalbaarheid van het reguleren van gedecentraliseerde financiering;

b)

een beoordeling van de noodzaak en de haalbaarheid van het reguleren van het verstrekken en aangaan van leningen in cryptoactiva;

c)

een beoordeling van de behandeling van diensten op het gebied van de overdracht van e-moneytokens, wanneer deze niet aan bod komen in het kader van de herziening van Richtlijn (EU) 2015/2366;

d)

een beoordeling van de ontwikkeling van markten voor unieke en niet-fungibele cryptoactiva en van de passende regelgevende behandeling van dergelijke cryptoactiva, waaronder een beoordeling van de noodzaak en haalbaarheid van het reguleren van aanbieders van unieke en niet-fungibele cryptoactiva alsook aanbieders van diensten in verband met dergelijke cryptoactiva.

Artikel 143

Overgangsmaatregelen

1.   De artikelen 4 tot en met 15 zijn niet van toepassing op aanbiedingen aan het publiek van cryptoactiva die vóór 30 december 2024 zijn afgelopen.

2.   In afwijking van titel II zijn op andere cryptoactiva dan activagerelateerde tokens en e-moneytokens die vóór 30 december 2024 tot de handel zijn toegelaten, alleen de volgende vereisten van toepassing:

a)

de artikelen 7 en 9 zijn van toepassing op reclame-uitingen die na 30 december 2024 worden gepubliceerd;

b)

exploitanten van handelsplatformen zorgen ervoor dat er in de gevallen waarin dit conform deze verordening vereist is, uiterlijk op 31 december 2027 een cryptoactivawitboek wordt opgesteld, aangemeld en gepubliceerd, overeenkomstig de artikelen 6, 8 en 9, en dat dit witboek overeenkomstig artikel 12 wordt bijgewerkt.

3.   Aanbieders van cryptoactivadiensten die vóór 30 december 2024 hun diensten overeenkomstig het toepasselijke recht aanboden, mogen dit blijven doen tot 1 juli 2026, of totdat hun overeenkomstig artikel 63 een vergunning is verleend of geweigerd, naargelang wat zich het eerst voordoet.

De lidstaten kunnen beslissen de in de eerste alinea bedoelde overgangsregeling voor aanbieders van cryptoactivadiensten niet toe te passen of de duur ervan te beperken wanneer zij van oordeel zijn dat hun nationale regelgevingskader dat vóór 30 december 2024 van toepassing was, minder streng is dan deze verordening.

Uiterlijk op 30 juni 2024 laten de lidstaten de Commissie en de ESMA weten of zij gebruik hebben gemaakt van de in de tweede alinea geboden mogelijkheid en delen zij de duur van de overgangsregeling mee.

4.   Uitgevers van activagerelateerde tokens die geen kredietinstellingen zijn en die vóór 30 juni 2024 overeenkomstig het toepasselijke recht activagerelateerde tokens uitgaven, mogen dit blijven doen totdat hun overeenkomstig artikel 21 een vergunning wordt verleend of geweigerd, op voorwaarde dat zij deze vergunning vóór 30 juli 2024 aanvragen.

5.   Kredietinstellingen die vóór 30 juni 2024 overeenkomstig het toepasselijke recht activagerelateerde tokens uitgaven, mogen dit blijven doen totdat het cryptoactivawitboek overeenkomstig artikel 17 is goedgekeurd of niet is goedgekeurd, op voorwaarde dat zij hun bevoegde autoriteit hiervan overeenkomstig lid 1 van dat artikel vóór 30 juli 2024 in kennis stellen.

6.   In afwijking van de artikelen 62 en 63 mogen de lidstaten een vereenvoudigde procedure toepassen voor vergunningaanvragen die tussen 30 december 2024 en 1 juli 2026 worden ingediend door entiteiten die op 30 december 2024 op grond van het nationale recht over een vergunning beschikten om cryptoactivadiensten aan te bieden. De bevoegde autoriteiten vergewissen zich ervan dat aan de in de hoofdstukken 2 en 3 van titel V is voldaan voordat zij een vergunning volgens dergelijke vereenvoudigde procedures afgeven.

7.   De EBA oefent haar toezichthoudende verantwoordelijkheden overeenkomstig artikel 117 uit vanaf de datum van toepassing van de in artikel 43, lid 11, bedoelde gedelegeerde handelingen.

Artikel 144

Wijziging van Verordening (EU) nr. 1093/2010

In artikel 1, lid 2, van Verordening (EU) nr. 1093/2010 wordt de eerste alinea vervangen door:

“De Autoriteit handelt overeenkomstig de haar bij deze verordening toegekende bevoegdheden en binnen het toepassingsgebied van Richtlijn 2002/87/EG, Richtlijn 2008/48/EG (*1), Richtlijn 2009/110/EG, Verordening (EU) nr. 575/2013 (*2), Richtlijn 2013/36/EU (*3), Richtlijn 2014/49/EU (*4), Richtlijn 2014/92/EU (*5), Richtlijn (EU) 2015/2366 (*6), Verordening (EU) 2023/1114 (*7) van het Europees Parlement en de Raad en, voor zover die handelingen van toepassing zijn op kredietinstellingen en financiële instellingen en de daarop toezicht houdende bevoegde autoriteiten, van de relevante onderdelen van Richtlijn 2002/65/EG, met inbegrip van alle op die handelingen gebaseerde richtlijnen, verordeningen en besluiten en alle andere juridisch bindende Uniehandelingen waarmee taken aan de Autoriteit worden opgedragen. De Autoriteit handelt tevens in overeenstemming met Verordening (EU) nr. 1024/2013 van de Raad (*8).

Artikel 145

Wijziging van Verordening (EU) nr. 1095/2010

In artikel 1, lid 2, van Verordening (EU) nr. 1095/2010 wordt de eerste alinea vervangen door:

“De Autoriteit handelt overeenkomstig de haar bij deze verordening toegekende bevoegdheden en binnen het toepassingsgebied van de Richtlijnen 97/9/EG, 98/26/EG, 2001/34/EG, 2002/47/EG, 2004/109/EG en 2009/65/EG, Richtlijn 2011/61/EU van het Europees Parlement en de Raad (*9), Verordening (EG) nr. 1060/2009 en Richtlijn 2014/65/EU van het Europees Parlement en de Raad (*10), Verordening (EU) 2017/1129 van het Europees Parlement en de Raad (*11) en Verordening (EU) 2023/1114 van het Europees Parlement en de Raad (*12), en voor zover die handelingen van toepassing zijn op ondernemingen die beleggingsdiensten verrichten, op instellingen voor collectieve beleggingen die hun rechten van deelneming of aandelen aanbieden, op uitgevers of aanbieders van cryptoactiva, op personen die om toelating tot de handel in cryptoactiva verzoeken of op aanbieders van cryptoactivadiensten, en op de bevoegde autoriteiten die toezicht op hen uitoefenen, binnen het toepassingsgebied van de relevante onderdelen van Richtlijnen 2002/87/EG en 2002/65/EG, met inbegrip van alle op die handelingen gebaseerde richtlijnen, verordeningen en besluiten, en alle andere juridisch bindende Uniehandelingen waarmee taken aan de Autoriteit worden opgedragen.

Artikel 146

Wijziging van Richtlijn 2013/36/EU

In bijlage I bij Richtlijn 2013/36/EU wordt punt 15 vervangen door:

“15.

Uitgifte van elektronisch geld, waaronder e-moneytokens zoals gedefinieerd in artikel 3, lid 1, punt 7, van Verordening (EU) 2023/1114 van het Europees Parlement en de Raad (*13).

16.

Uitgifte van activagerelateerde tokens zoals gedefinieerd in artikel 3, lid 1, punt 6, van Verordening (EU) 2023/1114.

17.

Cryptoactivadiensten zoals gedefinieerd in artikel 3, lid 1, punt 16, van Verordening (EU) 2023/1114.

Artikel 147

Wijziging van Richtlijn (EU) 2019/1937

Aan deel I.B van de bijlage bij Richtlijn (EU) 2019/1937 wordt het volgende punt toegevoegd:

“xxii)

Verordening (EU) 2023/1114 van het Europees Parlement en de Raad van 31 mei 2023 betreffende cryptoactivamarkten, en tot wijziging van Verordeningen (EU) nr. 1093/2010 en (EU) nr. 1095/2010 en Richtlijnen 2013/36/EU en (EU) 2019/1937 (PB L 150 van 9.6.2023, blz. 40).”.

Artikel 148

Omzetting van de wijzigingen van Richtlijn 2013/36/EU en Richtlijn (EU) 2019/1937

1.   De lidstaten dienen uiterlijk op 30 december 2024 de nodige wettelijke en bestuursrechtelijke bepalingen vast te stellen en bekend te maken om te voldoen aan de artikelen 146 en 147.

2.   De lidstaten delen de Commissie, de EBA en de ESMA de tekst van de belangrijkste nationaalrechtelijke bepalingen mee die zij op het onder artikel 116 vallende gebied vaststellen.

Artikel 149

Inwerkingtreding en toepassing

1.   Deze verordening treedt in werking op de twintigste dag na die van de bekendmaking ervan in het Publicatieblad van de Europese Unie.

2.   Deze verordening is van toepassing vanaf 30 december 2024.

3.   In afwijking van lid 2 zijn de titels III en IV van toepassing vanaf 30 juni 2024.

4.   In afwijking van de leden 2 en 3 van dit artikel zijn artikel 2, lid 5, artikel 3, lid 2, artikel 6, leden 11 en 12, artikel 14, lid 1, tweede alinea, artikel 17, lid 8, artikel 18, leden 6 en 7, artikel 19, leden 10 en 11, artikel 21, lid 3, artikel 22, leden 6 en 7, artikel 31, lid 5, artikel 32, lid 5, artikel 34, lid 13, artikel 35, lid 6, artikel 36, lid 4, artikel 38, lid 5, artikel 42, lid 4, artikel 43, lid 11, artikel 45, leden 7 en 8, artikel 46, lid 6, artikel 47, lid 5, artikel 51, leden 10 en 15, artikel 60, leden 13 en 14, artikel 61, lid 3, artikel 62, leden 5 en 6, artikel 63, lid 11, artikel 66, lid 6, artikel 68, lid 10, artikel 71, lid 5, artikel 72, lid 5, artikel 76, lid 16, artikel 81, lid 15, artikel 82, lid 2, artikel 84, lid 4, artikel 88, lid 4, artikel 92, leden 2 en 3, artikel 95, leden 10 en 11, artikel 96, lid 3, artikel 97, lid 1, artikel 103, lid 8, artikel 104, lid 8, artikel 105, lid 7, artikel 107, leden 3 en 4, artikel 109, lid 8 en artikel 119, lid 8, artikel 134, lid 10, artikel 137, lid 3 en artikel 139 van toepassing vanaf 29 juni 2023.

Deze verordening is verbindend in al haar onderdelen en is rechtstreeks toepasselijk in elke lidstaat.

Gedaan te Brussel, 31 mei 2023.

Voor het Europees Parlement

De voorzitter

R. METSOLA

Voor de Raad

De voorzitter

P. KULLGREN


(1)  PB C 152 van 29.4.2021, blz. 1.

(2)  PB C 155 van 30.4.2021, blz. 31.

(3)  Standpunt van het Europees Parlement van 20 april 2023 (nog niet bekendgemaakt in het Publicatieblad) en besluit van de Raad van 16 mei 2023.

(4)  Richtlijn 2014/65/EU van het Europees Parlement en de Raad van 15 mei 2014 betreffende markten in financiële instrumenten en tot wijziging van Richtlijn 2002/92/EG en Richtlijn 2011/61/EU (PB L 173 van 12.6.2014, blz. 349).

(5)  Verordening (EU) nr. 1095/2010 van het Europees Parlement en de Raad van 24 november 2010 tot oprichting van een Europese toezichthoudende autoriteit (Europese Autoriteit voor effecten en markten), tot wijziging van Besluit nr. 716/2009/EG en tot intrekking van Besluit 2009/77/EG van de Commissie (PB L 331 van 15.12.2010, blz. 84).

(6)  Verordening (EU) nr. 1093/2010 van het Europees Parlement en de Raad van 24 november 2010 tot oprichting van een Europese toezichthoudende autoriteit (Europese Bankautoriteit), tot wijziging van Besluit nr. 716/2009/EG en tot intrekking van Besluit 2009/78/EG van de Commissie (PB L 331 van 15.12.2010, blz. 12).

(7)  Richtlijn 2014/49/EU van het Europees Parlement en de Raad van 16 april 2014 inzake de depositogarantiestelsels (PB L 173 van 12.6.2014, blz. 149).

(8)  Richtlijn (EU) 2015/2366 van het Europees Parlement en de Raad van 25 november 2015 betreffende betalingsdiensten in de interne markt, houdende wijziging van de Richtlijnen 2002/65/EG, 2009/110/EG en 2013/36/EU en Verordening (EU) nr. 1093/2010 en houdende intrekking van Richtlijn 2007/64/EG (PB L 337 van 23.12.2015, blz. 35).

