Choose the experimental features you want to try

This document is an excerpt from the EUR-Lex website

Document 32021R1821

    Uitvoeringsverordening (EU) 2021/1821 van de Commissie van 18 oktober 2021 tot aanvaarding van een verzoek om behandeling als nieuwe producent-exporteur met betrekking tot de definitieve antidumpingmaatregelen die zijn ingesteld ten aanzien van de invoer van tafel- en keukengerei van keramiek van oorsprong uit de Volksrepubliek China, en tot wijziging van Uitvoeringsverordening (EU) 2019/1198

    C/2021/7351

    PB L 369 van 19.10.2021, p. 5–8 (BG, ES, CS, DA, DE, ET, EL, EN, FR, GA, HR, IT, LV, LT, HU, MT, NL, PL, PT, RO, SK, SL, FI, SV)

    Legal status of the document In force

    ELI: http://data.europa.eu/eli/reg_impl/2021/1821/oj

    19.10.2021   

    NL

    Publicatieblad van de Europese Unie

    L 369/5


    UITVOERINGSVERORDENING (EU) 2021/1821 VAN DE COMMISSIE

    van 18 oktober 2021

    tot aanvaarding van een verzoek om behandeling als nieuwe producent-exporteur met betrekking tot de definitieve antidumpingmaatregelen die zijn ingesteld ten aanzien van de invoer van tafel- en keukengerei van keramiek van oorsprong uit de Volksrepubliek China, en tot wijziging van Uitvoeringsverordening (EU) 2019/1198

    DE EUROPESE COMMISSIE,

    Gezien het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie,

    Gezien Verordening (EU) 2016/1036 van het Europees Parlement en de Raad van 8 juni 2016 betreffende beschermende maatregelen tegen invoer met dumping uit landen die geen lid zijn van de Europese Unie (“de basisverordening”) (1),

    Gezien Uitvoeringsverordening (EU) 2019/1198 van de Commissie van 12 juli 2019 tot instelling van een definitief antidumpingrecht op tafel- en keukengerei van keramiek van oorsprong uit de Volksrepubliek China (2), en met name artikel 2,

    Overwegende hetgeen volgt:

    A.   GELDENDE MAATREGELEN

    (1)

    Op 13 mei 2013 heeft de Raad bij Uitvoeringsverordening (EU) nr. 412/2013 (“de oorspronkelijke verordening”) (3) een definitief antidumpingrecht ingesteld op de invoer van tafel- en keukengerei van keramiek (“het betrokken product”) van oorsprong uit de Volksrepubliek China (“de VRC”).

    (2)

    Op 12 juli 2019 heeft de Commissie, na een nieuw onderzoek in verband met het vervallen van de maatregelen op grond van artikel 11, lid 2, van de basisverordening, de bij de oorspronkelijke verordening ingestelde maatregelen bij Uitvoeringsverordening (EU) 2019/1198 met nog eens vijf jaar verlengd.

    (3)

    Op 28 november 2019 heeft de Commissie, na een onderzoek naar ontwijking op grond van artikel 13, lid 3 van de Verordening (EU) 2016/1036, Uitvoeringsverordening (EU) 2019/1198 gewijzigd bij Uitvoeringsverordening (EU) 2019/2131 (4).

    (4)

    In het kader van het oorspronkelijke onderzoek was overeenkomstig artikel 17 van de basisverordening een steekproef van de producenten-exporteurs in de VRC samengesteld.

    (5)

    De Commissie had voor de in de steekproef opgenomen producenten-exporteurs uit de VRC individuele antidumpingrechten variërend van 13,1 % tot 23,4 % (5) op het betrokken product ingesteld. Voor de medewerkende producenten-exporteurs die niet in de steekproef waren opgenomen, werd een recht van 17,9 % ingesteld. Bijlage I bij Uitvoeringsverordening (EU) 2019/1198, zoals gewijzigd bij Verordening (EU) 2019/2131, bevat een lijst van niet in de steekproef opgenomen medewerkende producenten-exporteurs. Voorts werd een voor het gehele land geldend recht van 36,1 % ingesteld op het betrokken product afkomstig van ondernemingen in de VRC die zich niet kenbaar hadden gemaakt of die niet aan het onderzoek hadden meegewerkt.

    (6)

    De Commissie kan op grond van artikel 2 van Uitvoeringsverordening (EU) 2019/1198 bijlage I bij die verordening wijzigen door aan een nieuwe producent-exporteur het recht toe te kennen dat van toepassing is op de medewerkende ondernemingen die niet in de steekproef zijn opgenomen, namelijk het gewogen gemiddelde recht van 17,9 %, wanneer een nieuwe producent-exporteur in de VRC ten genoegen van de Commissie aantoont dat:

    a)

    hij het betrokken product gedurende het onderzoektijdvak waarop de maatregelen zijn gebaseerd, d.w.z. van 1 januari 2011 tot en met 31 december 2011 (“het tijdvak van het oorspronkelijke onderzoek”), niet naar de Unie heeft uitgevoerd;

    b)

    hij niet verbonden is met een exporteur of producent in de VRC op wie de bij Uitvoeringsverordening (EU) 2019/1198 ingestelde antidumpingmaatregelen van toepassing zijn, en

    c)

    hij het betrokken product werkelijk naar de Unie heeft uitgevoerd of een onherroepelijke contractuele verplichting is aangegaan om na het einde van het tijdvak van het oorspronkelijke onderzoek een aanzienlijke hoeveelheid naar de Unie uit te voeren.

