EUR-Lex Access to European Union law

Back to EUR-Lex homepage

This document is an excerpt from the EUR-Lex website

Document 32022D0081

Uitvoeringsbesluit (EU) 2022/81 van de Raad van 18 januari 2022 tot wijziging van Uitvoeringsbesluit 2009/1008/EU waarbij de Republiek Letland wordt gemachtigd een maatregel te blijven toepassen die afwijkt van artikel 193 van Richtlijn 2006/112/EG betreffende het gemeenschappelijke stelsel van belasting over de toegevoegde waarde

ST/14722/2021/INIT

PB L 13 van 20.1.2022, p. 49–50 (BG, ES, CS, DA, DE, ET, EL, EN, FR, GA, HR, IT, LV, LT, HU, MT, NL, PL, PT, RO, SK, SL, FI, SV)

Legal status of the document In force

ELI: http://data.europa.eu/eli/dec_impl/2022/81/oj

20.1.2022   

NL

Publicatieblad van de Europese Unie

L 13/49


UITVOERINGSBESLUIT (EU) 2022/81 VAN DE RAAD

van 18 januari 2022

tot wijziging van Uitvoeringsbesluit 2009/1008/EU waarbij de Republiek Letland wordt gemachtigd een maatregel te blijven toepassen die afwijkt van artikel 193 van Richtlijn 2006/112/EG betreffende het gemeenschappelijke stelsel van belasting over de toegevoegde waarde

DE RAAD VAN DE EUROPESE UNIE,

Gezien het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie,

Gezien Richtlijn 2006/112/EG van de Raad van 28 november 2006 betreffende het gemeenschappelijke stelsel van belasting over de toegevoegde waarde (1), en met name artikel 395, lid 1,

Gezien het voorstel van de Europese Commissie,

Overwegende hetgeen volgt:

(1)

Bij Beschikking 2006/42/EG (2) van de Raad werd Letland gemachtigd om tot en met 31 december 2009 een van artikel 21, lid 1, punt a), van Richtlijn 77/388/EEG (3) afwijkende maatregel toe te passen om in het geval van leveringen van hout of daarmee samenhangende diensten de ontvanger aan te merken als de tot voldoening van de btw gehouden persoon. Bij Uitvoeringsbesluit 2009/1008/EU (4) van de Raad werd Letland in afwijking van artikel 193 van Richtlijn 2006/112/EG gemachtigd om tot en met 31 december 2012 in het geval van leveringen van hout of daarmee samenhangende diensten de ontvanger te blijven aanmerken als de tot voldoening van de btw gehouden persoon. Na opeenvolgende verlengingen zal die machtiging aflopen op 31 december 2021 (5).

(2)

Bij brief, ingekomen bij de Commissie op 4 april 2021, heeft Letland verzocht om de bijzondere maatregel te mogen blijven toepassen. Samen met deze brief heeft Letland ook een verslag over de toepassing van die bijzondere maatregel voorgelegd.

(3)

Overeenkomstig artikel 395, lid 2, tweede alinea, van de Richtlijn 2006/112/EG heeft de Commissie de overige lidstaten bij brief van 9 augustus 2021, en Spanje bij brief van 10 augustus 2021, van het verzoek van Letland in kennis gesteld. Bij brief van 10 augustus 2021 heeft de Commissie Letland meegedeeld dat zij over alle gegevens beschikte die zij nodig achtte voor de beoordeling van het verzoek.

(4)

Volgens Letland is de houtmarkt (een van de belangrijkste sectoren van de economie van het land) bijzonder gevoelig voor btw-fraude, omdat die markt wordt gekenmerkt door veel kleine lokale bedrijven en individuele leveranciers. Door het specifieke karakter van de markt en het soort bedrijven dat erop actief is, is er btw-fraude ontstaan waarop de Letse belastingautoriteiten moeilijk vat konden krijgen. Om dit misbruik te bestrijden, hebben de Letse belastingautoriteiten de verleggingsregeling ingevoerd voor de betaling van de btw bij houttransacties, hetgeen volgens het door Letland ingediende verslag zeer doeltreffend is gebleken en de btw-fraude op die markt aanzienlijk heeft verminderd.