(9)  Verordening (EU) 2017/2402 van het Europees Parlement en de Raad van 12 december 2017 tot vaststelling van een algemeen kader voor securitisatie en tot instelling van een specifiek kader voor eenvoudige, transparante en gestandaardiseerde securitisatie, en tot wijziging van de Richtlijnen 2009/65/EG, 2009/138/EG en 2011/61/EU en de Verordeningen (EG) nr. 1060/2009 en (EU) nr. 648/2012 (PB L 347 van 28.12.2017, blz. 35).

(10)  Richtlijn 2009/110/EG van het Europees Parlement en de Raad van 16 september 2009 betreffende de toegang tot, de uitoefening van en het prudentieel toezicht op de werkzaamheden van instellingen voor elektronisch geld, tot wijziging van de Richtlijnen 2005/60/EG en 2006/48/EG en tot intrekking van Richtlijn 2000/46/EG (PB L 267 van 10.10.2009, blz. 7).

(11)  Verordening (EU) nr. 1094/2010 van het Europees Parlement en de Raad van 24 november 2010 tot oprichting van een Europese toezichthoudende autoriteit (Europese Autoriteit voor verzekeringen en bedrijfspensioenen), tot wijziging van Besluit nr. 716/2009/EG en tot intrekking van Besluit 2009/79/EG van de Commissie (PB L 331 van 15.12.2010, blz. 48).

(12)  Verordening (EU) nr. 1024/2013 van de Raad van 15 oktober 2013 waarbij aan de Europese Centrale Bank specifieke taken worden opgedragen betreffende het beleid inzake het prudentieel toezicht op kredietinstellingen (PB L 287 van 29.10.2013, blz. 63).

(13)  Richtlijn 2013/36/EU van het Europees Parlement en de Raad van 26 juni 2013 betreffende toegang tot het bedrijf van kredietinstellingen en het prudentieel toezicht op kredietinstellingen en beleggingsondernemingen, tot wijziging van Richtlijn 2002/87/EG en tot intrekking van de Richtlijnen 2006/48/EG en 2006/49/EG (PB L 176 van 27.6.2013, blz. 338).

(14)  Richtlijn 2005/29/EG van het Europees Parlement en de Raad van 11 mei 2005 betreffende oneerlijke handelspraktijken van ondernemingen jegens consumenten op de interne markt en tot wijziging van Richtlijn 84/450/EEG van de Raad, Richtlijnen 97/7/EG, 98/27/EG en 2002/65/EG van het Europees Parlement en de Raad en van Verordening (EG) nr. 2006/2004 van het Europees Parlement en de Raad (“Richtlijn oneerlijke handelspraktijken”) (PB L 149 van 11.6.2005, blz. 22).

(15)  Richtlijn 93/13/EEG van de Raad van 5 april 1993 betreffende oneerlijke bedingen in consumentenovereenkomsten (PB L 95 van 21.4.1993, blz. 29).

(16)  Richtlijn 2002/65/EG van het Europees Parlement en de Raad van 23 september 2002 betreffende de verkoop op afstand van financiële diensten aan consumenten en tot wijziging van de Richtlijnen 90/619/EEG, 97/7/EG en 98/27/EG van de Raad (PB L 271 van 9.10.2002, blz. 16).

(17)  Verordening (EU) nr. 575/2013 van het Europees Parlement en de Raad van 26 juni 2013 betreffende prudentiële vereisten voor kredietinstellingen en tot wijziging van Verordening (EU) nr. 648/2012 (PB L 176 van 27.6.2013, blz. 1).

(18)  Richtlijn 2014/59/EU van het Europees Parlement en de Raad van 15 mei 2014 betreffende de totstandbrenging van een kader voor het herstel en de afwikkeling van kredietinstellingen en beleggingsondernemingen en tot wijziging van Richtlijn 82/891/EEG van de Raad en de Richtlijnen 2001/24/EG, 2002/47/EG, 2004/25/EG, 2005/56/EG, 2007/36/EG, 2011/35/EU, 2012/30/EU en 2013/36/EU en de Verordeningen (EU) nr. 1093/2010 en (EU) nr. 648/2012 van het Europees Parlement en de Raad (PB L 173 van 12.6.2014, blz. 190).

(19)  Verordening (EU) nr. 806/2014 van het Europees Parlement en de Raad van 15 juli 2014 tot vaststelling van eenvormige regels en een eenvormige procedure voor de afwikkeling van kredietinstellingen en bepaalde beleggingsondernemingen in het kader van een gemeenschappelijk afwikkelingsmechanisme en een gemeenschappelijk afwikkelingsfonds en tot wijziging van Verordening (EU) nr. 1093/2010 (PB L 225 van 30.7.2014, blz. 1).

(20)  Richtlijn (EU) 2015/849 van het Europees Parlement en de Raad van 20 mei 2015 inzake de voorkoming van het gebruik van het financiële stelsel voor het witwassen van geld of terrorismefinanciering, tot wijziging van Verordening (EU) nr. 648/2012 van het Europees Parlement en de Raad en tot intrekking van Richtlijn 2005/60/EG van het Europees Parlement en de Raad en Richtlijn 2006/70/EG van de Commissie (PB L 141 van 5.6.2015, blz. 73).

(21)  Verordening (EU) nr. 596/2014 van het Europees Parlement en de Raad van 16 april 2014 betreffende marktmisbruik (verordening marktmisbruik) en houdende intrekking van Richtlijn 2003/6/EG van het Europees Parlement en de Raad en de Richtlijnen 2003/124/EG, 2003/125/EG en 2004/72/EG van de Commissie (PB L 173 van 12.6.2014, blz. 1).

(22)  PB L 123 van 12.5.2016, blz. 1.

(23)  Richtlijn (EU) 2019/1937 van het Europees Parlement en de Raad van 23 oktober 2019 inzake de bescherming van personen die inbreuken op het Unierecht melden (PB L 305 van 26.11.2019, blz. 17).

(24)  Verordening (EU) 2016/679 van het Europees Parlement en de Raad van 27 april 2016 betreffende de bescherming van natuurlijke personen in verband met de verwerking van persoonsgegevens en betreffende het vrije verkeer van die gegevens en tot intrekking van Richtlijn 95/46/EG (algemene verordening gegevensbescherming) (PB L 119 van 4.5.2016, blz. 1).

(25)  Verordening (EU) 2018/1725 van het Europees Parlement en de Raad van 23 oktober 2018 betreffende de bescherming van natuurlijke personen in verband met de verwerking van persoonsgegevens door de instellingen, organen en instanties van de Unie en betreffende het vrije verkeer van die gegevens, en tot intrekking van Verordening (EG) nr. 45/2001 en Besluit nr. 1247/2002/EG (PB L 295 van 21.11.2018, blz. 39).

(26)  PB C 337 van 23.8.2021, blz. 4.

(27)  Richtlijn 2009/138/EG van het Europees Parlement en de Raad van 25 november 2009 betreffende de toegang tot en uitoefening van het verzekerings- en het herverzekeringsbedrijf (Solvabiliteit II) (PB L 335 van 17.12.2009, blz. 1).

(28)  Richtlijn (EU) 2016/2341 van het Europees Parlement en de Raad van 14 december 2016 betreffende de werkzaamheden van en het toezicht op instellingen voor bedrijfspensioenvoorziening (IBPV’s) (PB L 354 van 23.12.2016, blz. 37);

(29)  Verordening (EU) 2019/1238 van het Europees Parlement en de Raad van 20 juni 2019 inzake een pan-Europees persoonlijk pensioenproduct (PEPP) (PB L 198 van 25.7.2019, blz. 1).

(30)  Verordening (EG) nr. 883/2004 van het Europees Parlement en de Raad van 29 april 2004 betreffende de coördinatie van de socialezekerheidsstelsels (PB L 166 van 30.4.2004, blz. 1).

(31)  Verordening (EG) nr. 987/2009 van het Europees Parlement en de Raad van 16 september 2009 tot vaststelling van de wijze van toepassing van Verordening (EG) nr. 883/2004 betreffende de coördinatie van de socialezekerheidsstelsels (PB L 284 van 30.10.2009, blz. 1).

(32)  Richtlijn 2004/109/EG van het Europees Parlement en de Raad van 15 december 2004 betreffende de transparantievereisten die gelden voor informatie over uitgevende instellingen waarvan effecten tot de handel op een gereglementeerde markt zijn toegelaten en tot wijziging van Richtlijn 2001/34/EG (PB L 390 van 31.12.2004, blz. 38).

(33)  Richtlijn 2009/65/EG van het Europees Parlement en de Raad van 13 juli 2009 tot coördinatie van de wettelijke en bestuursrechtelijke bepalingen betreffende bepaalde instellingen voor collectieve belegging in effecten (UCITS) (PB L 302 van 17.11.2009, blz. 32).

(34)  Richtlijn 2011/61/EU van het Europees Parlement en de Raad van 8 juni 2011 inzake beheerders van alternatieve beleggingsinstellingen en tot wijziging van de Richtlijnen 2003/41/EG en 2009/65/EG en van de Verordeningen (EG) nr. 1060/2009 en (EU) nr. 1095/2010 (PB L 174 van 1.7.2011, blz. 1).

(35)  Richtlijn 97/9/EG van het Europees Parlement en de Raad van 3 maart 1997 inzake de beleggerscompensatiestelsels (PB L 84 van 26.3.1997, blz. 22).

(36)  Verordening (EU) 2017/1129 van het Europees Parlement en de Raad van 14 juni 2017 betreffende het prospectus dat moet worden gepubliceerd wanneer effecten aan het publiek worden aangeboden of tot de handel op een gereglementeerde markt worden toegelaten en tot intrekking van Richtlijn 2003/71/EG (PB L 168 van 30.6.2017, blz. 12).

(37)  Verordening (EU) 2022/2554 van het Europees Parlement en de Raad van 14 december 2022 betreffende digitale operationele veerkracht voor de financiële sector en tot wijziging van Verordeningen (EG) nr. 1060/2009, (EU) nr. 648/2012, (EU) nr. 600/2014, (EU) nr. 909/2014 en (EU) 2016/1011 (PB L 333 van 27.12.2022, blz. 1).

(38)  Verordening (EU) 2017/1131 van het Europees Parlement en de Raad van 14 juni 2017 inzake geldmarktfondsen (PB L 169 van 30.6.2017, blz. 8).

(39)  Richtlijn 2002/47/EG van het Europees Parlement en de Raad van 6 juni 2002 betreffende financiëlezekerheidsovereenkomsten (PB L 168 van 27.6.2002, blz. 43).

(40)  Richtlijn 2006/73/EG van de Commissie van 10 augustus 2006 tot uitvoering van Richtlijn 2004/39/EG van het Europees Parlement en de Raad wat betreft de door beleggingsondernemingen in acht te nemen organisatorische eisen en voorwaarden voor de bedrijfsuitoefening en wat betreft de definitie van begrippen voor de toepassing van genoemde richtlijn (PB L 241 van 2.9.2006, blz. 26).

(41)  Gedelegeerde Verordening (EU) 2015/61 van de Commissie van 10 oktober 2014 ter aanvulling van Verordening (EU) nr. 575/2013 van het Europees Parlement en de Raad met betrekking tot het liquiditeitsdekkingsvereiste voor kredietinstellingen (PB L 11 van 17.1.2015, blz. 1).

(42)  Richtlijn 2013/34/EU van het Europees Parlement en van de Raad van 26 juni 2013 betreffende de jaarlijkse financiële overzichten, geconsolideerde financiële overzichten en aanverwante verslagen van bepaalde ondernemingsvormen, tot wijziging van Richtlijn 2006/43/EG van het Europees Parlement en de Raad en tot intrekking van Richtlijnen 78/660/EEG en 83/349/EEG van de Raad (PB L 182 van 29.6.2013, blz. 19).

(43)  Verordening (EU) 2022/1925 van het Europees Parlement en de Raad van 14 september 2022 over betwistbare en eerlijke markten in de digitale sector, en tot wijziging van Richtlijnen (EU) 2019/1937 en (EU) 2020/1828 (digitalemarktenverordening) (PB L 265 van 12.10.2022, blz. 1).

(44)  Verordening (EU) 2021/23 van het Europees Parlement en de Raad van 16 december 2020 betreffende een kader voor het herstel en de afwikkeling van centrale tegenpartijen en tot wijziging van de Verordeningen (EU) nr. 1095/2010, (EU) nr. 648/2012, (EU) nr. 600/2014, (EU) nr. 806/2014 en (EU) 2015/2365 en Richtlijnen 2002/47/EG, 2004/25/EG, 2007/36/EG, 2014/59/EU en (EU) 2017/1132 (PB L 22 van 22.1.2021, blz. 1).