    B.   VERZOEK OM BEHANDELING ALS NIEUWE PRODUCENT-EXPORTEUR

    (7)

    De onderneming Liling Taichang Ceramics Co., Ltd (“Taichang” of “de indiener van het verzoek”) heeft bij de Commissie een verzoek ingediend om behandeling als nieuwe producent-exporteur (BNPE) en bijgevolg om toepassing van het recht dat geldt voor de niet in de steekproef opgenomen medewerkende ondernemingen in de VRC, namelijk 17,9 %. De indiener van het verzoek voldeed naar eigen zeggen aan alle drie de voorwaarden van artikel 2 van Uitvoeringsverordening (EU) 2019/1198.

    (8)

    Om te bepalen of de indiener van het verzoek voldeed aan de voorwaarden voor een BNPE zoals vastgelegd in artikel 2 van Uitvoeringsverordening (EU) 2019/1198 (“de BNPE-voorwaarden”), heeft de Commissie de indiener van het verzoek eerst een vragenlijst toegezonden met het verzoek om aan te tonen dat hij aan die voorwaarden voldeed.

    (9)

    Na de antwoorden op de vragenlijst te hebben geanalyseerd, heeft de Commissie om verdere informatie en bewijsmateriaal verzocht, die door de indiener van het verzoek werden verstrekt.

    (10)

    De Commissie heeft alle gegevens gecontroleerd die zij nodig achtte om vast te stellen of de indiener van het verzoek aan de BNPE-voorwaarden voldeed. Daartoe heeft zij het door de indiener van het verzoek in zijn antwoorden op de vragenlijst verstrekte bewijsmateriaal geanalyseerd door verschillende onlinedatabanken, waaronder Qichacha (6), te raadplegen en de informatie over de onderneming te toetsen aan informatie die openbaar op internet beschikbaar was. Tegelijkertijd heeft de Commissie de bedrijfstak van de Unie ook geïnformeerd over het verzoek van de indiener van het verzoek en hem verzocht indien nodig opmerkingen te maken. De bedrijfstak van de Unie heeft opmerkingen ingediend, die in aanmerking zijn genomen.

    C.   ANALYSE VAN HET VERZOEK

    (11)

    Met betrekking tot de in artikel 2, punt a), van Uitvoeringsverordening (EU) 2019/1198 vermelde voorwaarde dat de indiener van het verzoek het betrokken product gedurende het onderzoektijdvak waarop de maatregelen zijn gebaseerd niet naar de Unie heeft uitgevoerd, heeft de Commissie tijdens het onderzoek vastgesteld dat de indiener van het verzoek toentertijd niet als onderneming bestond. De statuten en de bedrijfsvergunning van Taichang dateren van maart 2016. Derhalve kon de indiener van het verzoek het betrokken product tijdens het onderzoektijdvak niet naar de Unie hebben uitgevoerd, zodat hij aan deze voorwaarde voldoet.

    (12)

    Met betrekking tot de in artikel 2, punt b), van Uitvoeringsverordening (EU) 2019/1198 vermelde voorwaarde dat de indiener van het verzoek niet verbonden is met een exporteur of producent voor wie de bij Uitvoeringsverordening (EU) 2019/1198 ingestelde antidumpingmaatregelen gelden, heeft de Commissie tijdens het onderzoek vastgesteld dat Taichang niet verbonden is met een producent-exporteur in de VRC voor wie de antidumpingmaatregelen gelden. Volgens Qichacha bezit de belangrijkste aandeelhouder van Taichang, de heer Zhou Jianxiang, behalve Taichang zelf geen andere ondernemingen of aandelen in andere ondernemingen die zich bezighouden met de productie, de verwerking en de aan- of verkoop van het betrokken product. De overige aandelen zijn in handen van de verbonden onderneming Liling Taichang Carton Factory (“Taichang Carton”), waarvan de heer Zhou Jianxiang ook enig aandeelhouder is.

    (13)

    Taichang Carton is opgericht in januari 2014, d.w.z. na het oorspronkelijke onderzoektijdvak, en was tot maart 2017 betrokken bij de verwerking van het betrokken product voor derde ondernemingen. In maart 2017 heeft Taichang Carton de betrokken productiefaciliteiten als aandeelhouder in de vorm van een kapitaalinbreng aan de indiener van het verzoek overgedragen. Daarna heeft Taichang Carton haar eigen activiteiten stopgezet. De Commissie heeft geen verbondenheid als bedoeld in haar Uitvoeringsverordening (EU) 2015/2447 (7) vastgesteld. De indiener van het verzoek voldoet dan ook aan deze voorwaarde.

