EUR-Lex Access to European Union law

Back to EUR-Lex homepage

This document is an excerpt from the EUR-Lex website

Document 32022D0865

Uitvoeringsbesluit (EU) 2022/865 van de Raad van 24 mei 2022 waarbij de Tsjechische Republiek wordt gemachtigd een bijzondere maatregel in te voeren die afwijkt van artikel 287 van Richtlijn 2006/112/EG betreffende het gemeenschappelijke stelsel van belasting over de toegevoegde waarde

ST/8365/2022/INIT

PB L 151 van 2.6.2022, p. 66–67 (BG, ES, CS, DA, DE, ET, EL, EN, FR, GA, HR, IT, LV, LT, HU, MT, NL, PL, PT, RO, SK, SL, FI, SV)

Legal status of the document In force

ELI: http://data.europa.eu/eli/dec_impl/2022/865/oj

2.6.2022   

NL

Publicatieblad van de Europese Unie

L 151/66


UITVOERINGSBESLUIT (EU) 2022/865 VAN DE RAAD

van 24 mei 2022

waarbij de Tsjechische Republiek wordt gemachtigd een bijzondere maatregel in te voeren die afwijkt van artikel 287 van Richtlijn 2006/112/EG betreffende het gemeenschappelijke stelsel van belasting over de toegevoegde waarde

DE RAAD VAN DE EUROPESE UNIE,

Gezien het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie,

Gezien Richtlijn 2006/112/EG van de Raad van 28 november 2006 betreffende het gemeenschappelijke stelsel van belasting over de toegevoegde waarde (1), en met name artikel 395, lid 1,

Gezien het voorstel van de Europese Commissie,

Overwegende hetgeen volgt:

(1)

Artikel 287, punt 7, van Richtlijn 2006/112/EG staat de Tsjechische Republiek (Tsjechië) toe een vrijstelling van de btw te verlenen aan belastingplichtigen met een jaaromzet die ten hoogste gelijk is aan de tegenwaarde van 35 000 EUR in de nationale munteenheid tegen de op de dag van zijn toetreding geldende omrekeningskoers.

(2)

Bij brief, ingekomen bij de Commissie op 23 november 2021, heeft Tsjechië verzocht om machtiging tot invoering van een bijzondere maatregel die afwijkt van artikel 287, punt 7, van Richtlijn 2006/112/EG, zodat het belastingplichtigen met een jaaromzet van niet meer dan de tegenwaarde van 85 000 EUR in de nationale munteenheid tegen de op de dag van zijn toetreding geldende omrekeningskoers (“de bijzondere maatregel”) kan vrijstellen van de btw. De bijzondere maatregel zou van toepassing zijn tot en met 31 december 2024, de termijn voor de omzetting van Richtlijn (EU) 2020/285 van de Raad (2) door de lidstaten. Uit die richtlijn volgt dat de lidstaten met ingang van 1 januari 2025 vrijstelling van de btw mogen verlenen voor leveringen van goederen en diensten door belastingplichtigen van wie de jaaromzet in een bepaalde lidstaat de drempel van 85 000 EUR of de tegenwaarde daarvan in de nationale munteenheid niet overschrijdt.

(3)

Krachtens artikel 395, lid 2, tweede alinea, van Richtlijn 2006/112/EG, heeft de Commissie de overige lidstaten in kennis gesteld van het verzoek van Tsjechië bij brief van 16 december 2021.Bij brief van 20 december 2021 heeft de Commissie Tsjechië ervan in kennis gesteld dat zij over alle gegevens beschikt die zij nodig acht voor de beoordeling van het verzoek.

(4)

De bijzondere maatregel is in overeenstemming met Richtlijn (EU) 2020/285, die tot doel heeft de regeldruk voor kleine ondernemingen te beperken en concurrentieverstoringen in de interne markt te vermijden.

(5)

De bijzondere maatregel zal facultatief blijven voor belastingplichtigen, aangezien zij krachtens artikel 290 van Richtlijn 2006/112/EG nog altijd voor het normale btw-stelsel kunnen kiezen.

(6)

Volgens de door Tsjechië verstrekte gegevens zal de bijzondere maatregel geen noemenswaardige invloed hebben op de totale belastingopbrengst die Tsjechië in het stadium van het eindverbruik int.

(7)

Met de inwerkingtreding van Verordening (EU, Euratom) 2021/769 van de Raad (3) hoeft Tsjechië vanaf het begrotingsjaar 2022 geen compensatieberekening meer te verrichten met betrekking tot het overzicht van de eigen btw-middelen.

(8)

Aangezien Tsjechië verwacht dat de bijzondere maatregel zal leiden tot minder btw-verplichtingen en dus tot minder administratieve lasten en nalevingskosten voor kleine ondernemingen en voor de belastingautoriteiten, zonder dat dit grote gevolgen heeft voor de totale btw-inkomsten, moet Tsjechië worden gemachtigd om de bijzondere maatregel in te voeren.

(9)

De toepassing van de bijzondere maatregel moet een beperkte geldingsduur hebben. De periode moet lang genoeg zijn om de Commissie in staat te stellen de doeltreffendheid en de geschiktheid van de drempel te evalueren. Bovendien moeten de lidstaten krachtens artikel 3, lid 1, van Richtlijn (EU) 2020/285 uiterlijk op 31 december 2024 de nodige wettelijke en bestuursrechtelijke bepalingen vaststellen en bekendmaken om te voldoen aan artikel 1 van die richtlijn, waarbij Richtlijn 2006/112/EG wordt gewijzigd en die in eenvoudiger btw-regels voor kleine ondernemingen voorziet. De lidstaten moeten deze bepalingen met ingang van 1 januari 2025 toepassen. Het is daarom passend Tsjechië te machtigen de bijzondere maatregel tot en met 31 december 2024 toe te passen,

HEEFT HET VOLGENDE BESLUIT VASTGESTELD:

Artikel 1

In afwijking van artikel 287, punt 7, van Richtlijn 2006/112/EG wordt Tsjechië gemachtigd om vrijstelling van btw te verlenen aan belastingplichtigen met een jaaromzet van niet meer dan de tegenwaarde van 85 000 EUR in de nationale munteenheid tegen de op de dag van zijn toetreding geldende omrekeningskoers.

Artikel 2

Dit besluit wordt van kracht op de datum van de kennisgeving ervan.

Het is van toepassing tot en met 31 december 2024.

Artikel 3

Dit besluit is gericht tot de Tsjechische Republiek.

Gedaan te Brussel, 24 mei 2022.

Voor de Raad

De voorzitter

B. LE MAIRE


(1)  PB L 347 van 11.12.2006, blz. 1.

(2)  Richtlijn (EU) 2020/285 van de Raad van 18 februari 2020 tot wijziging van Richtlijn 2006/112/EG betreffende het gemeenschappelijke stelsel van belasting over de toegevoegde waarde wat betreft de bijzondere regeling voor kleine ondernemingen en Verordening (EU) nr. 904/2010 betreffende de administratieve samenwerking en uitwisseling van inlichtingen voor doeleinden van toezicht op de juiste uitvoering van de bijzondere regeling voor kleine ondernemingen (PB L 62 van 2.3.2020, blz. 13).

(3)  Verordening (EU, Euratom) 2021/769 van de Raad van 30 april 2021 tot wijziging van Verordening (EEG, Euratom) nr. 1553/89 betreffende de definitieve uniforme regeling voor de inning van de eigen middelen uit de belasting over de toegevoegde waarde (PB L 165 van 11.5.2021, blz. 9).


Top