(45)  Verordening (EU) nr. 909/2014 van het Europees Parlement en de Raad 23 juli 2014 betreffende de verbetering van de effectenafwikkeling in de Europese Unie, betreffende centrale effectenbewaarinstellingen en tot wijziging van Richtlijnen 98/26/EG en 2014/65/EU en Verordening (EU) nr. 236/2012 (PB L 257 van 28.8.2014, blz. 1).

(46)  Verordening (EU) 2019/2033 van het Europees Parlement en de Raad van 27 november 2019 betreffende prudentiële vereisten voor beleggingsondernemingen en tot wijziging van Verordeningen (EU) nr. 1093/2010, (EU) nr. 575/2013, (EU) nr. 600/2014 en (EU) nr. 806/2014 (PB L 314 van 5.12.2019, blz. 1).

(47)  Richtlijn (EU) 2019/2034 van het Europees Parlement en de Raad van 27 november 2019 betreffende het prudentiële toezicht op beleggingsondernemingen en tot wijziging van Richtlijnen 2002/87/EG, 2009/65/EG, 2011/61/EU, 2013/36/EU, 2014/59/EU en 2014/65/EU (PB L 314 van 5.12.2019, blz. 64).


BIJLAGE I

OPENBAAR TE MAKEN ELEMENTEN VOOR HET CRYPTOACTIVAWITBOEK VOOR ANDERE CRYPTOACTIVA DAN ACTIVAGERELATEERDE TOKENS OF E-MONEYTOKENS

Deel A: Informatie over de aanbieder of de persoon die verzoekt om toelating tot de handel

1.

Naam.

2.

Rechtsvorm.

3.

Statutair adres en hoofdkantoor, indien verschillend.

4.

Datum van de registratie.

5.

Identificatiecode voor juridische entiteiten of een andere overeenkomstig het toepasselijke nationale recht vereiste identificatiecode.

6.

Een telefoonnummer en een e-mailadres van de aanbieder of de persoon die verzoekt om toelating tot de handel, en het aantal dagen waarbinnen een belegger die via dat telefoonnummer of e-mailadres contact opneemt met de aanbieder of de persoon die verzoekt om toelating tot de handel, een antwoord zal ontvangen.

7.

In voorkomend geval, de naam van de moederonderneming.

8.

Identiteit, kantooradressen en functies van personen die deel uitmaken van het leidinggevende orgaan van de aanbieder of de persoon die verzoekt om toelating tot de handel.

9.

Bedrijfs- of beroepsactiviteit van de aanbieder of de persoon die verzoekt om toelating tot de handel en, indien van toepassing, van zijn moederonderneming.

10.

De financiële toestand in de laatste drie jaar van de aanbieder of persoon die verzoekt om toelating tot de handel, of, indien de aanbieder of persoon die verzoekt om toelating tot de handel, nog geen drie jaar bestaat, zijn financiële toestand sinds de datum van zijn registratie.

De financiële toestand wordt beoordeeld op basis van een getrouw overzicht van de ontwikkeling van en de prestaties van het bedrijf van de aanbieder of persoon die om toelating tot de handel heeft verzocht, en van zijn positie voor elk jaar en elke tussentijdse verslagperiode waarover historische financiële informatie moet worden verstrekt, met inbegrip van de oorzaken van essentiële wijzigingen.

Het overzicht bestaat uit een evenwichtige en volledige analyse van de ontwikkeling van en de prestaties en de positie van het bedrijf van de aanbieder of de persoon die verzoekt om toelating tot de handel, die in overeenstemming is met de omvang en de complexiteit van het bedrijf.

Deel B: Informatie over de uitgever, indien het gaat om een andere persoon dan de aanbieder of de persoon die verzoekt om toelating tot de handel

1.

Naam.

2.

Rechtsvorm.

3.

Statutair adres en hoofdkantoor, indien verschillend.

4.

Datum van de registratie.

5.

Identificatiecode voor juridische entiteiten of een andere op grond van het toepasselijke nationale recht vereiste identificatiecode.

6.

In voorkomend geval, de naam van de moederonderneming.

7.

Identiteit, kantooradressen en functies van personen die lid zijn van het leidinggevende orgaan van de uitgever.

8.

Bedrijfs- of beroepsactiviteit van de uitgever en, indien van toepassing, van zijn moederonderneming.

Deel C: Informatie over de exploitant van het handelsplatform in gevallen waarin deze het cryptoactivawitboek opstelt

1.

Naam.

2.

Rechtsvorm.

3.

Statutair adres en hoofdkantoor, indien verschillend.

4.

Datum van de registratie.

5.

Identificatiecode voor juridische entiteiten of een andere op grond van het toepasselijke nationale recht vereiste identificatiecode.

6.

In voorkomend geval, de naam van de moederonderneming.

7.

De reden waarom die exploitant het cryptoactivawitboek heeft opgesteld.

8.

Identiteit, kantooradressen en functies van personen die lid zijn van het leidinggevende orgaan van de exploitant.

9.

Bedrijfs- of beroepsactiviteit van de exploitant en, indien van toepassing, van zijn moederonderneming.

Deel D: Informatie over het cryptoactivaproject

1.

Naam van het cryptoactivaproject en van de cryptoactiva, indien deze verschillen van de naam van de aanbieder of persoon die om toelating tot de handel heeft verzocht, en afkorting of tickercode.

2.

Een korte beschrijving van het cryptoactivaproject.

3.

Nadere gegevens van alle natuurlijke of rechtspersonen (waaronder kantooradressen of statutair adres van de vennootschap) die betrokken zijn bij de uitvoering van het cryptoactivaproject, zoals adviseurs, het ontwikkelingsteam en aanbieders van cryptoactivadiensten.

4.

Indien het cryptoactivaproject gebruikstokens betreft: de belangrijkste kenmerken van de te ontwikkelen goederen of diensten.

5.

Informatie over het cryptoactivaproject, met name behaalde en toekomstige mijlpalen van het project en, in voorkomend geval, de reeds aan het project toegewezen middelen.

6.

In voorkomend geval, het voorgenomen gebruik van geïnde geldmiddelen of andere geïnde cryptoactiva.

Deel E: Informatie over de aanbieding aan het publiek van cryptoactiva of de toelating daarvan tot de handel

1.

Een vermelding of het cryptoactivawitboek een aanbieding van cryptoactiva aan het publiek betreft of een toelating van die cryptoactiva tot de handel.

2.

De redenen voor de aanbieding aan het publiek of voor het verzoek om toelating tot de handel.

3.

In voorkomend geval, het met de aanbieding aan het publiek beoogde op te halen bedrag aan geldmiddelen of andere cryptoactiva, met inbegrip van, in voorkomend geval, de beoogde minimale en maximale intekening voor de aanbieding aan het publiek van cryptoactiva, alsook of mogelijke overtekeningen worden aanvaard en zo ja, hoe deze worden toegewezen.

4.

De uitgiftekoers van het aan het publiek aangeboden cryptoactivum (in officiële valuta of andere cryptoactiva), eventuele inschrijvingkosten of de methode op basis waarvan de biedkoers zal worden bepaald.

5.

In voorkomend geval, het totale aantal cryptoactiva dat aan het publiek wordt aangeboden of tot de handel wordt toegelaten.

6.

Een vermelding van de aspirant-houders op wie de aanbieding van cryptoactiva aan het publiek of de toelating ervan tot de handel is gericht, met inbegrip van restricties ten aanzien van het type houders van dergelijke cryptoactiva.

7.

Een specifieke vermelding dat kopers die aan de aanbieding van cryptoactiva aan het publiek deelnemen, zullen kunnen worden terugbetaald indien de beoogde minimuminschrijving aan het einde van de aanbieding aan het publiek niet wordt bereikt, indien zij gebruikmaken van het in artikel 13 bedoelde herroepingsrecht, of indien de aanbieding wordt geannuleerd, alsmede een gedetailleerde beschrijving van het terugbetalingsmechanisme, met inbegrip van de termijn waarbinnen die terugbetaling naar verwachting zal zijn afgerond.

8.

Informatie over de verschillende fasen van aanbieding aan het publiek van de cryptoactiva, met inbegrip van informatie over de verlaagde aankoopkoers voor vroege kopers van cryptoactiva (pre-public sales); indien sommige kopers een aankoopkorting krijgen: een verklaring voor de reden waarom de aankoopkoersen kunnen verschillen, en een beschrijving van de gevolgen hiervan voor de andere beleggers.

9.

Voor in de tijd beperkte aanbiedingen: de inschrijvingsperiode waarin de aanbieding openstaat voor het publiek.

10.

De in artikel 10 bedoelde regelingen om geldmiddelen of andere cryptoactiva gedurende de in de tijd beperkte aanbieding aan het publiek of tijdens de herroepingstermijn veilig te stellen.

11.

Betaalmethoden om de aangeboden cryptoactiva te kopen en methoden van overdracht van de waarde aan de kopers wanneer zij recht op terugbetaling hebben.

12.

Bij aanbiedingen aan het publiek: informatie over het in artikel 13 bedoelde herroepingsrecht.

13.

Informatie over de wijze en de termijn voor de overdracht van de aangekochte cryptoactiva aan de houders.

14.

Informatie over de technische vereisten waaraan de koper moet voldoen om de cryptoactiva te houden.

15.

In voorkomend geval, de naam van de aanbieder van cryptoactivadiensten die met de plaatsing van cryptoactiva is belast, en de vorm van die plaatsing (met of zonder plaatsingsgarantie).

16.

In voorkomend geval, de naam van het cryptoactivahandelsplatform waarvoor om toelating tot de handel is verzocht, en informatie over de wijze waarop beleggers zich toegang tot dergelijke handelsplatforms kunnen verschaffen en de daarmee gemoeide kosten.

17.

Uitgaven die verband houden met de aanbieding aan het publiek van cryptoactiva.

18.

Potentiële belangenconflicten van de bij de aanbieding of de toelating tot de handel betrokken personen, die rijzen met betrekking tot de aanbieding of de toelating tot de handel.

19.

Het op de aanbieding van cryptoactiva aan het publiek toepasselijke recht en de bevoegde rechterlijke instanties.

Deel F: Informatie over de cryptoactiva

1.

Het soort cryptoactiva dat aan het publiek zal worden aangeboden of waarvoor toelating tot de handel wordt aangevraagd.

2.

Een beschrijving van de kenmerken, waaronder de gegevens die nodig zijn voor de classificatie van het cryptoactivawitboek in het register als bedoeld in artikel 109, zoals gespecifieerd overeenkomstig lid 8 van dat artikel, en de functionaliteit van de cryptoactiva die worden aangeboden of tot de handel worden toegelaten, met inbegrip van informatie over de vraag wanneer de functionaliteiten volgens planning van toepassing zullen zijn.

Deel G: Informatie over de aan de cryptoactiva verbonden rechten en verplichtingen

1.

Een beschrijving van de eventuele rechten en verplichtingen van de koper, en de procedure en voorwaarden om die rechten te kunnen uitoefenen.

2.

Een beschrijving van de voorwaarden waaronder de rechten en verplichtingen kunnen worden gewijzigd.

3.

In voorkomend geval, informatie over de toekomstige aanbiedingen van cryptoactiva door de uitgever en het aantal door de uitgever voor zichzelf behouden cryptoactiva.

4.

Indien het bij de aanbieding aan het publiek van cryptoactiva of de toelating tot de handel om gebruikstokens gaat, informatie over de kwaliteit en kwantiteit van goederen of diensten waartoe de gebruikstokens toegang geven.

5.

Indien het bij de aanbieding aan het publiek van cryptoactiva of de toelating tot de handel van cryptoactiva om gebruikstokens gaat, informatie over de wijze waarop gebruikstokens kunnen worden omgewisseld voor goederen of diensten waarop zij betrekking hebben.

6.

Indien niet om toelating tot de handel wordt verzocht, informatie over de vraag hoe en waar de cryptoactiva na de aanbieding aan het publiek kunnen worden gekocht of verkocht.

7.

Beperkingen op de overdraagbaarheid van de cryptoactiva die worden aangeboden of tot de handel worden toegelaten.

8.

Indien er voor de cryptoactiva protocollen zijn die het aanbod van dergelijke cryptoactiva verhogen of verlagen in reactie op veranderingen in de vraag, een beschrijving van het functioneren van dergelijke protocollen.

9.

Indien van toepassing, een beschrijving van de regelingen ter bescherming van de waarde van de cryptoactiva en van compensatieregelingen.

10.

Het op de cryptoactiva toepasselijke recht en de bevoegde rechterlijke instantie.

Deel H: Informatie over de onderliggende technologie

1.

Informatie over de gebruikte technologie, met inbegrip van de gebruikte distributed-ledger-technologie, protocollen en technische normen.

2.

In voorkomend geval, het consensusmechanisme.

3.

Stimuleringsmechanismen om transacties binnen te halen en eventuele vergoedingen daarvoor.

4.