    (14)

    Met betrekking tot de in artikel 2, punt c), van Uitvoeringsverordening (EU) 2019/1198 vermelde voorwaarde dat de indiener van het verzoek het betrokken product daadwerkelijk naar de Unie heeft uitgevoerd of een onherroepelijke contractuele verplichting is aangegaan om na het tijdvak van het oorspronkelijke onderzoek een aanzienlijke hoeveelheid van dit product naar de Unie uit te voeren, heeft de Commissie tijdens het onderzoek vastgesteld dat de indiener van het verzoek in 2019 en 2020, dus na het tijdvak van het oorspronkelijke onderzoek, naar de Unie heeft uitgevoerd. De indiener van het verzoek heeft facturen, cognossementen en bewijzen van betaling voor drie door een bedrijf in Frankrijk geplaatste bestellingen overgelegd. De indiener van het verzoek voldoet dan ook aan deze voorwaarde.

    (15)

    Bijgevolg voldoet de indiener van het verzoek aan alle drie de voorwaarden van artikel 2 van Uitvoeringsverordening (EU) 2019/1198 voor een BNPE, zodat het verzoek moet worden aanvaard. Voor de indiener van het verzoek moet dan ook het antidumpingrecht van 17,9 % voor niet in de steekproef van het oorspronkelijke onderzoek opgenomen medewerkende ondernemingen gelden.

    D.   MEDEDELING VAN FEITEN EN OVERWEGINGEN

    (16)

    De indiener van het verzoek en de bedrijfstak van de Unie zijn in kennis gesteld van de belangrijkste feiten en overwegingen op grond waarvan het passend werd geacht het antidumpingrecht dat van toepassing is op de niet in de steekproef van het oorspronkelijke onderzoek opgenomen medewerkende ondernemingen aan Liling Taichang Ceramics Co., Ltd toe te kennen.

    (17)

    De partijen zijn in de gelegenheid gesteld opmerkingen in te dienen. De Commissie heeft geen opmerkingen ontvangen.

    (18)

    De verordening is in overeenstemming met het advies van het bij artikel 15, lid 1, van Verordening (EU) 2016/1036 ingestelde comité,

    HEEFT DE VOLGENDE VERORDENING VASTGESTELD:

    Artikel 1

    De volgende onderneming wordt toegevoegd aan de lijst van niet in de steekproef opgenomen medewerkende ondernemingen in bijlage I bij Uitvoeringsverordening (EU) 2019/1198:

    Onderneming

    Aanvullende Taric-code

    Liling Taichang Ceramics Co., Ltd.

    C685

    Artikel 2

    Deze verordening treedt in werking op de dag na die van de bekendmaking ervan in het Publicatieblad van de Europese Unie.

    Deze verordening is verbindend in al haar onderdelen en is rechtstreeks toepasselijk in elke lidstaat.

    Gedaan te Brussel, 18 oktober 2021.

    Voor de Commissie

    De voorzitter

    Ursula VON DER LEYEN


    (1)  PB L 176 van 30.6.2016, blz. 21.

    (2)  PB L 189 van 15.7.2019, blz. 8.

    (3)  PB L 131 van 15.5.2013, blz. 1.

    (4)  PB L 321 van 12.12.2019, blz. 139.

    (5)  Na de vaststelling van Verordening (EU) 2019/2131 liggen de individuele rechten tussen 13,1 % en 18,3 %.

    (6)  Qichacha is een particuliere winstgerichte databank in Chinese handen, die aan consumenten/beroepsbeoefenaars bedrijfsgegevens, kredietinformatie en analyses over in China gevestigde particuliere en openbare ondernemingen verstrekt.

    (7)  In artikel 127 van Uitvoeringsverordening (EU) 2015/2447 van de Commissie (PB L 343 van 29.12.2015, blz. 558) (het EU-douanewetboek) is bepaald dat twee personen worden geacht verbonden te zijn indien aan een van de volgende voorwaarden is voldaan: a) zij zijn functionaris of directeur in de onderneming van de andere persoon; b) zij worden door de wettelijke bepalingen erkend als in zaken verbonden; c) zij zijn werkgever en werknemer; d) een derde partij bezit, heeft zeggenschap over, of houdt direct of indirect 5 % of meer van het stemgerechtigde uitstaande kapitaal of de aandelen van beiden; e) één van hen heeft direct of indirect zeggenschap over de ander; f) een derde persoon heeft direct of indirect zeggenschap over beiden; g) beiden hebben direct of indirect zeggenschap over een derde persoon; of h) zij behoren tot dezelfde familie. Personen die in zaken zijn verbonden doordat de één exclusief agent, exclusief distributeur of exclusief concessiehouder, hoedanig ook aangeduid, van de ander is, worden enkel geacht verbonden te zijn indien zij aan een van de criteria zoals hierboven bedoeld beantwoorden.


    Top