(5)

Bijzondere afwijkende maatregelen worden gewoonlijk voor een beperkte periode toegestaan, zodat kan worden nagegaan of de bijzondere maatregel passend en doeltreffend is. Bijzondere afwijkende maatregelen geven lidstaten de tijd om op nationaal niveau andere conventionele maatregelen in te voeren om goederenbewegingen, de betaling van btw en de naleving door belastingplichtigen te monitoren, teneinde met deze conventionele maatregelen het probleem in kwestie op te lossen tegen de tijd dat de bijzondere maatregel verstrijkt, zodat deze niet hoeft te worden verlengd. Een afwijking op grond waarvan de verleggingsregeling kan worden gebruikt, wordt slechts bij uitzondering verleend voor specifieke fraudegebieden en moet als een laatste redmiddel worden gezien. Letland dient derhalve, tegen de tijd dat de verlenging van de bijzondere maatregel op grond van dit uitvoeringsbesluit verstrijkt, andere klassieke maatregelen ten uitvoer te leggen om btw-fraude op de houtmarkt te bestrijden en te voorkomen, zodat de bijzondere maatregel niet nog eens hoeft te worden verlengd.

(6)

Letland moet daarom worden gemachtigd de bijzondere maatregel tot en met uiterlijk 31 december 2024 toe te passen.

(7)

Ter voorkoming van verstorende effecten moet Letland de bijzondere maatregel zonder onderbreking kunnen toepassen. De gevraagde machtiging moet daarom met ingang van 1 januari 2022 worden verleend en daarmee naadloos aansluiten op de eerdere regeling overeenkomstig Uitvoeringsbesluit 2009/1008/EU.

(8)

De bijzondere maatregel zal geen negatieve gevolgen hebben voor de eigen middelen van de Unie uit de btw.

(9)

Uitvoeringsbesluit 2009/1008/EU moet daarom dienovereenkomstig worden gewijzigd,

HEEFT HET VOLGENDE BESLUIT VASTGESTELD:

Artikel 1

Artikel 2 van Uitvoeringsbesluit 2009/1008/EU wordt vervangen door:

“Artikel 2

Dit besluit is van toepassing tot en met 31 december 2024.”.

Artikel 2

Dit besluit wordt van kracht op de dag van kennisgeving ervan.

Artikel 3

Dit besluit is gericht tot de Republiek Letland.

Gedaan te Brussel, 18 januari 2022.

Voor de Raad

De voorzitter

B. LE MAIRE


(1)  PB L 347 van 11.12.2006, blz. 1.

(2)  Beschikking 2006/42/EG van de Raad van 24 januari 2006 waarbij Letland wordt gemachtigd tot verlenging van een maatregel die afwijkt van artikel 21 van de Zesde Richtlijn 77/388/EEG van de Raad betreffende de harmonisatie van de wetgevingen der lidstaten inzake omzetbelasting (PB L 25 van 28.1.2006, blz. 31).

(3)  Zesde Richtlijn 77/388/EEG van de Raad van 17 mei 1977 betreffende de harmonisatie van de wetgevingen der lidstaten inzake omzetbelasting — Gemeenschappelijk stelsel van belasting over de toegevoegde waarde: uniforme grondslag (PB L 145 van 13.6.1977, blz. 1).

(4)  Uitvoeringsbesluit 2009/1008/EU van de Raad van 7 december 2009 waarbij de Republiek Letland wordt gemachtigd een maatregel te blijven toepassen die afwijkt van artikel 193 van Richtlijn 2006/112/EG betreffende het gemeenschappelijke stelsel van belasting over de toegevoegde waarde (PB L 347 van 24.12.2009, blz. 30).

(5)  Uitvoeringsbesluit (EU) 2018/2006 van de Raad van 11 december 2018 tot wijziging van Uitvoeringsbesluit 2009/1008/EU waarbij de Republiek Letland wordt gemachtigd een maatregel te blijven toepassen die afwijkt van artikel 193 van Richtlijn 2006/112/EG betreffende het gemeenschappelijke stelsel van belasting over de toegevoegde waarde (PB L 322 van 18.12.2018, blz. 20).


Top