Indien de cryptoactiva worden uitgegeven, overgedragen en opgeslagen met gebruikmaking van een distributed ledger technologie die door de uitgever, de aanbieder of een namens hen handelende derde wordt geëxploiteerd, een gedetailleerde beschrijving van het functioneren van die distributed ledger technologie.

5.

Informatie over de uitkomst van de audit van de gebruikte technologie, indien een dergelijke audit is uitgevoerd.

Deel I: Informatie over de risico’s

1.

Een beschrijving van aan de aanbieding aan het publiek van cryptoactiva of de toelating daarvan tot de handel verbonden risico’s.

2.

Een beschrijving van de risico’s die zijn verbonden aan de uitgever, indien deze niet de aanbieder is, of de persoon die verzoekt om toelating tot de handel.

3.

Een beschrijving van de aan de cryptoactiva verbonden risico’s.

4.

Een beschrijving van de aan de uitvoering van het project verbonden risico’s.

5.

Een beschrijving van de aan de gebruikte technologie verbonden risico’s, alsmede eventuele maatregelen om die te beperken.


BIJLAGE II

OPENBAAR TE MAKEN ELEMENTEN VOOR HET CRYPTOACTIVAWITBOEK VOOR EEN ACTIVAGERELATEERDE TOKEN

Deel A: Informatie over de uitgever van de activagerelateerde token

1.

Naam.

2.

Rechtsvorm.

3.

Statutair adres en hoofdkantoor, indien verschillend.

4.

Datum van de registratie.

5.

Identificatiecode voor juridische entiteiten of een andere op grond van het toepasselijke nationale recht vereiste identificatiecode.

6.

Indien van toepassing, de naam van de moederonderneming.

7.

Identiteit, kantooradressen en functies van personen die lid zijn van het leidinggevende orgaan van de uitgever.

8.

Bedrijfs- of beroepsactiviteit van de uitgever en, indien van toepassing, van zijn moederonderneming.

9.

De financiële toestand gedurende de afgelopen drie jaar van de uitgever of, indien de uitgever nog geen drie jaar geregistreerd staat, diens financiële toestand sinds de inschrijvingsdatum.

De financiële toestand wordt beoordeeld op basis van een getrouw overzicht van de ontwikkeling van en de prestaties van het bedrijf van de uitgever, en van zijn positie voor elk jaar en elke tussentijdse verslagperiode waarover historische financiële informatie moet worden verstrekt, met inbegrip van de oorzaken van essentiële wijzigingen.

Het overzicht bestaat uit een evenwichtige en volledige analyse van de ontwikkeling van en de prestaties van het bedrijf en de positie van de uitgever, die in overeenstemming is met de omvang en de complexiteit van het bedrijf.

10.

Een gedetailleerde beschrijving van de governanceregelingen van de uitgever.

11.

Behalve voor uitgevers van activagerelateerde tokens die overeenkomstig artikel 17 van het aanvragen van een vergunning zijn vrijgesteld, nadere gegevens over de vergunning als uitgever van een activagerelateerde token en de naam van de bevoegde autoriteit die een dergelijke vergunning heeft afgegeven.

Voor kredietinstellingen, de naam van de bevoegde autoriteit van de lidstaat van herkomst.

12.

Indien de uitgever van de activagerelateerde token ook andere cryptoactiva uitgeeft of ook activiteiten voert die verband houden met andere cryptoactiva, moet dit duidelijk worden vermeld; de uitgever moet ook aangeven of er een verband bestaat tussen de uitgever en de exploitant van de distributed-ledger-technologie die voor de uitgifte van het cryptoactivum wordt gebruikt, en of de protocollen worden beheerd of gecontroleerd door een persoon die nauwe banden heeft met de projectdeelnemers.

Deel B: Informatie over de activagerelateerde token

1.

Naam en afkorting of tickercode van de activagerelateerde token.

2.

Een beschrijving van de karakteristieken van de activagerelateerde token, waaronder de gegevens die nodig zijn voor de classificatie van het cryptoactivawitboek in het register als bedoeld in artikel 109, zoals gespecifieerd overeenkomstig lid 8 van dat artikel,

3.

Nadere gegevens van alle natuurlijke of rechtspersonen (waaronder kantooradressen of statutair adres van de vennootschap) die betrokken zijn bij de operationalisering van de activagerelateerde token, zoals adviseurs, het ontwikkelingsteam en aanbieders van cryptoactivadiensten.

4.

Een beschrijving van de in artikel 34, lid 5, eerste alinea, punt h), bedoelde rol, verantwoordelijkheden en verantwoordingsplicht van derde entiteiten.

5.

Informatie over de plannen voor de activagerelateerde tokens, zoals een beschrijving van behaalde en toekomstige mijlpalen en, in voorkomend geval, de reeds toegewezen middelen.

Deel C: Informatie over de aanbieding van de activagerelateerde token aan het publiek of de toelating daarvan tot de handel

1.

Een vermelding of het cryptoactivawitboek een aanbieding aan het publiek van de activagerelateerde token betreft of een toelating ervan tot de handel.

2.

In voorkomend geval, het met de aanbieding van de activagerelateerde token aan het publiek beoogde op te halen bedrag aan geldmiddelen of andere activagerelateerde tokens, met inbegrip van, in voorkomend geval, de beoogde minimale en maximale intekening voor de aan het publiek aangeboden activagerelateerde token, alsook of mogelijke overtekeningen worden aanvaard en zo ja, hoe deze worden toegewezen.

3.

In voorkomend geval, het totale aantal eenheden van de activagerelateerde token dat wordt aangeboden of tot de handel wordt toegelaten.

4.

Een vermelding van de aspirant-houders op wie de aanbieding van de activagerelateerde token aan het publiek of de toelating daarvan tot de handel is gericht, met inbegrip van restricties ten aanzien van het type houders van een dergelijke activagerelateerde token.

5.

Een specifieke vermelding dat kopers die aan de aanbieding van de activagerelateerde token aan het publiek deelnemen, zullen kunnen worden terugbetaald indien de beoogde minimuminschrijving aan het einde van de aanbieding aan het publiek niet wordt bereikt, met inbegrip van de termijn waarbinnen die terugbetaling naar verwachting zal zijn afgerond; er moet uitdrukkelijk worden vermeld wat de gevolgen zijn van overschrijding van de beoogde maximale inschrijving.

6.

Informatie over de verschillende fasen van de aanbieding van de activagerelateerde token aan het publiek, met inbegrip van informatie over de verlaagde aankoopkoers voor vroege kopers van de activagerelateerde token (pre-public sales); en, indien sommige kopers een aankoopkorting krijgen, een verklaring voor de reden waarom de aankoopkoersen kunnen verschillen, en een beschrijving van de gevolgen hiervan voor de andere beleggers.

7.

Voor in de tijd beperkte aanbiedingen, de inschrijvingsperiode waarin de aanbieding openstaat voor het publiek.

8.

Betaalmethoden voor het aankopen en terugbetalen van de aangeboden activagerelateerde token.

9.

Informatie over de methode en de termijn voor de overdracht van de aangekochte activagerelateerde token aan de houders.

10.

Informatie over de technische vereisten waaraan de koper moet voldoen om de activagerelateerde token te kunnen houden.

11.

In voorkomend geval, de naam van de aanbieder van cryptoactivadiensten die met de plaatsing van activagerelateerde tokens is belast, en de vorm van die plaatsing (met of zonder plaatsingsgarantie).

12.

In voorkomend geval, de naam van het cryptoactivahandelsplatform waarvoor om toelating tot de handel is verzocht, en informatie over de wijze waarop beleggers zich toegang tot dergelijke handelsplatforms kunnen verschaffen en de daarmee gemoeide kosten.

13.

Uitgaven met betrekking tot de publieke aanbieding van de activagerelateerde token.

14.

Potentiële belangenconflicten van de bij de aanbieding aan het publiek of de toelating tot de handel betrokken personen, die rijzen met betrekking tot de aanbieding of de toelating tot de handel.

15.

Het op de aanbieding van de activagerelateerde token aan het publiek toepasselijke recht en de bevoegde rechterlijke instantie.

Deel D: Informatie over de aan de activagerelateerde token verbonden rechten en verplichtingen

1.

Een beschrijving van de kenmerken en functionaliteit van de activagerelateerde token die wordt aangeboden of tot de handel worden toegelaten, met inbegrip van informatie over de vraag wanneer de functionaliteiten volgens planning van toepassing zullen zijn.

2.

Een beschrijving van de eventuele rechten en verplichtingen van de koper, en de procedure en voorwaarden om die rechten te kunnen uitoefenen.

3.

Een beschrijving van de voorwaarden waaronder de rechten en verplichtingen kunnen worden gewijzigd.

4.

In voorkomend geval, informatie over de toekomstige aanbiedingen van de activagerelateerde token aan het publiek door de uitgever en het aantal door de uitgever voor zichzelf behouden eenheden van de activagerelateerde token.

5.

Indien niet om toelating tot de handel wordt verzocht, informatie over de vraag hoe en waar de activagerelateerde token na de aanbieding aan het publiek kan worden gekocht of verkocht.

6.

Eventuele beperkingen op de overdraagbaarheid van de activagerelateerde token die wordt aangeboden of tot de handel wordt toegelaten.

7.

Indien er voor de activagerelateerde token protocollen zijn die het aanbod ervan verhogen of verlagen in reactie op veranderingen in de vraag, een beschrijving van het functioneren van die protocollen.

8.

Indien van toepassing, een beschrijving van de regelingen ter bescherming van de waarde van de activagerelateerde tokens en van compensatieregelingen.

9.

Informatie over de aard en afdwingbaarheid van rechten, alsook informatie over permanente rechten op terugbetaling en vorderingen die houders en in artikel 39, lid 2, bedoelde rechtspersonen of natuurlijke personen kunnen hebben ten aanzien van de uitgever, met inbegrip van informatie over de wijze waarop dergelijke rechten zullen worden behandeld in insolventieprocedures, informatie over de vraag of verschillende houders verschillende rechten krijgen toegewezen en indien dat het geval is, de niet-discriminerende redenen voor dit verschil in behandeling.

10.

Een gedetailleerde beschrijving van de vordering die de activagerelateerde token vertegenwoordigt voor houders, met inbegrip van:

a)

de beschrijving van elk activum waarnaar wordt verwezen en de gespecificeerde verhoudingen van elk van die activa;

b)

het verband tussen de waarde van de activa waarnaar wordt verwezen en het bedrag van de vordering en de activareserve, en

c)

een beschrijving van de eerlijke en transparante wijze van waardering van de componenten van de vordering, waarbij in voorkomend geval onafhankelijke partijen worden aangewezen.

11.

In voorkomend geval, informatie over de regelingen die de uitgever heeft opgezet om de liquiditeit van de activagerelateerde token te garanderen, met inbegrip van de naam van de entiteiten die met het garanderen van die liquiditeit belast zijn.

12.

Contactgegevens voor het indienen van klachten alsmede een beschrijving van de klachtenbehandelingsprocedures en eventuele geschillenbeslechtingsmechanismen of beroepsprocedures die de uitgever van de activagerelateerde token heeft opgezet.

13.

Een beschrijving van de rechten van de houders ingeval de uitgever zijn verplichtingen niet kan nakomen, zoals bij insolventie.

14.

Een beschrijving van de rechten bij uitvoering van het herstelplan.

15.

Een beschrijving van de rechten bij uitvoering van het terugbetalingsplan.

16.

Gedetailleerde informatie over hoe de activagerelateerde token wordt terugbetaald, waaronder over de vraag of de houder de vorm van terugbetaling, de overdrachtsvorm of de officiële valuta van de terugbetaling mag kiezen.

17.

Het op de activagerelateerde token toepasselijke recht en de bevoegde rechterlijke instantie.

Deel E: Informatie over de onderliggende technologie

1.

Informatie over de gebruikte technologie, met inbegrip van de gebruikte distributed ledger technologie, protocollen en technische normen, waarmee activagerelateerde tokens kunnen worden aangehouden, opgeslagen en overgedragen.

2.

In voorkomend geval, het consensusmechanisme.

3.

Stimuleringsmechanismen om transacties binnen te halen en eventuele vergoedingen daarvoor.

4.

Indien de activagerelateerde tokens worden uitgegeven, overgedragen en opgeslagen met gebruikmaking van een distributed ledger technologie die door de uitgever of een namens hem handelende derde wordt geëxploiteerd, een gedetailleerde beschrijving van het functioneren van die distributed ledger technologie.

5.

Informatie over de uitkomst van de audit van de gebruikte technologie, indien een dergelijke audit is uitgevoerd.

Deel F: Informatie over de risico’s

1.

De aan de activareserve verbonden risico’s voor het geval de uitgever niet in staat is zijn verplichtingen na te komen.

2.

Een beschrijving van de aan de uitgever van de activagerelateerde token verbonden risico’s.

3.

Een beschrijving van aan de aanbieding van de activagerelateerde token aan het publiek of de toelating daarvan tot de handel verbonden risico’s.

4.

