(1)

Op 17 januari 2019 heeft de Commissie een aanvraag van de onderneming Probodelt S.L. ontvangen voor de goedkeuring van dimethylsulfide als basisstof voor gebruik als niet-dodelijke lokstof voor de truffelkever (Leiodes cinnamomeus). Bij de op 24 juli 2019 en 25 november 2019 ontvangen herziene aanvragen was de krachtens artikel 23, lid 3, tweede alinea, van Verordening (EG) nr. 1107/2009 verlangde informatie gevoegd.

(2)

Er waren twee relevante evaluaties, uitgevoerd overeenkomstig andere wetgeving van de Unie als bedoeld in artikel 23, lid 2, van Verordening (EG) nr. 1107/2009, beschikbaar, namelijk een evaluatie van het FEEDAP-panel van de EFSA (2) en één van het CEF-panel van de EFSA (3). Zowel de EFSA als de Commissie heeft rekening gehouden met de resultaten van deze evaluaties.

(3)

De Commissie heeft de Europese Autoriteit voor voedselveiligheid (EFSA) om wetenschappelijke bijstand verzocht. Op 17 juli 2020 heeft de EFSA een technisch verslag over dimethylsulfide (4) bij de Commissie ingediend. De EFSA concludeerde dat de aanvrager de beschikbare informatie over dimethylsulfide niet naar behoren heeft onderzocht. Uit de beschikbare gepubliceerde informatie blijkt dat dimethylsulfide irriterend is voor de huid, de ogen en de luchtwegen en huidallergeen is. De EFSA heeft verklaard dat nadere gegevens over acute toxiciteit, irritatie, huidsensibilisatie en kortdurende inhalatie op de website van het Europees Agentschap voor chemische stoffen (ECHA) openbaar toegankelijk zijn en dat deze gegevens in de aanvraag hadden moeten worden opgenomen om een volledig overzicht van de basisstof te krijgen. Toxicologische gegevens over twee metabolieten van dimethylsulfide zijn ook openbaar toegankelijk op de ECHA-website, maar zijn niet naar behoren in het dossier opgenomen.

(4)

De EFSA merkte ook op dat er, gezien het algehele toxiciteitsprofiel van de stof, geen wetenschappelijke rechtvaardiging werd gegeven voor het feit dat er geen bezorgdheid is over toxiciteit en carcinogeniteit op lange termijn.

(5)

Daarnaast heeft de EFSA geconcludeerd dat, hoewel de residuen in gewassen naar verwachting gering zullen zijn als gevolg van het soort toepassing (een damp verspreidend product in een val), nadere gegevens hadden moeten worden verstrekt om aan te tonen dat er geen reden tot bezorgdheid is voor consumenten bij opname via de voeding.

(6)

Op 25 maart 2021 heeft de Commissie het evaluatieverslag en een ontwerpverordening aan het Permanent Comité voor planten, dieren, levensmiddelen en diervoeders voorgelegd.

(7)

De Commissie heeft de aanvrager verzocht zijn opmerkingen over het technisch verslag van de EFSA en over het ontwerpevaluatieverslag van de Commissie in te dienen. De aanvrager heeft zijn opmerkingen ingediend en deze zijn zorgvuldig onderzocht.

(8)

De door de aanvrager aangevoerde argumenten hebben de bezorgdheid over de stof echter niet kunnen wegnemen.

(9)

Bijgevolg is niet gebleken dat aan de voorwaarden van artikel 23 van Verordening (EG) nr. 1107/2009 is voldaan. Het is dan ook passend dimethylsulfide niet goed te keuren als basisstof.

(10)

Deze verordening laat de mogelijkheid om een nieuwe aanvraag voor de goedkeuring van dimethylsulfide als basisstof in te dienen overeenkomstig artikel 23, lid 3, van Verordening (EG) nr. 1107/2009, onverlet.

(11)

De in deze verordening vervatte maatregelen zijn in overeenstemming met het advies van het Permanent Comité voor planten, dieren, levensmiddelen en diervoeders,