Een beschrijving van de aan de activagerelateerde token verbonden risico’s, met name wat betreft de activa waarnaar zij verwijzen.

5.

Een beschrijving van de risico’s die verbonden zijn aan de operationalisering van het project inzake activagerelateerde tokens.

6.

Een beschrijving van de aan de gebruikte technologie verbonden risico’s, alsmede eventuele maatregelen om die te beperken.

Deel G: Informatie over de activareserve

1.

Een gedetailleerde beschrijving van het mechanisme dat de waarde van de activareserve moet afstemmen op de aan de activagerelateerde token verbonden vordering, met inbegrip van de juridische en technische aspecten daarvan.

2.

Een gedetailleerde beschrijving van de activareserve en hun samenstelling.

3.

Een beschrijving van het mechanisme waarmee activagerelateerde tokens worden uitgegeven en omgewisseld.

4.

Informatie over de vraag of een deel van de reserveactiva wordt belegd en, indien dat het geval is, een beschrijving van het beleggingsbeleid voor die reserveactiva.

5.

Een beschrijving van de bewaarregelingen voor de reserveactiva, met inbegrip van de afzondering ervan, en de naam van aanbieders van cryptoactivadiensten die namens cliënten instaan voor de bewaring en het beheer van cryptoactiva, kredietinstellingen of beleggingsondernemingen die zijn benoemd tot bewaarders van de reserveactiva.


BIJLAGE III

OPENBAAR TE MAKEN ELEMENTEN VOOR HET CRYPTOACTIVAWITBOEK VOOR EEN E-MONEYTOKEN

Deel A: Informatie over de uitgever van de e-moneytoken

1.

Naam.

2.

Rechtsvorm.

3.

Officieel adres en hoofdkantoor, indien verschillend.

4.

Datum van de registratie.

5.

Identificatiecode voor juridische entiteiten, indien beschikbaar, of een andere op grond van het toepasselijke nationale recht vereiste identificatiecode.

6.

Een telefoonnummer en een e-mailadres van de uitgever, en het aantal dagen waarbinnen een belegger die via dat telefoonnummer of e-mailadres contact opneemt met de uitgever, een antwoord zal ontvangen.

7.

Indien van toepassing, de naam van de moederonderneming.

8.

Identiteit, kantooradressen en functies van personen die deel uitmaken van het leidinggevende orgaan van de uitgever.

9.

Bedrijfs- of beroepsactiviteit van de uitgever en, indien van toepassing, van zijn moederonderneming.

10.

Potentiële belangenconflicten.

11.

Indien de uitgever van de e-moneytoken ook andere cryptoactiva uitgeeft of ook andere met cryptoactiva samenhangende activiteiten voert, moet dit duidelijk worden vermeld. De uitgever moet ook aangeven of er een verband bestaat tussen de uitgever en de exploitant van de distributed-ledger-technologie die voor de uitgifte van het cryptoactivum wordt gebruikt, en of de protocollen worden beheerd of gecontroleerd door een persoon die nauwe banden heeft met projectdeelnemers.

12.

De financiële toestand van de uitgever in de voorbije drie jaar of, indien de uitgever nog geen drie jaar bestaat, de financiële toestand van de uitgever sinds de datum van zijn registratie.

De financiële toestand wordt beoordeeld op basis van een getrouw overzicht van de ontwikkeling van en de prestaties van het bedrijf van de uitgever, en van zijn positie voor elk jaar en elke tussentijdse verslagperiode waarover historische financiële informatie moet worden verstrekt, met inbegrip van de oorzaken van essentiële wijzigingen.

Het overzicht bestaat uit een evenwichtige en volledige analyse van de ontwikkeling van en de prestaties van het bedrijf en de positie van de uitgever, die in overeenstemming is met de omvang en de complexiteit van het bedrijf.

13.

Behalve voor uitgevers van e-moneytokens die overeenkomstig artikel 48, leden 4 en 5, van een vergunning zijn vrijgesteld, nadere gegevens over de vergunning als uitgever van een e-moneytoken en de naam van de bevoegde autoriteit die deze vergunning heeft afgegeven.

Deel B: Informatie over de e-moneytoken

1.

Naam en afkorting.

2.

Een beschrijving van de kenmerken van de e-moneytoken, waaronder de gegevens die nodig zijn voor de classificatie van het cryptoactivawitboek in het register als bedoeld in artikel 109, zoals gespecifieerd overeenkomstig lid 8 van dat artikel;

3.

Nadere gegevens van alle natuurlijke of rechtspersonen (waaronder kantooradressen en/of statutair adres van de vennootschap) die betrokken zijn bij de vormgeving en ontwikkeling, zoals adviseurs, het ontwikkelingsteam en aanbieders van cryptoactivadiensten.

Deel C: Informatie over de aanbieding van de e-moneytoken aan het publiek of de toelating daarvan tot de handel

1.

Een vermelding of het cryptoactivawitboek een aanbieding van de e-moneytoken aan het publiek betreft of een toelating daarvan tot de handel.

2.

In voorkomend geval, het totale aantal eenheden van de e-moneytoken dat aan het publiek wordt aangeboden of tot de handel wordt toegelaten.

3.

In voorkomend geval, de naam van de cryptoactivahandelsplatforms waarvoor om toelating van de e-moneytoken tot de handel wordt verzocht.

4.

Het op de aanbieding van de e-moneytoken aan het publiek toepasselijke recht en de bevoegde rechterlijke instantie.

Deel D: Informatie over de aan e-moneytokens verbonden rechten en verplichtingen

1.

Een gedetailleerde beschrijving van de rechten en verplichtingen van de houder van de e-moneytoken, met inbegrip van het recht op terugbetaling tegen nominale waarde en de procedure en voorwaarden voor de uitoefening van die rechten.

2.

Een beschrijving van de voorwaarden waaronder de rechten en verplichtingen kunnen worden gewijzigd.

3.

Een beschrijving van de rechten van de houders ingeval de uitgever zijn verplichtingen niet kan nakomen, zoals bij insolventie.

4.

Een beschrijving van de rechten bij uitvoering van het herstelplan.

5.

Een beschrijving van de rechten bij uitvoering van het terugbetalingsplan.

6.

Contactgegevens voor het indienen van klachten en een beschrijving van de klachtenbehandelingsprocedure en eventuele geschillenbeslechtingsmechanismen of beroepsprocedures die de uitgever van de e-moneytoken heeft opgezet.

7.

Indien van toepassing, een beschrijving van de regelingen ter bescherming van de waarde van het cryptoactivum en van compensatieregelingen.

8.

Het op de e-moneytoken toepasselijke recht en de bevoegde rechterlijke instantie.

Deel E: Informatie over de onderliggende technologie

1.

Informatie over de gebruikte technologie, met inbegrip van de gebruikte distributed-ledger-technologie, protocollen en technische normen, waarmee e-moneytokens kunnen worden aangehouden, opgeslagen en overgedragen.

2.

Informatie over de technische vereisten waaraan de koper moet voldoen om controle over de e-moneytoken te kunnen verkrijgen.

3.

In voorkomend geval, het consensusmechanisme.

4.

Stimuleringsmechanismen om transacties binnen te halen en eventuele vergoedingen daarvoor.

5.

Indien de e-moneytoken wordt uitgegeven, overgedragen en opgeslagen met gebruikmaking van een distributed ledger technologie die door de uitgever of een namens hem handelende derde wordt geëxploiteerd, een gedetailleerde beschrijving van het functioneren van die distributed ledger technologie.

6.

Informatie over de uitkomst van de audit van de gebruikte technologie, indien een dergelijke audit is uitgevoerd.

Deel F: Informatie over de risico’s

1.

Een beschrijving van de aan de uitgever van de e-moneytoken verbonden risico’s.

2.

Een beschrijving van de aan de e-moneytoken verbonden risico’s.

3.

Een beschrijving van de aan de gebruikte technologie verbonden risico’s, alsmede eventuele maatregelen om die te beperken.


BIJLAGE IV

MINIMUMKAPITAALVEREISTEN VOOR AANBIEDERS VAN CRYPTOACTIVADIENSTEN

Aanbieders van cryptoactivadiensten

Soort cryptoactivadiensten

Minimumkapitaalvereisten op grond van artikel 67, lid 1, punt a)

Klasse 1

Aanbieder van cryptoactivadiensten met een vergunning voor de volgende cryptoactivadiensten:

uitvoering van orders voor rekening van cliënten;

plaatsing van cryptoactiva;

verlening van cryptoactivaoverdrachtdiensten namens cliënten;

ontvangst en doorgifte van cryptoactivaorders namens derden; en/of

adviesverlening over cryptoactiva; en/of

beheer van cryptoactivaportefeuilles.

50 000  EUR

Klasse 2

Aanbieder van cryptoactivadiensten met een vergunning voor cryptoactivadiensten uit klasse 1 en voor:

bewaring en beheer van cryptoactiva namens cliënten;

omwisseling van cryptoactiva voor geldmiddelen;

omwisseling van cryptoactiva voor andere cryptoactiva.

125 000  EUR

Klasse 3

Aanbieder van cryptoactivadiensten met een vergunning voor cryptoactivadiensten uit klasse 2 en voor:

exploitatie van een cryptoactivahandelsplatform.

150 000  EUR


BIJLAGE V

LIJST VAN IN DE TITELS III EN VI GENOEMDE INBREUKEN VOOR UITGEVERS VAN SIGNIFICANTE ACTIVAGERELATEERDE TOKENS

1.

De uitgever maakt inbreuk op artikel 22, lid 1, door voor elke significante activagerelateerde token met een uitgiftewaarde van meer dan 100 miljoen EUR de in de eerste alinea, punten a) tot en met d), van dit lid bedoelde informatie niet op kwartaalbasis aan de EBA mee te delen.

2.

De uitgever maakt inbreuk op artikel 23, lid 1, door de uitgifte van een significante activagerelateerde token niet stop te zetten wanneer de in dat lid vastgestelde drempels zijn bereikt, of door niet binnen 40 werkdagen na het bereiken van die drempels bij de EBA een plan in te dienen om te garanderen dat het geschatte gemiddelde aantal per kwartaal en de geschatte gemiddelde geaggregeerde waarde van de transacties per dag onder die drempels blijven.

3.

De uitgever maakt inbreuk op artikel 23, lid 4, door niet te voldoen aan de wijzigingen van het plan zoals bedoeld in lid 1, punt b, van dat artikel, hoewel de EBA dit voorschrijft.

4.

De uitgever maakt inbreuk op artikel 25 door de EBA geen kennis te geven van alle veranderingen in zijn bedrijfsmodel die waarschijnlijk een significante invloed hebben op de aankoopbeslissing van houders of aspirant-houders van significante activagerelateerde tokens, of door van die verandering geen beschrijving te geven in een cryptoactivawitboek.

5.

De uitgever maakt inbreuk op artikel 25 door zich niet naar een door de EBA overeenkomstig artikel 25, lid 4, verlangde maatregel te voegen.

6.

De uitgever maakt inbreuk op artikel 27, lid 1, door niet eerlijk, billijk en professioneel te handelen.

7.

De uitgever maakt inbreuk op artikel 27, lid 1, door niet correct, duidelijk en niet-misleidend met de houders en aspirant-houders van de significante activagerelateerde token te communiceren.

8.

De uitgever maakt inbreuk op artikel 27, lid 2, door niet in het belang van de houders van de significante activagerelateerde token te handelen of door aan specifieke houders een voorkeursbehandeling te verlenen die niet in het witboek of, indien toepasselijk, de reclame-uitingen van de uitgever is openbaar gemaakt.

9.

De uitgever maakt inbreuk op artikel 28 door op zijn website niet het in artikel 21, lid 1, bedoelde goedgekeurde cryptoactivawitboek en, in voorkomend geval, het in artikel 25 bedoelde gewijzigde cryptoactivawitboek te publiceren.

10.

De uitgever maakt inbreuk op artikel 28 door het cryptoactivawitboek niet uiterlijk op de aanvangsdatum van de aanbieding aan het publiek van de significante activagerelateerde token of de toelating van die token tot de handel publiek beschikbaar te stellen.

11.

De uitgever maakt inbreuk op artikel 28 door na te laten om het cryptoactivawitboek en, in voorkomend geval, het gewijzigde cryptoactivawitboek net zo op zijn website lang beschikbaar te stellen als de activagerelateerde token door het publiek wordt aangehouden.

12.

De uitgever maakt inbreuk op artikel 29, leden 1 en 2, door reclame-uitingen met betrekking tot een aanbieding aan het publiek van een significante activagerelateerde token, of met betrekking tot de toelating van die significante activagerelateerde token tot de handel te publiceren, die niet voldoen aan elk van de in artikel 29, lid 1, punten a) tot en met d), en lid 2, uiteengezette vereisten.

13.

De uitgever maakt inbreuk op artikel 29, lid 3, door geen reclame-uitingen en eventuele wijzigingen daarvan op zijn website te publiceren.

14.

De uitgever maakt inbreuk op artikel 29, lid 5, door de EBA niet in kennis te stellen van reclame-uitingen wanneer zij hierom verzoekt.

15.

De uitgever maakt inbreuk op artikel 29, lid 6, door vóór de publicatie van het cryptoactivawitboek reclame-uitingen te verspreiden.

16.

De uitgever maakt inbreuk op artikel 30, lid 1, door niet helder, accuraat en transparant op een publiek en eenvoudig toegankelijke plaats op zijn website bekend te maken voor welk bedrag de significante activagerelateerde token in omloop zijn en wat de waarde en samenstelling van de in artikel 36 bedoelde activareserve is, of door de vereiste informatie niet ten minste maandelijks bij te werken.

17.

De uitgever maakt inbreuk op artikel 30, lid 2, door niet zo spoedig mogelijk op een openbare en gemakkelijk toegankelijke plaats op zijn website een beknopte, duidelijke, correcte en transparante samenvatting van het auditverslag alsook het volledige en onbewerkte auditverslag met betrekking tot de in artikel 36 bedoelde activareserve bekend te maken.

18.

De uitgever maakt inbreuk op artikel 30, lid 3, door niet zo spoedig mogelijk helder, accuraat en transparant en op een openbare en gemakkelijk toegankelijke plaats op zijn website alle gebeurtenissen bekend te maken die een significant effect op de waarde van de significante activagerelateerde token of de in artikel 36 bedoelde activareserve hebben gehad of dreigen te hebben.

19.

De uitgever maakt inbreuk op artikel 31, lid 1, door niet te zorgen voor het opzetten en in stand houden van doeltreffende en transparante procedures voor een snelle, eerlijke en consistente behandeling van klachten van houders van de significante activagerelateerde token en andere belanghebbenden, waaronder consumentenorganisaties die houders van de significante activagerelateerde token vertegenwoordigen, door geen beschrijvingen van die procedures bekend te maken, of door, wanneer de significante activagerelateerde token geheel of gedeeltelijk wordt verdeeld door derde entiteiten, geen procedures op te zetten om ook klachten tussen houders van die token en de in artikel 34, lid 5, eerste alinea, punt h), bedoelde derde entiteiten te helpen behandelen.

20.

De uitgever maakt inbreuk op artikel 31, lid 2, door houders van de significante activagerelateerde token niet in staat te stellen kosteloos klacht in te dienen.

21.

De uitgever maakt inbreuk op artikel 31, lid 3, door geen template voor het indienen van een klacht te ontwikkelen, door deze niet beschikbaar te stellen aan de houders van de significante activagerelateerde token en door niet alle ontvangen klachten en alle in reactie daarop genomen maatregelen te documenteren.

22.

De uitgever maakt inbreuk op artikel 31, lid 4, door niet alle klachten tijdig en eerlijk te onderzoeken of door de uitkomst van dergelijke onderzoeken niet binnen een redelijke termijn aan de houders van zijn significante activagerelateerde token mee te delen.

23.

De uitgever maakt inbreuk op artikel 32, lid 1, door geen doeltreffende beleidslijnen en procedures toe te passen en in stand te houden voor het identificeren, voorkomen, beheren en openbaar maken van belangenconflicten tussen hemzelf en zijn aandeelhouders of leden, tussen hemzelf en alle aandeelhouders of leden die, direct of indirect, een gekwalificeerde deelneming hebben, tussen hemzelf en de leden van zijn leidinggevende orgaan, tussen hemzelf en zijn personeelsleden, tussen hemzelf en de houders van de significante activagerelateerde token, of tussen hemzelf en derden die een van de in artikel 34, lid 5, eerste alinea, punt h), bedoelde functies verrichten.

24.

De uitgever maakt inbreuk op artikel 32, lid 2, door niet alle passende maatregelen te nemen om uit het beheer en de belegging van de in artikel 36 bedoelde activareserve voortvloeiende belangenconflicten te identificeren, te voorkomen, te beheren en openbaar te maken.

25.

De uitgever maakt inbreuk op artikel 32, leden 3 tot en met 4, door voor de houders van de activagerelateerde token niet op een prominente plaats op zijn website het algemene karakter en de bronnen van belangenconflicten en de stappen die zijn genomen om deze te mitigeren, openbaar te maken, of door bij de openbaarmaking niet voldoende precies te zijn zodat de aspirant-houders van de significante activagerelateerde token een weloverwogen aankoopbeslissing kunnen nemen over een dergelijke token.

26.

De uitgever maakt inbreuk op artikel 33 door de EBA niet onmiddellijk in kennis te stellen van wijzigingen in zijn leidinggevende orgaan of door de EBA niet alle informatie te verstrekken die zij nodig heeft om de naleving van artikel 34, lid 2, te kunnen beoordelen.

27.

De uitgever maakt inbreuk op artikel 34, lid 1, door niet te beschikken over robuuste governanceregelingen, met onder meer een duidelijke organisatiestructuur met welomschreven, transparante en consistente verantwoordelijkheden, effectieve procedures voor het identificeren, beheren, monitoren en rapporteren van de risico’s waaraan hij blootstaat of kan komen bloot te staan, en adequate internecontrolemechanismen, zoals gedegen administratieve en boekhoudkundige procedures.

28.

De uitgever maakt inbreuk op artikel 34, lid 2, doordat leden van zijn leidinggevende orgaan niet over een voldoende goede faam beschikken of niet de passende kennis, vaardigheden en ervaring bezitten, individueel noch collectief, om hun taken te kunnen uitvoeren, of doordat zij niet aantonen voldoende tijd te kunnen besteden aan de daadwerkelijke uitvoering van hun taken.

29.

De uitgever maakt inbreuk op artikel 34, lid 3, doordat zijn leidinggevende orgaan de effectiviteit van de beleidsregelingen en -procedures waarin is voorzien om aan de hoofdstukken 2, 3, 5 en 6 van titel III te voldoen niet beoordeelt of periodiek toetst, of door geen passende maatregelen te nemen om eventuele tekortkomingen in dat opzicht weg te werken.

30.

De uitgever maakt inbreuk op artikel 34, lid 4, door aandeelhouders of leden met gekwalificeerde deelnemingen, direct of indirect, te hebben die geen voldoende goede reputatie hebben.

31.

De uitgever maakt inbreuk op artikel 34, lid 5, door geen beleidslijnen en procedures vast te stellen die voldoende effectief zijn om de naleving van deze verordening te garanderen, onder meer door niet te zorgen voor het opstellen, in stand houden en toepassen van de in de eerste alinea, punten a) tot en met k), van dat lid genoemde beleidslijnen en procedures.

32.

De uitgever maakt inbreuk op artikel 34, lid 5, door geen in de eerste alinea, punt h), van dat lid bedoelde contractuele regelingen met derde entiteiten te sluiten, waarin de rollen, verantwoordelijkheden, rechten en verplichtingen van zowel de betrokken derde entiteit als de uitgever zijn vastgelegd, of door niet te voorzien in een ondubbelzinnig keuze van het toepasselijke recht.

33.

De uitgever maakt, tenzij hij een in artikel 47 bedoeld plan heeft ingeleid, inbreuk op artikel 34, lid 6, door geen passende en evenredige systemen, middelen of procedures te hanteren om te garanderen dat zijn diensten en activiteiten continu en regelmatig worden verricht, en door niet ervoor te zorgen dat al zijn systemen en toegangsbeveiligingsprotocollen aan de passende Unienormen voldoen.

34.

De uitgever maakt inbreuk op artikel 34, lid 7, door geen plan voor de stopzetting van het verrichten van diensten en activiteiten ter goedkeuring van een dergelijke stopzetting in te dienen bij de EBA.

35.

De uitgever maakt inbreuk op artikel op artikel 34, lid 8, door bronnen van operationele risico’s niet te identificeren en door die risico’s niet tot een minimum te beperken door passende systemen, controles en procedures uit te werken.

36.

De uitgever maakt inbreuk op artikel 34, lid 9, door geen bedrijfscontinuïteitsbeleid en -plannen vast te stellen om ervoor te zorgen dat, bij een onderbreking van zijn ICT-systemen en procedures, essentiële gegevens en functies beschermd zijn en zijn diensten en activiteiten worden voortgezet, of, wanneer dat niet mogelijk is, dat dergelijke gegevens en functies tijdig worden hersteld en zijn activiteiten tijdig worden hervat.

37.

De uitgever maakt inbreuk op artikel 34, lid 10, door niet te beschikken over internecontrolemechanismen en effectieve risicobeheersprocedures, met inbegrip van effectieve controle- en beveiligingsvoorzieningen voor het beheer van ICT-systemen, zoals vereist door Verordening (EU) 2022/2554.

38.

De uitgever maakt inbreuk op artikel 34, lid 11, door niet te beschikken over systemen en procedures die volstaan om de beschikbaarheid, de authenticiteit, de integriteit en de vertrouwelijkheid van informatie te beschermen, zoals vereist door Verordening (EU) 2022/2554 en in overeenstemming met Verordening (EU) 2016/679.

39.

De uitgever maakt inbreuk op artikel 34, lid 12, door niet ervoor te zorgen dat hij regelmatig wordt gecontroleerd door onafhankelijke auditors.

40.

De uitgever maakt inbreuk op artikel 35, lid 1, door niet te allen tijde over eigen vermogen te beschikken dat ten minste gelijk is aan het hoogste van de in punt a) of c), van dat lid of in artikel 45, lid 5, vastgestelde bedragen.

41.

De uitgever maakt inbreuk op artikel 35, lid 2, van deze verordening indien zijn eigen vermogen niet bestaat in de tier 1-kernkapitaalbestanddelen en -instrumenten als bedoeld in de artikelen 26 tot en met 30 van Verordening (EU) nr. 575/2013, na alle aftrekkingen overeenkomstig artikel 36 van die verordening, zonder de toepassing van de in de artikelen 46, lid 4, en 48 van die verordening bedoelde vrijstellingsdrempels.

42.

De uitgever maakt inbreuk op artikel 35, lid 3, door niet te voldoen aan de verplichting van de EBA om een hoger bedrag aan eigen vermogen aan te houden, na de beoordeling overeenkomstig de punten a) tot en met g) van dat lid.

43.

De uitgever maakt inbreuk op artikel 35, lid 5, door niet regelmatig een stresstest uit te voeren waarbij rekening wordt gehouden met ernstige maar plausibele financiëlestressscenario’s, zoals renteschokken, en niet-financiëlestressscenario’s, zoals operationeel risico.

44.

De uitgever maakt inbreuk op artikel 35, lid 5, door niet te voldoen aan de verplichting van de EBA, naar aanleiding van het resultaat van de stresstests, om een hoger bedrag aan eigen vermogen aan te houden.

45.

De uitgever maakt inbreuk op artikel 36, lid 1, door niet te allen tijde een activareserve aan te leggen en aan te houden.

46.

De uitgever maakt inbreuk op artikel 36, lid 1, door er niet voor te zorgen dat de activareserve zodanig wordt samengesteld en beheerd dat de risico’s die verbonden zijn aan de activa waarnaar het significante activagerelateerde token verwijst, worden gedekt.

47.

De uitgever maakt inbreuk op artikel 36, lid 1, door er niet voor te zorgen dat de activareserve zodanig wordt samengesteld en beheerd dat de liquiditeitsrisico’s die verbonden zijn aan het permanente recht op terugbetaling van de houders worden aangepakt.

48.

De uitgever maakt inbreuk op artikel 36, lid 3, door er niet voor te zorgen dat de activareserve operationeel gescheiden is van de boedel van de uitgever en van de activareserve van andere activagerelateerde tokens.

49.

De uitgever maakt inbreuk op artikel 36, lid 6, indien zijn leidinggevende orgaan niet voor een effectief en prudent beheer van de activareserve zorgt.

50.

De uitgever maakt inbreuk op artikel 36, lid 6, door er niet voor te zorgen dat tegenover de uitgifte en terugbetaling van de significante activagerelateerde token steeds een overeenkomstige toename of afname van de activareserve staat.

51.

De uitgever maakt inbreuk op artikel 36, lid 7, door de geaggregeerde waarde van de activareserve met gebruikmaking van marktprijzen niet te bepalen, en door er niet voor te zorgen dat zijn geaggregeerde waarde altijd ten minste gelijk is aan de geaggregeerde waarde van de vorderingen van de houders van de in omloop zijnde significante activagerelateerde token tegen de uitgever.

52.

De uitgever maakt inbreuk op artikel 36, lid 8, door niet te beschikken over een helder en gedetailleerd beleid waarin het stabilisatiemechanisme beschreven staat voor de significante activagerelateerde token dat voldoet aan de in de punten a) tot en met g), van dat lid uiteengezette voorwaarden.

53.

De uitgever maakt inbreuk op artikel 36, lid 9, door niet om de zes maanden, vanaf de datum dat zijn vergunning is toegekend of vanaf de datum waarop het cryptoactivawitboek is goedgekeurd overeenkomstig artikel 17, een onafhankelijke audit van de activareserve te laten uitvoeren.

54.

De uitgever maakt inbreuk op artikel 36, lid 10, door de EBA niet in kennis te stellen van het resultaat van de audit overeenkomstig dat lid, of door het resultaat van de audit niet binnen twee weken vanaf de datum van kennisgeving aan de EBA bekend te maken.

55.

De uitgever maakt inbreuk op artikel 37, lid 1, door niet te zorgen voor de vaststelling, instandhouding of uitvoering van beleidslijnen, procedures en contractuele regelingen op het gebied van bewaring die te allen tijde ervoor zorgen dat de in de eerste alinea, punten a) tot en met e), van dat lid opgesomde voorwaarden zijn vervuld.

56.

De uitgever maakt inbreuk op artikel 37, lid 2, door in geval van de uitgifte van twee of meer significante activagerelateerde tokens niet voor elke activareservepool over een bewaringsbeleid te beschikken.

57.

De uitgever maakt inbreuk op artikel 37, lid 3, door er niet voor te zorgen dat de reserveactiva uiterlijk vijf werkdagen na de datum van uitgifte van de significante activagerelateerde token in bewaring worden gehouden door een aanbieder van cryptoactivadiensten die namens cliënten instaat voor de bewaring en het beheer van cryptoactiva, door een kredietinstelling of door een beleggingsonderneming.

58.

De uitgever maakt inbreuk op artikel 37, lid 4, door niet met de nodige vaardigheden, zorg en zorgvuldigheid te werk te gaan bij de selectie, aanstelling en evaluatie van aanbieders van cryptoactivadiensten, kredietinstellingen en beleggingsondernemingen die als bewaarnemers van de reserveactiva worden aangesteld, of door er niet voor te zorgen dat de bewaarnemer en de uitgever twee verschillende rechtspersonen zijn.

59.

De uitgever maakt inbreuk op artikel 37, lid 4, door niet ervoor te zorgen dat de tot bewaarnemers van de reserveactiva aangestelde aanbieders van cryptoactivadiensten, kredietinstellingen en beleggingsondernemingen over de nodige deskundigheid en marktreputatie beschikken om als bewaarnemers van dergelijke reserveactiva op te treden.

60.

De uitgever maakt inbreuk op artikel 37, lid 4, door er in contractuele regelingen met bewaarnemers niet voor te zorgen dat de in bewaring gehouden reserveactiva beschermd zijn tegen vorderingen van de schuldeisers van de bewaarnemers.

61.

De uitgever maakt inbreuk op artikel 37, lid 5, door in de beleidslijnen en procedures inzake bewaring niet de selectiecriteria uiteen te zetten voor de aanstelling van aanbieders van cryptoactivadiensten, kredietinstellingen of beleggingsondernemingen tot bewaarnemers van de reserveactiva, of door niet de procedure uiteen te zetten om een dergelijke aanstelling te evalueren.

62.

De uitgever maakt inbreuk op artikel 37, lid 5, door niet op regelmatige basis de aanstelling van aanbieders van cryptoactivadiensten, kredietinstellingen of beleggingsondernemingen tot bewaarnemers van de reserveactiva te evalueren, door niet zijn blootstelling aan dergelijke bewaarnemers te evalueren, of door niet doorlopend de financiële positie van dergelijke bewaarnemers te monitoren.

63.

De uitgever maakt inbreuk op artikel 37, lid 6, door er niet voor te zorgen dat de bewaring van de reserveactiva gebeurt in overeenstemming met de eerste alinea, punten a) tot en met d), van dat lid.

64.

De uitgever maakt inbreuk op artikel 37, lid 7, indien de aanstelling van een aanbieder van cryptoactivadiensten, kredietinstelling of beleggingsonderneming tot bewaarnemer van de reserveactiva niet in een contractuele regeling is vastgelegd, of indien de informatiestroom die noodzakelijk wordt geacht om de uitgever van de significante activagerelateerde token, de aanbieder van cryptoactivadiensten, de kredietinstelling en de beleggingsonderneming in staat te stellen hun functie als bewaarnemer te vervullen, niet middels een dergelijke contractuele regeling wordt geregeld.

65.

De uitgever maakt inbreuk op artikel 38, lid 1, door de activareserve te beleggen in producten die niet zeer liquide financiële instrumenten met minimaal markt-, krediet- en concentratierisico zijn, of indien dergelijke beleggingen niet snel kunnen worden geliquideerd met een minimaal negatief effect op de prijs.

66.

De uitgever maakt inbreuk op artikel 38, lid 3, door de financiële instrumenten waarin de activareserve wordt belegd, niet conform artikel 37 in bewaring te houden.

67.

De uitgever maakt inbreuk op artikel 38, lid 4, door niet alle winst of verlies en alle tegenpartijrisico’s of operationele risico’s die uit de belegging van de activareserve voortvloeien, te dragen.

68.

De uitgever maakt inbreuk op artikel 39, lid 1, door niet te zorgen voor de vaststelling, instandhouding en uitvoering van heldere en gedetailleerde beleidslijnen en procedures wat betreft permanente terugbetalingsrechten van houders van de significante activagerelateerde token.

69.

De uitgever maakt inbreuk op artikel 39, leden 1 en 2, door er niet voor te zorgen dat houders van de significante activagerelateerde token permanente terugbetalingsrechten hebben overeenkomstig die leden, en door niet te voorzien in een beleid inzake dergelijke permanente terugbetalingsrechten dat aan de in artikel 39, lid 2, eerste alinea, punten a) tot en met e), gestelde voorwaarden voldoet.

70.

De uitgever maakt inbreuk op artikel 39, lid 3, door in geval van de terugbetaling van de significante activagerelateerde token vergoedingen aan te rekenen.

71.

De uitgever maakt inbreuk op artikel 40 door rente toe te kennen met betrekking tot de significante activagerelateerde token.

72.

De uitgever maakt inbreuk op artikel 45, lid 1, door niet te zorgen voor de vaststelling, toepassing en instandhouding van een beloningsbeleid dat het gedegen en effectief risicobeheer van uitgevers van significante activagerelateerde tokens aanmoedigt en geen prikkels creëert om de risiconormen te versoepelen.

73.

De uitgever maakt inbreuk op artikel 45, lid 2, door er niet voor te zorgen dat zijn significante activagerelateerde token op een billijke, redelijke en niet-discriminerende wijze in bewaring kan worden gehouden door verschillende aanbieders van cryptoactivadiensten met een vergunning voor de bewaring en het beheer van cryptoactiva namens cliënten.

74.

De uitgever maakt inbreuk op artikel 45, lid 3, door niet de liquiditeitsbehoeften te beoordelen of te monitoren om aan terugbetalingsverzoeken voor de significante activagerelateerde token door houders ervan te kunnen voldoen.

75.

De uitgever maakt inbreuk op artikel 45, lid 3, door niet te zorgen voor de vaststelling, instandhouding of uitvoering van een beleid en procedures voor liquiditeitsbeheer, of door er met dat beleid en die procedures er niet voor te zorgen dat de reserveactiva een veerkrachtig liquiditeitsprofiel hebben waardoor de uitgever van de significante activagerelateerde token normaal kan blijven functioneren, onder meer in scenario’s met liquiditeitsstress.

76.

De uitgever maakt inbreuk op artikel 45, lid 4, door niet regelmatig liquiditeitsstresstests uit te voeren of door de liquiditeitsvereisten niet aan te scherpen wanneer de EBA daarom verzoekt op basis van het resultaat van die tests.

77.

De uitgever maakt inbreuk op artikel 46, lid 1, door geen herstelplan op te stellen en in stand te houden met door de uitgever van de significante activagerelateerde token te treffen maatregelen om opnieuw te voldoen aan de voor de activareserve toepasselijke vereisten in gevallen waarin de uitgever daar niet meer aan voldoet, met inbegrip van het behoud van zijn diensten die verband houden met de significante activagerelateerde token, het tijdige herstel van de bedrijfsactiviteiten en het nakomen van zijn verplichtingen bij gebeurtenissen die een aanzienlijk risico op verstoring van de bedrijfsactiviteiten inhouden.

78.

De uitgever maakt inbreuk op artikel 46, lid 1, door geen herstelplan op te stellen en in stand te houden met passende voorwaarden en procedures om te zorgen voor een tijdige uitvoering van herstelmaatregelen alsook met een breed scala aan herstelopties, zoals opgesomd in de derde alinea van dat lid.

79.

De uitgever maakt inbreuk op artikel 46, lid 2, door de EBA en indien toepasselijk zijn afwikkelingsautoriteiten en prudentiële toezichthoudende autoriteiten niet in kennis te stellen van het herstelplan binnen zes maanden na de datum waarop zijn vergunning is toegekend overeenkomstig artikel 21 of binnen zes maanden na de datum waarop het cryptoactivawitboek is goedgekeurd overeenkomstig artikel 17.

80.

De uitgever maakt inbreuk op artikel 46, lid 2, door het herstelplan niet op gezette tijdstippen te evalueren of bij te werken.

81.

De uitgever maakt inbreuk op artikel 47, lid 1, door geen operationeel plan op te stellen en in stand te houden om de gecontroleerde terugbetaling van elke significante activagerelateerde token te ondersteunen.

82.

De uitgever maakt inbreuk op artikel 47, lid 2, door niet te beschikken over een terugbetalingsplan waaruit het vermogen van de uitgever van de significante activagerelateerde token blijkt om de uitstaande uitgegeven significante activagerelateerde token terug te betalen zonder buitensporige economische schade te berokkenen aan de houders ervan of aan de stabiliteit van de markten van de reserveactiva.

83.

De uitgever maakt inbreuk op artikel 47, lid 2, door niet te beschikken over een terugbetalingsplan met contractuele regelingen, procedures of systemen, waaronder de aanwijzing van een tijdelijk bewindvoerder, om te zorgen voor een billijke behandeling van alle houders van de significante activagerelateerde token en om ervoor te zorgen dat houders van de significante activagerelateerde token tijdig worden betaald met de opbrengsten uit de verkoop van de resterende reserveactiva.

84.

De uitgever maakt inbreuk op artikel 47, lid 2, door niet te beschikken over een terugbetalingsplan dat zorgt voor de continuïteit van kritieke activiteiten die noodzakelijk zijn voor de gecontroleerde terugbetaling en die worden verricht door de uitgever of een derde entiteit.

85.

De uitgever maakt inbreuk op artikel 47, lid 3, door de EBA niet in kennis te stellen van het terugbetalingsplan binnen zes maanden na de datum waarop zijn vergunning is toegekend overeenkomstig artikel 21 of binnen zes maanden na de datum waarop het cryptoactivawitboek is goedgekeurd overeenkomstig artikel 17.

86.

De uitgever maakt inbreuk op artikel 47, lid 3, door het terugbetalingsplan niet op gezette tijdstippen te evalueren of bij te werken.

87.

Behalve wanneer de voorwaarden van artikel 88, lid 2, zijn vervuld, maakt de uitgever inbreuk op artikel 88, lid 1, door in artikel 87 bedoelde voorwetenschap die rechtstreeks betrekking heeft op die uitgever, niet zo spoedig mogelijk op zodanige wijze openbaar te maken dat die informatie snel toegankelijk is voor en volledig, correct en tijdig kan worden beoordeeld door het publiek.

BIJLAGE VI

LIJST VAN INBREUKEN OP IN TITEL IV GENOEMDE BEPALINGEN IN SAMENHANG MET TITEL III VOOR UITGEVERS VAN SIGNIFICANTE E-MONEYTOKENS

1.

De uitgever maakt inbreuk op artikel 22, lid 1, door voor elke significante e-moneytoken in een andere valuta dan in een officiële valuta van een lidstaat met een uitgiftewaarde van meer dan 100 miljoen EUR de in de eerste alinea, punten a) tot en met d), van dat lid bedoelde informatie niet op kwartaalbasis aan de EBA mee te delen.

2.

De uitgever maakt inbreuk op artikel 23, lid 1, door de uitgifte van een significante e-moneytoken in een andere valuta dan in een officiële valuta van een lidstaat niet stop te zetten wanneer de in dat lid vastgestelde drempels zijn bereikt of door niet binnen 40 werkdagen na het bereiken van die drempels bij de EBA een plan in te dienen om ervoor te zorgen dat het geschatte aantal per kwartaal en de geschatte gemiddelde geaggregeerde waarde van de transacties per dag onder die drempels blijven.

3.

De uitgever maakt inbreuk op artikel 23, lid 4, door niet te voldoen aan de wijzigingen van het plan zoals bedoeld in lid 1, punt b), van dat artikel, hoewel de EBA dit voorschrijft.

4.

De uitgever maakt inbreuk op artikel 35, lid 2, van deze verordening indien zijn eigen vermogen niet bestaat in de tier 1-kernkapitaalbestanddelen en -instrumenten als bedoeld in de artikelen 26 tot en met 30 van Verordening (EU) nr. 575/2013, na alle aftrekkingen overeenkomstig artikel 36 van die verordening, zonder de toepassing van de in de artikelen 46, lid 4, en 48 van die verordening bedoelde vrijstellingsdrempels.

5.

De uitgever maakt inbreuk op artikel 35, lid 3, door niet te voldoen aan de verplichting van de EBA om een hoger bedrag aan eigen vermogen aan te houden, na de beoordeling overeenkomstig de punten a) tot en met g) van dat lid.

6.

De uitgever maakt inbreuk op artikel 35, lid 5, door niet regelmatig een stresstest uit te voeren waarbij rekening wordt gehouden met ernstige maar plausibele financiëlestressscenario’s, zoals renteschokken en niet-financiëlestressscenario’s, zoals operationeel risico.

7.

De uitgever maakt inbreuk op artikel 35, lid 5, door niet te voldoen aan de verplichting van de EBA om op basis van het resultaat van de stresstests een hoger bedrag aan eigen vermogen aan te houden.

8.

De uitgever maakt inbreuk op artikel 36, lid 1, door geen activareserve aan te leggen en deze te allen tijde in stand te houden.

9.

De uitgever maakt inbreuk op artikel 36, lid 1, door niet ervoor te zorgen dat de activareserve zodanig wordt samengesteld en beheerd dat de risico’s die verbonden zijn aan de officiële valuta waarnaar het significante e-moneytoken verwijst, worden gedekt.

10.

De uitgever maakt inbreuk op artikel 36, lid 1, door niet ervoor te zorgen dat de activareserve zodanig wordt samengesteld en beheerd dat de liquiditeitsrisico’s die verbonden zijn aan het permanente terugbetalingsrecht van de houders worden aangepakt.

11.

De uitgever maakt inbreuk op artikel 36, lid 3, door niet ervoor te zorgen dat de activareserve operationeel gescheiden is van de boedel van de uitgever en van de activareserve van andere e-moneytokens.

12.

De uitgever maakt inbreuk op artikel 36, lid 6, indien zijn leidinggevende orgaan niet voor een effectief en prudent beheer van de activareserve zorgt.

13.

De uitgever maakt inbreuk op artikel 36, lid 6, door niet ervoor te zorgen dat tegenover de uitgifte en terugbetaling van de significante e-moneytoken altijd een overeenkomstige toename of afname van de activareserve staat.

14.

De uitgever maakt inbreuk op artikel 36, lid 7, door te de geaggregeerde waarde van de activareserve, niet te bepalen op basis van marktprijzen, en door er niet voor te zorgen dat de geaggregeerde waarde ervan altijd ten minste gelijk is aan de geaggregeerde waarde van de vorderingen op de houders van de in omloop zijnde significante e-moneytoken op de uitgever.

15.

De uitgever maakt inbreuk op artikel 36, lid 8, door niet te beschikken over een helder en gedetailleerd beleid dat een beschrijving bevat van het stabilisatiemechanisme voor de significante e-moneytoken dat voldoet aan de voorwaarden van de punten a) tot en met g), van dat lid.

16.

De uitgever maakt inbreuk op artikel 36, lid 9, door niet om de zes maanden, vanaf de datum van de aanbieding aan het publiek of de toelating tot de handel, een onafhankelijke audit van de activareserve te laten uitvoeren.

17.

De uitgever maakt inbreuk op artikel 36, lid 10, door de EBA niet in kennis te stellen van het resultaat van de audit overeenkomstig dat lid, of door het resultaat van de audit niet binnen twee weken na de datum van kennisgeving aan de EBA bekend te maken.

18.

De uitgever maakt inbreuk op artikel 37, lid 1, door niet te zorgen voor de vaststelling, instandhouding of uitvoering van beleidslijnen, procedures en contractuele regelingen op het gebied van bewaring die te allen tijde ervoor zorgen dat de in de eerste alinea, punten a) tot en met e), van dat lid opgesomde voorwaarden zijn vervuld.

19.

De uitgever maakt inbreuk op artikel 37, lid 2, door in geval van de uitgifte van twee of meer significante e-moneytokens niet voor elke activareservepool over een bewaringsbeleid te beschikken.

20.

De uitgever maakt inbreuk op artikel 37, lid 3, door niet ervoor te zorgen dat de reserveactiva uiterlijk vijf werkdagen na de datum van uitgifte van de significante e-moneytoken in bewaring worden gehouden door een aanbieder van cryptoactivadiensten die namens cliënten instaat voor de bewaring en het beheer van cryptoactiva, door een kredietinstelling of door een beleggingsonderneming.

21.

De uitgever maakt inbreuk op artikel 37, lid 4, door niet met de nodige vaardigheden, zorg en zorgvuldigheid te werk te gaan bij de selectie, aanstelling en evaluatie van aanbieders van cryptoactiva, kredietinstellingen en beleggingsondernemingen die als bewaarnemers van de reserveactiva worden aangesteld, of door niet ervoor te zorgen dat de bewaarnemer en de uitgever twee verschillende rechtspersonen zijn.

22.

De uitgever maakt inbreuk op artikel 37, lid 4, door niet ervoor te zorgen dat de tot bewaarnemers van de reserveactiva aangestelde aanbieders van cryptoactivadiensten, kredietinstellingen en beleggingsondernemingen over de nodige deskundigheid en marktreputatie beschikken om als bewaarnemers van dergelijke reserveactiva op te treden.

23.

De uitgever maakt inbreuk op artikel 37, lid 4, door er in de contractuele regelingen met bewaarnemers niet voor te zorgen dat de in bewaring gehouden reserveactiva beschermd zijn tegen vorderingen van de schuldeisers van de bewaarnemers.

24.

De uitgever maakt inbreuk op artikel 37, lid 5, door in de beleidslijnen en procedures inzake bewaring niet de selectiecriteria uiteen te zetten voor de aanstelling van aanbieders van cryptoactivadiensten, kredietinstellingen of beleggingsondernemingen tot bewaarnemers van de reserveactiva, of door niet de procedure uiteen te zetten om een dergelijke aanstelling te evalueren.

25.

De uitgever maakt inbreuk op artikel 37, lid 5, door niet op regelmatige basis de aanstelling van aanbieders van cryptoactivadiensten, kredietinstellingen of beleggingsondernemingen tot bewaarnemers van de reserveactiva te evalueren, door niet zijn blootstelling aan dergelijke bewaarnemers te evalueren, of door niet doorlopend de financiële positie van dergelijke bewaarnemers te monitoren.

26.

De uitgever maakt inbreuk op artikel 37, lid 6, door niet ervoor te zorgen dat de bewaring van de reserveactiva gebeurt in overeenstemming met de eerste alinea, punten a) tot en met d), van dat lid.

27.

De uitgever maakt inbreuk op artikel 37, lid 7, indien de aanstelling van een aanbieder van cryptoactivadiensten, kredietinstelling of beleggingsonderneming tot bewaarnemer van de reserveactiva niet in een contractuele regeling is vastgelegd, of indien de informatiestroom die noodzakelijk wordt geacht om de uitgever van de significante e-moneytoken, de aanbieder van cryptoactivadiensten, de kredietinstellingen en de beleggingsonderneming in staat te stellen hun taken als bewaarnemers te vervullen, niet middels een dergelijk contractuele regeling wordt geregeld.

28.

De uitgever maakt inbreuk op artikel 38, lid 1, door de activareserve te beleggen in producten die niet zeer liquide financiële instrumenten met minimaal markt-, krediet- en concentratierisico zijn, of indien die beleggingen niet snel kunnen worden geliquideerd met een minimaal negatief effect op de prijs.

29.

De uitgever maakt inbreuk op artikel 38, lid 3, door de financiële instrumenten waarin de activareserve wordt belegd, niet conform artikel 37 in bewaring te houden.

30.

De uitgever maakt inbreuk op artikel 38, lid 4, door niet alle winsten of verliezen en alle uit de belegging van de activareserve voortvloeiende tegenpartijrisico’s of operationele risico’s te dragen.

31.

De uitgever maakt inbreuk op artikel 45, lid 1, door niet te zorgen voor de vaststelling, toepassing en instandhouding van een beloningsbeleid dat het gedegen en effectief risicobeheer van uitgevers van significante e-moneytokens aanmoedigt en geen prikkels creëert om de risiconormen te versoepelen.

32.

De uitgever maakt inbreuk op artikel 45, lid 2, door niet ervoor te zorgen dat zijn significante e-moneytoken op een billijke, redelijke en niet-discriminerende wijze in bewaring kan worden gehouden door verschillende aanbieders van cryptoactivadiensten met een vergunning voor de bewaring en het beheer van cryptoactiva namens cliënten.

33.

De uitgever maakt inbreuk op artikel 45, lid 3, door niet de liquiditeitsbehoeften te beoordelen of te monitoren om aan terugbetalingsverzoeken voor de significante e-moneytoken door houders ervan te kunnen voldoen.

34.

De uitgever maakt inbreuk op artikel 45, lid 3, door niet te zorgen voor de vaststelling, instandhouding of uitvoering van een beleid en procedures voor liquiditeitsbeheer, of door er met dat beleid en die procedures er niet voor te zorgen dat de reserveactiva een veerkrachtig liquiditeitsprofiel hebben waardoor de uitgever van de significante e-moneytoken normaal kan blijven functioneren, onder meer in scenario’s met liquiditeitsstress.

35.

De uitgever maakt inbreuk op artikel 45, lid 4, door niet regelmatig liquiditeitsstresstests uit te voeren of door de liquiditeitsvereisten niet aan te scherpen wanneer de EBA daarom verzoekt op basis van het resultaat van dergelijke tests.

36.

De uitgever maakt inbreuk op artikel 45, lid 5, door zich niet te allen tijde aan de eigenvermogensvereiste te houden.

37.

De uitgever maakt inbreuk op artikel 46, lid 1, door geen herstelplan op te stellen en in stand te houden met door de uitgever van significante e-moneytokens te treffen maatregelen om opnieuw te voldoen aan de voor de activareserve toepasselijke vereisten in gevallen waarin de uitgever daar niet meer aan voldoet, met inbegrip van het behoud van zijn diensten die verband houden met de significante e-moneytoken, het tijdige herstel van de activiteiten en het nakomen van zijn verplichtingen bij gebeurtenissen die een aanzienlijk risico op verstoring van de activiteiten inhouden.

38.

De uitgever maakt inbreuk op artikel 46, lid 1, door geen herstelplan op te stellen en te onderhouden met passende voorwaarden en procedures die zorgen voor een tijdige uitvoering van herstelmaatregelen alsook met een breed scala aan herstelopties, zoals opgesomd in de derde alinea, punten a), b) en c), van dat lid.

39.

De uitgever maakt inbreuk op artikel 46, lid 2, door de EBA en indien toepasselijk zijn afwikkelingsautoriteiten en prudentiële toezichthoudende autoriteiten niet in kennis te stellen van het herstelplan binnen zes maanden na de datum van de aanbieding aan het publiek of de toelating tot de handel.

40.

De uitgever maakt inbreuk op artikel 46, lid 2, door het herstelplan niet op gezette tijdstippen te evalueren of bij te werken.

41.

De uitgever maakt inbreuk op artikel 47, lid 1, door geen operationeel plan op te stellen en in stand te houden dat een gecontroleerde terugbetaling van elke significante e-moneytoken ondersteunt.

42.

De uitgever maakt inbreuk op artikel 47, lid 2, door niet te beschikken over een terugbetalingsplan waaruit het vermogen van de uitgever van de significante e-moneytoken blijkt om de uitstaande uitgegeven significante e-moneytoken terug te betalen zonder buitensporige economische schade te berokkenen aan de houders ervan of aan de stabiliteit van de markten van de reserveactiva.

43.

De uitgever maakt inbreuk op artikel 47, lid 2, door niet te beschikken over een terugbetalingsplan met contractuele regelingen, procedures of systemen, waaronder de aanwijzing van een tijdelijk bewindvoerder, om te zorgen voor een billijke behandeling van alle houders van de significante e-moneytoken en om ervoor te zorgen dat houders van de significante e-moneytoken tijdig worden betaald met de opbrengsten uit de verkoop van de resterende reserveactiva.

44.

De uitgever maakt inbreuk op artikel 47, lid 2, door niet te beschikken over een terugbetalingsplan dat zorgt voor de continuïteit van kritieke activiteiten die noodzakelijk zijn voor de gecontroleerde terugbetaling en die worden verricht door de uitgever of een derde entiteiten.

45.

De uitgever maakt inbreuk op artikel 47, lid 3, door de EBA niet in kennis te stellen van het terugbetalingsplan binnen zes maanden na de datum van de aanbieding aan het publiek of de toelating tot de handel.

46.

De uitgever maakt inbreuk op artikel 47, lid 3, door het terugbetalingsplan niet op gezette tijdstippen te evalueren of bij te werken.

Top